Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
I
Ij
4
H
I
1909.
No. 39.
48ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
I
Zondag 16 Mei.
Uit de Raadszaal.
VOOR
^7
Bolswardsclie Courant
I
I
Afzonderlijke
den heer
Ged. Staten, goedkeu-
het
Wethouders
den Raad der
omtrent den gashouder is
de leden.
van den
de leden.
Een voorstel van den heer A. v. d. Meer,
de commissie, die rapport uit-
adviseurs zal dekken tegen de meest over
dreven eventualiteiten.
Unaniem is de Commissie vóór een onder
zoek ter plaatse en eene beoordeeling van
het ontworpen plan ter verbetering, indien
een en ander door B. en W. kon worden
opgedragen aan een praktisch deskundige,
die zijn kracht niet zoekt in het onder a, b en c
aangehaalde, maar die rond en kort zijne
meening omtrent de zaak aan Uw College
geeft, dus zonder daartoe officieel door den
Raad te zijn aangesteld, en die dus niet in
de noodzakelijkheid verkeert, daarover in
officieele stukken te moeten rapporteeren.
Kan dit niet, dan verklaart de meerderheid
der Commissie zich vóór het plan, zooals het
in onze handen is gesteld, in de vaste meening,
dat het beter is, de gelden voor een omslachtig
onderzoek gevorderd, te besteden, indien
noodig geoordeeld, aan uitbreiding van het
plan Directeur, indien het daarbij voorgestelde
nog niet geheel voldoende mocht worden
geacht.
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents’per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
koopsommen
grond aan
af aangenomen
g. Een exemplaar van het verslag der
Ambachtsschool te Sneek over 1908.
de leden.
het verslag der Gas-
l. Van het bestuur der Oranjecommissie,
die ter herdenking der geboorte eener prinses
de schoolkinderen dezer gemeente wenscht te
onthalen en een geschenk te ofi'reeren ter
blijvende herinnering, waarvan de kosten zijn
geraamd op f 300, welk bedrag zij verzoekt
uit de gemeentekas.
De Voorzitter. Met het oog op den be
schikbaren tijd vraag ik urgentie voor de
behandeling van dit verzoek, dat door B. en W.
is overgenomen.
De heer Rosier. Ik kan hiermee niet mee
gaan, in de le plaats omdat ik geen gelden
voor feestelijkheden uit degemeentekas wensch
te putten, maar in de 2e plaats omdat toen
ik in de vorige vergadering wenschte dat
een mogelijke verhooging der jaarwedden van
de politie, met 1909 te doen ingaan, mij
werd geantwoord dat daarvoor nu geen geld
was. De kas der gemeente zal nu nog wel
niet zooveel beter zijn, en ik ben er dus
tegen er gelden uit te trekken voor dit doel.
De heer v. d. Meer, ’t Zal werkelijk moeite
kosten dat bedrag te vinden, maar nu het
gevraagd wordt enkel voor een schoolfeest
meen ik dat het niet anders kan, en ik prijs
het in de commissie dat zij het juist voor
de schooljeugd vraagt en deze een blijvende
herinnering aan de geboorte der prinses wil
schenken. Een kinderhand is gauw gevuld,
maar er zijn ongeveer 1000 kinderen en dan
is f 300 niet veel.
De heer Vis. Ik ben er juist geen tegen
stander van dat dit feest gevierd zal worden,
maar er hebben ook lijsten bij de burgerij
gecirculeerd en daaruit kan worden gezien,
dat men er niet tegen is dat het feest op
bescheiden voet wordt gevierd. Ik vind het
gevraagde bedrag uit de gemeentekas wel wat
hoog, en zou er voor zijn, de som op de
helft te brengen.
Dit voorstel vindt geen ondersteuning,
waarom het voorstel B. en W. wordt in
stemming gebracht en aangenomen met 11
tegen 2 stemmen, de heeren Vis en Rosier.
PUNTEN VAN BEHANDELING.
1. Procesverbaal van kasverificatie over
het 1ste kwartaal 1909.
Dit wordt ter inzage gelegd voor
2. Aanbieding van het verslag
toestand der gemeente over 1908.
Dit verslag zal circuleeren bij de leden
van den Raad.
3. Vaststelling van de schoolgeldkohieren
over het 1ste kwartaal 1909.
