Kieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Een Schoolreisje.
I
E
1909.
Verschijnt Donderdags en Zondags. 48ste Jaargang.
No. 51.
f
I
Jan de Ploeger
Zondag 27 Juni.
UIT DE PERS.
Ingezonden.
VOOR
Afzonderlijke
BINNENLAND.
banden bekwam.
I
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
ADVERTENTIEPRIJS; 1—7
10 Cts. per regel. Overigens
Het bureau van
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
brengen
n Volks-
bi
i 'ii
van de
om
aan den zonnigen
Dat is het leiden
van hen, die niet
Zelden hebben onze stadgenooten, die voor
en na voor liefdadige of andere goede doel
einden hunne bijdragen offeren, zooveel succes
van hunne giften gehad als ten vorigen jare,
toen zij iets afstonden voor een reisje van
de leerlingen der hoogste klassen van school
no. II, de z.g. „Armenschool”.
Weet men wat het beteekenteen reisje
voor de leerlingen van die school
Dat is een overheerlijken dag schenken
aan zooveel jongens
niet beschoren is om
is het brengen van
Tzutn. De boer heeft tegenwoordig kost
gangers genoeg, of liever te veelgeen
maaiers of hooiers, maar vee. En hoe
schraal het ook omkomt voor de runderen in
de weide, Zondag kwam nog een ongenoode
gast in het grasveld van boer H. ’t Was
een reebok. De koeien zetten groote oogen
op, staken de staarten omhoog, en schenen
weinig ingenomen met den vreemden be
zoeker. Het ging in snellen draf op den
indringer toe, die zijn biezen pakte. Over
sloot en dam, door bouw- en weiland, alsof
’t niemendal was, tot aan de Tzummervaart
en met eenen geforceerden'sprong er over.
pardon, er in, naar den ovprkant gezwommen
en met snelle vaart verdween het schichtig
beest in de richting Achlum. De koeien
stonden verbluft voor de sloot den vluchteling
na te kijken, als wilden ze mekaar zeggen
zoo-’n ding hebben we jandorie nooit eerder
gezien.
Woudsend. Dinsdag geraakte de smids
knecht J. B. alhier beklemd in een boor
machine. Een deel van zijn linkerpink ging
er mee verloren.
Galamadammen, 23 Juni. De melkvaarder
van de fabriek te Warns zag op de Morra
iets zwarts drijven, dat binnengehaald een
vest bleek te zijn, waarin een horloge met
ketting zat. Nader vernamen we, dat een
vischsloep door een rukwind omgeslagen was,
waarvan de inzittende door den veerschipper
de V. uit Bakhuizen gered was.
Joure. Als een bijzonderheid mag zeker
vermeld worden dat in een stuk land van
den heer S. Holtrop alhier een „straud-
looper” of „strfiuljip” en een kievit zuster
lijk in een en het zelfde nest elk drie
eieren hebben gelegd en deze nu bezig zijn
uit te broeden, terwijl de wederzijdscbe
„heeren” op uitkijk staan en de wacht
houden.
Broederij op coöperatieven grondslag zouden
we kunnen zeggen.
Bij de wedrennen, welke Maandag
te Schinnen (L.) plaats hadden, viel de
ruiter, die nog slechts enkele meters van
de eindstreep verwijderd was, van zijn paard
doordat dit onvoorziens struikelde. De man
stond haastig van den grond op, doch voor
dat hij zich uit de voeten had kunnen
maken, kwam de volgende ruiter aan, die
hem aanreed en daardoor weer op den grond
deed tuimelen. Nog lag hij op den grond
toen een derde ruiter kwam aanrijden. De
man op den grond kreeg een trap van het
paard waardoor hij zoo ernstig verwond werd
dat opneming in het hospitaal te Heerlen
noodzakelyk geacht werd.
De Bloemendaalsche politie heeft de
hand kunnen leggen op een individu, dat
een deel der Zandvoortsche Laan had be
strooid met kopspijkertjes, zoodat nagenoeg
elke wielrijder, die dit deel bereed, lekke
schrijft o.m. in de Enkhuizer Courant:
Pas is de Enkhuizer kermis ingeluid of
ook in de Streek” -ontwaart men meer be
weging dan op andere dagen. Uit de richting
Hoorn, uit die van Medemblik, zich aanslui
tend bij 't Medemblikker Tolhek, trekken,
begeleid door onze lieve Streeker jeugd de
woonwagens of, zooals zij ze noemt, de ker
mis- of Zigeunerwagens, soms in rijen van
vijf a zes langs onze straat en op „stad” aan.
