lieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonserad.ee!. I i 1 I 48ste Jaargang. 1909. No. 95. Verschijnt Donderdags en Zondags. Kijkjes in de Tweede Kamer. 1 L Zondag 28 November. BINNENLAND. Een Middenstands-belang. VOOR V. de machine-kamer B. 20 LI i en de goed van de zou kunnen zijn, is daar, om zoo welsprekend mogelijk te dat de winkelier, die zich hiertegen onmogelijk verdedigen kan, te gronde gaat, en de schat kist heeft integendeel het grootste belang, om hem overeind te houden. Niet minder dan de Staat is de gemeente gemoeid bij de welvaart van den winkelier. Een mooie, rijk voorziene, sierlijk uitgestalde winkel is een sieraad voor een stad, en dus een bron van welvaart voor de geheele samenleving. De overheid moet er tweemaal over denken, als zij zulke waardevolle factoren der maat schappij onbeschermd laat tegen schadelijke invloeden. ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4. In het Weekblad voor den Handeldrijven- den en Industrieelen Middenstand wordt, in het belang van den winkelstand bepleit, om ieder jaar van 15 October tot 31 December alle openbare veilingen in detail van stuk goederen, meubelen, kunstvoorwerpen, boeken, platen, kleederen enz., nienw of oud, een voudig te verbieden. Geldt zegt de schrijver een open bare veiling ruwe, massale handelsartikelen, zooals koffie, rijst, tin, tabak en dergelijke, dan zal de winkelstand daarmede niet ge schaad zijn, maar worden artikelen openlijk in detail verkocht, welke evengoed in de winkelmagazijnen te krijgen zijn, dan is de toestand geheel anders. Ruwe handelsarti kelen worden geveild in het groot door den invoerder, en zijn elders niet te krijgen. Maar de winkelier kan geruïneerd worden, wanneer in zijne onmiddellijke nabijheid, juist ten tijde van Sint-Nicolaas of Kerstmis, wanneer de meeste klanten te wachten zijn, een uitverkoop of een openbare veiling in detail plaats heeft van zijn eigen artikel. Als belasting wordt van zulk een openbare verkooping niet meer dan twee ten honderd geëischt, een bedrag, dat niet in aanmerking komt tegenover de reusachtig zware lasten, welke de winkelier te voldoen heeft. Gaat de middenstand te gronde, zoo is de schatkist de eerste, om daaronder te lijden. Middenstand en schatkist zijn dus natuurlijke bondgenooten. Deze heeft het grootste belang, dat het genen welgaat, en dat hij niet omverge- drongen wordt door invloeden van tijdelijken aard, zooals openbare veilingen steeds zijn zullen. Laat de overheid aan zulke aan vallen tegen de economische veiligheid van den winkelstand vrij spel, zoo bestaat gevaar, uit te werken. Aangezien met dat uitwerken 6 a 8 maal zooveel tijd gemoeid is, vordert iedere stenografische opname tusschen de 35 en 45 minuten. Is het uitwerken afgeloopen dan heeft de stenograaf ongeveer nog 10 minuten rust alvorens weer aan de beurt te komen. Het uitgewerkte stenogram komt nu in handen van den directeur die zorg draagt voor de noodzakelijke nummering ten einde het verband te houden. Iedere redevoering wordt nu bijeen gezocht en aan het betrokken Kamerlid ter hand gesteld. Op deze manier is het best mogelijk, dat ieder Kamerlid zijn geheele redevoering, een uur nadat hij ge sproken heeft, al reeds in gewoon schrift in handen heeft. De Kamerleden mogen dan deze copy nog uiterlijk tót 12 uur van den volgenden dag onder hun bereik houden, aangezien dat de uiterste termijn is, dat de copy van het Kamerverslag op de Lands drukkerij aanwezig moet zijn, ten einde de Handelingen 24 uur na de zitting gedrukt te kunnen publiceeren. Zijn non-chalante Kamerleden dan nog in verzuim, dan heeft de directeur het recht het verslag van hun redevoering ongereviseerd in de Handelingen te doen opnemen, wat voor sommigen wel eens minder pleizierig kan wezen. Thorbecke wordt steeds als een voorbeeld van deze non chalance aangehaald. En zij die zich de moeite willen gunnen om er het bijblad van de zitting 18641865 op na te slaan, kunnen op de