Nieuws- en Advertentieblad Bols ward en Wonseradeel. Zondag 22 Augustus. I l I y 1909. Verschijnt Donderdags en Zondags. 48ste Jaargang. No. 67. Uit de Raadszaal. Hl I VOOR Afzonderlijke a. de en Vergadering op Donderdag 19 Augs. 1909. 4 1 aan uw er redenen aanwezig op het minder ernstige Ik wensch, al is om te doen zien den persoon, Ik acht het maar aan de ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. uit den boom kijken, lijk een of zoo dingen In de benoeming dient het college van aandeel te hebben, noeming dan eigenlijk te sanctionneeren. Wordt de voorgedragen persoon door den raad niet benoemd, dan moeten armvoogden met een ander komen. Er is reeds in ’t college B. en W. over gesproken, maar wij meenden het too te moeten laten. Hoewel ik meen*. ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch. aangesloten onder No. 4. Tegenwoordig waren 11 leden. De heeren Keikes en Eerdmans waren afwezig. De notulen worden gelezen en goedgekeurd. INGEKOMEN STUKKEN: Een Resolutie van Ged. Staten, hou dende goedkeuring van de schoolgeldkohieren over het 2e kwartaal. b. Idem, houdende goedkeuring der wij ziging van de gemeentebegrooting dienst 1908, en der tijdelijke geldleening. c. Idem, houdende goedkeuring van ’s raads besluit tot toelating der benoemde leden van den raad. d. Schrijven van Albertus Huizinga, be richtende dat hij de benoeming tot gaarder der bruggelden van de Harlingerbrug aanneemt. ad voor kennisgeving aangenomen. e. Missive van Voogden van het Alg. Stadsarmenhuis-, met de begrooting voor 1910. Ter visie, en gesteld in handen eener commissie, de heeren Vis, Rosier en Lunter. De Voorzitter deelt mede a. Dat de politieverordening van den Griffier is terug ontvangen met eenige wij zigingen. Alvorens deze te kunnen afdrukken en vaststellen, dienen deze ’s raads goed keuring. Zonder hoofdel. stemming goedgekeurd. b. Dat met het oog op Art. 179 der Gemeentewet eerstdaags zal worden overgegaan tot de benoeming van een gemeente-archivaris. c. Dat op 1 September de benoemde gaarder der bruggelden in functie zal treden. Aangenomen voor kennisgeving. PUNTEN VAN BEHANDELING: 1. Aanbieding van de gemeente-rekening over 1908. De gemeenterekening in ontvangst f 194.916.90 in uitgaaf - 194.212.68® met een batig saldo van f 704.21® wordt met de bescheiden gesteld in handen eener commissie, de heeren Keikes, Eerdmans en Heukels. 2. Voorstel tot wijziging en aanvulling van de gemeente-begrooting voor 1909. Door de voorgestelde wijzigingen worden de eindcijfers van ontvang en uitgaaf beide f 239.997.33, en ’t fonds voor onvoorziene uitgaven f 164.12. Met algemeene stemmen goedgekeurd. 3. Nadere verklaring van den heer K. Tromp directeur der gasfabriek. De Voorzitter. Van den heer Tromp is de volgende verklaring ingekomen Bolsward, 4 Augustus 1909. De ondergeteekende K. Tromp, Directeur der Gemeentelijke Gasfabriek te Bolsward verklaart le. dat hij op grond der besliste verklaring van Burgemeester en Wethouders met Gas commissie aanneemt, dat zij van niets weten aangaande eene bespreking met den adviseur, den heer Polet over een betonplaat, 2e. dat ondergeteekende direct na catastrophe met bden onderbouw gashouder, o. a. tegenover den heer Eerdmans heeft ge zegd, dat de verantwoordelijkheid daarvan noch bij B. en W. noch bij de Gascommissie berust, doch geheel door hem, ondergeteekende wordt gedragen, dat hij in de door hem gehouden rede heeft gezegd, daarvan geen woord terug te nemen, dat hij bij herhaling heeft gezegd, zelfs zoo publiek mogelijk de fout te hebben ge maakt en schuldig is, dat hij zich bewust is geheel verantwoordelijk te zijn omtrent den grond en uitvoering van den onderbouw, dat hij tegenover welk lid van den Raad of tegen wie ook zich steeds schuldig heeft verklaard, dat hij 6 Feb;. o. a. „het College van B. en W. heeft gerapporteerd