Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
i
No; 14.
50ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
1911.
OER RITTEN EN RATTEN.
Donderdag 16 Februari.
BINNENLAND.
UIT DE PERS.
FOR DE BERN.
VOOR
u
Afzonderlijke
a 5 Cent.
sünder
dat
progressie,
degressie
i kapitaal
iets lager
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents,
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
mar for ’n
Boerenhofstede verbrand.
54 stuks vee in de vlammen omgekomen.
Wirdum, 13 Febr. Hedenavond ongeveer
kwartier voor negen uur ontstond er brand
in de boerenplaats van Pieter Schaap, onder
Wirdum, aan den Rijksstraatweg. Zoo snel
grepen de vlammen om zich heen, dat het
vee niet gered kon worden. Uitgezonderd
één kalfje, dat uit een nevengebouw werd
gered, is al het vee, te zamen 54 stuks,
waaronder drie paarden, in de vlammen om
gekomen.
De brandweer van Wirdum was spoedig
met twee spuiten op het terrein aanwezig,
en hieraan is het dan ook te danken, dat
de voorhuizinge en een onder den wind,
direct tegen de schuur staand, groot bijge
bouw, is behouden gebleven. Vee, inboedel
en boerengereedschap was verzekerd bij de
Onderl. Brandwaarborg-Maatsch. Leeuwarde-
radeel, Baarderadeel, Idaarderadeel, enz.,
terwijl de huizinge, behoorende aan de maat
schappij «Hasta”, bij een maatschappij in
Den Haag is verzekerd.
De zoon en de dochter waren naar de
Krite «Wirdum”,alwaar «priissprekkerij” was.
Schaap, zijne vrouw, en de meid zaten
rustig in de voorhuizinge te dominospelen,
toen zij door lieden, die den straatweg pas
seerden, werden gewaarschuwd dat alles in
brand stond. Het hooi brandt nog altijd
door. Een deerniswekkend schouwspel levert
het doode vee, in den stal. Een puik beslag,
waarvan roem uit ging, is door dezen brand
verloren gegaan.
Terband, 12 Febr. Door de stemgerech
tigde manslidmaten der Herv. Gemeente in
/Engwirden werden heeren Pastorievoogden
gemachtigd om met de kerkelijke autoriteiten
een schikking te treffen, ten einde het moge
lijk te maken, dat de beroeping van een
predikant alhier voortgang kan hebben.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Tegen de celstraf.
Uit de verslagen, welke telkens in het
begin van het jaar aan den Minister van
Justitie moeten worden opgezonden door de
Collegiën van Regenten over de verschil
lende gevangenissen, blijkt dat van de vele
disciplinaire straffen, welke, vooral in de
cellulaire gevangenissen, worden opgelegd,
bestaande in opsluiting in een donkere straf-
cel, het onthouden van warm voedsel enz.
het overgroote deel wordt opgelegd wegens
de overtreding in deze inrichtingen bekend
als poging tot verboden verstandhouding.
Uit de aanhoudende pogingen van gevan
genen om (hoewel zij weten, dat dit ernstig
gestraft wordt) in de cellen door het tikken
op de verwarmingsbuizen en op de wandel
plaatsen door het overwerpen van briefjes,
met elkander eenige gemeenschap te oefenen,
Forstan to keap.
Op in ongelegen doarpke wennen in pear
aide minsken hja hienen in soan by hjarren
yn, en dy wier sa dom, dat syn mem faek
sei dou mochst noch wol ris nei de stêd
om hwet forstan to keapjen.
Nou wie ’t ris op in kear, dat Gurbe,
sa hjitte ’r, yn ’e stêd wie, en in winkel
ynstoep, mei de frage kin ’k hjir ek forstan
keapje Jonge jawol, sei de winkelman, for
hofolle wolle jy ha
Nou, sei Gurbe, jow my
kwartsje.
Do sei de winkelman as jy jou bannen
waskje, dan moat je
sa bot
s se altiid nei Anderen
balde, oars rint jo dat sjipsop sa yn ’e
mouwen op.
Jildt dat in kwartsje frege Gurbe, dat
f saun
De tienurige werkdag.
Wanneer men de volgende opmerkingen
leest, die De Standaard maakt over den tien-
urigen arbeidsdag, dan rijst de vraag of het
blad de wettelijke regeling wel aandurft.
Het schrijft
«Al aanstonds moet ge bij het stellen van
dien regel beginnen met de poort open te
laten voor tal en tal van uitzonderingen.
