Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. Zondag 3 October. 1 I I’ 1 1909. 48ste Jaargang. No. 79. Verschijnt Donderdags en Zondags. - JAN DE PLOEGER BINNENLAND. I Lf VOOR den door haar alhier naspel, eindi- 3 DE AMSTERDAMSCHE JONGEN OF HET BUSKRUITVERRAAD. Ij ra •J schuit met ont- onder de Beurs, was, Lr een bezoek 13 October. een flink bezoek van Vreemdelingenverkeer I ÜM r'JI ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. schend door de dunnende, grijze haren, en ’t zonnetje wenkt ons zoo vriendelijk toe, en al beeft onze stemme, als de ritselende bla ren, zingen we ’n lied van vertrouwen, van liefde, van hoop. En al knikken ons de knieën en al kromt zich de rug, geen nood, wij voelen ’t omhulsel zwakker en krachte- loozer worden, maar binnen in ons, in dat hart, eertijds zoo zorgeloos, zoo dartel en zoo vroolijk, in dat hart, wij voelen ’t, daar leeft iets, daar groeit ietsdat is ’t geloof aan de onvergankelijkheid. En al verduistert zich ons lichamelijk oog, met dat der ziele zien wij in ’n blijde toekomst, en al wordt zwakker ons gehoor, wij vernemen het lied van een vogeltje, dat ons zingt van eeuwig leven, van eeuwig lieven, van eeuwig loven. En als straks ons oog breekt, onze stem nokt en de laatste ademtocht ons ontvliedt, dat weten we, wat de wereld ook zegt, dat de kiem niet sterft, maar eens zal ontwaken tot een nieuw, een eeuwig leven. Heerlijk Najaar!... Beeld van een welbe steed leven, Profeet van een onvergankelijke toekomst! avonds 7 uur, hunne stemkaarten in te leveren in een daartoe bestemde bus, welke bij den secretaris, den heer E. Priester Jr., Schapen plein is geplaatst. Aan de 2 firma’s, waarop zich de meeste stemmen vereenigen, worden verguld zilveren, aan de daarop volgende 3 firma’s zilveren en aan de daarop volgende 5 firma’s bronzen medailles uitgekeerd alsmede diploma’s. Hoewel de leden en hunne dames natuur lijk geheel vrij zijn in hunne keuze, verzoekt het bestuur bij de beoordeeling der bekro ningen indachtig te zijn op: zindelijkheid, smaak, volledigheid, doelmatigheid en typische groepeering of voorstelling en het daarheen te leiden, dat zooveel mogelijk ieder afzon derlijk vak bekroond wordt. Ten einde de noodige aandacht op deze etalagewedstrijd te vestigen zal voor de noodige reclame buiten Sneek door het bestuur worden gezorgd en wordt een beroep op de leden gedaan om in dezen behulpzaam te zijn, door kennissen en vrienden buiten de stad tot een bezoek uit te noodigen per prentbrief kaarten, die voor dit doel verkrijgbaar zijn gesteld bij alle bestuursleden. Deze prentbriefkaarten, waarvan 10 ver schillende soorten bestaan en, voorzien van postzegels, in den handel gebracht worden tegen 10 cent per 5 stuks, noodigen den ontvanger uit tot een bezoek aan Sneek tusschen 9 en Wij hopen dat door buiten het doel van mag worden bereikt. Ten behoeve van op te richten Handelscursus is aan de af- deeling „Sneek” van de Middenstandsver- eeniging een Rijkssubsidie groot f 1300 ver leend. Joure, Sept. 1909. Heb je geld dan kan je draaie, Heb je ’t niet, de kermis is een saaie, zoo zal een net gekleede jongen, maar zeker met geen cent op zak gedacht hebben, toen hij Donderdag j.l. in de keuken kwam loopen bij de vrouw van H. Vos en haar vroeg „Frou, hawwe jou ek for ’n goune iietsjild for us heit? Dy scil jou den aonstons wol de goune jaen”. De vrouw, die het zeer druk had met te zorgen dat er vóór, waar in de kamer ter gelegenheid van de paarden markt „koffiedrinkers” werden gehouden, van alles genoegzame voorraad bleef, vroeg in der haast van wie hij een jongen was. Zijn antwoord: „fen Geeuwke IJkema, frou”, deed haar besluiten aan ’t verzoek te vol doen, omdat deze zich wekelijks bij haar in- wonenden zoon, die barbier is, liet scheren. Later toen IJ. kwam en niet van de gulden repte, werd eens poolshoogte genomen, waaruit spoedig bleek, (fat deze er niets van wist, en bovendien geen zoon heeft. Vrouw V. schijnt dus de dupe geworden te zijn van een jeugdige doch handige