Nieuws- en Advertentieblad Bols ward en Wonseradeel. 1911. Verschijnt Donderdags en Zondags. 50ste Jaargang. No. 31. Zondag 16 April. BINNENLAND. En als zij den lofzang gezongen hadden, gingen ze uit Ingezonden. VOOR Afzonderlijke z/Credo” over onze Over het Naar wij ’t maar kort zijn meester de autoriteiten, te verkrijgen. is zoo van vrij ook mijne vroegere jaren tevreden kunnen terugzien we den lofzang zongen Ws. juist de opperzale verlaten naar den Olijfberg. zoo vaak oogen- een M. WIERDA. Bolswakd, April 1911. en echtgenoote te plavuizen in guldens 1848. gewicht van alleen een gewicht had was nog slechts een Makkum, 13 April, vermelde bericht van val van van een Joure. order het houden dieren en en echtgenoote En als zij den lofzang gezongen hadden, gingen ze uitWaarheen? Naar den Olijfberg? Daar wacht hen smart en lijden. In ’t hoogepriesterlijk huis wordt besliste trouw gevraagd. ,/Zijt gij ook een dergenen, die bij Hem behooren Naar het paleis van den stadhouder Daar vraagt men om een boef los te latenenden man, in wien geene schuld gevonden wordt, ter dood te brengen. Naar Golgotha Daar staat een kruis, daar wacht de dood ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Door den slager voor de een koe geslacht welke levend woog dan 1770 halve kilo’s. Ja, om je brood moet je wel eens anders zeggen als je meent, wel eens anders doen, dan men zou willen. Dat is nu eenmaal zoo Is dat eenmaal zoo Dan wordt het hoog tijd, dat het verandert. Om je brood liegen, om je positie je ge weten van elastiek maken Aan de stembus je briefje uiterst rechts of uiterst links invullen, maar in woord en schrift oogendienerij plegen, om je plaatsje in de maatschappij te behouden plan van de open N. v. Dat is iets anders als z/ja” zeggen, iets anders dan den lofzang zingen. ’t Is zoo moeilijk in de wereld altijd kleur te bekennen, altijd ronduit voor mee- ning en inzicht uit te komen. En dezulken hebben misschien ook den lofzang meegezongen en zijn mee uitgegaan I Er zijn er zoovelen, die op ’t beslissende oogenblik niet Z/ja” durven zeggen. //Zij kennen dezen mensch niet?” Zouden ze dan nooit het kraaien van den haan hooren Hebben ze geen consciëntie Daar komen in het leven blikken, dat van ons een beslist //ja” of even eerlijk ,/neen” gevraagd wordt. Zullen we dan waar zijn Onverschillig of we eens //trouw beloofden voor ’t leven”, op de knieën of in het doophek zullen we dan niet letten op onze positie, op onzen stand, maar eerlijk, ronduit zeggen wat voor ons waar is en recht en goed? ’t Is moeilijk maar ’t moet. Onze handelingen moeten zijn in overeenstemming met wat eens als een lippen kwam. Dan zullen we op ’t oogenblik dat en uitgingen. planten hebben veel geleden, langs de wegen merkt men dat zoo niet op, men moet dat van nabij zien, als vakman, om dat te kunnen beoordeelen. Met Paschen is een bezoek nog wel aan te bevelen, vooral als het weer eens omsloeg tot een 20 graden hooger tempera tuur. Aanranding in de Scheveningsche Boschjes. Woensdagmiddag, het zal ongeveer iets over drieën zijn geweest, wandelde een dame, mevr. R. v. N., achter de Promenade in de Scheve ningsche Boschjes, tot wie zich een tweetal naar het uiterlijk net gekleede heeren wend den, haar vragend naar den weg en hoe laat het was. Maar tegelijk werd der dame haar taschje, inhoudende geldswaarde, ontrukt en zetten de aanranders het op een loopen. De dame, zeer ontdaan, riep uit alle macht om politie, maar er kwam niemand opdagen. Toch was haar geroep bij toeval gehoord door een leerling van de H. B. 8. aan de Stadhouderslaan, A. E. E., die van de school kwam en per fiets zich op weg bevond naar De Bataaf. IJlings naar de plek toegesneld