lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
1911.
50ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 35.
Zondag 30 April.
Stadsnieuws.
UIT DE PERS.
Politiek Overzicht.
VOOR
PRINS JORIS.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
PRINS JORIS schrijft in de Enkhuizer
Courant het volgend
4o. Eene
eene speciale
eenige groote
al het voorgaande gaarne
van den lezer over, of hij
zaken er een vindt, die
het socialisme, bij honder-
maar op aan of de ernstige wil daartoe aan
wezig is. Ook hier geldt het woord: Willen
is kunnen.
aan den onhoudbaren
en arm voor de overgroote
bij de organisatie
werd bezocht door.,
tweede vergadering
uitnoodiging werd gericht
snijdsterspersoneelen, werd bezocht door...
4 leden. 5o. Eene vergadering door de Com
missie van het maatschappelijk werk belegd,
in zake de kiesrechtactie, werd bezocht door
een handjevol leden en had geenerlei resul
taat. 6o. Een van den penningmeester namens
voornoemde commissie uitgegane oproep voor
werkers voor de Meibeweging, had tot resul
taat dat 5 leden zich aanmeldden. 7o. Een
poging van voornoemde commissie om een
reiskas te vormen voor de a.s. kiesrecht-
betooging, die ditmaal een bijzonder karak
ter zal dragen, liep uit op de aanmelding
van 0 deelnemers. Is het wonder dat ook
de Hr. Troelstra scherpe critiek heeft doen
hooren over de laksche houding der diamant
bewerkers in de huishoudelijke zitting van
het pas gehouden congres der S.D.A.P. P
Wat zich hier bij den Diamantwerkers-
bond voordoet, behoeft ons niet te bevreem
den, het is een zeer natuurlijk verschijnsel.
Voor het overgroote deel van de bevolking,
die aangesloten of niet aangesloten bij de
partij, op de sociaal-democratische candidaten
pleegt te stemmen, is de sociaal-democratie
de redder uit eigen nood, meer niet en zoo-
dra die nood geweken is, keurt het de leer
zijne aandacht niet meer waardig, net zoo
min als de geredde drenkeling zich, zoodra
hij weer beter is, in pelgrimstochten begeeft
naar de plank, die zijn behoud werd. Men
versta ons wel. Wij beweren niet, dat er
geen mannen zijn, die in de sociaal-democra
tie gelooven met al de kracht van hun ver
stand en gemoed, als in het maatschappe
lijk evangelie. Zeker zijn die er; het zijn
de voormannen en de intellectuele, de geeste
lijke nazaten van die breede rij van man
nen van Plato af tot Marx toe, wier stelsel
Prof. Quack ons in zijn bekende werk heeft
geschetstmaar de meesten van hen zijn
allerminst uit de misdeelde klasse voortge
komen. Maar sindsdien het socialisme,
nadat Marx dit in de sociaal-democratie van
theoretische bespiegeling tot wetenschappelijk
stelsel gemaakt had, eene breede schare van
volgelingen tot zich lokte, kwamen die,
niet omdat ze eenige kennis hadden van
Marx’ leer, maar omdat ze daarin het ge
neesmiddel zagen voor hunne maatschappe
lijke kwalen. Vandaar de groote ingang, die
het socialisme ten onzent vond in de jaren
van de malaise van 80-95 vandaar de zeer
kleine vooruitgang, die de tegenwoordige
sociaal democratie, niettegenstaande hare pro»
We zullen het aan anderen overlaten te
juichen over hetgeen de Diamantwerkersbond
thans doet zien; schadenfreude is de kenmer
kende eigenschap van zeer kleine zielen en
hier te minder op hare plaats, waar het
gebeurde voor hen, die uit een waarlijk hoog
motief het socialisme bestrijden willen, zoo
ernstige les bevat. Want, wij moeten niet
vergeten, dat er tweederlei socialistenbestrij-
ding is. De eene komt voort uit onverzoen-
lijken haat tegen hen die de wantoestanden,
waartoe het kapitalisme maar al te vaak leidt
op de meest onbarmhartige wijze aan de kaak
stellen en die de bedrijvers van oeconomische
misdaden storen in hun rustige rust. Een
haat, die te grooter wordt naarmate de aan
gevallenen hun rijk iederen dag meer bedreigd
zien, en den dag zien naderen, dat trots
allen invloed van de geestelijke adviseurs, aan
de misleide massa de schellen van de oogen
zullen vallen. Maar daarnaast staat eene
bestrijding van het socialisme, die aan heel
wat booger motief het aanzijn dankt, n.l. aan
het besef, dat welke goede bedoelingen het
socialisme ook moge hebben, en welke hoog
staande mannen die leer ook in den loop
der eeuwen mogen zijn toegedaan geweest,
het optreden daarvan in onzen tijd zoo uit
sluitend op bet materieele is gericht, dat de
geestelijke schatten der natie in den meest
uitgebreiden zin van het woord gevaar loopen.
Eu wie dat besef heeft, komt tot die socia-
listenbestrijding, die hierin bestaat, dat hij
krachtig wil medewerken tot het verschaffen
van een menschwaardig bestaan aan allen,
dat door een behoorlijk complex van sociale
hervormingen te verkrijgen is. Indien onze
tegenwoordige burgermaatschappij inderdaad
zou moeten erkennen, dat ze onmachtig is
een menschwaardig bestaan bereikbaar te
stellen voor allen die werken willen en werken
kunnen, zou ze haar eigen doodvonnis hebben
uitgesproken. Maar we zouden wel eens zien,
wie zulks zou durven beweren, het komt er
paganda in kracht huizen hoog staat boven
die van den ouden socialistenbond, aanwijst.