op lichter, die op deze manier zich van kertnis- centen heeft voorzien. J. Crt. Niet alle jagers zijn geweldige Nim rods, maar ook zijn alle Nimrods niet steeds even gelukkig. Zoo waren er Woensdag een paar Jouster jagers samen op uit, brandden op een en dezelfde haas achtmaal los en nog was langoor niet geveld. Later op den dag kwam hij echter toch nog in des jagers wei- tasch terecht. De overzicht-schrijver van de zittingen der Tweede Kamer in De Tijd merkt op, dat graaf van Bylandt het goed „doet” op den presidialen zetel, om eens een uitdruk king te gebruiken, aan de schilderkunst ontleend. Hij, de algemeen zoo geziene man, zal weinig last hebben met zijne Pappen heimers, tenzij er onder de nieuwe, die we nog niet kennen in hun optreden, buiten gewoon roerige elementen zijn mochten. „Maar”, zoo vervolgt hij, „ik zou in alle bescheidenheid zijn hoogedelgestrenge toch wel een verzoek willen doen. De nieuwe voorzitter heeft een zóó zachte, aristocratische stem, dat wij, journalisten, absoluut niet konden verstaan, wat hij zei. En dat kan soms zeer lastig zijn, vooral als de dagorde wordt vastgesteld. Zou hij niet wat harder willen spreken, zoo, dat zijn geluid althans eenigszins boven het steeds heerschend rumoer uitklinkt? Met inwilliging van dit s zeer zeker vet ter wijl ’t door de vele handeling er in, zeer levendig is. Verdere aanprijzing is niet noodig. De „Juffrouw Veen avondjes” lieten steeds zóó’n prettigen indruk achter, dat de aankondiging ervan reeds voldoende is het publiek tot zien en hooren uit te lokken. Deze uitvoering zal zeker de vorige nog overtreffen. De kleine épisode uit onze geschiedenis, hier boven aangehaald, levert voor de jeugd de stof op voor een interessante vertooning en al kunnen de kleine debutanten niet als priesters in de kunst optreden, wij weten allen welk een eigenaardige bekoorlijkheid van zoo’n kinder-uitvoering uitgaat. Boven dien moet men het hoofddoel, dat inzonder heid wordt beoogd, niet vergeten, n.l. de resultaten van het genoten onderwijs te toonen aan ouders en belangstellenden en den kin deren een prettigen avond te bezorgen. Alles belooft een mooie avond te worden. Wij wenschen de onderwijzers veel succes met hun pogingen, lust en belangstelling op te wekken voor goede zang, waarvoor des kundige leiding noodig is. ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. Afzonderlijkenos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent. schrijft in de Bnkhuizer Courant: Najaar!... ’t Langzaam, maar zeker weg sterven der Natuur... ’t Wederkeeren van al wat leeft, tot datzelfde stof, waaruit het genomen is... tochten van te taak, kalm en straks door ’n veL ’n Sprankelende zonnestraal door ’t gelende loover... de tintelende glimlach van den dood, die zijn buit komt opeischen, de zalige be rusting van hem, die tot het einde toe ge streden heeft den strijd hem opgelegd, die als overwinnaar met een lach afscheid neemt van alles, wat hem lief en dierbaar is... ’n Bulderende orkaan zoo nu en dan... de drang naar het leven, die voor ’n oogenblik weer opvlamt, om daarna plaats te maken voor stille berusting... Weldra zal de kille nacht des doods in treden en is er niets, niets meer, dat herinnert aan een vroeger bestaan, een krachtig leven. Ja toch, nog we) iels. A] is het omhulsel vergaan tot stof, de kiem blijft leven, diep verborgen in den schoot der aarde, genietend daar een welverdiende rust, tot straks de koesterende zonne haar zal roepen tot ’n blij ontwaken, ’n nieuwen arbeid, tot lijden en strijden, om weer heerlijk te groeien en te bloeien en de mensch te verkwikken door haar geur en haar kleur en zijn ziel op te trekken tot hooger en beter. Al wat eens geleefd heeft kan niet ver nietigd worden; de stof mag vergaan, de kiem mag sluimeren, eens volgt weer ’n blij ont waken. Wat de Schepper eens het aanzijn heeft gegeven, kan nooit vergaan. Hij werkt niet voor een tijdelijk bestaanHij formeert voor de Eeuwigheid. Hij is niet ’n God van dooden, maar van levenden... Heerlijk