bladzijden 3723 en 3724 het bewijs vinden dat de stenografische dienst der Kamer ook een Thorbecke niet ontzag en het ver slag van zijn groote speeches met de noodige hiaten plaatste. Zeer terecht zegt de eerste directeur van het officieele Kamerverslag, dat alleen door middel van de stenografie een getrouw verslag van de handelingen der parlementen kan worden gegeven en dat het voor de afgevaardigden zelven van het hoogste belang is dat hunne woorden, onver- valscht en onverminkt onder de oogen hun ner kiezers komen als een onwraakbaar ge tuigenis, voor of tegen hen. En al wordt een en ander door alle Kamerleden slechts ten deele erkend en ten halve gewaardeerd, hun beteekenis is er niet minder om en de hierboven aangehaalde meening van Timon dat niet ieder afgevaardigde een goed steno graaf, maar deze laatste wel een uitmuntend afgevaardigde een en ander bevestigen. Randen, die in de buurt mede aan het zoeken waren, waarna gezamenlijk het onder zoek begon. De boot blijkt naar het Oosten over gekanteld te zijn. Zij zit ongeveer 31 a 32 voet diep, zoodat er bij hoog water nog een 14 voet water boven de boot staat en bij laag water 7 a 8 voet. De mast kon niet meer ontdekt worden wel ’t want, waaruit men ’t vermoeden af leidde dat gisteren de veerboot of de stoom- pont tegen den mast is aangevaren 'en de top daarvan is afgebroken, vandaar ’t be merkte stooten. Dit is zeer goed mogelijk daar de boot precies in de route van de veerboot Enk- huizenStavoren ligt, ongeveer juist op de helft. Daarom vooral is ’t zoo gelukkig dat ze ontdekt is, daar anders bij laag water de veerboot er best op had kunnen stooten en defect krijgen. En dan was misschien een nog ernstiger ongeluk ’t gevolg geweest. Van de deklast was niets meer te vinden, terwijl de luiken allemaal van de boot af geslagen zijn. Bij ’t peilen haakte men ter stond in ’t ruim, waarbij een plank van de kaasstelling losgeraakte, gemerkt B 10 (bak boord). Deze plank die meegebracht werd naar den wal, is ’t eenige wat opgepikt is. Daar niets naders te ontdekken viel, keerde een der schepen naar Stavoren terug om daar ’t bericht te brengen terwijl ’t andere er bleef liggen wachthouden. De eigenaar van de boot, de heer C. de Jong te Warns, telegrafisch op de hoogte gebracht, was terstond te Stavoren aanwezig waarop naar de betrokken Assurantie-maat- schappij te Amsterdam werd geseind. Van deze zal ’t afhangen of en wanneer met ’t lichten van 't schip zal worden aan gevangen. ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. In spanning. Het lot van de sedert Zaterdagavond ver miste stoomboot „Handel en Nijverheid” en haar bemanning heeft de geheele week heel onze stad in angstige spanning gehouden. En een groot deel van Friesland leefde mee in de droeve geschiedenis. Een enkele, die nog eenige hoop koesterde dat bv. de boot haar roer had verloren en -door den storm was meegevoerd naar zee, doch bijna ieder was wel overtuigd dat de boot in den nacht van Zaterdag op Zondag moest zijn vergaan en wel in diep water, waardoor ze geheel onzichtbaar is. Doch elke zekerheid bleef ontbreken. De boot gevonden. En steeds bleef men in angstige spanning wachten tot we heden uit zeer vertrouwbare bron ’t telegrafische bericht ontvingen: „De vermiste stoomboot is door Stavorensche visschers gevonden bij de Hofstede." Op dit bericht, dat we aan ons Bureau publiceerden, zijn we terstond naar Stavoren gegaan waar we de vinders van de boot hebben geintervieuwd. ’t Waren de Stavorensche visschers Arend de Jong, Geert Visscher en Evert Visscher. Op ’t bericht, dat gisteravond de veerboot EnkhuizenStavoren bij laag water een gaffel boven water heeft gezien en de Stoompont op iets was gestooten, waren ze hedennacht met hunne visschersaak op onderzoek uit getrokken. Toen ze ongeveer 9 uur hedenmorgen bij de Hofstede waren, bemerkten zij op eenigen afstand van hen eenige kentering van den vloed ’t was hoog water steeds een gevolg van een