Kieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. REDE Dr. DE VISSER. üÉl 1909. No. 46. - Verschijnt Donderdags en Zondags. 48ste Jaargang. Ij ra J R Donderdag 10 Juni. VOOR 3B i Afzonderlijke 50 Cts. Vervolgens naar plaatsruimte. dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. van den ouden dag ’t algemeen, de Staat want twee hoofdzaken er zal komen de leuze verschil bij anderhalf I ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 10 Cts. per regel. Overigens Het bureau van de geheele invaliditeits- weet, dat er in Duitsch- zooveel trekken wegens invaliditeit dan wegens ouderdom, dan ziet gj>enf hoe duur die 5 jaren zouden worden gekocht. Ik vraag dan ook nog eens, waar blijft de belofte Ik wil zacht oordeelen over mijn medemenschen, maar moet nu toch mijn verbazing uitspreken dat die partij in deze periode zoo weinig heeft geleerd, dat zij nog weer durft komen met beloften en te gelijk mijn medelijden uiten, met het Neder- landsche volk, als de liberalen weer aan ’t bewind komen. Moest de voorzichtige politiek niet zijn, en waren ze ’t aan de eer van hun vaandel niet verplicht, zich te ont houden van nieuwe beloften, na de te leurstelling die het kabinet de Meester heeft gebracht? Dragen nu de beloften niet een zondiger karakter dan vroeger Nu worden weer vooral twee zaken in zicht gesteld, n.l. algemeen kiesrecht en pensioen voor den ouden werkman. In strooi biljetten en vergaderingen wordt de poort van ’t algemeen kiesrecht open gezet en met behulp van vrijzinnigen, unieliberalen en vrijzinnig democraten, om van de soc. demo craten niet te spreken, wil men daartoe komen. De unie liberalen echter willen alg. kiesrecht als dan ook de le kamer het recht van amendement zal krijgen. Om die door en door conservatieve le kamer die machts uitbreiding te geven, daarvoor zijn echter de vrijzinnigen niet te vinden, en toch moeten de uniemannen mee werken, zal algemeen kiesrecht er komen. Ik vraag al weer, roept Spr. hoe zal bij dezen toestand de belofte in dit opzicht nu aan de kiezers voorgespiegeld, verwezenlijkt worden In 1905 hadden we het blanco artikel en, 'zoo besluit Spr. dit gedeelte der bespreking, in 1909 ligt er een nieuw blanco artikel reeds klaar. De pensionneering van den ouden arbeider beheerscht misschien nog meer dan het kiesrecht tegenwoordig de stembus, maar ook te dezen opzichte kom ik, zegt Spr. tot dezelfde conclusie als zooeven, n.l. dat er niets van terecht komt. De drie groepen, de vrijzinnigen, unie-liberalen en soc.-democraten hebben ten opzichte der ouderdomsverzekering een verschillende meening. De unieliberalen willen het Belgische systeem, n.l. vrijwillige verzekering, het lievelings denkbeeld van Van Houten, waarbij een premie wordt gegeven aan de spaarzaamheid, doordat de staat dan een toeslag geeft aan de oudjes, die iets wisten over te leggen. Dit stelsel baat evenwel alleen „de elite" onder de arbeiders, de armen hebben er geen baat bij en het pauperisme wordt dus door dat stelsel niet verminderd of uitgesneden. De vrijzinnig- democraten dringen aan op het Duitsche stelsel, verplichte verzekering met premie betaling. Dat stelsel, ook dwangsverzekering genoemd, dat ook ten grondslag lag aan de ingediende ontwerpen van Dr. Kuyper en minister Veegens, wordt evenwel door de vrijzinnig liberalen niet gewenscht. Als nu echter de overwinning aan de stembus aan links komt, hoe zal er dan wat van de ouder domsverzekering terecht komen Wil men met Treub en Drucker het Duitsche, of met Tydeman en de Beaufort het Belgische of met den Bond de verzekering zonder premie betaling? Ik Voorspel dat erniets van terecht komt, zegt Spr. omdat het niet kan. Het mooiste is echter dat de vrijzinnigen thans de staatspensionneering zonder premiebetaling voor de oogen van den arbeider doen schitteren en zij daar voorheen tegen waren. Spreker brengt hulde aan zijn tegencaudidaat den heer Thomson, die hij roemt als een der ijverigste, kundigste en warmste leden der volksvertegenwoordiging; diens persoon tast hij dan ook volstrekt niet aan maar wel het stelsel dat ook hij voorstaat, n.l. ouderdoms verzekering zonder premiebetaling. De liberale unie heeft altijd verdedigd de verplichte verzekering, ’t kabinet de Meester stelde dit op den voorgrond, het ontwerp Veegens