De kohieren, bedragende voor de school
voor m. u. 1. o. f 319 en voor school no. 1,
f 269.90, worden met algemeene stemmen
vastgesteld.
4. Vaststelling van de rekening van het
Algemeen Stads-Armenhuis over 1908, met
rapport der commissie.
De Commissie, welke deze rekening onder
zocht, heeft geene op- of aanmerkingen en
met een eindsom van ontvangsten en uit
gaven van den huishoudelijken boekhouder,
beiden groot f 13.651.365, wordt de rekening
met algemeene stemmen goedgekeurd.
5. Behandeling van het adres van L. F.
Ypma om een uitgang te hebben aan het
plantsoen, met advies van Burgem. en IVeths.
B. en W. adviseeren het verzoek toe te
staan, op voorwaarde van solide uitvoering
en onderhoud van deur en aan te leggen
straatje, en de ingang nimmer voor krui
wagens en karren mag worden gebezigd.
Zonder hoofdel. stemming alzoo besloten.
6. Concept-raadsbesluit tot wijziging en
aanvulling van degemeentebegrootingover 1908.
De verschillende posten der gemeente
begrooting 1908 worden tot het werkelijk
bedrag vastgesteld, de voornaamste wijzigingen
door een memorie van toelichting nader opge-
helderd.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
7. Staten tot af- en overschrijving van
uitgaafposten der gemeentebegrooting over 1908.
In verband met de wijziging der begrooting
worden nu de posten van af- en overschrij
ving eveneens met algemeene stemmen goed
gekeurd.
8. Voorstel van Burgem. en IVeths. naar
aanleiding van eene resolutie van Ged. Staten,
omtrent de herstelling der verzakking van den
gashouder,
Ter inzage voor
h. De rekening en
fabriek over 1908.
Ter inzage voor
i.
behelzende om
bracht omtrent de reorganisatie der politie,
nog te doen aanblijven om advies uit te
brengen omtrent de aanvragen om verhooging
van jaarwedden der politiedienaren, en ver
beteringen voor te stellen, in zooverre dit
niet in strijd is met de bevoegdheid van
hoofd der politie.
Wordt ter visie gelegd en gesteld in handen
van bedoelde commissie om advies.
j. Repliek van de heeren Boersma, Van
Randen en Rosier, inzake het advies van
Burg, en Wethouders op hun adres om den
directeur der Gasfabriek voor een deel te
doen deelen in de kosten veroorzaakt door
de verzakking van den gashouder. Zij hand
haven op grond van art. 1645 van ’t Burgerl.
Wetboek hun voorstel.
Zal in de volgende vergadering worden
behandeld, tegelijk met hun vroeger ingediend
voorstel.
k. Mededeeling dat op de gehouden in
schrijving voor de geldleening ad f 11,500
in totaal werd ingeschreven voor f 81,500
en dat de leening is gegund aan de firma
P. Posthuma en Zoon te Harlingen tegen den
koers van 101 pCt.
Vergadering op Donderdag 13 Mei 1909.
Tegenwoordig waren alle 13 leden.
Bij de opening der vergadering spreekt de
Voorzitter staande, deze woorden(die ook
door de raadsleden staande worden aangehoord).
Mijne Heeren
Wanneer ik in den aanvang onzer beraad
slagingen eenige oogenblikken uwe zeer ge
waardeerde aandacht vraag, dan is dat naar
aanleiding van het heuglijk feit dat Nederland
een Prinses is geschonken uit het doorluchtig
huis van Oranje. Wij allen zeer zeker verblijden
ons in hooge mate dat de angst en zorg
die ons allen vervulde in Nederland is weg
genomen en dat het, verbond, dat eeuwen heeft
bestaan tusschen Nederland en Oranje opnieuw
is bevestigd op hechte grondslagen.
De geschiedenis heeft ons geleerd hoe
onverbreekbaar de band is tusschen ons
dierbaar Vaderland en het Huis van Oranje,
boe ons Vorstenhuis steeds in moeielijke en
donkere tijden die Nederland doorinaakte,
geld en bloed heeft feil gehad ter waar
borging onzer onafhankelijkheid. Dat die
feiten met dankbaarheid worden gememoreerd
getuigt de feestvreugde alom in den lande
toen klokgelui en. het wapperen van de
geliefde driekleur van toren en trans de
'heuglijke geboorte van een nieuwe loot aan
den ouden Oranjestam verkondigden.