zag hij nog juist een van de twee mannen in de struiken verdwijnen, terwijl de andere kalm doorwandelde. Hij wierp zijn fiets weg en wist den aanrander den weg af te snijden, waarop hij hem aanpakte en na hem een flinken slag op het hoofd te hebben toege bracht, onder de knie kreeg en wel zoodanig dat hij hem tevens belette het taschje weg te werpen. Terwijl het jongemensch den aanrander zoo in bedwang hield, kwam de tweede heer aanloopen om zijn kameraad te verlossen en begon klappen uit te deelen, maar het ge lukte hem niet zijn medeplichtige te bevrij den. Het dappere jongemensch hield de beide kerels in bedwang, tot er e?n politie-agent naderde en den aanrander, die door het jon gemensch overmeesterd was en die in het bezit was van het taschje, arresteerde. (N. Ct.) ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. van voor en schreven, meening kenbaar te maken. In de jaren 1861 tot 1883 hadden wij een beslag van een zestigtal hoornbeesten en hebben daarbij ook meermalen met de nu weer dreigende ziekte te kampen gehad. Het kwam dan altijd voor in het najaar, gewoonlijk in heel natte nazomers. Toch zijn van ons beslag nimmer alle koeien aangetast, ja nooit meer dan de kleinste helft, en de meesten nog in zulk een lichten graad, dat het nauwelijks was te merken, en ze met eenige weinige dagen al weer geheel hersteld waren. De ergst aangetasten werden er ten hoogste twee of drie weken door gekweld. De gezonde en aangetaste dieren liepen in land, dat naast elkaar lag. Bij de hekken konden ze elkaar aanraken en likken, en deden dat ook wel, en toch bleef dat vee in het naastliggend land ongedeerd. Wanneer nu de ziekte zoo besmettelijk is, als door sommigen wordt beweerd, zou toch die andere koppel ook aangetast moeten zijn. Aan tongblaar hebben wij nimmer een koe verloren. De ergsten moesten gevoederd worden, de meesten konden zich met afge maaid gras (van de zoogenaamde bossen) wel redden. Meestal wordt tongblaar gevolgd door zeere spenen en dat was soms wel erg. Geheel met blaren bedekt, werden de spenen door ’t melken geheel open, en dit was naar mijn ondervinding het ergst bij die koeien, die de tongblaar niet of heel licht hadden gekregen. Het klauwzeer, dat meest met tongblaar vergezeld gaat, hebben in erge mate ook slechts enkele onzer koeien gekregen en die kwaal is vaak van langen duur en daar vreesden wij dan ook meer voor, dan voor tongblaar. Een rund, dat erg door klauwzeer wordt aangetast, wordt eigenlijk haast niet weer geheel goed. Het doel van mijn schrijven is, aan te toonen dat de tongblaar enz. niet zoo erg besmettelijk is als in dezen tijd door velen beweerd wordt en op zichzelf ook niet zoo’n heel ernstige ziekte is en ik mij daarom volstrekt niet kan vereenigen met het ver schrikkelijke afmaaksysteem. Is het niet een vreeselijk iets, dat al dat schoone vee wordt gedood en zoo’n koestal maar op den regel af wordt leeggehaald om te worden geslacht Een veestapel, waar de boer jaren en jaren en na oordeelkundige aanfok, met recht trots op kan zijn, wordt aan ’t mes overgeleverd. Ook de schapen in ’t land, soms een gezicht ver van huis loopende, als zij maar ’t eigendom zijn van een boer, waarvan een rund is aangetast, worden afgemaakt, met de dartel omspringende lammetjes incluis. Ja ’k hoorde en las dat zelfs de eenden en kippen dan ook al mee ter dood veroordeeld zijn. Dit gaat m.i. veel te ver. Ik kan dat alles niet goedkeuren. In de grensprovincies is het afmaaksysteem tot heden ook al niet probatum bevonden en is het moeten worden opgegeven. Laat alle landbouwers, wien hun vee dierbaar is, zich gezamenlijk wenden tot de autoriteiten, om het afmaken opgeheven En als zij