was geheel in dien geest, maar nu de verkiezingen in het zicht kwamen moest ernaar een leuze gezocht worden. Wel heeft de Meester te Zuidhorn nog openlijk verklaard dat hij niet wist waar de gelden vandaan moesten komen, maar daarop is eenige aarzeling gekomen, en in de jaarvergadering der unie is als een meteoor, een luchtverschijnsel dat even licht en weer verdwijnt, de leuze der staatspension neering te voorschijn gekomen. Uit, den brouwketel kwam de richting of neen bij voorkeur de richting van staatspensionneering te voorschijn en sedert Februari is niet meer de staatspensionneering aaar bij voorkeur Maandagavond werd vanwege de Christe lijk Historische partij alhier een openbare politieke bijeenkomst gehouden in „de Doele” waar Dr. de VISSER, de candidaat der rechtsche partijen als spreker optrad. Nadat de heer van der Ploeg met gebed de ver gadering had geopend, wees deze op de talrijke opkomst, zag hierin een blijk van belangstelling in den candidaat, die, nu Dr. Schokking zich niet weer beschikbaar stelde, hier gesteld werd en reeds 12 jaren in de Kamer zitting heeft gehad. Hij hoopt, dat van de gelegenheid tot debatteeren eën waardig gebruik zal worden gemaakt en men straks zal kunnen heengaan met de gedachte dat men bij verschil van meening toch elkander kan waardeeren en vrij onder de oogen zien. Dr. de VISSER meende zijn bespreking niet beter te kunnen openen dan met in de eerste plaats een eeresaluut te brengen aan Dr. Schokking, die dit district in de Kamer vertegenwoordigde en die door den ernst van zijn optreden, en door zijn groote kennis bij alle partijen was geacht en geëerd en die men noode ziet heengaan om zich aan zijn eigenlijken werkkring te wijden. In de 2e plaats wil hij zijn dank brengen aan de 3 kiesvereenigingen die hem candidaat stelden. Hierin ziet hij een getuigenis van instemming met zijn optreden in de Kamer en hij wil dan ook de belofte afleggen dat indien hij, ’t zij hier of te Leiden gekozen wordt, in’s lands vergaderzaal in denzelfden geest als tot dusverre de banier van’t kruis en ’t evangelie wil ontplooien. Wat ik verder wensch te spreken, zoo vervolgt Spreker, bepaalt zich in de aller eerste plaats tot een negatief en in de 2e tot een positief standpunt. Ik heb een af keer van beloften, gelijk die worden gedaan door de linkerzijde, die niet vervuld kunnen worden, wijl de onmacht is gebleken en begrijp dus niet dat die partij nu nog durft te grijpen naar ’t roer van den Staat. Wat de linkerzijde voor vier jaren beloofde, is een schrille tegenstelling gebleven met de daden in de 3 jaren van haar bewind. De kiezers toch werden toen gevleid met de bezuiniging op militair gebied en de sociale hervormingen die zouden komen. Van de Dollard tot de Schelde en van Oost tot West werd verkondigd dat van ’t op leger en vloot bezuinigde geld sociale hervormingen zouden komen, en duizenden, die hebben meegewerkt om het kabinet Kuyper te ver drijven, geloofden in die beloften. Wat is nu werkelijkheid geworden De eerste begrooting van minister Staal droeg weinig spoor van bezuiniging, en ware de rechterzijde niet te hulp gekomen, dan zou bij de eerste ontmoeting met de Kamer die linkerzijde dien minister reeds hebben weg gejaagd. In 1906 bij de 2e begrooting waren in de details eenige bezuinigingen, maar tegelijk weer zooveel nieuwe uitgaven die noodzakelijk geacht werden, dat de eindsom niet verlaagd doch waarschijnlijk verhoogd zou worden, en er was dus weer geen bezuiniging te bespeuren. Toch werd die begrooting met „het blijvend gedeelte” in de 2e Kamer aangenomen, doch de le Kamer verwierp het en kregen we een nieuwen minister in de Rappard. Daarbij zijn de uit gaven voor het leger met anderhalf millioen verhoogd, terwijl ook onder den minister van Marine, Cohen Stuart, de uitgaven voor de vloot niet verminderden en het blijkt hieruit dat de belofte die in 1905 zooveel kiezers naar de linkerzijde deed overgaan, in schrille tegenstelling is gebleven met de werkelijkheid en er dien ten gevolge van de sociale hervormingen niets kon komen. Minister Veegens moest met nieuwe ont werpen komen wijl ’t gereed liggende ontwerp op de arbeidswet van Dr. Kuyper terug genomen werd. Ook ouderdomsverzekering moest er komen, en niet met 70 jaar zooals Dr. Kuyper had