gedwaald te hebben en lichtvaardig te hebben geoordeeld, doch zich bewust was in niets nalatig te zijn geweest”, dat ook geen nalatigheid heeft plaats ge bonden door, tengevolge bespreking en het Dit voorstel is eigen- overgangsperiode, het moet blijken iemand geschikt is om de verhou- te leeren kennen tusschen hen en de armen. Door deze overweging zijn enkele wijzigingen in het ontwerp gebracht, en ’k achtte het noodig dit mee te deelen. De heer van Randen. Na die toelichting kan ik mij toch niet met dit voorstel ver- eenigen. In Wonseradeel is 't anders ge steld dan hier. Wij hebben hier een armen huis, en ’k vind het niet wenschelijk dat wel tweederde der werkzaamheden op den arm meester zullen worden gelegd, en de voogden dan eigenlijk met de armen niets meer te maken zullen hebben. De Voorzitter. Dat mag uw persoonlijke opvatting zijn, de algemeene overtuiging wint veld dat men een bevoegd persoon wel noodig heeft, die goed zich op de hoogte met de huishoudens moet stellen, en het college inlichtingen kan geven. Het is bekend, dat velen van de armenkas genieten die het eigenlijk niet noodig hebben, en er daardoor anderen te kort schieten, die er meer be hoefte aan hebben, en ook dat er nog te veel zoogenaamde stille armoede wordt ge leden. De bedoeling nu van een armmeester moet zijn dat de gelden worden onthouden aan die ’t niet, en worden verstrekt aan degenen, die 't wel noodig hebben. Het zoogenaamde Elberfeldsche stelsel werkt heel goed. De heer Keikes. In art. 10 lees ik, dat voogden een voordracht indienen voor armmeester, zal deze bestaan uit 1 of meer personen de raad behoudt toch zeker de vrijheid van benoeming? De Voorzitter. Een voordracht is bindend, daar kan men niet buiten gaan, met een aanbeveling is dit wel ’t geval. De heer Keikes. De raad heeft dan eigen lijk zijn sanctie te geven aan door armvoogden aangewezen, beter, dat de benoeming dan voogden wordt overgelaten, en zoo niet, dat er dan 3 personen worden voorgedragen. De Voorzitter, ’t Zal de bedoeling van voogden zijn, om een voordracht in te dienen, dus, dat men daar niet buiten kan gaan. De heer Vis. De voordracht zal toch zeker uit een meerdertal, bijv. 3 personen bestaan, anders is ’t geheel een wassen neus. De Voorzitter. De raad kan zich in dezen uitspreken. De bedoeling is een voordracht van Armvoogden, die door B. en W. wordt overgenomen, wil men een aanbeveling, dan dient men dit ontwerp terug te zenden. De heer Keikes. Ik acht wel wenschelijk, nu men vrij is in de keus van armvoogd, dat men de bevoegdheid ook behoudt voor den armmeester. De Voorzitter. Als de Raad zich in dien zin uitspreekt, dient het ontwerp gerenvoyeerd te worden. De Raad kan wel de wenschelijk- heid uitspreken, doch m. i. niet tot wijziging overgaan. De heer Vis vindt het toch wel wat moeilijk, als er een aanbeveling komt, dat de Raad den armvoogden dan een armmeester op het dak kan sturen die zij niet wenscben. Een voordracht van 3 personen acht hij beter. De heer Keikes. Het schijnt wel dat die be paling eerst moet goedgekeurd worden door de armvoogden, de Voorzitter zegt althans, dat die eerst over de wijziging moeten ge hoord worden. De Voorzitter. Zeker, men kan het inge diend ontwerp goedkeuren of verwerpen, af wijkingen kan men zoo maar niet vaststellen, wel kan de wenschelijkheid worden uitge sproken. Het voorstel Vis, om de voordracht uit 3 personen te doen bestaan, wordt onder steund door de heeren Cuperus en van Randen. De heer v. d. Meer. Ik ben van gevoelen dat men wel degelijk veranderingen in dit ontwerp kan aanbrengen, en stem toe dat de indiening van een voordracht van één persoon eigenlijk geen benoeming is. Maar toch moet men dat college zijn volle vertrouwen schenken. van zulk een armmeester armvoogden het grootste en wij hebben hun be- verstrekken van een schets door den