Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Donderdag 21 October.
Over allerlei dingen.
Van den Hak op den Tak.
1
1909.
48ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 84.
1
1
BINNENLAND.
VOOR
diepe
en
-
den agent, dan vliegt de hond
houdt hem met z’n scherpe
de slagers nog maar altijd de hooge prijzen
voor het vleesch durven vragen als in den
duren tijd. Velen hunner hebben dan ook
ingezien, dat het toch eigenlijk te dwaas is
om hun vee goedkoop te verkoopen, om dan
later het vleesch weer duur bij de slagers
te moeten betalen. Daarom beginnen de
landbouwers onderling hun vee zelf te slachten
en verkoopen het dan voor 20 a 25 cent
per pond, terwijl de slagers nog 40 a 45
cent berekenen.
De slagers zijn nu door zulk eene concur
rentie gedwongen, met een algemeene prijs
verlaging begonnen, doch velen laten daarvan
slechts de landbouwers profiteeren, daar ze
van de burgers nog de oude prijzen vragen.
Dit zullen ze echter wel niet lang kunnen
volhouden, als de burgers ook hun vleesch
van de landbouwers gaan koopen.
Generaal Vetter, die Vrijdag te Maas
tricht militaire oefeningen inspecteerde, heeft
bij het polsstokspringen een zwaren polsstok
op den schouder gekregen, zoodat het sleutel
been brak. Hij werd naar het militair hospi
taal vervoerd en daar verbonden..
ons nader brengt tot de machtige en
beteekenis van den Dood?
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgen»
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
Zaterdag vervoegde zich bij W. B. te
Wenum onder Apeldoorn zekere F. R. ge
domicilieerd te Antwerpen, met verzoek in
diens woning tegen den regen te mogen
schuilen. Toen hij een oogenblik ajleen in
de keuken was, maakte hij van de gelegen
heid gebruik om een op den schoorsteen
mantel liggende portemonnaie met geld weg
te nemen, waarmede hij zich haastig ver
wijderde. B. ontdekte al spoedig den diefstal
en stelde oogenblikkelijk de politie met het
geval in kennis, waarna het den veldwach
ter Nuijten en den gemeenteveldwachter Ver
meulen van Epe mocht gelukken den dader
in handen te krijgen. Verdachte is in het
Huis van Bewaring te Zutfen opgesloten, ’t
Is een circa 20-jarige recidivist.
Wij raken hier de groote geheimen des
levens. Niemand kan ze ontsluieren, niemand
ze ophelderen, ze begrijpen. Maar de herfst
brengt ze ons toch nader, zoodat we ze ge
voelen, dicht, zeer dicht in onze nabijheid.
En hls we ze gevoelen, dan wordt het toch
lichter in ons binnenste, dan is 't toch alsof
zware sluiers worden weggenomen, dan is ’t
soms of we zien.
Dat velen die zoo opgaan in de drukten
van het leven, door de stille herfststemming
daartoe mochten worden gebracht!
D I X I.
Twee Hollandsche zeelieden verdronken.
De correspondent van de N. R. Ct. te
Petersburg schrijft van 14 October:
Zondagavond verdronken hier in de hout
haven twee schepelingen van het te Rotter
dam thuisbehoorende stoomschip „Mizar”, nl.
de Nederlandsche onderdanen J. A. Arbman
en H. Roubos, onderscheidenlijk 22 en 20
jaren. Zij waren met nog een derde aan wal
geweest om een zieken kameraad in het
hospitaal te bezoeken. Een of andere losse
vletterman bood hun aan hen naar boord te
roeien. Zij stapten in de boot die volkomen
droog was, maar een eindje van wal af begon
de boot te lekken, en dit werd, verder op
gekomen, zóó hevig, dat de boot zonk. De
derde, een zekere W. Blauw, wist zich zwem
mende te redden op het roer van een lichter,
van waar hij later door de bemanning van
het Rotterdamsche stoomschip /Alioth” werd
afgehaald. De twee eerstgenoemden echter
verdwenen in de diepte, en hunne lijken
werden nog denzelfden avond opgehaald. De
vletterman werd ook gered, maar deze is
spoorloos verdwenen, waarschijnlijk uit angst
voor eventueele kwade gevolgen van het geval.