voorgesteld maar op 65 jarigen leeftijd, doch die 5 jaren vervroeging werd gekocht met het prijsgeven van verzekering. Als men land vijf maal Na een kwartier pauze wordt gelegenheid gegeven voor debat. De eerste debater is de heer A. BOUMA, alhier. Deze verklaart met genoegen geluisterd te hebben naar den Spreker van heden avond, maar toch heeft deze hem eenigszins teleurgesteld door ’t geen hij zeide over Staatspensionneering. Zonder politieke bedoeling, niet in ’t belang van eenig persoon of candidaat wil hij de zaak objectief beschouwen. Heel graag had hij gewild dat Dr. de Visser heden eens had verklaard wat het beste stelsel van Staats pensionneering zou zijn. De Bond van Staatspensionneering heeft reeds een jaar of acht gewerkt, maar in zijne vergaderingen komt nimmer een der eerste mannen eens om te zeggen hoe hij over de zaak denkt. Ook heden avond is wel afgebroken en critiek uitgeoefend op de stelsels, maar niet aange wezen hoe deze belangrijke zaak het beste is op te lossen. Dr. Kuyper in zijn ontwerp had ouder dom en invaliditeit vereenigd, Mr. Veegens had ze gescheiden. Minister Lely, wiens ont werp daaraan nog vooraf ging, had met dezen gemeen, dat premiebetaling noodig werd. Nu is het mijne meening zegt Spr. dat de arbeider zelf daartoe niet in staat is, in ’t algemeen althans niet, sparen kunnen de meesten ook evenmin voor hun ouden dag. De patroons de premie laten betalen gaat bij de concurrentie al even moeielijk, vooral onder de kleine patroons uit den midden stand. De verzorging acht ik een zaak van is daartoe aangewezen berusten toch bij 't Staatsgezagindividueele vrijheid en sociale gerechtigheid. De Staat dient op te komen voor de belangen der economische zwakken, die in hun werktijd zijn overgeleverd aan de willekeur der om standigheden, en een onvoldoend loon ont vingen voor ’t geen zij voor de gemeenschap deden. Dr. Kuyper heeft gezegd: „Wie van God de kracht ontvangt om te werken, is geen ongelukkige of schuldige die van een aalmoes moet leven. Als hij op zijn ouden dag pensioen ontvangt is dit een nabetaling van loon, dat hij te weinig heeft ontvangen”. Jammer, zoo gaat Spr. verder, dat Dr. Kuyper niet consequent in die richting is doorgegaan. Nu is hij een geduchte tegenstander van hen, die zonder premiebetaling de oudjes een pensioen willen geven. Toch vlei ik mij dat uit zijn volgelingen wel een der jongeren zal opstaan, die breekt met de conservatieve en verouderde begrippen en een meer vooruit strevend idee zal huldigen. Hoe de kosten dan gevonden zullen moeten worden? De ontwerpen wilden arbeider en patroon ieder de helft der premie laten be talen met een toeslag van den staat. De Bond van Staatspensionneering wil dat niet, heeft gezocht naar bronnen. Als hij faalde, dat men het aantoone, maar ’t geld er voor is er, en een belasting naar draagkracht voor allen is billijker, dan eenigen te laten be talen terwijl anderen, soms krachtiger, worden vrijgelaten. Een groot bezwaar tegen premie betaling is toch dat zoo velen niet den ge vorderden leeftijd bereiken, en dus voor de anderen moeten betalen. En Spr. ziet er iets immoreels in, om gelijk Dr. de Visser, de fierheid en vrijheid van het volk te kort te doen, door te beweren dat vrijwillig niet gespaard wordt, maar ziet er tegelijk iets hards en onbillijks in om met de ijzeren vuist der wet de arbeiders te dwingen tot premiebetaling, waar de grootste helft nooit iets voor zal terug ontvangen. Om met den heer Thomson te spreken, als staatsloterij ongeoorloofd is, dan is dit premiestelsel ook als een loterij, waarin de grootste helft met een niet uitkomen. De geheele maatschappij kan toch stellig beter de kosten betalen dan een deel er van. Als staatspensionneering zonder premiebe taling een utopie wordt genoemd, dan moet dwangverzekering zeker nog veel meer als een utopie beschouwd worden. Spreker doet een aanhaling uit de Leeuwarder Courant, waarin een anti-revolutionnair, maar meer onbevangen als velen zijner geloofsgenooten, zich verklaart voor het stelsel dat in Engeland haast unaniem is aangenomen en daarbij meent, dat bij het felle roeren der partijen de hooge volksbelangen wel eens op den achtergrond raken. Dat is ook ’s Sprekers gevoelen. Hij meent dat het Nederlandsche volk hand in hand.. de richting