Ik twijfel niet wanneer ik ook namens L
den wensch uitspreek dat H. M. de Koningin
spoedig weder geheel hersteld moge zijn en
de Prinses Juliana onder de trouwe zorgen
barer ouders moge opgroeien tot eene Oranje
telg hare doorluchtige Moeder en Vader
waardig. (Applaus).
De notulen worden gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen stukken:
a. Telegram vanwege Z. K. H. Prins
Hendrik, dankbetuigende voor gezonden geluk-
wensch op den verjaardag van Z. K. H.
b. Resolutie van Ged. Staten, houdende
goedkeuring van het primitief kohier hoofde-
lijken omslag 1909.
c. Idem goedkeurende de aanvulling en
wijziging der gemeentebegrooting 1909.
d. Schrijven van den doodgraver Veltman,
dankbetuigende voor zijne herbenoeming.
e. Idem van 't Bestuur van het„Groene
Kruis” dankende voor de aan die vereeniging
verleende subsidie.
f. Resolutie van
rende dat de kosten van de stichting van het
bjandspuithuisje, brugwachterswoning enz. in
compensatie worden gebracht met de ver-
van het Stadsziekenhuis en van
T. de Boer en P. Sevensma.
voor kennisgeving.
van
De Commissie voor de Gasfabriek,
(w.g.) A. van der MEER.
J. C. CUPERUS.
S. J. OOSTERBAAN Hzn.
In dezelfde vergadering werd de heer
Tromp uitgenoodigd deskundigen te noemen,
die volgens zijn oordeel in aanmerking kon
den komen, zijn plan tot herstel te beoor-
deelen.
De heer Tromp noemde twee namen, één
daarvan was die van den heer S. Bakker
Ie Harlingen, hij achtte beide deskundigen
even aannemelijk, althans de heer Bakker
niet de minst aannemelijke.
B. en W. keurden het voorstel goed en
zonder den Raad te hooren vroegen zij, zonder
officieelen omslag, het oordeel van
Bakker over het plan Tromp.
III. Enkele weken nadat de verzakking
was geconstateerd en vele malen besproken,
sprak de heer Tromp in de vergadering van
de Gascommissie: Z/Ik vind het zeer aan
genaam en stel het op prijs, dat de leden
van deze vergadering geen enkel woord van
verwijt, tot mij hebben gericht”.
IV. Toen de heer Bakker zijn veroordeeling
over het plan Tromp inzond meenden B.
en W. dat de heer Tromp in de gelegenheid
moest worden gesteld zijn plan te verdedigen
en werd eene conferentie gehouden op Dinsdag
2 Februari 1909. Tegenwoordig waren de
beide deskundigen, B. en W. en de Gas
commissie.
Hoewel de heer Tromp een lijvig stuk
vóór zich had, moesten de twee college’s
met teleurstelling constateeren, dat hij zijn
eigen plan eer afbrak dan verdedigde.
In hun rapport aan den Raad maakten
zij hiervan melding met de woorden//Het
doet ons leed te moeten constateeren dat in
die vergadering de houding van den directeur
der Gasfabriek ons ten zeerste heeft bevreemd”.
V. Toen B. en W. slechts één plan over
hielden, besloten zij advies te vragen aan de
firma Klönne, waartoe aan die firma werd
gericht op 9 Februari 1909 onder no. 82
het volgend schrijven:
Bolsward, den 9 Febr. 1909.
Naar aanleiding van de verzakking van
den gashouder door Uwe firma aan onze
gasfabriek gebouwd, zijn wij zoo vrij U het
volgende te melden
a. een plan tot herstel is gereed;
b. het dient ten spoedigste te worden
uitgevoerd
c. Uwe garantie
nog loopende.
Bovenstaande geeft ons aanleiding U te
verzoeken Uwen Ingenieur, den heer van
der Horst, naar Bolsward te willen zenden
om een en ander wat daaruit volgt, monde
ling met ons te willen bespreken.
Wij vertrouwen dat U ons ter wille zult
zijn en zien gaarne de komst van den heer
van der Horst ten spoedigste tegemoet.
Aangenaam zal het ons zijn bericht van
die komst te ontvangen.
x Burgemeester en Wethouders
van Bolsward,
(w. g.) C. J. van der VEEN.