adviseur over de uitbreidingsplannen, van den door hem, ondergeteekende, aanvankelijk bedoelde betonplaat af te gaan. Ofschoon ondergeteekende nu wel op on zachte wijze heeft kenni^ gemaakt met de geringe rechtspositie van den ambtenaar, wenscht hij toch blijk te geven te willen buigen en op samenwerking gesteld te zijn, waarom hij, met de verzekering dat hij in den grond van zijn hart maling heeft aan wat men noemt juristerij, zooveel noodig bij herhaling verklaart de verantwoordelijkheid der catastrophe met den onderbouw gashouder, hetzij streng wettelijk verplicht of onverplicht, geheel te dragen, daarbij verder oordeel overlatende of waren, die wezen van de fout. ’t Welk doende, K. TROMP. Aan Burgemeester en IVethouders der Gemeente Bolsward. De Voorzitter. Wijl B. en W. en de Gas commissie deze verklaring niet onaannemelijk achten, stel ik voor deze in ’t officieel raads- verslag op te nemen, en dat daarmede deze onverkwikkelijke zaak een einde heeft ge nomen. De heer Cuperus. Het is niet mijn plan, na alles wat er in deze zaak is gepasseerd, daarop terug te komen, maar ik meen toch te moeten opmerken aan die leden van den Raad die voor den heer Tromp in de bres zijn gesprongen, dat zij wat meer vertrouwen dienen te stellen in het over dezen ambtenaar gestelde en door den Raad benoemde College, en als zij zich direct tot de Gascommissie hadden gewend, er heel wat drukte zou zijn voorkomen. De heer Lunter. Ik wil naar aanleiding der woorden van den heer Cuperus niet anders antwoorden, dan dat die leden toch zeker wel recht en rechtvaardig gehandeld hebben. Daar die opmerking of dat verwijt ook mij geldt, wil ik nog zeggen dat zijn bemerking mij volkomen koud laat. De heer Rosier, ’t Was niet om verkeerd heden aan het licht te brengen, maar om de volle waarheid te weten, daarom was het mij te doen. En ook mij, even als den heer Lunter, laat die opmerking koud. De heer Cuperus. ’t Kan zijn dat het de heeren koud laat, maar ik blijf er toch bij dat als later weer eens een conflict zich voor doet, in de eerste plaats men zich tot de commissiën dient te wenden. Die commissiën zijn door den Raad benoemd en dezen heeft men als zoodanig het vertrouwen geschonken. De Voorzitter. Ik sluit hierover de dis- cussiën. 4. Adres van den heer J. Schuurmans te Grouw om benoemd te worden tot gemeente- veearts. De Voorzitter. Gelijk ik reeds vroeger meedeelde, toen de benoemde veearts zoo spoedig weder vertrok, heeft zich nu iemand aangemeld om zich hier als veearts te vestigen. Een adres is ingekomen. Ik stel voor, omdat een spoedige vervulling dezer betrekking wen schelijk is, de aanvraag met urgentie te be handelen. Niemand daar tegen, wordt ’t adres gelezen en terstond tot stemming over gegaan. De heer Schuurmans wordt met algemeene (11) stemmen benoemd. De heer Keikes komt ter vergadering, zoo- dat nu 12 leden tegenwoordig zijn. 5. Behandeling van: a. wijziging van het reglement voor het burgerlijk armbestuur b. eene concept-instruclie voor een 'Arm meester. De heer van Randen vraagt of de heer Praamsma geen boekhouder-penningmeester meer is? De Voorzitter antwoordt, dat de heer Praamsma wel bedankt heeft als boekhouder, doch niet als voogd. z De heer van Randen. Maar kan dat zoo maar? Hij is door den Raad benoemd, de functiën hebben de voogden onderling ver deeld. Mij dunkt, zoo lang hij zitting heeft, is hij ook in die functie, en eerst als die periode afgeloopen is, kan hij er mee ophouden, ’t Gaat toch zeker niet aan, zoo maar binnen ’t jaar te bedanken I De heer van der Meer. Volgens art. 8 van het reglement verdeelen de voogden hun functies onderling en geven daar kennis van aan den Raad. De Raad heeft daarover verder niets te zeggen, de goedkeuring van de benoeming en van den borg behooren aan den Raad. De kennisgeving, dat de heer Praamsma bedankt heeft