Nieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
REDE van Ds. VAN ÏÏIJHE.
verscnijnt Donderdags en Zondags.
No. 26.
1911,
50ste Jaargang.
fflïï? ISME!
Donderdag 30 Maart.
VOOR
afzonderlijke
Ws.
’t Fe forlit de
de
’t Is Lente, lente I het feestgeschal
Van //lente, lente klinkt overal.
Beknopt verslag der
der passie-muziek. Nog verwijlen
en strijden, straks bij kruisdood
tonen, Haydn’s Z/Jaar-
het mooie
En straks zullen we in stille aandacht
luisteren naar het meesterwerk, in voorbe
reiding bij de Gemengde Zangvereeniging
z/Bolsward”. We zullen aanhooren hoe in
macht van klanken en 1
getijden” ons zal verhalen van
voorjaar, van de heerlijke lente.
neare stallen, protters kweelje
op it tek,
’t Ryk fen kjeld is nou
amme
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Jeremiades
Pas ver
weer begonnen,
aardappelen zetten. Een dag of
bezig uit is ’t’t land is
nou ja, als eens gegeten
forfallen, maitiids
krong ’t tobek
O, 't is oeral to fornimmen, alles laket ds
wer oan,
’t Ropt us ta mei tftsen stimmen Maitiid
sit wer op ’e troan”.
Hark de beamen ndver rdzen... ’t jonge
libben, ny en fris
Komt ta tdke en stamme ut brüzen, om ’t
it nou wer maitiid is.
deel, waar een
gekozen was, en
om de zittingen
In Warga wilde men onlangs ook een soc.
arbeider der fabriek in den raad brengen,
maar de boeren der fabriek wilden het niet
toelaten. Toen is een ander soc. gekozen, en
wel tegen den wil van alle partijen te zamen in.
Arbeiders, leert er uit, alle partijen, ’t zij
liberaal of kerkelijk, staan als 't nijpt een
drachtig tegenover de soc. democratie. De
arbeider moet hierdoor inzien dat de strijd
gaat om de belangen van zijn lot. De zweep
der soc. dem. moet de bezittende klas dwingen
om het lot der arbeiders te verbeteren, vrij
willig gebeurt het niet, weest daarvan verzekerd.
Hoe de anti-rev. over het algemeen kies
recht denken, dit weet men. Zij willen het
gezinskiesrecht, en baseeren hun beginsel er
op, dat de maatschappij uit gezinnen bestaat,
en dan willen ze gezinshoofdenkiesrecht. In
den breede toont Spr. evenwel aan het on
gerijmde en het onhoudbare van dit stelsel,
maar wijst er tevens op, dat toen minister
Tack in 1894 een groote uitbreiding van
kiesrecht voorstelde, Dr. Kuyper daarvan toen
een voorstander was, en toch het huismans-
kiesrecht daar in dat voorstel niet gehuldigd
werd. Door den tegenstand van de conser
vatieven in alle partijen is van het ontwerp
niets terecht gekomen, en in 1900 toen
er bij de democraten onder de anti-rev. een
frissche strooming was, onder leiding van
den tegenwoordigen minister Talma, gold het
ook dat de arbeider als arbeider kiesrecht
moest hebben. Toen was er dus ook al weer
geen huismanskiesrecht, waar toch later door
woord en geschrift zoo sterk op aangestuurd
werd. Ter wille van het gescharrel met de
bondgenooten der coalitie, vooral der room-
schen, die hun pastoors en broeders toch
ook als kiezers wilden hebben, is naast huis
manskiesrecht ook capaciteitenkiesrecht ge
steld, doch men ziet uit alles, zegt Spreker,
hoe met het beginsel omgesprongen wordt,
en voor de Patrimoniummahnen moet het
toch wel zijn een ruk aan den blinddoek,
die hun oogen bedekt.
Waar die partijen roepen het geestelijke
heil voorop, daar staat de soc. aan hun zijde.
Ook de soc. willen betere geestelijke ont
wikkeling, maar om daartoe te komen, moeten
de stoffelijke omstandigheden verbeterd worden.
Waar blijft er voor geestelijke ontwikkeling
tijd, als de werkdag zoo lang is, als het
kind te gauw moet helpen verdienen, als
zelfs de vrouw mee moet werken
En in de bestrijding der volkszonde, in
de drankbestrijding staat de sociaal nog altoos
aan de spits, wel een bewijs, dat die partij
krachtig streeft naar opheffing uit bestaande
ellende.
Hoe de liberalen denken over het alg.
kiesrecht De geschiedenis bewijst het.
