B<
Wonseradeel.
Nieuwjaarswenschen
a 25 cent kunnen daarin worden j?
geplaatst.
Spaarbank te Bols wart n
.dvertentieblad
Little Pitch’’
„COLLI”,
No. 102.
Versolt
48ste Jaargang. 1909.
BERICHT.
Boogfüne 21
Prachtvolle kwaliteits Wanl dat kleil
v
Vereeniging n Zondags.
a cts. SIGAAR
(HANDWERK).
3 Cts. SIGAAR’t werk van weken.
vrnrnTTcni n En vooral om dezen tijd van het jaar in
Friesch-Groningsche
HYPOTHEEKBANK,
23 December.
BINNENLAND.
De donkere dagen
voor Kerstmis
Reserve ruim f 30000I I I il ill I I I
OR
Afzonderlijke
-
ja, tot
Met een duiker naar de gezonken
verre,
tehuis.
Het „lichten” van een stoomboot. Hoeveel
moeite, werk, risico, tegenspoed in dit ééne
woordje opgesloten ligt, kan alleen hij beseffen,
die ooit zelf dat werk heeft meegemaakt,
kleine woordje omvat dikwijls
Wegens het Kerst-
feest zal dit Blad a.s.
Zaterdagavond NIET verschijnen.
Het volgend nummer verschijnt
dus a.s. Woensdagavond, terwijl het
daarop volgend Zondagsnummer zal
worden uitgegeven op Nieuwjaars
morgen.
Spoedige toezending van adver
tenties is zeer gewenscht.
DE UITGEVER.
99
een globale berekening, die de
v. d. Weide, te Leeuwarden,
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4
een sprookjes-
ABONN EMENTSPRIJS40 Cents per U
Franco per post 50 Cents
nos. van dit Blad zijn verkrj
De donkere dagen voor Kerstmis: Begin
van de wintervacantie. Nu ontwaakt er bij
velen een verlangen naar het ouderhuis,
men wil de heilige dagen thuis doorbrengen.
Van uit instituut en school stevenen hon
derden jongelieden naar de plaats hunner
geboorte. Maar ook ouderen, zelf soms reeds
vader en moeder, trekken op, soms van heel
ter blijde inkomste in het ouderlijk
De donkere dagen voor Kerstmis. Natuur
slaapt, maar de dag zal komen, dat zij weer
ontwaken zal. Als de laatste der donkere
dagen voorbij is, keert de zonne terug op
haar baan... als de Prins uit het sprookje
kust zij de slapende natuur... de slaapster
ontwaakt uit haren sluimer.‘t wordt Lente,
nieuw leven ontspruit leven, groeien en
bloeien.
Die tijding brengt ons het Kerstfeest,
nieuw leven, herboren worden. Het duisternis
tot licht, uit dood ten leven.
Wij zingen juichend ’t lied der hope
bij ’t dalen van den langsten nacht;
Wat ook de gramme winter sloope,
de lente keert en ’t aardrijk lacht.
Al staart ons oog hier op de graven
Waaraan wij onze dooden gaven,
thans door één lijkkleed overdekt:
Eens ruischt het leven weer langs d’akker,
Al wal gestorven scheen wordt wakker,
God, als Uw levenszon het wekt.
Ws.
Sneek. Bij de heden gehouden verkiezing
van een lid van de Provinciale Staten in
het kiesdistrict Sneek (vacature-Luiking) zijn
candidaat gesteld de heeren P. Hiemstra
(S. D. A. P.) te Leeuwarden en S. A. Zand-
stra (A.-R.) te Wommels.
De stemming heeft plaats op Maandag 3
Januari.
Naar
heer J. J.
geeft in een ingezonden artikel in de L. Crt.,
zou men dit jaar in Friesland door den
hoogen waterstand ongeveer f 1,540,000
schade hebben geleden. Hij dringt op spoedige
verbetering van de boezemafwatering aan.
Te Heerenveen werd Zondag de alge-
meene vergadering gehouden van het Noorder-
gewest van het Ned. Gymnastiek Verbond.
De vergadering was behoorlijk bezocht. Uit
het jaarverslag bleek toename van turnclubs,
de rekening over 1909 sloot met een batig
saldo van ruim 1 11. De begrooting over
1910 werd vastgesteld in ontvang en uitgaaf
met f 015,88.
