Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. Over allerlei dingen. j I 1909. 48ste Jaargang. No. 41 Verschijnt Donderdags en Zondags. I Zondag 23 Mei. r- VOOR r Afzonderlijke BINNENLAND. V de strijd van nog plaats elkaar om zich wisten rappe mes nog intijds een ongeluk in tweede: met een gedachten ons Sted. een geïin de Doele”. Maar het eigenlijke feest kwam natuurlijk pas later. Onze Oranjecommissie, een //wakkere” commissie natuurlijk, aan slapende commissies zou je overigens niet veel hebben, kwam Qnmiddellijk bijeen en stelde een keurig feest» ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. te kort, waarom er maar besloten is de heele feestviering uit te stellen tot een volgend jaar. Als daar nu maar geen afstel van komt. Want het programma was zoo veelbelovend. Er zou o.a. in die tentoonstellingsweek ook een etalagewedstrijd gehouden worden. Is er nu wel iets schooners denkbaar dan zoo’n étalagewedstrijd? We leven tegenwoordig in een tijd van wedstrijden, maar daar worden veel gehouden waarvan ik het nut niet kan inzien. Een étalagewedstrijd is echter zonder twijfel een hoogst nuttig ding. Als ieder z’n artikelen op de elegantste en meest smaak volle wijze tentoonstelt, dan kun je nog eens zien hoe we hier in een plaats ais Bolsward nog te kust en te keur kunnen gaan. En dat is iets dat nog wèl eens in twijfel wordt getrokken. Als je hier eens met dames loopt, dan kan ’t je best gebeuren dat je soms een kwartier moet staan wachten omdat je dames de een of andere uitstalling staan te bewon deren. Maar bij kijken blijft het dan ook vaak. Om te koopen gaat menigeen naar Sneek of Leeuwarden. Dat is geen praatje, dat ik van den een of anderen winkelier heb, maar dat weet ik bij ondervinding. Mij zijn uit den kring mijner kennissen niet alleen vele dames bekend die hare kleeding altijd buiten de stad koopen, mij zijn zélfs gevallen bekend dat dit illustre voorbeeld al door de dienstboden wordt gevolgd. Dit nu vind ik voor een plaats als B. een hoogst ongezonde toestand. Het mag misschien erg ouderwetsch klinken, maar ik vind dat we in een als B. wel degelijk verplichting aan hebben. Is ’t niet direct, dan indirect, ’t Welzijn der plaats moet ons toch allen ter harte gaan en ’t welzijn der plaats (van plaatsen zooals B.) staat of valt toch met den meerderen of minderen bloei hater handel. Wanneer wij nu zelf naar buiten gaan om onze inkoopen te doen en dus onzen eigen handel helpen ondermijuen, dan brengen we daardoor aan de plaats onzer inwoning schade toe en daardoor ten slotte ook aan ons zelf, ’t Spijt me, waarde vriend, dat ik je zulke dingen van onze goeie Bolswarders moet melden, maar waar ik ze van hun goede zijde laat zien, mag ik de fouten toch ook wel eens in ’t licht stellen. Als we nu nog maar eens een étalagewedstrijd krijgen, wie weet of ’t dan niet beter wordt 1 Maar die krijgen we nu voorloopig niet. Wat we nog wel krijgen dit jaar? Een turn en een blaaswedstrijd. De turnwedstrijd ter gelegeuheid van bet 30jarig bestaan der gymnastiek-vereeniging „Lygurgus”, de blaas wedstrijd ter gelegenheid van het festival van den Frieschen Bond van chr. harmonie- en fanfarecorpsen. Beide zullen ongetwijfeld veel publiek trekken en als je je nu eens een goed denkbeeld van Bolsward wilt maken, kom dan bij één dier beide gelegenheden eens over, ik zal je met genoegen ontvangen. Ontvang intusschen mijne vriendelijke groeten en verwacht nu niet direct weer iets over B. Je vriend DIXI, Brief aan mijn vriend X. te Amsterdam. Waarde vriend! Toen ik voor eenige weken je brief ont ving deed het mij natuurlijk verbazend veel plezier daaruit te vernemen dat mijn vorige brief over Bolsward en ons B.sche leven je geïnteresseerd heeft. Wat echter je vraag betrof om spoedig daarvan eens meer te mogen hooren, ik moet je bekennen, dat ik daar wel een beetje verlegen mee zat. Eigenlijk heb ik je in mijn eersten brief te véél verteld. Ik heb je geschetst hoe ons stadje er zoowat uitziet, z’n straten, wandel wegen, historische gebouwen, ik heb je verteld hoe z’n inwoners zoowat door den tijd komen, van hun werken en