Toen in 1897 de S. D. A. P. kwam met
de verkiezingsleusalg. kiesrecht, vond zij
overal bespotting, in 1901 kwam er herrie
over in het liberale kamp, waar uit toen de
vrijzinnig dem. bond ontstond, die wel iets
voor dat alg. kiesrecht voelde. In 1905
zouden de partijen broederlijk samengaan onder
z/’t blanco artikel”. Art. 80 van de grondwet
zou geen beperkingen voor ’t kiesrecht meer
stellen, echter men hield den slag om den
arm. In 1909 eindelijk werd ook bij de
liberalen de leuze alg. kiesrecht gehuldigd
maar hoe vraagt spreker.
De centrale in de liberalen is op ’t oogen-
blik bezig zich te organiseeren in een grooten
vrijz. bond, en daar wordt wijziging der
grondwet voorgestaan, ten einde te kunnen
komen tot alg. kiesrecht. Het wordt
voorzichtig gezegd zzte kunnen komen”
en dit woord kunnen geeft den ernst der
liberalen te kennen inzake alg. kiesrecht.
Het is een teeken, zegt spr. dat het er nog
Voor het vee wordt thans meer gedaan
dan voor de menschen, en dit zal zoo blij ven,
zoolang de arbeiders, ook de landarbeiders,
niet flink voor hun rechten opkomen en
door organisatie macht uitoefenen.
Er waait tot mijn vreugd, zegt Spr. in
Friesland een frissche roode wind, doch de
organisatie der arbeiders ontbreekt nog.
Nu moet men het alg. kiesrecht evenwel
niet als een tooverstaf beschouwen, waarmee
dan alles in eens zal kunnen worden ver
beterd, maar geleidelijk zullen de verbeteringen
komen. Het is altoos een roeien tegen den
stroom op, dat leert het geval in Menalduma-
soc. arbeider der zuivelfabriek
deze geen tijd werd gegeven
van den raad bij te wonen,
men onlangs ook een
Dinsdagavond trad voor de afd. //Bolsward”
van de S. D. A. P. als Spreker op Ds. M.
C. VAN WIJ HE van Engelum met het
onderwerp zzDe strijd der Arbeidersklasse en
het Algemeen Kiesrecht”. De bovenzaal van
den heer Huizenga was tamelijk goed bezet.
Ongeveer 'n 60 mannen en nagenoeg een 20
vrouwen waren aanwezig. De vergadering werd
door den Voorzitter, den heer T. de Boer
geopend, die er op wees dat deze rede ook
werd gehouden naar aanleiding van het
volkspetitionnement voor algemeen kiesrecht.
Spreker begon met te zeggen dat dit peti
tionnement een mooie gelegenheid is, om de
arbeiders te herinneren aan de waarheid van
het socialisme, dat als een blijde boodschap
hen wijst op het mooie en schoone dat er
kan komen ook in hun leven. Spreker vindt
het een genot, de arbeiders te spreken over
hun plicht om op te komen voor hun rechten,
en dat petitionnement is al wederom een
uiting van dien plicht.
Het is echter niet de eerste maal dat er
een trilling gaat door alle lagen der maat
schappij. In 1884 en ’85 en ook in 1891
en '92 ging er ook een groote strooming
door de massa. Toen door Domela Nieuwen
huis wakker geschud, was men nog als in
den dommel, en op de groote meeting in
1885 in den Haag werd wel door de ver
gaderde arbeiders een motie met geestdrift
aangenomen, waarin werd te kennen gegeven,
dat men niet langer het algemeen kiesrecht
wilde vragen, maar het nu zou eischen
echter die geestdrift verliep en de bezittende
klasse zag wel in dat de arbeidersbeweging
nog van geen beteekenis was, om zoo op te
treden en de partij zelf zag dat ook
weldra, in waardoor de actie verslapte.
In latere jaren kwam allengs weer meer
beweging en in 1892 werd een meeting ge
houden waarop 20.000 menschen verklaarden
z/Wij willen het algemeen kiesrechtDe
beweging was toen weer sterk, doch de kanker
van het anarchisme, dat van geen parlemen
taire beweging wilde weten, maar den boel
in eens wilde opknappen, bracht zooveel
tweespalt, dat de beweging weer met lamheid
scheen geslagen te zijn. Alles stond weer
stil. Evenwel werd in 1894 opgericht de
S. D. A. P. met den hoofdinzet: //het alge
meen kiesrecht”, daarin lag opgesloten de
strijd voor de macht van het arbeidende volk.
Wat beteekent dit algem. kiesrecht? vraagt
Spr. In 1887 is de eerste kiesrechtuitbreiding
gekomen, toen kwam het getal kiezers van
130.000 op 300.000 en die 170.000 nieuwe
kiezers waren voor verreweg het grootste
deel uit den kleinen middenstand. Die ver
meerdering van kiezers heeft invloed gehad
op onze wetgeving.