den lofzang gezongen hadden, gingen ze uit Daar zijn in deze dagen zoo velen, die den lofzang hebben gezongen en uitgegaan zijn. En vol moed zijn ze uitgegaan. Hebben ze niet voor aller ooren uitgesproken, dat ze trouw zullen zijn en blijven, trouw, aan datgene, wat zij hebben aangenomen te zijn als het goede, het hooge, hel reine? Ze hebben aangezeten aan den heiligen disch, gedronken uit den beker, genuttigd het brood, ter Zijner gedachtenis. En onder den indruk van het oogenblik, ook vervuld met heilig voornemen, hebben ze beloofd te willen en te zullen doen, zoo- als hij, naar wien ze zich noemen, dat van hen verlangt: ffHouw en Trouw”. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) M. de R. De landbouw en veeteelt zijn in onze provincie van zoo groot belang, dat zeer te recht alles dient te worden gedaan om dit te bevorderen en eveneens alle krachten dienen te worden ingespannen om de be lemmeringen van den bloei van onzen vee stapel te bestrijden met alle middelen door de wetenschap en de ervaring aan de hand gedaan. Nu in dezen tijd het mond- en klauwzeer onzen voorlreffelijken veestapel bedreigt en zich ook in onze provincie gelukkig nog sporadisch vertoont, wordt het afmaaksysteem regeeringswege toegepast, tegen er van en ik ben en ervaring De Haagsche Deli-clnb. De in den laatsten tijd meermalen ter sprake gekomen sociëteit wDe De.liclub” schijnt nu toch te zullen verdwijnen, althans het perceel, waarin zij tot dusver sedert ge- ruimen tijd gevestigd was, is in andere handen overgegaan. Een groot schip. Arme IJmuider sluis! Pas vergroot met een toekomstoog en toch waarschijnlijk nu al niet meer voldoende. Er zal niets anders op zitten dan ’t eens te probeeren met het den Delftschen hoogleeraar Huet: zee voor Amsterdamzegt het d. D. Wie rekent nu ook op gevaarten waarbij de kolossus Nieuw-Amsterdam van de Holland- Amerika-lijn, maar een kind is? Overdrijving? In geenen deele. Aanschouw de plaat waarop een schip op een zijner uiteinden recht omhoog staat; daaronder, nauwelijks halfweg, staan de spitsen van den Keulschen Dom, waaronder men toch wel eens heeft staan kijken. Die spitsen zijn 156 meter hoog, bijna tweemaal zoo hoog als de Westertoren van Amsterdam maar de hoogte van het overeind gezette schip is... 268 meter! Vele menschen zijn bekend met Hamburg en kennen daar de Jungfernstieg, een blok huizen van belang. Alles, alles wat daar staat, wordt door het nieuwe schip schoon opgeslokt. Van de kiel tot het bovenste dek heeft het schip elf verdiepingen vaart het op de stormachtigste zeeën en komen er huizenhooge golven, dan zijn er nog verdiepingen genoeg van waar men dat spel der golven rustig kan aanzien, want zóó hoog komen ze toch niet, en het schip met zijn 50,000 ton inhoud vaart er rustig over heen. Zulk een schip, waarover natuurlijk nog veel meer te vertellen zou zijn, wordt thans op de werf Vulcan, te Hamburg, gebouwd voor de Hamburg-Amerika-lijn. Een buitenkansje. Bij het opruimen van het puin van het door de gemeente aangekochte huis van W. Goossens te Helmond, werd onder de een bedrag van f 850 gevonden en rijksdaalders met het jaartal fs-R. Ct.) Wommels, 13 April. Tj. Reitsma alhier werd heden Paaschdagen niet minder Schoon aan de haak had dit beest het kolossale 1231 pond, terwijl het aan vet van 235 pond. Het derdekalfs koe. Het in ’t vorig no. een vermoedelijk ge- kolendampbedwelming in de roef Harlinger praamschip alhier dient reeds veel ge- gerectificeerd. Volgens den geneesheer moet de oorzaak van het overlijden van des schip pers zoon aan iets anders worden toegeschre ven, waarschijnlijk aan een hartziekte, in elk geval niet aan kolendampverstikking. Toen vader