Bij groote Bedrijven, waarbij een talrijk per
soneel werkt, moge afwisseling denkbaar zijn,
zoo er langer moet worden doorgewerkt, maar
op zee b.v. gaat dit eenvoudig niet. Bij kalm
weer nu ja maar niet als de donkere luchten
opzetten. De politie kan ’s nachts niet gaan
slapen. De brandwacht kan niet leegloopen.
En zoo zijn er ook andere soorten van arbeid,
die zoozeer aan de productie gebonden zijn,
dat, zoo de productie binnen tien uur niet
kan afloopen, de productie, en dus ook de
arbeid er voor, door moet gaan. Zelfs een
dokter voelt dit gedurig aan eigen lijve. De
maatregel is daarom niet in te voeren, tenzij
men gereed zij met de exceptiën, en weet
hoe die te regelen zijn.
In de tweede plaats is niet elke arbeid
even vermoeiend. Er is arbeid, waar zelfs
tien uur te veel is. Er is andere arbeid, die
bijna niet vermoeit en waar zoo korte duur
niet strikt genomen vereischt wordt, zoodat
acht uur in het ééne bedrijf zelfs met elf
uur in het andere nog niet gelijk staat.
In de derde plaats, is de physieke kracht
en het uithoudingsvermogen van den éénen
arbeider vaak zeer verschillend van dat van
anderen. Men zag het nog onlangs bij een
proefmarsch van het regiment Jagers en
Grenadiers. Er waren er, die na afloop nog
zoo frisch als een hoen waren, en met lust
en gemak nog twee, drie uren zouden hebben
doorgemarcheerd terwijl er anderen waren, die
half weg reeds uitvielen en het op moesten
geven.
Dan komt in de vierde plaats de quaestie
van ’t loon. Als er per uur betaald wordt,
is dan de bedoeling, dat de man, die tot
dusver 12 X f 0-20 'ontving, nu slechts
10 X f 0-20 zal ontvangen, d.i. acht stuivers
minder per dag, of f 2.40 per week? Zoo
ja, zal dan ieder huisgezin dit missen kunnen,
of zoo neen, zal een patroon die verhooging
van het loon uit zijn zaak kunnen vinden?
En dan luidt, wat het laatste geval betreft,
het antwoord gunstig voor enkele bedrijven,
omdat gebleken is, dat een arbeider, die 10
uur werkt bij die bedrijven, feitelijk evenveel
uitvoert als vroeger in 12 uur. Alleen maar,
dat zijn excepties en het stelt geen regel.
In verreweg de meeste bedrijven wordt in
12 uur meer uitgevoerd, dan in 10.
En hierbij komt dan in de vijfde plaats
het heel andere vraagstuk zal de arbeider,
die maar tien uur behoeft te werken, de
andere uren rust nemen, of voor zijne rust
uren werk op eigen gelegenheid zoeken
Herhaaldelijk toch kwam het voor, dat een
arbeider juist door vroeger vrijaf te krijgen
er toe gebracht werd, om nog soms drie
uren thuis te gaan werken, ook voor een
patroon, maar dan stukwerk aan huis.”
Ja, ja, het is moeilijk contenter tout le
monde et son père 1
Successiebelasting.
Hoe De Standaard over een successie
belasting denkt Het volgende is ontleend
aan een driestar in dit blad
«Successiebelasting binnen perken gehouden
is voor ons slechts uitgestelde inkomsten
belasting. Is er een ton kapitaal, dan kan
Hoe kan het ook anders Dag aan dag
blijkt duidelijker, dat, wat de wetgeving
betreft, de coalitie als zoodanig niets vermag.
En aan de verlangens van de eigen partij
wordt niet voldaan. Waarom zal men zich
dan eigenlijk coaliseeren
Er is geen ander antwoord mogelijk dan
hier is gegeven om de «praktische politiek”
dat wil zeggen om het succes, de macht, de
zetels. Maar daaraan heeft ten slotte niemand
iets dan de gelukkige bezitters; en dat is
voor een staatkundige partij niet genoeg.”
de Overheid tweeërlei doen. Ze kan of zeggen
Betaal mij van die ton, over een periode
van 30 jaar gerekend, elk jaar f 100, bf
wel ze kan zeggen Houd dat geld voor-
loopig maar, doch als ge komt te sterven,
zal ik van uw erven f 3000 nemen. Om
het globaal op te zetten, laten we nu de
interest op interest buiten spel. Door nu
het laatste stelsel te kiezen, gunt de Overheid
aan den eigenaar van dit kapitaal het voordeel,
ten eerste, dat hij die 30 jaar lang zijn geld
houdt, er vrij over beschikt, dit geld niet
behoeft af te schuiven, en ten andere, dat
hij ’t betaalt, als hij dood is en er dus toch
niets meer aan heeft, terwijl dan wel zijn
erven het moeten uitkeeren, maar op een
oogenblik, dat ze goed geld krijgen, waarvoor
ze zelven niets hebben gedaan.