Tot Voorzitter werd herkozen de heer J.
W. v. Lessen te Groningen, tot bestuurs
leden de heeren L. de Jong te Heerenveen,
P. Gonggrijp te Sneek, F. Broersma te
Leeuwarden, G. Bakker te Groningen en
H. Edinga te Meppel.
Tot leden der technische commissie werden
herkozen de heeren M. Wierstra te Sneek,
C. van Hessen en P. Loos te Groningen.
Besloten werd de gewestelijke uitvoering
in 1910 te Meppel te houden en de turu-
dagen over te laten aan de prudentie van
het gewestelijk bestuur.
Groningen werd aangewezen als plaats der
volgende vergadering.
Weggeloopen soldaten.
Omtrent het wegloopen van manschappen
der instructiebatterij te Arnhem vernemen
wij het volgende: Vrijdagavond zijn 14 man
schappen der iustructie-öatterij, korporaals-
titulair en volontairs, weggeloopen. Zaterdag
avond zijn zij door een wachtmeester van
het corps te Nijmegen, waar zij zich vrij
willig aanmeldden, afgehaald en naar de kazerne
te Arnhem overgebracht.
De aanleiding tot de desertie was de vol
gende
Vrijdag was voor den maaltijd, bestaande
uit kaas en brood, de tafel gedekt en zouden
de manschappen aanzitten, toen ontdekt werd
dat er drie porties eten ontbraken. Daar
het vermoeden rees, dat er manschappen
waren, die de porties van hun kameraden
hadden opgegeten, werd terstond een onder
zoek ingesteld. Dit onderzoek, dat geen
resultaat had, was niet naar den zin van de
manschappen. Bij het avondappèl ontbraken
14 man, die, zooals later bleek, naar Nij
megen waren gewandeld, doch vermoedelijk
door de slechte weersgesteldheid genoodzaakt
waren zich spoedig aan de kazerne aldaar te
melden. Alg. Hdbl.
De linljes-quaedie.
In de Dinsdag gehouden zitting der
Tweede Kamer deelde de voorzitter mede,
dat hem door den heer Troelstra was ter
hand gesteld een voorstel om een parlemen
taire enquête in te stellen ter zake van
handelingen van den toenmaligen minister
van binnenlandsche zaken bij de verleemug
in 1903 van een decoratie aan R. Lehmann
en bij het plau tot toekenning eener deco
ratie aan E. A. Lehmann.
Dit voorstel zal worden gedrukt en naar
de atdeelingen verzonden.
Er is te Amsterdam sprake van den
bouw van een nieuw groot hotel, en wel aan
den Overtoom en het Leidsche boschje. Het
een
waaraan een
laatste was
bevestigd.
Toen werd het uiteind van den ketting
aan de groote sleepboot bevestigd, die zoo
de staaldraad onder de boot door moest
trekken. Doch hoe ze ook met alle kracht
aantrok, de ketting wou niet schieten, de
sleepboot bleef op dezelfde plaats liggen.
Nadat de duiker zich overtuigd had, dat
de ketting goed lag en nergens achter kon
haken, werd de sleepboot weer aan ’t werk
gezet en na eenige vergeefsche pogingen,
waarbij eenmaal nog de sleeptros brak,
schoot eindelijk nadat de boot terug was
gestoomd en toen met volle vaart aantrok
de dikke staaldraad door, zoo hard zelfs,
boord van den blazer niet
was en mee in de diepte
de zee moet verbazend effen zijn, wil ’t
werk naar wensch vlotten.
Doch in ’t laatst van December te wach
ten op een mooien, bladstillen dag, dat be-
teekent evenveel als wachten op een flinke
prijs uit een loterij, ’t Is best mogelijk
dat zoo’n dag weken op zich zal laten
wachten. Toch zal niet eerder voortgang
met ’t werk kunnen worden gemaakt.
Een dikke mist kwam
zee opzetten en maakte de
wereld rondom ons zoo klein, dat we niet
meer dan een 20 M. in ’t rond konden zien.
Bovendien haalde de wind aan, waarom we
maar zoo spoedig mogelijk de haven van
Enkhuizen opzocbten.