De Secretaris,
K. H. LAAGLAND.
Den 10 Februari 1909 deelde de heer
zal zijn, doch dat weinig of geen rekening Tromp mede, dat hij op zijn kosten een
zal houden met het kostenbedrag, doch de Ingenieur van de firma Klönne liet overkomen»
Ged. Staten verklaren zich bereid de
plannen tot herstel van den gashouder goed
te keuren, maar vinden beter dat de twee
besluiten, plan Bakker, omtrent de fundeering
en verplaatsing van den ketel door de firma
Klönne tot één besluit worden saamgevoegd.
In dien zin is door B. en W. nu een
voorstel opgemaakt, dat wordt goedgekeurd
met 10 tegen 3 stemmen, de heeren Rosier,
Lunter en Boersma.
9. Rapport van Burgem. en IVeths. en
de gascommissie, naar aanleiding van de rede
van den heer Tromp, omtrent de verzakking
van den gashouder.
Mijne Heeren
Nu de Directeur der Gemeentelijke gas
fabriek, de heer Tromp het noodig geoor
deeld heeft, de zaak //verzakking van den
gashouder en wat daarmee samenhangt” op
de publieke tribune te brengen en ze zóó
voor te stellen als hij voegzaam oordeelde,
meenen Burgemeester en Wethouders en
Gascommissie, dat zij aan
Gemeente Bolsward verschuldigd zijn enkele
feiten onder Uwe aandacht te brengen, die
door den heer Tromp niet zijn genoemd of
niet overeenkomstig de waarheid zijn weer
gegeven.
I. In de vergadering van de Gascom
missie op 16 Augustus 1907 werd besloten
aan B. en W. gunstig te adviseeren op
bet door den heer Tromp ontworpen plan
tot uitbreiding der fabriek, tevens voor
stellende het plan door een hoogstaand des
kundige te doen beoordeelen.
De heer Tromp had hiertegen geen bezwaar
en hem werd gevraagd een deskundige te
noemen, welke hij geschikt achtte.
De heer Tromp noemde den heer P. Polet
van Middelburg en gaf aan, waarom hij
dezen geschikt achtte.
B. en W. vereenigden zich met het voor
stel en de heer P. Polet werd adviseur.
II. In de vergadering van 5 Januari
1909 kwam ter tafel het plan van den Heer
Tromp tot herstel van den verzakten gas
houder.
Het toen besprokene is samengevat in
eene missive aan B. en W. van den 8
Januari d.a.v. luidende:
Bolsward, 8 Januari 1909.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Bolsward.
M. H.
Met verzoek om advies werd in onze handen
gesteld teekening en rapport van den Directeur
der Gem. Gasfabriek, omtrent herstelling der
verzakking aan den nieuwen gashouder.
Het feit der verzakking is een leelijke
tegenvaller in de geschiedenis van de ver
bouwing onzer gasfabriek, toch heeft ze ons
niet het vertrouwen in onzen Directeur ont
nomen.
Men mag zeggen „de zuinigheid heeft de
wijsheid bedrogen” er komen somtijds factoren
in het spel, die de wijsheid moeilijk kan
achterhalen.
Vast staat, dat de ten onrechte bespaarde
gelden nu geheel of gedeeltelijk zullen moeten
worden besteed, en wel zóó, dat van verdere
verzakkingen of verschuivingen geen sprake
meer kan zijn.
De vraag is nu, geeft het plan van den
Directeur die volkomen zekerheid? Als leeken
in het bouwvak geroepen, om naar onze
beste meening antwoord op deze vraag te
geven, spreken wij volmondig als onze over
tuiging uit, dat wij het voorgestelde meer
dan voldoende achten.
Een lid onzer Commissie bracht in het
midden dat B. en W. en de Raad toch bitter
weinig hebben aan onze overtuiging, die
meer een gevoelzaak, dan eene op cijfers en
feiten gegronde conclusie is en achtte het
daarom nuttig, het plan in handen te stellen
van een bevoegd beoordeelaar, een deskundige,
die na plaatselijk onderzoek zijn advies kan
uitbrengen.
De meerderheid, hoewel niet afkeerig van
het voorstel, meende, dat bij officieele aan
stelling van één of meer deskundigen men
de volgende kansen loopt, men krijgt:
a. ellenlange rapporten
b. groote berekeningen, beschouwingen en
mogelijkheden;
c. een voorstel, dat zeer zeker afdoend