Beide omgekomenen, een stoker en een trem-
mer, waren oppassende jongens, en de geredde
Blauw, dien ik persoonlijk ondervraagd heb,
was niet weinig verontwaardigd over het relaas
van het ongeluk in een Russische courant,
waarin de zaak zoo werd voorgesteld, alsof
zij aan het passagieren waren geweest. Door
de liefderijke zorgen van ds. Pantekoek werden
de beide lijken uit het stedelijk hospitaal,
waarheen zij vervoerd waren, overgebracht
naar de Hollandsche Kerk, van waar zij
vandaag plechtig werden ter aarde besteld op
de Hollandsche begraafplaats. Zeelieden van
verschillende hier liggende Nederlandsche
schepen vormden den stoet achter de twee
lijkwagens. Het consulaat had zijn vertegen
woordiger gezonden. Bij de open groeve sprak
ds. Pantekoek een warm woord ter nage
dachtenis van de jongelingen, die ver van
het vaderland de eeuwige rust ingingen. Zijne
woorden maakten op alle aanwezigen een
diepen indruk.
Vanwege het „Zeemans Tehuis” onder be
scherming van de Keizerin-weduwe, werden
op 't gemeenschappelijke graf, waarop een
paar eenvoudige houten kruisjes met naam
en datum van overlijden zijn geplant, twes
metalen kransjes neergelegd.
Heerenveen, 16 Oct. De wilde koe, de
dure wilde koe, die tot laat in het najaar
van 1908 te ’t Meer in een weide liep,
omdat de boer, die ze verkocht had, er niet
meer van weten wilde, en de beide slagers,
die ze gekocht hadden, het woeste dier niet
konden naderen, en waarover toen door beide
partijen is gepleit, komt opnieuw op het
tooneel. De rechtbank te Heerenveen had
de slagers niet ontvankelijk verklaard in hun
eisch tot schadevergoeding, maar ze zijn in
hooger beroep gegaan en ’t Hof te Leeuwarden
heeft nu de zaak naar dezelfde rechtbank
terug verwezen, echter met de bepaling, dat
de eischers toegelaten zullen worden tot
bewijs door getuigen.
Westergo, 18 Oct. Op het platteland wordt
geklaagd over geringe belangstelling in het
herhalingsonderwijs, waarvan de lessen thans
weer zijn aangevangen. Inderdaad laat de
deelname alles te wenschen over cursussen
met 25 leerlingen zijn regel en goed be
zette klassen hooge uitzondering. Het ver
schijnsel trekt de aandacht van wie het wel
meenen met de volksontwikkeling toeh
mag de oorzaak van de weinige belangstelling
niet gezocht worden in onverschilligheid van
de menigte voor vervolgonderwijs. Maar men
wenscht dit in den vorm van vakonderwijs,
van speciale cursussen voor ambachtslieden,
ingericht als de tegenwoordige landbouwcur-
sussen. Werd tot de oprichting daarvan
besloten, dan meenen we te mogen gelooven,
dat van klachten, als daar bedoeld, geen
sprake meer zou zijn.
Lemsterland, 18 Oct. Wij vestigen hierbij
de aandacht van de scheepvaart op een door
onzen gemeenteraad genomen, voor hen zeer
belangrijk besluit, n.l. dat de lichtopstanden
aan den mond van den Lemsterrijn bij den
ingang van het Tjeukemeer, die tot beden
toe door particulieren alleen bij het passeeren
van enkele SneekerRotterdammer stoom-
booten werden ontstoken, thans door de
gemeente zijn overgenomen, en vanwege haar
voortaan vanaf 1 Oct. tot 15 Maart eiken
avond zullen worden ontstoken.
Hepk. Nieuwsbl. van Fr.
schrijft uit den Gelderschen
was aan een landbouwtentoon-
een Westlandsch’dorp een wed-
politiehonden verbonden, welke
veel belangstelling had. Negen dresseurs,
agenten en rechercheurs hadden zich met
hun leerlingen doen inschrijven. Van het
vele, dat vertoond werd, vermelden we alleen
het volgende: Daar kwam een agent de wei
binnen, z’n mooie herdershond, met den
schranderen kop, aan den leeren riem. Aan
het begin laat hij het dier staan, maakt den
riem los en verwijdert zich ongeveer 50 M.
nu fluit hij en daar komt de hond in vollen
galop aanrennen, maar één handbeweging
van zijn meester doet hem stilhouden in zijn
vaart; nu klinkt weer het fluitje en voort
stormt de hond totdat weer een gebiedend:
stilliggen hem gehoorzaam zich doet neer
vleien, hoewel alles aan hem trilt en hij zich
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar h 5 Cent.