Najaar, beeld van ’t leven, als’t gekomen is op de grens van ’t sterfelijke. Zie, onze Zomer is voorbij. We hebben ’t werk gewerkt, ons opgedragen, met de krachten, die ons gegeven zijn; wij hebben ge streden den strijd, ons opgelegd door Hoogere Macht; we hebben den stormen moedig het hoofd geboden, stormen, ontketend door eigén fouten dikwijls, door haat en nijd, door afgunst en kleinzieligheid in de meeste ge vallen; we hebben vruchten gedragen, waarvan de menschheid in ’t algemeen, ons nakroost in ’t bijzonder, het genot deelachtig kan worden. We hebben geleden en gebeden, wij zijn gestruikeld en gevallen; doch telkens weer opgestaan om de reize voort te zetten. En nu is ons Najaar gekomen. ’t Is rustig en stil om ons en in ons. We hebben onze hartstochten gebreideld in hun rusteloos voortrollenwe hebben leeren be rusten in ons lot. Wat ook rondom ons is gevallen, we zijn staande gebleven. We hebben vrede gevonden in de wereld en ons verzoend met de wereld, die wereld, welke ons zoo vaak de tranen perste uit het oog, ons meermalen ten doode toe sloeg, en ons wondde zóó diep, dat we daarvoor geen balsem meen den te kunnen vinden. 't Suizende koeltje waait ons zoo verfris* Het ritselend loover... de laatste adem den stervende, die, na volbrach- gerust afscheid neemt, om witte lijkwa omtogen, tot de rgetelheid terug te keeren... Wij worden met onze gedachten verplaatst in de tijden van den 80-jarigen worstelstrijd met Spanje. Twaalf jaren van rust waren gevolgd op een 41-jarig tijdperk van oorlog. Hoe dikwerf men ook getracht had vrede te sluiten, elke poging daartoe sprong af op de eischen en verlangens wederzijds tot eindelijk in 1609 tusschen de Nederlanders en Span jaarden 't 12-jarig bestand gesloten werd. De vreeselijke ellenden en verwoestingen hadden ons volk afgemat en beide partijen verlangden naar rust. Aan ’t einde der 12 jaren meende men, zou men een vergelijk kunnen treffen. Dit mocht helaas! niet gelukken. Opnieuw zou de kneuzende oorlogsvracht Vlaanderens beemden beploegen, opnieuw zouden banden verbroken worden van hen, die wederom huis en hof verlaten moesten om ten strijde op te trekken. Hoewel ook de Noord-Nederlanden nog niet geheel gezuiverd waren van de Span jaarden, werd de krijg toch hoofdzakelijk in de Zuidelijke Nederlanden gevoerd. Nadat ook Amsterdam ’t Spaansche juk had afgeworpen, nam de handel er verbazend toe, wat ging ten koste van het Spaansch gezinde Antwerpen, dat daardoor een groote knak kreeg. Dit was de Scheldestad een doorn in het oog en duchtig zon men op wraak. Besloten werd te trachten Amsterdam bij verrassing te treffen. Spionnen werden uitgezonden. De toeleg was ’t Beursgebouw tijdens beurstijd in de lucht te laten sprin gen en met de Beurs de groote en machtige kooplieden zoodoende onschadelijk te maken, waardoor de handel zich wellicht weer naar Antwerpen zou verleggen. Tot dit doel werd een plof bare stoffen geladen en die over een water gebouwd was, gebracht, de langzaam zelfontbrandende lont zoo ge plaatst, dat de verraders tijd hadden, vóór de ontploffing, per zeilschip naar Antwerpen te ontkomen. Tot zoover gelukte het snood verraad. Daar wil het toeval echter, dat de bal van een der knapen, die voor de Beurs spelen en daarmee 't verbod overtreden, dat bepaalt, dat op 't voorplein der Beurs niet door de kinderen mag worden gespeeld, in ’t water valt. Vlug laat de jongen zich bij de brug neerglijden om zijn eigendom te bemachtigen, toen hij de schuit ontdekt en met den kreet „Verraad! Verraad!” omhoog klimt. Groot is de ontsteltenis, doch met rappe handen wordt de schuit van onder de Beurs weggetrokken en de lont verwijderd, ’t Ge vaar is afgewend, de jongen heeft Amsterdam gered. De Burgemeester wil den knaap loonen, een som gouds wordt hem aangeboden. Hij aarzelt echter haar aan te nemen, doch vraagt als belooning. toestemming voor hem en zijn makkers en vooq,allen, die na hem kinde ren zullen zijn, om tijdens de kermisdagen op ’t binnenplein van de Beurs te mogen