In Enkhuizen hoorden we hoe daar de
familie van een der opvarenden was aange
komen, in de hoop, dat we de boot en
misschien een of meer der bemanning naar
de haven zouden brengen. Ook voor hen
een vergeefsche reis dus.
Toen ik heden Maandagmorgen weer aan
boord kwam, had ’t mooie weer van den
vorigen morgen plaats gemaakt voor een
treurig weertje.
Sneeuw, gepaard met rukwinden maakte
’t werken voor vandaag onmogelijk en ’t
lichten werd dus uitgesteld tot
wanneer?
Koning voor miïlioenen, die God Almachtig
aanbidden, zooals Hij het heeft geleerd.
Geen Koninkrijk naar deze wereld, maar
een Rijk, waarin vrede, liefde en gerechtig
heid de hoogste geboden zijn.
Waar maar menschen wonen, te land en
ter zee, waar de zee de stranden kust of
waar de groote woestijn is, overal wacht men
op dezen Kerstdag, den geboortedag van het
arme Koningskindje.
En als de kalender aanwijst 25 December,
dan zingen miïlioenen menschen, in alle
talen en tonen Eere zij God, in den
Hoogen, Vrede op aarde, in menschen een
welbehagen. En duizenden van klokken
beieren in duizendvoudig koor, over gansch
de aarde, de heilmare Jezus is geboren 1
Opgericht 11 Februari 1867. f TITI
Zittingen: eiken Maandag b1/27i/2 uur wAfJLJLb V
eiken Donderdag 121 uur in de Consistorie'
kamer der Doopsgezinde Gemeente. i i n *1
De donkere dagen voor Kerstmis. Korte
dagen, lange nachten, weinig zon,
regen, wind. Doodsch is het buiten op het
veld, en als het avond geworden is, hangt
er eene stilte over het dorp, die het als
uitgestorven doet schijnen.
De maan, die stille wachteres van den
nacht, schijnt door het wolkfloers henen, en
zet alles in een vriendelijk licht. Vooral nu
er een weinig sneeuw gevallen is, waarin
het zachte licht spiegelt, bespeuren we scha
duwen en tinten, die alles
achtig aanzien geven.
de ruwe, koude maand December kan met
Sigaren magazij n dat werk gepaard gaan zoo’n tegenslag in
i a^es» dat men na eenige weken werken vaak
Tja J H .even ver is als voorheen.
IrV X CL UwvJb*W UXmJhL W i ’t Was juist een week geleden toen wij
j.l. Zondagmorgen weer naar de gezonken
Aanbevelend, j „{JandeJ en Nijverheid” vertrokken, dat we
Fff R FFRR1VI ANQ de eerste tocht daarnaar maakten. En alles
lil» D. DERUIVIAHO. was nu zoover, dat waarschijnlijk nog dien
dag de boot boven water gehaald kon worden,
zoodat dan in een week alles zou zijn afge-
loopeneen resultaat, dat in aanmerking
genomen het slechte weer, waardoor eenige
dagen niet gewerkt kon worden zeer gunstig
mocht worden genoemd.
We waren ’s -morg. 7 uur met de blazer
en een sleepboot naar het wrak vertrokken,
waar nog een staaldraad onder de boot zou
worden gebracht. Dan zou de sleepboot
teruggaan om met behulp van nog een
sleepboot de beide bokken te brengen en
het werk zou dien dag afloopen. Althans
zoo dachten wij, en dat scheen ook zeer goed
mogelijk, want het weer was uitgezocht. De
zon keek vroolijk boven lichte wolkjes uit
en kleurde de lichte kabbelingen van de
effen zee met een fijn doorschijnend
blauw.
De sleepboot sneed vlug met haar scherpen
kop door ’t water en bracht ons spoedig
aan de plaats van bestemming. Terstond
begon de duiker de laatste staaldraad onder
de boot door te brengen, d.w.z. hij bracht
dunne ketting onder de boot door,
dikker ketting vastzataan dit
de 7 cM. dikke staaldraad
dat ’t eind aan
eens te houden
verdween.
We waren nu bang, dat de staaldraad
geheel onder de boot doorgetrokken was,
zoodat alle werk dan tevergeefsch zou zijn
geweest en inderdaad, toen de duiker naar
beneden ging was ’t eene eind nergens te
vinden, ’t Bleek later echter, dat ze door
haar zwaarte en het trekken van de sleep
boot diep in het slik op den bodem van de
zee was weggedrongen.