van hun genieten, ik heb je getoond hoezeer het vereenigingsleven hier bloeit, hoe veel er gedaan wordt ter bevordering van het algemeen welzijn en hoe we ons ’s winters weten te amuseeren, ik heb je laten zien hoe ons verkeerswezen in elkaar zit, ik hebMaar ik zou zoo kunnen doorgaan, want, waarde vriend, ik vraag jeheb ik je niet zoowat alles verteld wat er van een kleine plaats te vertellen is? Zie mijn brief nog eens na en oordeel. Ik weet wel dat ik je toen meteen beloofd heb je later misschien wel eens meer te zullen schrijven, maar ik wil wel zeggen dat ik me dat //misschien” toen in een verre toe komst gedacht heb. Wat wil je, we leven hier nu eenmaal niet in een wereldstad waar je je indrukken als ’t ware maar voor het oprapen hebt, waar alle dagen iets gebeurt waarover het de moeite waard is te schrijven. Nu je echter zoo bepaald om Bolswardsch nieuws vraagt wil ik je toch niet heelemaal teleurstellen, hoewel ik je vooruit waarschuw dat mijn //Stof” ditmaal niet zoo erg uit gebreid is. De groote gebeurtenis komt dan natuurlijk eerst ter sprake. Die hebben we hier evenals overal elders op luisterrijke wijze gevierd. De groote dag zelf is zonder noemenswaardige incidenten voorbijgegaan. Vóór dien tijd waren we natuurlijk zooals al onze geachte landgenooten een beetje nerveus. We wierpen verlangende blikken in de krant, we loerden zoo af en toe al eens naar onze officieele gebouwen, ja, ik heb het bijgewoond dat iemand, een onzer politiedienaren op het bordes van 't stadhuis ziende staan, uitriep: //nou kunnen we mekaar feliciteeren, hoor, nou is ’t gebeurd 1” Hoe of die goeie man daarbij kwam Ja, hij had in de krant gelezen dat bij de geboorte van een prins alle klokken gedurende een uur, bij die eener prinses een half uur zouden worden geluid en nou dacht-ie: die agent heeft zeker orders gekregen om onverwijld de klok te luiden. Politie en klokluiden, dat zal jou misschien een beetje vreemd voorkomen, maar je moet weten dat we hier nog een oude gewoonte hebben, die we steeds in eere houden, n.l. om ’s avonds 10 uur de klok van den raad huistoren te doen luiden, welk emplooi dan steeds door de politie wordt waargenomen. Enfin, de man had ’t in dit geval natuurlijk mis, er was van klokluiden nog geen sprake. Ik ben me bewust dat ik, op deze wijze doorgaande, een echten zeurbrief zou samen stellen, wat mijn plan niet is. Ik wou je alleen even laten zien dat óók wij hier te B. niet zonder een zweem van zenuwachtigheid de blijde gebeurtenis af wachtten. Maar het doet me plezier er bij te kunnen melden dat we geeu gekke dingen hebben uitgehaald, dat we ons niet blij hebben gemaakt vóór den tijd. Wel is me in ’t oor gefluisterd dat er één geweest is die z’n vlag al 24 uur te vroeg uitstak, ik veronderstel echter dat dit meer een soort proefvlaggerij is geweest in navolging van het ministerie van Binn. Zaken. Waren we vóór den tijd een beetje nerveus, den dag zelf hebben we in gepaste vroolijkheid doorgebracht. Een paar ommegangen Muziekkorps en 's avonds proviseerde feestavond in Rinse Feitsma van Wommels; 2e prijs f 60 Arthur Serée, Richard Fauconnier en F. Dubois d’Enghien van Braine le Comte; 3e prijs f 30Minze de Vries, Anne Groene- veld en Klaas Terpstra van Beetgum; 4e prijs f 15 Cath. Werkhoven van Witmarsum, Tjeerd Kooistra van Leeuwarden en Sijtse Kooistra van Witmarsum. Tijdens den wedstrijd hadden er twee ongevallen plaats, die gelukkig, wonder boven wonder, best afliepen. De eerste wasbrand in de bedekte tribune. Misschien door ’t onvoorzichtig weggooien van een brandende lucifer, stond het klfeed plotseling in lichtelaaie. Alhoewel de vlammen al aardig heen begonnen te grijpen, handen met behulp van het ’t zaakje te dooven. Bij den regel een slag stortte de onbedekte tribune in, waardoor misschien een honderd personen een buiteling op en over en onderelkaar maakten, die hoogst treurige gevolgen had kunnen hebben. Aangezien de pas in brand geraakte tribune ook het lot van haar buurvrouw scheen te zullen ondergaan, kwam de politie tusschen- beide, met de boodschap aan de honderden, die er zaten, hun heil