Mooie woonwagens, leelijke woonwagens;
geriefelijk ingerichte woonwagens en vuile,
vieze woonwagens; woonwagens op. vier en
woonwagens op twee wielenwoonwagens
getrokken door ’n rossinant aan wiens schon
ken je je Zondagschen hoed wel kunt op
hangen; woonwagens gesleept door 'n paar
schurftige honden; woonwagens met moeite
voortgetorscht door menschelijk vee, dat z’n
baat te noodig heeft om zich de weelde van
’n viervoeter te kunnen veroorloven.
Sommige, onbekend met de lokale toe
standen, trekken gemoedigd en vol vertrouwen
in de toekomst op Enkhuizen aan, om
onherroepelijk afgewezen te worden. Anderen,
bekend met ’t klappen van de zweep, leg
gen reeds dadelijk het anker neer op den
stationsweg te Bovenkarspel-Grootebroek,
waar eindelijk ook hun teruggewezen mak
kers uit Enkhuizen aanlanden.
Daar op dien weg installeeren ze zich dan
voor een week heel huiselyk en genoeglijk
en hebben vaak veel bekijks. De respec
tieve honden worden onder de wagens ge
legerd, de harddravers aan lijnén op de
bermen vastgezet en ieder leeft er op los,
alsof ze by moeder thuis is,
regels 50 Cts. Vervolgens
i naar plaatsruimte.
dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Er zijn menschen, wie 'n kouwe rilling
door de leden vaart als ze ’t woord kermis
maar hooren noemen en die anders gewoon
zijn, de kat wel ereis in ’t donker te knijpen.
Ik vind aan de kermis als kermis beschouwd
heelemaal geen kwaad. Wat duivel, je be
hoeft daar toch altijd geen bacchanaliën aan
te richten? Je kunt er als 'n ordentelijk
mensch toch wel ereis loopen kijken en in
alle eer en deugd ’t een en ander genieten
En kwaaddoen, streken uithalen? Och, m’n
lieve mensch, daar behoeft ’t geen kermis
voor te wezen. Dat kan je in de kerk ook
wel doen, als je er maar naar zoekt. En de
verleiding? Die tref je overal aan, al sluit je
je op in de binnenkamer. Neen, laten we
daar niet van praten. Dat grootelui met de
kermis weinig op hebben, geloof ik graag.
Als de warme dagen komen, dan nemen ze
vacantie en gaan er op uit, om hier dit en
daar weer dat te genieten. Maar daar be
hoeft een burger- of boerenmensch niet aan
te denken en 'n arbeider heelemaal niet. Zij
moeten de zomerdagen gebruiken om binnen
te komen, om te werken. Anders komen ze
straks in den winter om van den honger.
En de boog kan niet altijd gespannen zijn.
Daarom vind ik ’t heelemaal niet kwaad,
dat ze in den zomer zoo tusschen ’t werk
door, ereis gelegenheid hebben voor’n beetje
ontspanning. Dat geeft hen weer nieuwen
moed, als ze ten minste zoo wijs zijn den
duivel niet los en baas te laten en dat doen
ze gelukkig bijna niet. Ik heb dus in alle
eer eh deugd niets tegen de kermis. Maar
weet je, wat ik leuk, wat ik een kapitaal
idee vond Dat midden in de kermisdrukte,
die beide predikanten in Enkhuizen de
om vervolgens langs een zandpad door
de bosschen den straatweg weer te be
reiken. At en toe.werd halt gehouden
om de trommels wat lichter te maken.
Zoo kwamen we eindelijk correct op
tijd te Heerenveen terug, waar de tram
al spoedig kon worden bestegen.
Over het algemeen heerschte de beste
harmonie.
Na te Sneek nog even de dorstige
kelen te hebben verfrischt, arriveerde de
tram te 6.30 te Bolsward.
De schitterende oogen, de luide hoera’s
niet minder de warme handdrukken bij
’t afscheid, ze waren de bewijzen, dat
de ondergeteekenden dezen dag ’n hoogst
x dankbare taak hadden gehad. Mede
namens de leerlingen spreken zij dan
ook een woord van dank aan allen, die
door hunne bijdragen dit schoolreisje
mogelijk hebben gemaakt en
zij hulde aan ’t Bestuur van
ouderwijs” voor het initiatief.
Bolsward, Augustus 1908.
J. DRIEBERGEN.
F. TERPSTRA.
O. LINDEMAN.
A. ZWANENBURG.
M. E. VOS.
Is dat geen aardig verslag? Is dat geen
heerlijke lectuur?
Welnu, zulk een weldaad moet ook in
1909 aan de kinderen worden bewezen.