De bevordering van landbouwbelangen in
velerlei opzicht is sedert van regeeringswege
gesteund, doch voor den arbeider is nog zoo
goed als niets gedaan, en waarom niet Om
de doodeenvoudige reden, dat de arbeiders
geen meezeggenskracht hebben. De land
arbeider, ja ’t geheele platteland is erg
conservatief, men laat zich daar nog te veel
blinddoeken. Voor den landbouw wordt per
jaar al bijna drie millioen van regeeringswege
uitgegeven, dit komt den grondeigenaars ten
goede, den arbeiders helpt het volstrekt niets.
Zoo zingt een onzer dichters (F. J. de
Zee). En zoo is ’t. En daarom zangers, die
oog en oor hebt voor het schoone der lente,
zingt, zingt. We weten het, gij ziet en hoort
veel zoo geheel anders dan wij, menschen
van het proza.
Dat is niets. Vertel ons wat de gras
sprietjes elkander toefluisteren, waarvan
het hart der gevleugelde zangers vol is, zoodat
zij het luide uiten, wij willen van u
vernemen wat de zonnestraal zoo zachtkens
vertelt aan ’t nog gesloten knopje, wij
luisteren naar U, als heerlijke poëzie ons
blijmare brengt: /t is lente, lente!”
dunnetjes opzit, en daarom moet een krach
tige arbeidersorganisatie er druk op uitoefenen.
De petitionnementsbeweging is al reeds een
poging er toe, daarin wordt te kennen ge
geven wij willen de macht hebben om voor
onze rechten te strijden.
Pauze.
Spreker wil nu enkele punten aanstippen,
waarom het noodig is dat de arbeidende
klasse de macht moet hebben om wat mee
te kunnen doen aan de regeeringszaken.
Vooreerst het militairisme, dit is een zware
last, die drukt op het volk. De ontzettende
sommen die voor leger en vloot gevraagd
worden en enorm stijgen, zijn ten bate van
de bezittende klasse, terwijl voor ziektever
zekering, voor pensioen, voor sociale belangen,
ook voor de landarbeiders, geen geld beschik
baar is. Van reeds gesloopte oorlogschepen
moet nog altoos de rente betaald worden,
wijl de vroegere leeningen niet konden worden
afgelost. Met die renten mee bedraagt de
uitgaaf voor leger en vloot zoowat 75 mil
lioen per jaar.
En de nieuwe Minister jvan Oorlog wil
de lichtingen onder de wapenen verhoogen,
afkooping van langen diensttijd uitbreiden,
vergoeding aan kostwinners intrekken, zulke
kostwinners vrijstellen doch vrijgeloten er
voor laten dienen, dat bespaart geld, en
daarmee moeten de tractementen der officieren
verbeterd worden.
O, dat militairisme is zoo zwaar voor de
arbeiders, ook de moeders en de vrouwen,
die niet of weinig aan politiek doen, dienen
toch in te zien, dat dit anders kan. Als de
arbeiders en als hun vrouwen het te zeggen
hadden, wat zou het anders worden. En
toch het eenig middel ter verbetering is het
algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen.
In Friesland zijn 88.000 mannen boven
25 jaar kiezer, en nog 60.000 er van uit
gesloten, in Bolsward 1128 kiezers, 530
mannen boven 25 jaar zijn geen kiezer
en die uitgestotenen, dat zijn juist de arbeiders
terwijl alle vrouwen ook uitgesloten zijn.
Nu nog iets over belastingen.
De kieswet Van Houten zegt dat die be
lasting betaalt, ook kiezer moet zijn en dat is ’n
leugen. Aan indirecte belasting alleen op de
suiker wordt per hoofd f 4 gemiddeld betaald.
Alle indirecte belasting bedraagt per hoofd
f 9.80, voor een gezin van 5 personen is
dit dus f 50 per jaar. Arbeiders, moeders,
huisvrouwen, voor uw gezin moet gij per
week f 1 belasting van uw karig loon op
brengen. Die indirecte belastingen zijn daarom
uit den booze, wijl ze niet naar draagkracht
geheven worden. De. Koningin betaalt ook
12 cent belasting op een pond suiker, en de
armste vrouw geeft geen cent minder.
De belastingvoorstellen van minister Kolk
man zijn er op uit om nog meer in dien
geest te halen, en vooral voor leger en vloot
is telkens een tekort. En waarvoor zijn leger
en vloot noodig In 1903 bij de spoorweg
staking en nog duidelijker onlangs in Frankrijk
is ’t gebleken dat het kapitalisme ze noodig
heeft, om de staking te verlammen.