hoe die geworden. Wat een jaar geleden. Niemand, beweert Spr. zal het die partij kunnen bestrijden, dat zij het in het beloven al heel ver heeft gebracht. (Gelach). In ernst, zoo vervolgt Spr. het is gevaarlijk zoo argeloos het volk op die manier te leiden ja te misleiden, en beter doet men geen enkele belofte te doen, dan iets te beloven, wat niet vervuld kan worden. Het laatste punt waarop Spr. nog wil wijzen is, dat uit het allegaartje, van de drie linksche partijen, indien dit a.s. Vrijdag de overwinning behaalt, dan in de a.s. vierjarige periode ook een blanco artikel zal komen ten opzichte het pensioen van den ouden arbeider. Een bekend voorman van de liberale partij heeft gezegd, ik wensch dat de stembus de liberale partij een paar stemmen meerderheid zal geven, doch dat het ministerie Heemskerk dan aanblijft. Wat ligt in die uitspraak een heldere verklaring van de on macht, om zelf te kunnen regeeren! Het achter ons liggende tijdperk heeft het trouwens geleerd, en de verdeeldheid onder de par tijen van links is sedert nog sterker geworden. Echter niet alleen negatief door de onmacht der tegenpartij aan te duiden wil Spreker blijven, hij wil nu ook een positief stand punt innemen door aan te toonen dat bij rechts de teugels van het bewind in veilige handen zijn. Op drie dingen komt het bij staatsbeleid aan, handhaving van het gezag, gepaard met de vrijheid, en rechtvaardigheid. Dat de handhaving van het gezag bij de mannen van rechts veilig is, bleek in 1903, toen heeft de regeering der rechterzijde pal gestaan en hebben deze de banier van ge rechtigheid en gezag ontplooid, zonder prijs te geven de vrijheid. Wie zijn opgestaan om de kinderen op te kunnen voeden in de volle vrijheid, zoodat er scholen zouden zijn volgens de overtuiging der ouders, dat zijn de mannen van rechts. Mannen als Kuyper en Mackay, Lohman en Schaepman hebben onder de schuts van het gezag de vrijheid doen opbloeien ook op godsdienstig gebied. Stelt gij dus prijs op het aloude kleinood, de vrijheid, dan kunt gij, zoo besluit Spr. uw stem gerust geven aan de rechterzijde. Wat in de 2de plaats genoemd moet worden dat is’t huisgezin, dat de zuil uitmaakt waarop Staat en Maatschappij in stand blijven, en ’t zijn wederom de mannen der rechterzijde die pal stonden voor de rechten van mannen, vrouwen en kinderen. Toen in ’t ontwerp Cort van der Linden aan de hechtheid der grondslagen van het huisgezin werd gerafeld, was het de rechterzijde, die daartegen een dam opwierp. Die rechterzijde wil de rechten handhaven waarop de huisgezinnen steunen en anderzijds de verwaarloosde kinderen die opgroeien voor de misdaad, in bescherming nemen. In die kringen verrijzen van parti culiere zijde de stichtingen in het belang van verwaasloosden, en de minister moest dan ook getuigen: „Wat zou ’t een tonnen gouds kosten, die verzorging van de ver waarloosde jeugd, als niet van particuliere zijde daarvoor zooveel werd gedaan”. De rechterzijde wil dus eenerzijds het huisgezin bijeenhouden en is anderzijds de kampioen voor de barmhartigheid en toch wil zij van geen verzwakking van het strafrecht weten door alles aan ziekelijkheid toe te schrijven. In de rechtsche kringen is het eerst een begin gemaakt met de sociale wetgeving. Ruys de Beerenbrouck is de eerste minister geweest die daaraan begon, terwijl Dr. Kuyper het eerste ontwerp gereed maakte van inva- liditeits- en ouderdomsverzekering. Echter hij deed dat ontwerp vergezeld gaan met de aan wijzing hoe aan ’t geld er voor te kunnen komen, n.l. door invoerrechten te heffen. Al moge men geen protectionist zijn, en daarover zou heel wat in deze openbare vergadering zijn te zeggen, (misschien komt dit bij het debat wel) toch moeten de middelen voor de sociale hervormingen er komen. Ik meen, zoo recapitileert Spr. aangetoond te hebben dat de rechterzijde is de partij van recht, zoowel als van barmhartigheid. Dat men, als die partij overwint, verzekerd kan zijn van recht en gerechtigheid, terwijl de vrijheid ongedeerd wordt gelaten. Ik vlei mij dat ook uit het district Harlingen de rol zal worden gehandhaafd die geschetst kan worden door de drie woorden: „God, Nederland, Oranje”, ^Applaus}. Bolswardselie Courant I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1909 | | pagina 1