maar te zoeken op een meer vasten bodem. Laat ons eindigen met de mededeeling dat het op het terrein recht gezellig was; dank vooral de prettige muziek van ’t Stedelijk muziekkorps uit Leeuwarden en de gelegenheid die het Bestuur er gemaakt had, voor dansen in de vrije natuur, den jongen harten eens eenige genotvolle oogenblikken te bezorgen. Bij het groot populair concert, om 8 uur op de Marktstraat, ontbrak ’t allerminst aan bezoek, aandachtige luisteraars laten we liefst in het midden. De prijsuitdeeling, 's avonds 10 uur in Amicitia, was, zoo te rijmen is, zeer geani meerd, het bal er na niet minder. Sneek. De prachtige dag van gisteren is met een treurig drama geëindigd. De oppassende 24-jarige jongeling, Jan Lemstra, hulpbesteller aan het postkantoor, werd bij elven onverhoeds aangevallen door eenige onverlaten, die uit de kroeg kwamen. Met de woorden: ,/daar hek dij!” werd Jan door een van het gezelschap aangegrepen. En terwijl een ander uit den troep assistentie verleende, om ontvluchting van den armen jongen te voorkomen, kreeg de aangegrepene plotseling een messteek beneden het hart. De ongelukkige kon nog wankelend tot de woning van den heer 8. komen, toen hij kort daarna den geest gaf. Als vermoedelijke dader wordt genoemd een zekere A. V., 19 jaar oud en van beroep los arbeider en veedrijver, in dienst bij den landbouwer D. aan den Bolswarder weg. Personen, die mee in den moord betrokken zijn, werden den afgeloopen nacht door den Commissaris van politie gehoord. Nader deelt men ons mee, dat de dader A. V. bekend heeft. De wachtmeester der marechaussee vroeg hem, waarom hij het mes, dat de agent De Leeuw in beslag had genomen, aan zijn kameraad wou geven, ’t Antwoord moest ’t jongmensch schuldig blijven en de bekentenis volgde terstond daarop. ’t Parket uit Leeuwarden was hier heden namiddag. Met den trein van kwart voor vijf is A. V. naar den Officier van Justitie opgezonden. Sneeker Crt. Gistermiddag fietsten de gebroeders Harmsen uit Utrecht, die een tochtje naar Amsterdam hadden gemaakt, terug naar hun woonplaats. Aangezien een hunner moede was, waren de fietsen, onvoorzichtig genoeg, met een touw aan elkaar vastgebonden opdat de voorste den vermoeiden broeder kon voort trekken. Op den Muiderstraatweg bij Naarden wilde de een bij het naderen van een auto naar links wijken en de ander naar rechts, zoodat de auto tegen het touw reed en de voorste fietsrijder onder de auto werd ge slingerd, met het ongelukkig gevolg dat het rechterbeen gebroken en versplinterd werd. De gewonde en zijn broeder werden in de auto naar Naarden, naar het militair hospitaal gebracht. Vervolgens lieten de automobilisten den gewonde in hun wagen naar Utrecht ver voeren, terwijl zij zelf per tram van Naardeu ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. programma op. Programma’s opstellen echter is één en ze uitvoeren twee. Om tot de uit voering van dit veelbelovende feestprogramma te geraken, moest er geld komen en véél geld ook. Nu, dacht de commissie, dat 's niet zoo erg, in de eerste plaats zal de burgerij haar beurzen wel wijd openzetten en dan hebben we hier in de tweede plaats gelukkig stichtingen die nog al ’n behoorlijke portie van dat aardsche slijk in voorraad hebben en zeker voor deze gelegenheid ook wel iets zullen willen afstaan. Wat nu de burgerij betreft, dat ging zoo kwaad niet, maar wat de stichtingen aangaat, geloof ik niet dat het de commissie meeviel. Er kwam toch van de ééne, (die anders om haar royaliteit heinde en verre bekend staat nog wel) bericht dat ze tot dit feest niets wenschte bij te dragen. Formidabele teleurstelling natuurlijk. Commissie handen in ’t haar. Gelukkig werd ze uit die pénibie positie verlost door onzen raad, die, nobel als altijd, van haar armoedje driehonderd gulden voor dit doel afstond. Ik zeg: van haar armoedje, omdat nog kort geleden op eene vraag van een der raadsleden om salaris- verhooging voor eene categorie van ambtenaren was geantwoord, dat daar op dit oogenblik het geld niet voor beschikbaar was. Waaruit je dus kunt merken, dat het geld de gemeente niet op den