Toen ze eindelijk weer boven water ge
haald en geheel in orde gemaakt was, wees
de klok al over 12. ’t Werd te laat nu
nog de bokken te laten komen en ook ’t
weer werd minder.
plotseling uit
vervlogen jarenEere zij God, Stille
nacht, Heerlijk klonk het lied der
Engelen.
En in den Oudejaarsnacht, ter twaalfder
stonde, dan viert het intiem familieleven
hoogtijd, als ouderdom en jeugd met een
dankbaar terugzien, blijde toekomst tegen
gaat en elkaar met een lach en een traan
een zalig nieuwjaar weuscht.
De donkere dagen voor Kerstmis. Dagen
van blijde verwachting, ’t Zal feest zijn,
feest ter eere van een kindje, dat eeuwen
geleden geboren werd.
Geen „hemelken van blinkende satijn”
omhuifde dat kindje, geen „spreike met
goudene franje” dekte het, ’t was maar
een arm kindje.
De moeder had geen wiegje
en ach, dat speet haar zoo zeer,
Toen lei ze ’t kleine kindje
maar in een kribbe neer.
Arm werd het jongske geboren, kommer
vol was zijn leven, smartelijk zijn sterven.
en toch was het ’n Koningskind, dat kindje
uit het ,geslacht Davids, toch is het Koning
geworden en nog is het de Koning, de Groote
De donkere dagen voor Kerstmis. De
arbeid op het veld is gestaakt, natuur
slaapt.
De Schepping heeft het feestgewaad,
al bevende uitgelrokken
Een sluier ligt haar op ’t gelaat,
een wa van witte vlokken.
Zij slaapt, verbleekt, versteend van kou,
of zij nooit weer ontwaken zou.
De landman heeft zijn gereedschap opge
borgen, hij zal de slapende niet storen.
Maar denkt niet, dat het binnenshuis ook
zoo rustig en stil is. Neen, al die boeren
plaatsen, zoo verspreid daarheen liggende,
bij avond schijnende als te zijn uitgestorven,
zijn middelpunten van leven en werken. En
nu moge de machine ook veel arbeid weg
genomen hebben, toch wordt daar gedorscht,
geschift, verwerkt.
En het vee, in stal en hok, vereischt
voortdurende verzorging. Als ’t nog duistere
nacht is, bespeurt gij reeds licht door het
„buthfïsraemt”. Als alles nog slaapt, zijn de
melkers reeds bezig, wordt er gevoederd,
gereinigd. En als de stedeling zich nog eens
omkeert, heeft de melkrijder die melk reeds
vervoerd naar de fabriek.
Als de boer dicht bij het dorp woont, is
het „buthfis” de plaats, waar menigeen de
felle koude of een al te drukke moeder de
vrouw ontvluchtte.
’t Is daar warm achter de koeien. Een
bank of een omgekeerde emmer zijn geschikte
zitplaatsen. Daar wordt soms ’n kaartje ge
legd, de „Kronica dorpica” behandeld,
of weer verhaalt deze of gene hoe ’t hem
gegaan is, toen hij „om utens wier, nei
Dutslan”. Als ’t er niet te druk gemaakt
wordt, verleent de boer dit vrij logies graag
enkele hunner houden meer van stilte
voor het vee, en houden de „buthusdoar"
gesloten.
„Handel en Nijverheid.”
De Nieuwe Sneeker Courant bevat nogmaals
een zeer interessant verslag over bovenstaande,
waaraan wij het volgende outleenen
zou een hotel moeten worden, lugencht voor
logeergasten. Een aantal gebouwen zouden
daarvoor moeten worden gesloopt, o.a. het
tramgebouw, het café en de diamantslijperij.
(Tijdf
Alles is kant en klaar thans, zoodat in
dien nu begonnen wordt, de boot waarschijn-
lijk zeer spoedig boven zal zijn, ’t Eenigste
waarop thans gewacht wordt is een bijzonder
mooie dag weer, zonder eenigen wind. Want
We deuken weer aan ’t prettig thuis
met al zijn zegeningen
Aan droefheid en aan feestgedruisch
wat bonte herinneringen.
En zijn we al geen kiudren meer,
Bols
V JCilvlx. It LJ A AK j i j j JA 1 1