als boekhouder, is door ons als kennisgeving aangenomen, doch zoolang geen opvolger benoemd is, blijven hij en zijn borg aansprakelijk. Ik meen trouwens dat ook het college van armvoogden het zoo opvat, de begrooting is geteekend door den Voorzitter en den Boekhouder. De heer Keikes. Ik heb mij verbaasd over den weg waarlangs dit voorstel bij den Raad inkomt. Het is een wijziging van het reglement en die dient door B. en W. te worden ingediend, en toch zenden Armvoogden het rechtstreeks bij den Raad in. Ik acht de Voogden daartoe onbevoegd, ’t Is ons zelfs niet eens bekend of B. en W. zich met dit voorstel vereenigen of niet. Het tegenwoor dige reglement en de wet op het armbestuur, alsmede art. 179 der gemeentewet geven ’t recht aan B. en W. om in dezen wijziging voor te stellen, en ik stel voor dit concept terug te zenden en van B. en W. voorstellen in dezen af te wachten. De heer v. d. Meer licht uitvoerig toe, dat wel degelijk met B. en W. overleg is gepleegd; door het D. Best, zijn wijzigingen aangebracht en zoo is dit voorstel eigenlijk van beide collegiën. ’t Heeft evenwel den schijn dat het alleen van Armvoogden komt, alleen den schijn; daar de missive van B. en W. ontbreekt. De heer Keikes is dankbaar voor de monde linge toelichting, maar blijft er toch bij dat dit voorstel van Armvoogden komt, en B. en W. er geheel buiten staan. Wijl Arm voogden daartoe onbevoegd zijn, handhaaft hij zijn voorstel tot terugzending. Den heer van Randen wil ’t voorkomen, dat een boekhouder dient te blijven al is het, dat er een armmeester bij komt, die een gedeelte van de werkzaamheden overneemt. Hij kan het voorstel Keikes om het voorstel terug te zenden, wel steunen, en als er dan een nieuw voorstel inkomt, hoopt hij dat ook met het door hem gesprokene rekening zal worden gehouden. De Voorzitter. Ik moet toch opmerken, dat de bezwaren van den heer Keikes reeds zijn opgeheven door de toelichting van den heer v. d. Meer. Wat hij wilde is reeds geschied. Het concept-reglement wordt in- gediend door heeren Armvoogden en door B. en W. Het voorstel Keikes wordt verworpen met 7 tegen 4 stemmen (de heeren van Randen, Vis, Cuperus en Keikes), de heer Boersma hield zich buiten stemming. De heer Vis wenscht wel een vraag te doen, of het wel opgaat, dat de leden die ter vergadering zijn zich maar zoo buiten stemming houden De heer Boersma. Als familielid van één der voogden wensch ik mij hierover van stemming te onthouden. De Voorzitter. Nu dit voorstel vervallen is, wensch ik het ingediende voorstel in stemming te brengen. De heer van Randen. Ik heb mijn be zwaar reeds te kennen gegeven, en als ik goed ingelicht ben, krijgen wij een arm meester, die de werkzaamheden zal moeten verrichten. Nu ben ik er niet tegen, dat er een armmeester komt, die een gedeelte van de werkzaamheden op zich neemt, ook niet dat die salaris zal genieten, daar ben ik zelfs voor, maar een verantwoordelijken penningmeester wensch ik te behouden. Dit voorstel vindt geen ondersteuning is alzoo vervallen. De heer v. d. Meer. het dan ook maar alleen dat B. en W. zich wel met deze zaak hebben ingelaten, even meetedeelen dat, toen wij het eerste ontwerp kregen, wij ons de positie van zulk een armmeester heel anders voor stelden, dan die nu in dit ontwerp wordt aangegeven, en wij hebben dat met de Voogden behandeld. Een armmeester is de tusschenpersoon tusschen de armen en het college, hij is hun voorlichter, moet veel tijd besteden om goed op de hoogte te komen der maatschappelijke verhoudingen. Zeer terecht is door Armvoogden er op ge wezen, dat de geschoolde arm meesters er nog niet zijn, die moeten er nog komen, de ondervinding zal die eerst moeten maken, en ’t college wilde daarom eerst eens de kat Bolsvardsche Courant II “i wl

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1909 | | pagina 1