plotselinge ondiepte in zee. Daar hier echter diep water was, meenden zij zekerheid te hebben dat hier de vermiste stoomboot gezonken moest zijn, althans iets bijzonders aan den grond zat. Onmiddellijk werd het anker uitgeworpen. Door te peilen kwam men al terstond tot de ontdekking dat er inderdaad een stoom boot lag. Terstond werd de hulp ingeroepen van de visschers Jan de Jong en Siert van Schoterland, 24 Nov. Toen de loterijwet nog niet verbood om met St. Nicolaas ver loting te houden, werden door de bakkers omstreeks dien tijd hoopen taai en suiker goed gebakken. Door venters werd daarvan een partij aan den man gebracht, en de rest werd St. Nicolaasavond verloot. Nu dit laatste verboden is, wordt er aan merkelijk minder gebakken. Het getal venters elke bakker had gewoonlijk een tiental wordt ook geleide lijk ingekrompen, want er wordt niet genoeg meer verkochten toch maken de venters nog een best daggeld. Vele huisvrouwen koopen geen taai-taai of suikergoed, doch geven den venters een fooi, ’s Avonds krijgt de bakker de volle manden terug, en als hij dan nog al lust tot zingen heeft, is het in geen geval een loflied op de loterijwet. Hepk. Nieuwsbl. van Fr. Hem. Oldeph. en Nw. 24 Nov. De vee houders klagen er over, dat het stalgras slecht voert. De qüaliteit schijnt zeer veel geleden te hebben door regenval, vorst en sneeuwval en moet daarom verbeterd worden door aan vulling met hooi. Na het stalgras komen de geperste en ingekuilde voorraden aan de beurt, die, naar men hoopt, beter zullen uitvallen. Blijkt dit niet, dan zal de tegenslag onmiddellijk groote moeielijkheden in vele stallen teweeg brengen. Omtrent de vermiste stoomboot schrijft de N. Sneeker Crt.: De oorzaak. Toen we de visschers vroegen, wat zij als oorzaak van de ramp beschouwen antwoordden ook zij, dat ’t moeilijk is daarnaar te raden. Dit rekenen zij echter zoo goed als zeker, dat de boot in een zeer korten tijd, waar schijnlijk binnen 5 minuten naar den grond is gegaan. Zeer goed mogelijk is ’t daarom dat de machinist zich nog in de machine-kamer bevindt. In elk geval is men algemeen van over tuiging dat de boot zeer zwaar geladen was. Op onze vraag of ze nog zeewaardig was, werd met een schouderophalen geantwoord. Dat nog geen lijken van den kapitein of de knechten, die waarschijnlijk aan dek waren, zijn aangespoeld, is geen wonder. Een lijk zinkt in zee gewoonlijk terstond en in dezen tijd van ’t jaar met de koude, kan ’t wel zeer goed mogelijk zijn, dat ’t eerst na een week of drie boven komt drijven. Laatste nieuws. De kapitein van de veerboot die te 4.15 in Stavoren aankwam bericht, dat de mast boven is komen drijven en dat van 'Rijks wege reeds een boei bij ’t wrak is gelegd. Te Duizel (N.-B.) is het 3-jarig zoontje van den landbouwer P. van der Ven, in een stalketel met heete specie gevallen. De kleine beliep vreeselijke brandwonden en is spoedig aan de gevolgen overleden. Er is alweer een nieuwe levenskunste naar opgestaan in den persoon van Horatius Fletcher. Op 40-jarigen leeftijd was Horatius dik, pafferig, ongezond, lijdend aan de maag, slapeloosheid enz., zoodat de dokters hem niet veel jaren meer gaven. Maar Horatius antwoordde: „ik zal leven” en hij leeft, 60 jaar oud en hij ziet er beter uit dan jaren geleden. Hoe komt dat9 Door het kauwen kauwen alleen. Horatius meent, dat menschen makkelijk 100 jaar kunnen worden, als ze maar goed kauwen en weinig eten. Het eten moef zoo lang gekauwd worden tot het een papje is geworden, dat van zelf naar binnen glijdt. Honderd en meer ver malingen van één hap voedsel zijn niet te veel. Op die manier heeft men aan 30 happen voedsel meer dan genoeg. Op een sjalot kauwt Horatius graag 732 maal. Behalve om het sanitair nut prijst Horatius zijn methode ook wegens derzelver oecono- misch nut aan, want ze bespaart minstens 300 pCt. op het keukenbudget. (Zw. C.j DE STENOGRAFEN. Wie op de publieke tribune gezeten, zijn speurend oog zoo door de zaal laat rond