We kunnen hier geen hardheid in zien,
eer een tegemoetkoming. Alleen zouden we
nog een tweede tegemoetkoming zoo gaarne
aan de eerste zien toegevoegd en wel door
een termijnbepaling.
Nemen we weer het onderstelde kapitaal
van f 100.000, dan kan het zoo bitter on
gelijk loopen, al naar gelang in eenzelfde
eeuw ditzelfde kapitaal slechts driemaal of
tienmaal versterft. Generaal genomen het
telkens te betalen bedrag op f 3000 stellende,
gaat er in het eerste geval per eeuw
f 3000 X 3 f 9000 af, en in het andere
geval f 3000 X 10 f 30.000 en verliest
het alzoo bijna een derde.
Hierin nu steekt een onbillijkheid. Het is
meer dan eens voorgekomen, dat eenzelfde
kapitaal, waarvan pas de successiebelasting
betaald was, binnen drie jaar weer overging,
zoodat er ten tweede male binnen drie jaar
moest betaald worden.
Deze onbillijkheid nu ware te voorkomen,
indien men als normalen termijn zeg 30 jaar
aannam, en voor langer tijd een
maar dan ook voor korten tijd een
in voerde. In den regel versterft een
driemaal in elke eeuw, of wil men
gaan, zeg dan viermaal, en reken den normalen
termijn op 25 jaar. Leeft nu een tijdelijk
bezitter van dat kapitaal zooveel langer, dan
heeft hij er ook zooveel langer genot van,
en is er niets onbillijks in, dat bij zijn
sterven zooveel meer betaald wordt. Maar
dan ook omgekeerd, sterft hij spoedig, zoodat
hij niet 25 jaar, maar slechts 20, 10 of 5
jaar er genot van had, dan is betook billijk,
dat er zooveel minder afga.
Voor den Staat blijft het ’t zelfde. Er
zou van hetzelfde kapitaal, de ééne maal iets
minder, de andere maal iets meer afgaan
maar over een eeuw gerekend zou de op
gebrachte som gelijk blijven.
Wat thans vooral de aversie tegen de
successiebelasting stijft, is het telkens voor
komend feit, dat een kapitaal, waarvan pas
kort geleden het volle geld betaald is, na
korten tusschentijd weer versterft, en dat er
dan nogmaals het volle bedrag afmoet.
Kon dan ook aan deze onbillijkheid worden
tegemoet gekomen, zoo zou stellig deze
belasting aan sympathie winnen.”
Over de coalitie.
Land en Volk schrijft
«De Christelijk-historische Unie heeft dan
een buitengewone algemeene vergadering ge
houden. Er is geen conclusie genomen. Wij
zijn derhalve geheel vrij in de diagnose van
het geval.
Zij is deze in de kringen der Christelijk-
historischen stijgt de weerzin tegen de coalitie
met den dag.
Reeds het feit, dat deze vergadering werd
gehouden, zegt iets. Een buitengewone ver
gadering van een der gecoaliseerde partijen
ter bespreking van de vraag, of aan die
coalitie ook een einde moet worden gemaakt.
Maar dan wanneer in dezen toon door
een aantal ernstige mannen de fameuze
coalitie wordt besproken, hoe zal men er
dan nog eenige geestdrift voor wekken? De
mannen, die hier hun geweten kwamen
luchten, hoorden het antwoord«geef een
advies voor de praktijk” (dr. de Visser)
«gij leeft niet in de practische politiek” (de
heer van Meggelen)«wij hebben toch van
de Roomsche ministers zedelijkheidswetten
gekregen” (idem); «men speelt in de kaart
van de liberalen” (Warmenhoven). Niemand
zal beweren, dat hier de kracht was bij
laatstgenoemde partij.
hwet keapje, xen jy bitelje dat daliks net,
en de man, by hwa’t jy koft ha, komt letter
om it jild, den siz jy mar allegearre leugens,
ik wit nearne fen, en den is der nimmen,
dy’t der hwet. oan dwaen kin.
Ik scoe sizze, sei Gurbe do, det dizze
rie it jild wol wirdich is, der kin men noch
ris hwet foardiel mei bihelje.
Ja, wis, sei de keapman nou krij ik fen
jo in ryksdaelder en in kwartsje en saun
sturen, dat is meielkoar trije goune en in
dübeltsje.
Mar Gurbe makke foart gebrük fen syn
nijkeap en seiallegeare leugens, ik wit
nearne fen en roun do hird de doar ut.