Men
Achterhoek
De landbouwers klagen over de lage prij
zen van hun vee nu verwonderen zich, dat
met moeite inhoudt. Bij zijn meester gekomen,
bindt deze hem aan een paal vast, plaatst
een reistasch nabij hem, met de woorden
pas er op! en ofschoon 5 a 6 mannen met
haken en stokken zich van het voorwerp
trachten meester te maken, het is vruch
teloos.
Nu volgde een zeer mooi nummer. Een
man in een sterk leeren pak gehuld, speelt
voor boef; bij verstopt zich zonder dat de
hond iets kan merken langs omwegen en na
over een vrij breede sloot heen- en weer te
zijn gesprongen, in een boschje.
Vooraf laat de agent een zakdoek, een
beurs of iets dergelijks den hond ruiken
daarna klinkt hetzoeken snuivend, en
speurend, precies het spoor van den boef
volgend, heen en terug door de sloot zwem
mend, nadert het dier het boschje. Luid
blaffend en den kop naar zijn meester gericht,
verkondigt de hond het vinden van zijn prooi
en ware de agent niet haastig toegesneld,
dan was zelfs het leeren pak van den boef
niet aan een vernieling ontkomen. Op het
commando af blijven! laat de hond den boef
los, maar houdt hem, al om hem heen
loopend, in ’t oog. Waagt deze het een
pistool af te schieten of te ontkomen aan
den greep van
hem aan en
tanden in bedwang. Nu laat de agent hem
los, zegt tegen den hondOpgepast hoor
en hem kalm den rug toedraaiend verwijdert
hij zich.
De hond gaat naast den boef liggen en
bewaakt hem; zijn fonkelende oogen en
trillende spieren zeggen, dat ,hij zijn taak
begrijpt. Waagt de man maar het minst van
houding te veranderen, dan vliegt de hond
hem naar de keel, zijn tanden letterlijk in
de jas vasthakend. Alle pogingen om hem
af te leiden zijn vruchteloos.
Keuvelaar.
HERFST.
Vele beelden rijzen op bij den klank van
dat woord.
’t Is herfst.
Nevelen hangen over de aarde, de rijpe
vruchtendragende aarde. Stil is ’t rondom
me, een vredige stilte. En als de zon even
verbreekt de dichte witte sluier, die ’t al
omslingert, dan zien we de zoete geheime
nissen die zij voor ons verborgen hield.
Dan zien we in de boomen een schittering
van kleuren, we zien de takken zich buigen
onder den last der sappige vruchten, en op
het veld glinsteren de rijpe gele aren.
't Is herfst.
Kaal de velden en kaal de boomen.
Druilerig drenst de regen naar omlaag,
den ganschen langen dag, den ganschen
langen nachtEn de menschen loopen rond
met mistroostige gezichten, en melancholie
in stem en gebaren.
’t Is herfst.
In wilde vaart jagen de wolken door het
luchtruim, groote, zwarte, drèigende wolken.
Woest huilt en giert en fluit de wind en
kletterend zwiept de regen tegen de ruiten.
De enkele voorbijgangers diep in de kragen
hunner overjassen gedoken passeeren in
vliegende haast. Huiverend wendt ge u van
bet venster af en zoekt bescherming bij den
gezellig knappenden haard. Is me dht een
weertje
Herfst.
Ja, zeer vele beelden komen u voor den
geest indien dat woord wordt uitgesproken.
Bij mij in de huiskamer hangt een kalender
op welks schild alle de jaargetijden in beeld
zijn gebracht.
De winter, met schitterend-witte sneeuw
velden en spiegelende ijsvlakten en met
vroolijk rookende schoorsteenen, die spreken
van de intieme gezelligheid des huiselijken
levens.
De lente, met haar groenende velden en ont
luikende bloemen en haar vroolijke menschen,
wie de frissche levenslust en de vernieuwde
levenskracht op 't aangezicht geschreven staat.
De zomer, in al den bloei zijner volle
kracht, met gouden zonneschijn en weelde
van bloemen, van geurende, kleurende bloemen,
één schitterend festijn.
En ook de herfst.
De herfst staat er op afgebeeld in hl de
poëzie zijner rustige, zijner plèchtige stilte.
Maar een plaatje? Te mooi voorgesteld?
De werkelijkheid hnders? Neen, toch immers.
Voor wie niet bij de grovere werkelijkheid
blijft staan, voor wie oog en oor heeft voor
fijnere nuanceeringen en diepere klanken, is
deze wisseling der jaargetijden van een
wondere bekoring. Van een vreemde en
heerlijke poëzie. Brengt ieder seizoen zijn
eigen kleur, zijn eigen stemming mee,
de herfst haast wel het meest.
De herfst in hl z’n uitingen.