rug groeit. Trouwens we hebben iu den laatsten tijd nog al eens met rampen en tegenspoeden te kampen en als ’t zóó doorging zouden we er (als gemeente) wel nooit dik bij komen te zitten. Maar daarom waardeeren we te meer deze edele daad van onzen raad. Zoo gaat het al veel in de wereld, die weinig bezitten zijn vaak mild dadiger dan zij die over tonnen gouds hebben te commandeeren. Maar laat ik me nu niet verdiepen in philosophische beschouwingen en liever mijn brief vervolgen. De commissie was dan, zooals ik zei, uit den brand en het feest kon op flinke wijze worden aan gepakt, zooals dan ook gebeurde. En wonder boven wonder, het weer, dat anders in den laatsten tijd nog al eens tegen ons is, werkte ditmaal ook mee, zoodat de feestdag in alle opzichten goed slaagde. Eén tegenstribbeling hebben we, helaas, gehad en wel de misluk king der zoo veel belovende illuminatie. Jammer, zeer jammer voor allen die er zich zooveel van hadden voorgesteld en voorna melijk ook voor den ontwerper van het waarlijk éénige plan. Wanneer het goed gelukt was had het waarlijk een schitterend effect gemaakt. Zou het ook aan de samenstelling der lichtjes gelegen kunnen hebben? Overal heeft de verlichting door vetpotjes een schit terend succes gehad, je kunt het in de kranten nalezen, en zóó’n hevigen wind was er hier dien avond toch ook niet. Enfin, gedane zaken nemen geen keer. Gelukkig was dit de eenige aanmerking die er op het welslagen van het feest te maken zou zijn, anders liep alles even best van stapel. Nu heb ik je al aardig wat verteld van de voorgeschiedenis van dit groote feest, van het feestprogramma zelve en hoe dat werd afgewerkt weet je echter nog niets. Wel, man, ik zal daar zelf niets meer over schrijven, maar zend je bij dezen de Bolsw. Courant van 20 Mei j.l-, waarin je van de hand van Ws. een aardige en gedetailleerde beschrijving daarvan zult vinden. Hiermede geloof ik, dat ik je al weer aardig wat Bolswarder nieuws heb doen toe komen. Als je nu echter denkt dat we met dit feest ons plezier van ’t feestvieren af hebben, dan heb je ’t glad mis, hoor. Wij Bolswarders zijn liefhebbers van fuiven. En we weten ze te organiseeren ook. Verleden jaar het Gysbert Japixfeest b.v. Wat hebben we, niettegenstaande ’t slechte weer, daar ’n enorm succes mee gehad. Van ’t jaar zouden we haast weer zoo iets op touw gezet hebben. De ver. ter be vordering van Handel en Nijverheid n.l. viert dit jaar baar 40jarig jubileum. Dat moest natuurlijk op waardige wijze worden herdacht. Wat zou nu het beste zijn? ’n Optocht? Pas gehad. Wel ’n tentoonstelling dan. Dat vond bijval. En zoo rijpte het plan om hier dit jaar een tentoonstelling te houden van landbouw- en zuivelproducten. Tentoonstellingen, daar waren we vroeger sterk in. Ieder Bolswarder herinnert zich nog met trots de Bakkerij- en de Petroleum- tentoonstelling. Dezen keer wou het echter niet gelukken, de tijd van voorbereiding was Internationale Kaatswedstrijd te Sneek. ’t Was te voorzien dat de Internationale moest slagen, als ’t weer meeliep. Woensdagavond, toen de zuidelijke broeders met den trein van half acht ’t station binnen stoomden en door muziek en honderden belangstellenden werden verwelkomd, hadden we allen reeds goeden moed, dat de dag der dagen den wedstrijd er alles behalve zou doen inregenen. Een vooruitgaande barometer, een heldere hemel, weinig wind, welk een blijdschap bij de sportmannen bij hun opstaan. Het uitgezochtste weer bracht dan ook met spoor en tram of boot en fiets honderden en nog eens honderden binnen onze veste, om getuige te zijn van den strijd, die er te Sneek op Hemelvaartsdag tusschen onze stoere Friezen, de beste kaatsers uit de provincie, en de 12 kranigste kaatsers uit België zou worden geleverd. Kwart na tien, bij half elf, nam een aanvang. De tribunes waren voor een groot deel reeds bezet en steeds groeide ’t getal bezoekers aan. De uitslag is: le prijs f 120 plus den lauwerkrans (wisselprijs), A. Terpstra van Harlingen, Pieter Hovinga van Engelum, naar Amsterdam lerugkeerden. Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1909 | | pagina 1