spelen en... ’t wordt hem toegestaan. Ongeveer als bovenstaand meldt ons de geschiedenis ’t buskruitverraad in 1622 te Amsterdam. Naar aanleidipg van dit geschiedkundig feit schreef Mr. van Lennep het bekende tooneelstuk „Het Buskruitverraad” en even- zoo de heer O. S. v./d. Veen, ’t kinderzang- spel „De Amsterdamsche jongen” of „Het Buskruitverraad”, dat op muziek gezet werd door den heer L. Adr. van Tetterode en dit jaar verscheen bij den uitgever A. Land te Harlingen. De operette is dus nieuw, doch niettegenstaande haar jeugdigen leeftijd hoor den wij haar reeds meermalen met lof beoor- deelen. Dat heeft zeker aan Mej. G. Veen en den heer 8. Buiteveld aanleiding gegeven haar met hunne zangklassen en muziekleerlingen in studie te nemen. 't Geheel is in 3 bedrijven verdeeld, die nog gevolgd worden door een gende met een apothéose. Voor een goede uitvoering» is heel wat voorbereiding noodig, doch wij weten, dat die bij genoemde musici aan uitstekende handen is toevertrouwd. Wij durven dan ook gerust voorspellen, dat zij veel succes zullen hebben. 't Stuk is rijk aan aardige toopeeltjes, Bllja, 28 Sept. Dat vaak het nieuwe ver oordeeld wordt alleen maar omdat het nieuw is, is al van ouds bekend. Zoo hebben ook hier velen het plaatsen van een nieuwen windmotor in den BlijaerFerwerder polder beschouwd als iets, wel goed in theorie, doch in de praktijk zoo goed als waardeloos. Doch thans blijkt ook hier alweer, dat er vaak te spoedig en te onnadenkend wordt geoordeeld, want, trots al de hevige regen buien der laatste weken, is de motor ge makkelijk in staat geweest het overtollige water op tijd uit genoemden polder te ver wijderen. Het groote voordeel van een goeden windmotor boven een gewonen watermolen is wel dit, dat het* werk dag en nacht kan doorgaan, zonder dat een molenaar z’n nacht rust behoeft op te offeren. Hepk. Nieuwsbl. van Fr. Sneek, 1 October. De le October staat hier heden bij ons in ’t teeken van jubileums. Onze postdirecteur 40 jaren bij de posterijen, de secretaris van Wijmbritseradeel een kwart eeuw scriba, de concierge van ’t Gymnasium even zoovele jaren werkzaam tot heil van onze inrichting voor H. O. en ’t laatste misschien nog ’t gewichtigste onze gas fabriek gedurende 50 jaren helder licht ver spreidende daar, waar vroeger ’t rijk der duisternis heerschte. Geen wonder dat van den grootsten gashouder heden de driekleur waaide. Gedurende die halve eeuw verminderde ’t gas successievelijk in prijs van 21 tot 7 ct. per M3. De oprichtingskosten van de eerste fabriek bedroegen f 97000, van de tweede die 19 Maart 1903 in werking was gesteld f 232556. In ’t eerste jaar bedroeg 't gasverbruik 50730 M3., in 1908 was dit gestegen tot 1208905 M3., welk cijfer vermoedelijk dit jaar zal stijgen tot 1275000 M3. Van 1 Oct. 1859 tot 31 Dec. 1908 wer den voor de gasbereiding verbruikt 1000183 H.L. kolen, waarbij nog 709000 K.G. carmel- kolen. Gedurende de laatste jaren werd met ver scheidene soorten kolen een proef genomen, die vaak zeer onbevredigende resultaten op leverde. Zooals bekend, heeft bet bestuur van de vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer alhier een etalage-wed strijd uitgeschreven, welke van 9 tot 13 October a.s. zal worden gehouden. Voor dezen wedstrijd zijn door genoemd bestuur 2 ver guld zilveren, 3 zilveren en 5 bronzen me dailles met inscriptie en diploma’s beschikbaar gesteld, terwijl de uitspraak der bekroningen berust bij hh. leden der vereeniging met hunne dames. Voor dit doel worden aan de leden een dames- en een ledenstemkaart uitgereikt, welke op Maandag 11 October 's avonds 8 uur kunnen worden ingeleverd in Amicitia, alwaar dan een concert wordt gegeven. De uitslag der bekroningen zal aldaar na de pauze worden bekend gemaakt. Voor hen, die ’t concert niet kunnen bijwonen, bestaat er gelegenheid verzoek zal hij de pers op 11 October, van 's morgens 9 tot plichten”. Bolswardsche Courant I k L* Jtfl I J te;

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1909 | | pagina 1