Ook dit jaar stelt „Volksonderwijs” zich
voor om de kinderen der hoogste klassen een
reisje aan te bieden. Voor leiding is al weer
gezorgd. Er moeten alleen nog wat bijdragen
komen.
Welnu, „Volksonderwijs” rekent er op,
dat niemand zal weigeren, iets, zij het ook
weinig, bij te dragen. De ondergeteekenden
nemen vrijwillig gaven in ontvangst. Mogen
wij hopen, dat het voor dit waarlijk goede
doel niet noodig is, lijsten te laten circuleeren?
Komt, inwoners van Bolsward, zendt ons
vrijwillig uwe gave; het zal ons tot groote
dankbaarheid stemmen.
Het Bestuur der Afd. „Bolsward en Omstr.”
van „Volksonderwijs”:
N. v. d. BAAN, Voorzitter.
W. KEESTRA, Penningmeester.
J. R. A. DONKER.
D. TERHENNE.
Mej. M. E. VOS.
Dr. H. J. SLIJPER.
H. EISMA, Secretaris.
Ook de verloopen week was zulks het ge
val en van ’t dorp tot ’t station ontstond
zoo opeens ’n nieuwe buurt, waar zoo plus
minus honderd tijdelijke ingezetenen gelo
geerd waren. En ’n geur, meneertjes 1
Iemand, ’t station bezoekende, voorzag
zich van een behoorlijk fleschje reukwater
of dampte er met pijp of sigaar op los, dat
’t zoo ’n aard had. En toen ik op ’n goeien
avond moederziel alleen van den laatsten
trein kwam, waren ze bij diverse wagens
bezig den middagpot gereed te maken en
kon ik me overtuigen, dat ze in de eerste
plaats zorgen voor den inwendigen mensch
en nog lang geen vegetariërs zijn.
Nou, dat moeten zij weten en die op z’n
lijf past, past op geen rotten appel. Ook
struikel je wel ereis over ’n knol, alias
paard, maar daar behoef je ook zoo bang
niet voor te wezen; want als ze eenmaal
liggen, staan ze zoo gauw niet weer op. Je
ziet dus, ’t is in die kermisweek op den
stationsweg erg gezellig, als je niet ’n beetje
te vies bent uitgevallen. En nu is me wel
ereis verteld, dat een Burgemeester dat volkje
weren kan, maar waarvoor zou ie dat nou
doen? Die luitjes zijn toch ook menschen,
aanbevolen in de bescherming der Christe
lijke liefde? En nu kan je ze wel wegjagen,
maar dan heeft ’n ander er weer last van.
’t Is alleen maar jammer, dat er zulke
brutale knapen onder voorkomen, die heele
maal geen onderscheid weten tusschen het
mijn en het dijn en ’t 'n mensch ook nog
op andere manieren lastig maken. Overigens
vind ik ’t wel gezellig en kan je je in zoo’n
woonwagen, als ie ’n beetje fatsoenlijk is en
bewoond door nette lui, die je onder dat
soort ook wel hebt, heel genoeglijk een
avondje passeeren. Ik weet ten minste wel,
wat ik ga doen, als ik m’n koetjes nog ereis
op 't droge krijg, waar ik hard voor begin
te vreezen, en als Steventje m’n plaats ereis
innemen kan, wat ook nog lang niet zeker
is. Doch komt 't eenmaal zoo ver, dan
laat ik 'n heel netten, heel mooien woon
wagen maken, erg gerieflijk ingericht. En
dan zal Trijntje die meubeleeren, dat je er
van watertanden zult. En dan koop ik me
’n aardig paardje en dan gaan Trijntje en
ik op reis. Dan bezien we de heele wereld
en blijven op dezelfde plaats net zoolang
dat ’t ons goed smaakt. Maken de menschen
’t ons dan te lastig en beginnen ze weer
met hun ekstergeklap, welnu, dan gaan we
er weer van tusschen uit. Ik stel me van
dergelijk leven heel wat genoegen voor en
hoop, dat jelui ons nog ereis zult zien reizen
en trekken. Tegen dien tijd hoor jelui er
wel van.
en meisjes, wien het
veel te genieten. Dat
gezondheid, opgeruimd
heid, leering, licht en leven aan vele kinderen,
die veelal vreemd blijven
kant van het bestaan,
door de schoone natuur
het voorrecht hebben bloemen te vinden op
hun levenspad.