en zoon zich te ruste legden, brandde de kachel niet meer en het luikje stond open. Toen ’s anderen morgens de vader zijn zoon dood vond, schrikte hij zoo, dat hij bewusteloos over het lijk van zijn zoon heenviel en wel zes uur in dien toe stand liggen bleef. Sneek, 12 April. Naar wij vernemen zijn door de naamlooze vennootschap tot exploitatie van firma N. J. Wouda’s meel- handel en -fabriek de plannen ingediend voor een tweede meelfabriek. Deze zal worden gedreven door een dieselmotor van 100 tot 120 p.k. de grootste van deze soort in Friesland. Als deze fabriek in werking is, moet de vennootschap van plan zijn den tienurigen werkdag in te voeren. De fabriek, die een hoogte krijgt van 23 meter, zal verrijzen aan de Stadsgracht, onder architec tuur van den heer Stapensea. Hepk. Nbl. v. Fr. Worklim, 13 April. Als een bizonderheid in de dierenwereld kan worden gemeld, dat A. Mulder alhier een konijn had met zes jongen. Toen de jongen 10 dagen oud waren, stierf de moeder-konijn. De kleinen waren de moederzorg nog terdege noodig. Een vriend had nog een konijn die kortgeleden ook moeder geworden was, maar zijn jongen had doodgebeten. Zou deze de overgebleven kleintjes aannemen Men waagde het en in gunst werden deze kleintjes aangenomen en als een eigen moeder verzorgt zij ze trouw. Sneek, 14 April. Uit 103 sollicitanten worden door h.h. Regenten als Vader en Moeder in ’t O. B. Weeshuis alhier den Raad aanbevolen 1. J. A. K. Jouvenaer Winterswijk. 2. A. F. van Raukema te Amsterdam. Geen voorjaarsmarkl. Door de regeering is tot nader van markten (herkauwende varkens) verboden. Paardenmarkten zijn dus toegestaan. Tengevolge dezer verbodsbepaling zal de eerste voorjaarsveemarkt hier allicht niet ge houden kunnen worden. De Mei-markt waar schijnlijk echter wel, als er zich n.l. maar geen meer gevallen van mond- en klauw zeer in deze omgeving voordoen. Fan de bollenvelden. Men schrijft uit Lisse Op de bollenvelden begint er nu nog wel een en ander in bloei te komen, trots het weer. Wat nu openkomt, heeft de strenge vorst van verleden week als knop doorstaan en geeft nog wat kleur aan de velden. Van de bloemen, die open waren tijdens de laatste vorst, is reeds veel verwijderd wat tot bederf overging, om te voorkomen dat het blad der planten kon gaan rotten. In het algemeen kan men zeggen, er is bloem op de velden, maar de kleuren hebben lang niet dat tinte lende en gloedvolle van andere jaren, ten ge volge van de steeds nog hevige kou. De Afzondering en isoleeriug van kringen waarin de ziekte heerscht, dat kan ik nog goedkeuren, maar afmaken, een vaak onher stelbaar verlies toebrengen aan den schoonen veestapel onzer provincie, Friesche land bouwers vindt gij dat met mij ook niet al te erg En als zij den lofzang gezongen hadden, gingen zij uit. Zij, die zoo hadden, gingen Hem zouden zij volgen, beschermen, ver dedigen, hem, die eenigen tijd geleden als een vorst der 't Pascha wachtende stad bin nengetrokken was. Zouden ze. En toch zou duren of de man, die alles voor wilde doen, zou hem verloochenen. Als Hij, de eenzaamheid zoekende, zijn Vader bad om den lijdensbeker te laten voorbijgaan, zouden ze slapen hem alleen laten in zijn smart. En toch meenden ze het zoo goed, waren zij zoo vol geloof in den Meester. En daar zijn zoo vele Olijf bergen, zoovele hoogepriesterlijke en stadhouderlijke gebou wen daar is zoo vaak een lijdensweg, daar staat hier en daar een kruis En nu trouw blijven, nu niet verloochenen. Nu meehelpen het kruis te dragen, nu af drogen een bloedbezweet aangezicht, nu niet weigeren een plaats om even te rusten. Bolswardsclie Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1911 | | pagina 1