dwalen, hem zal het zeker niet zijn ontgaan, dat daar in de groene bankjes voor het bureau van den Kamer-president een tweetal heeren was gezeten, waarvan de een gebogen over het papier daarvoor, pen of potlood met de snelheid van een bliksemtrein heen en weer liet vliegen. Totdat... op eens deze was opgestaan om langs de nauwe wandel gang weer achter het groene klapdeurtje, rechts onder de publieke tribune te ver dwijnen. Nauwelijks was hij opgestaan of zijn wachtende collega had zich al over het nog blanke papier gebogen om voort te zetten het werk wat die andere daar had onderbroken. En terwijl ook hij daar bezig was het gesproken woord in bliksemsnelle opeenvolging met krabbels en teekens weer te geven, was ’t groene klapdeurtje weer opengegaan om ruimte te geven aan weer iemand, die met eenige strookjes papier in de hand langs en tusschen de Kamerleden door zijn plaats moest bereiken. Tot dat ’t horloge daar voor hem den tijd zou aanwijzen, dat ook zijn beurt gekomen was om aan te vangen...! De tribune-bezoeker wien dit nog niet bekend mocht zijn, zal al wel spoedig uit den droom zijn geholpen dat hij hier de heeren voor zich had, belast met ’t opmaken van het stenografisch verslag van het ver handelde. Om U de beteekenis te schetsen van den parlementairen stenograaf, zou ik kunnen volstaan met aan te halen wat Timon in zijn "Livre des Orateurs” van hen zegt. En het is met zooveel woorden dat hij daar als zijn meening uitspreekt dat ieder uit stekend stenograaf na verloop van een jaar tijd een niet minder uitmuntend Kamerlid kan wezen, maar dat een uitstekend Kamerlid daarom nog niet een goed stenograaf kan worden. Dit zal een ieder duidelijk wezen wanneer men maar bedenken wil dat een goed stenograaf iets meer in zijn macht moet hebben dan 't samenstel van teekens, dat ’t hem mogelijk maakt het gesproken woord in verkort schrift wêer te geven. Behalve een ijzersterk weerstandsvermogen om bij moge lijke herrie en stemmen-gegons al zijn aan dacht geconcentreerd te houden op wat hem daar vijf minuten moet bezig houden, dient hem ook zooveel algemeene ontwikkeling en zooveel menschenkennis eigen te zijn, dat hij van alle onderwerpen op de hoogte, zoo noodig, beter het verband kan raden, zoeken en weergeven dan ’t Kamerlid dat er over sprak of sprekende is. Want behalve dat ook een volksvertegenwoordiger wel eens den draad van zijn eigen betoog kan kwijt raken, is het eveneens een lang niet zoo zelden voorkomend verschijnsel dat de knapste „kop” de grootste geleerdheid in sukkelende, hape rende en stotterend uitgesproken zinnetjes tracht mede te deelen. Van zulk een betoog moet de parlementaire stenograaf even het verband kunnen vermoeden als welsprekendste rede, waarvan door gelach, stemmengegons of kabaal slechts eenige brok stukken tot hem konden doordringen. Daarom moet hij in staat zijn, om straks wanneer hij zijn plaats in de rumoerige Kamer met de stille omgeving van het werkvertrek der stenografen heeft verwisseld, van dat alles één geheel te maken en er zóó goed het noodzakelijk verband in weten terug te vin den, dat... ’t betrokken Kamerlid er zelf verbaasd van staat. Wat nog wel eens een enkelen keer het geval is 1 Maar hoor ik U zeggen, dan is het stenografisch verslag ook geen woordelijke weergave! Aangezien niemand meer dan twee honderd woorden in de minuut spreekt en men met geen enkel stenografisch stelsel meer dan 150 woorden in de minuut kan opteekenen, kan er van een woordelijke weergave geen sprake wezen, maar alleen zeggen, dat de stenografie het gesproken woord zoo getrouw mogelijk weergeeft. Gelijk ik reeds hier boven opnjerkte, werkt de Kamerstenograaf niet langer dan 5 minuten achtereen. Het horloge ligt steeds voor hem om hem op zijn tijd van eindigen te wijzen. Een tikje en terwijl zijn opvolger al reeds bezig is, gaat hij heen om het stenogram Bolswardsche Courant i I ml

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1909 | | pagina 1