Als hij ons den laatsten bpbloei van het
leven laat zien, de volle, rijpe aren, de
gouden vruchten, de warme tinteling van
duizend kleuren, en hij nog eens het zachte
zomerkoeltje door de bruine blèren laat
ritselen;... als de regen dralend neerdruppelt
met melancholisch geluid,... doch óók als
woest de storm raast over de kale velden
en gierend gaat door de toppen der boomen,
ze schuddend als waren’t riethalmpjes; Mtijd
treft ons zijn stem.
Want die stem heeft een eigene klank.
Nu eens klinkt daarin de weemoed, de
zachte, stille, vreemde weemoed. Dan weer
komt er ons uit tegemoet een zang van
vrede, van kalme berusting. Maar altijd is
er ernst in den toon, waarachtige, diepe
ernst.
Waarom treft zij ons zoo, ons menschen?
Waarom treft zij ons zoo, die stem van den
herfst
Is het omdat zij ons spreekt van voorbij
gegane glorie, van het vergaan van alle
heerlijkheid? Is het omdat zij zingt een lied
van sterven? Daarom alleen Of is het omdat
daarin trilt een schoonheid^, omdat daarin
klinkt een heerlijkheid, die we niet begrijpen
kunnen, wij kleine menschen, maar die we
gevoelen, duidelijk en klaar? Is het omdat
de herfst ons predikt de schoonheid, de ont
lopende schoonheid die er is in deze dingen,
De Amsterdamscbe dienstmeisjeswereld
heeft een gevoelig verlies geledenGouden
Willem is doodKent ge misschien Gouden
Willem niet? Dan zal ik u zeggen, wie hij
was. Hij oefende het bij uitstek vrouwelijk
'bedrijf uit van waarzeggen, en resideerde
aan den Zeedijk. Inzonderheid bij de dienst
meisjes was hij populair; ze bezochten hem
druk en dan werkte hij met koffiedik, het
ei, kaarten en zeker wonderbaarlijke gereed
schappen, die volgens zijn vrouwelijke cliënten
(mannelijke patiënten werden niet toegelaten)
met het spiritisme in verband stonden. Alles
a raison van 50 cents. Dat bracht heel wat
op: tien huizen z/in de boch" zou hij zelfs
bezitten. Gouden Willem, zoo zeggen de
dienstmeisjes, kon wreed zijn. Zelfs al had de
cliënte nog zoo’n aardig snuitje, hij smeet
ze de waarheid meedoogenloos in het gezicht.
Maar toch wordt hij thans stellig betreurd
Want de dienstmeisjes weten het ook wel,
dat de werkelijkheid vaak nog veel wreeder
is. En wie weet dat niet? Hoe wreed is
dikwijls niet de spot der menschen 1 Dat
ondervond dezer dagen nog iemand te Am
sterdam. Hij werd door iemand telefonisch
gefeliciteerd, daar op zijn nummerde f 100.000
was gevallen. Stel je voor! De man was
buiten zich zelf. Edoch, wat een ontnuchtering
toen hem bleek dat zijn... telefoonnummer
bedoeld was. Toen was hij nog meer buiten
zich zelf, maar van gramschap. Jongen, jongen,
wat zou de grappenmaker er van gelust hebben
als hij in de buurt van zijn slachtoffer was
geweest.
Weinig aangenaam kwam dezer dagen ’n
onschuldige politie speurder te Parijs te pas.
De bekende prefect van politie Lépine had
een 25-tal politie-honden geïnspecteerd en
wilde nu ook eens een proef nemen. Hij
gelastte een’ speurder om hem iets uit den
zak te halen en dan op een rijwiel weg
te rijden. De man deed het, maar nog vóór
hij het plein vóór ’t gebouw had verlaten,
had één der honden hem reeds omgegooid
en zijn kleeren gescheurd. Hij zag er ontoon
baar uit. Gelukkig was de hond gemuilkorfd,
anders zou de rechercheur er nog leelijker
aan toe zijn geweest. De prefect was voldaan
maar de speurder minder: bij keek, aldoor
zijn beenen wrijvende, heel ongelukkig naar
zijn gescheurde kleeren en zijn gebroken
rijwiel.
Politiehonden komen meer en meer in
gebruik, spoedig zal men ze onmisbaar achten.
Men moet het fijne instinct dier dieren en
hun volharding bewonderen, zoowel als het
geduld, den tact en de volharding van den
mensch, die ze weet af te richten en dienst
baar .te maken.
Onlangs
stelling in
strijd van
Bolswardsche Courant