Hwa hawwe ’t measte foardiel fen in
iepene winter? Dy fraech waerd dien yn in
Dutsk tydskrift, en it antwird wier: dokters
en deagravers. Men wou dos mar sizze dat
iepene winters üngesoun waer mei bringe.
Ef sa’n redenaesje opgiet? As men neigiet
ho faek en folie der oan ’e Siegerwoldster
kant tsjinwirdich ierappels stellen wirde, den
kin men al maklik ófliede det er by it waer
froast noch wol minsken binne,
hwaens sounens noch al aerdich op peil
bliuwt, hwent oars scoe men yen wol net
in reis treaste wolle om ierappels, dy’t for
sike magen nou just gjin pré binne. Salang
as de ljue noch ierappelstellers-tochten onder-
nimme, hawwe de dokters er yn allegefallen
gjin boadskip. Hwa ’t gjin foardiel fen
iepene winters ha, dat binne de hirdriders,
as men tominsten yn de priizen dy’t hja
winne neat oars as foardiel sjucht. Mar as
men nou wer bigjint, det in hirdrider mear
oan syn lea lit, as det er oan prizen wint,
dan is priiswinnen op ’t lést ek ai wer naet
as skea, en sadwaende moatte alle hirdriders
mar fen gelok sprekke det er gjin iis komt,
dan habbe hja, de skea oan priiswinnen
forboun, ek net to dragen. In poarsje
arbeiders üt ’e omkriten sjugge der skea yn
om sünder wirk om to rinnen, der fendinne
binne hja mar wer op Dütsklan tasetten om
dér in goed deihier te fortsjinjen. Det it for
in hopen wol in swiere gong is, om wiif en
bern efter to litten en dan pür yn ’e
fremdte, fier van hüs en hiem de kost to
fortsjinjen, is maklik te bigripen.
Derom binne de ljue ek sa hjit op in
baentsje der’t fêst jild oan forboun is. Der
waerd nou in „wegwerker” frege to Koarnjum
op in wyklean fen tsjien goune. En der
kamen mar efkes 126 op ta setten dy’t
allegearre om ’t baentsje tingen. Hja scille
wol tocht hatsjien goune wyks en it giet
fen ’e gemeinte, faeks is der ek noch kwet
pensioen oan fêst, dat... maar de kansen
steane al wer net moai, it is noch faeier as
hündert om ien.
Fen pensioen spritsen. Dat hat men in
aide deagraver yn Tsjalbert nou tasein. De
man is Aid en by hünderten hat er sa foar
en nei hinnedragen sjoen, nei de grêven
troch him groeven. Nou is er aid en bigjint
nou seis nei ’t grêf to lüken. Hwa scoe sa’n
aide bodder noch net in toarntsje rêst ginne
he? en in pensioentsje? Nou wy wolle hoopje
er der noch hwet nocht fen hawwe
mei... Mar ’e... it komt fensels net
oan. Hwet tocht jimme hofolle?
«Twahündert goune”.
Mis hjer, 15 goune yn ’t jier. Men scil
wol beare dat it sa’n bytsje is, mar men kin
yen treaste mei de gedachte, dat de man
seis er skoan mei yn oarder wie en dan hat
fierder ek nimmen hwet to riklemearen.
wordt door de tegenstanders der celstraf aan-
getoond hoezeer dit stelsel met de menschelijke
natuur in strijd is en dus slechts demorali-
seerend werken kan.
Een vergeelachtige dief.
Aan de grenzen bij Dinxperlo werd Zater
dagavond door een dief bij een der landbouwers
ingebroken. Terwijl de dief zich in het
I kippenhok ophield, bemerkte de dienstbode
onraad en waarschuwde de politie. De dief
bemerkte onraad en vluchtte. Toen de politie
een onderzoek deed, vond men in het kippen
hok een mand met duiven, door den dief
achtergelaten.
Het fort Chabrol
Hedenmiddag is door de marechaussees,
die haar eindelijk gevangen namen, te Arnhem
binnengebracht de vrouw uit fort Chabrol te
Wychen.
wist ik woljow my dan mar ris for
stüren.
Do sei de winkelman as jy bygefal in
stik hout bifykje wolle, den moat jy altiid
fen je ou snije, den ha jy noait gjin genoad
om jo yn ’e jas to fykjen.
Och man 1 róp Gurbe do, dat wist ik ek
wol.
Nou, sei de winkelman, dan moat jy mar
ris for in ryksdaelder keapje.
En Gurbe sloech ta, dat moast den mar.
Do sei de winkelman: as jy hjir ef der ris
Bolswardsche Courant,
•II
I