De verhoogde jeneveraccijns brengt niet
op, wat men er van verwachtte en dat
is gelukkig maar in plaats van 11 mill,
is de verhooging maar 4 millioen, en toch
er moet versterking komen, want bezuiniging,
neen daar komt niets van.
Invoerrechten verhoogen, tabak belasten
hoewel naar Spr. zobeven vernam, dat weer is
ingetrokken, maar invoer verhoogen dat geeft
10 h 12 millioen, en dat treft al weer vooral
den arbeidersstand. Erfenisrechten zijn ook
verhoogd, en daar zit het wel aan neen
hoor, dat bedraagt ruim 1 millioen. De in
voerrechten zegt Spreker weg en de erfenissen
zooveel hooger belasten, dat was billijk. Het
meerdere moet niet van ’t volk komen.
Vrouwenkiesrecht mag ook wel even be
sproken. Er komt al een sterker strooming
ten gunste hiervan. In enkele landen is
het vrouwenkiesrecht reeds gedeeltelijk inge
voerd, en sommigen willen dan ook de ge
lijkstelling der vrouw met den man.
Spreker juicht dit toe, mits tegelijk alge
meen kiesrecht er komt. Een beperkt kies
recht voor de vrouw is het onrecht, dat
thans voor de mannen bestaat, verdubbelen.
De vrouw wordt verdrukt, zij heeft recht
op volkomen gelijkstelling met den man.
Ten slotte nog een enkel woord over
Staatspensioen. Dat zal naar schatting 25
Thans luisteren we nog naar de klanken
i we bij lijden
en graf.
Maar dan, op den eersten dag der week,
gaan we, even als twee duizend jaren bijna
geleden de weenende vrouwen naar buiten,
denkende een plaats des doods te betreden.
Maar Hij is niet daar, Hij is opgestaan.
De .dood is overwonnen, het leven zegeviert.
En in blijden Paaschzang zal het weerklin
ken ziet, het nieuwe leven is gekomen, ’t
is lente, lente.
Jawel, ’t is lente. De almanak heeft het
ons verteld zz21 Maart, begin der lente”.
En overal hoorde en hoort men zingen
’t is lente, lente 1
Ik wou dat ik eens met ’n heuschen
dichter kennis kon maken. Die heeren kunnen
’t zoo aardig op papier zetten, jammer maar,
dat poëzie en proza vaak zoo’n groot contrast
vormen. Ik wilde dien zanger dan eens
vragen, waar de verzenmakers toch al die
mooie dingen opdoen. Wie hoort er nu
feestschallend den lof der lente bezingen
Wie heeft ooit ter wereld het landvolk hooren
ophalen in volle koren, de komst van het
voorjaar Als de tijd van den oogst daar
is, vertellen ons de poëten dat versierde
wagens komen aanrijden en dat jongelingen
enjongedochters mooie oogstzangen aanheffen.
’k Woon nu ruim acht jaar buiten,
nooit gehoord.
Weet U wat ik wel hoor?
over al dat natte weer, die kou.
leden week is de veldarbeid
boonen en
zes is men
sa wiêt as.,
spurrie, zegt Abraham de Winter.
In plaats van werken en dat werk oplui
steren door ’t aanheffen van lenteliederen,
zooals de dichters ons wijsmaken, staat nu
dat deel van ’t menschdom, dat op ’t veld
den kost moet verdienen, op brug en plein,
murmureerende over den langen winter. Er
wordt gehunkerd naar bezigheid, er moet
weer verdiend worden.
Wonder is 't; laatst waren ’t al lente
boden, nu zijn ze schier verdwenen.
In de greiden hoorde ik reeds meermalen
den leeuwerik, hoog opstijgende, zingende
uit heldere vogelenkeel, ’t geschreeuw
van de kieviten werd alom vernomen.
Stil is de leeuwerik en de kievit staakt,
als hij al begonnen is met zijn plicht te
doen. De spreeuwen, die in onze boomen
zoo’n aardig fluitconcert konden geven, zwij
gen ook.
Zou de lente niet gekomen zijn Zouden
dichters en zangers dan alles gefantaiseerd
hebben
Wacht nog even, even maar. En als dan
op ’n mooien morgen ’t voorjaarszonnetje
schijnt, als een lauw zuchtje zachtkens over
veld en akker strijkt, zie dan eens even,
luister dan
Dan leeft alles, als op tooverwoord. Giste
ren nog koud, als ingeslapen morgen
alles wakker, één leven, één heerlijke
aanblik.
Dan stijgt de leeuwerik nog ééns zoo hoog,
dan //geyt hij it ut”, dan is ’t in de boomen
weer a 1 gesnetter en gefluit van het spreeu
wenkoor, dan zwelt de knop, dan groeit
het blad, dan is ’t lente, volop lente.
Bolswardsche Courant.