Wie dat uittrekken gezien heeft
jeugd, onder leiding der onderwijzers,
een dag in het Oranjewoud door te brengen,
zal het niet licht vergeten. Die tram alleen,
welk een feest reeds En wie getuige mocht
zijn van de thuiskomst, van die gezichten,
stralend van verlangen om vader of moeder
de vele indrukken mee te deelen, zal zich
gelukkig gevoeld hebben, tot zooveel genot
iets te hebben bijgedragen.
De vereeniging „Volksonderwijs” alhier,
die tot dat reisje het initiatief had genomen,
meent niet beter te kunnen doen, dan een
uittreksel te publiceeren van het verslag, dat
de onderwijzers, die de leerlingen hebben
geleid, aan haar hebben uitgebracht.
Men leze en men oordeele 1
En zoo brak eindelijk de schoone
morgen aan. Wie toen de moeite deed,
bij ’t vertrek van de tram per 7.10
tegenwoordig te zijn, kon zijn hart
ophalen bij het aanschouwen van de
25 jongens en 20 meisjes, die in hun
Zondagsche pakje in den gereserveerden
wagon stegen en een vroolijk liedje aan
hieven. Verscheidene ouders waren
present, om getuigen te zijn van de
blijde uittocht hunner kinderen.
Onder een ongestoorde harmonie werd
Sneek bereikt, waar men een half uur
kon uitstappen. Hiervan werd gepro
fiteerd om een wandeling te doen door het
fraaie park. Op de reis naar Joure
was gelegenheid attent te maken op de
veenachtige landerijen en waterpartijen;
vooral toen we de Langweerder wielen
passeerden, waren er onder de leerlingen,
die ’n levendigen indruk kregen van
de schoonheid der Friesche meren.
Dichter bij Joure gekomen zagen de
kinderen zelf al, dat de grond zandig
werd. De boomkweekerijen, waarvan ze
in de school wel hoorden spreken, konden
ze nu al was ’t dan ook vluchtig
zien. Bij Heerenveen, werd kennis
gemaakt met de turfgraverijmenige
stapel stond in de felle zon te drogen.
Te 10 uur kwam het reisgezelschap te
Heerenveen hier werd halt gehouden
in den tuin van hotel Vernimmen, waar
reeds 50 glazen melk op de dorstige
Bolswarders stonden te wachten. Nadat
de inwendige mensch behoorlijk was
verkwikt, werd te kwart voor elf de
wandeling naar het Woud ondernomen.
Daar het stil en zeer zonnig was, moest
nu en dan halt worden gehouden.
Te 12 uur arriveerde de schare op
„Heidewoud”. In den speeltuin begon
't jonge volkje zich direct kostelijk
te amuse.eren en ’n goed half uur later
zaten de jeugdige gasten heerlijk te
smullen aan den welvoorzienen disch.
Carbonade, aardappels, slaboontjes, pud
ding met bessensap, ziedaar ’t menu. Geen
wonder dat de meeste leerlingen een
flink quantum met smaak verorberden.
Toen deze maaltijd was afgeloopen,
begaven de kinderen zich weer naar
de speelwerktuigen en konden de ge
leiders zich aan tafel zetten. Intusschen
was 't te laat geworden om nog ’n buiten
te bezien en moesten we ons vergenoegen
«iet een wandeling voorby „de Tent”
kermisreizigers bijeenriepen in’t Volkskoffie-
huis en daar ereis een hartig woordje spraken
en een lied zongen ter eere van God, den
Schepper. Zie je, dat is een denkbeeld ge
weest zoo kostelijk, dat ik er niet over
zwijgen kan en er die heeren m’n compliment
over maak, als dat nog iets waard is. Zoo
handelende doet men als de ware Evangelie
dienaar, als de volgeling van den grooten
Meester, die armen en ellendigen en tolle
naars en zondaars opzocht en met hen sprak
en met hen leefde. Zoo doende hebben die
heeren predikanten sympathie gewekt bij
allen, die 't te doen is om ’t ware Chris
tendom. Daarmede brengt men er meer tot
het Koninkrijk Gods dan door ’t opzweepen
der menschelijke hartstochten gedurende een
verkiezingstijd. Uit naam van allen, die 't
wel meenen met godsdienst en zedelijkheid
breng ik gaarne dien heeren eere voor het
geen ze deden. Zoodoende kan zelfs de
kermis geheiligd worden en behoeven naam
christenen volstrekt zoo’n lawaai niet te
maken, om haar door den raad afgeschaft
te krijgen. Wanneer wij allen zoo gingen
handelen, dan zou zelfs de kermis worden
een plaatse des gebeds, die zich als uit
sluitend wereldlijke instelling van zelf wel
zou afschaffen.
Bolswardsclie Courant