Dit alles bewijst nog eens zonneklaar, dat
het sociaal-democratische zaad het beste kiemt
in den ontevredenheidsgrond, en ook wat
thans weer in den Diamantwerkersbond ge
beurt, is de proef op de som.
Welnu, zal men zeggen, de Diamantwer
kersbond is eene eenige positiede verlei
ding is daar al bijzonder groot om bourgeois
satisfait te worden wat een loonen worden
daar op dit oogenblik niet verdiend. Zeker
menig diamantbewerker verdient op dit oogen
blik in de week meer, dan duizenden en
nog eens duizenden van zijne medearbeiders
in eene heele maand. Maar wezenlijk het
hoeft zoo hard niet te gaan om iemand
sociaal-democraat af te maken. Waarom zijn
in 1909 Schoterland en Hoogezand voor de
sociaal-democraten verloren gegaan Een
voudig door den hoogen prijs der landbouw
producten. Menig vrijzinnige kleine boer,
die in den slechten tijd in arren moede met
de rooden had medegestemd, was nu in beter
doen gekomen en tot de oude liefde terug
gekeerd. Duidt het hem eens ten kwade,
dat hij met broodeloosheid voor oogen be
zweek voor het zoet gekweel van den
vogelaar, die floothet Fransche spreekwoord
zegt zoo terecht, dat de hongerige geen ooren
heeft voor wijzen raad.
In Hoogezand is dat al heel duidelijk ge
bleken. Daar wipte de sociaal-democraat
Terlaan het zittend lid Veegens in 1901
reeds bij eerste stemming; de eerste toch
kreeg 370 stemmen meer dan de tweede en
kwam daardoor met den anti-revolutionair
in herstemming, wat gelijk stond met geko
zen te zijn. In 1905 haalde dezelfde Hr.
ter Laan nog bij eerste stemming bijna 800
stemmen meer dan zijn vrijzinnig-democra-
tische tegenstander Schilthuis. Maar na 1905
kwam die toenemende stijging in de land
bouwproducten, en in 1909 werd het district
door een lid van een der bourgeoispartijen
veroverd. Het is een oud maar zeer zinrijk
verhaal van dien Franschen communist, die
altijd van de daken gepredikt had, dat al
het geld gelijkelijk moest worden verdeeld,
en die, nadat hem eene onverwachte erfenis
van honderdduizend francs te beurt was ge-
gevallen, deze zijne lijfspreuk aldus wijzigde,
dat alle vermogens boven genoemde som de
door hem gewenschte operatie moeten onder
gaan.
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
Van 1761 tot 1790 bekleedde hij achter
eenvolgens de betrekking van 2den en Isten
dirigent aan het orkest van Vorst Esterhazy.
Na de ontbinding van deze kapel ontving
Haydn een jaarlijksch pensioen van f 1400.
Nu begint eigenlijk de tijd van roem en
eere. Bijzonder in Londen werd hem groote
eer bewezen. De Oxfordsche Universiteit
verleende hem op feestelijke wijze in 1791
den doctorstitel.
Groot was de scheppingskracht van dezen
kunstenaar. Hij schreef 125 Symphonieën,
20 pianoconcerten, 9 viool-, 6 cello- en 16
andere concerten, 77 strijkkwartetten, 35
pianotrio’s, 24 opera’s, benevens nog talrijke
andere werken.
Maar den grootsten roem behaalde hij met
zijne Oratoria’s, waaronder in het bizonder
moeten worden gemeld „de Schepping” en
„de Jaargetijden”.
Deze prachtwerken staan als rotsen in den
grooten oceaan van komende en gaande com
posities. Nu nog, na eene eeuw, worden ze
gezongen, in alle talen, twee menschen-
geslachten gingen voorbij, de duizenden
en duizenden, die met eerbied hebben zitten
luisteren naar deze onvergankelijke producten
van ’s menschen scheppingsvermogen zijn
niet te tellen.
Staat „de Schepping” nog eenigszins in
het kader der toenmalige groote zangwerken
wat den tekst aangaat, „de Jaargetijden” bracht
deze kunstuitingen in eene nieuwe richting,
die hare stof niet, zooals bij Handel, in de
heldenwereld of de gewijde geschiedenis, maar
in de ons omgevende natuur, in hare ge
noegens, in hare gaven vindt. Met de première
van dit werk in April 1801 ging het orato
rium zich in andere banen bewegen, ook wel
eenigszins wat den muziekvorm aangaat.
De Gemengde Zangvereeniging „Bolsward”
had „de Jaargetijden” in studie genomen.
Het was een onderneming, met zoo groot
een opus te beginnen. Goede wil alleen is
niet voldoende, kennen en kunnen zijn ook
factoren, die men niet te gering schatten moet.
Met alle inspanning en toewijding is het
oratorium ingestudeerd; en van den leider
en van de leden is veel gevergd.
Voor solisten, in staat eene waardige ver
tolking te geven van de drie karakters,
Hanne, Lucas en Simon, kon, ook al door
flinken steun der burgerij, worden gezorgd.
Was het te verwonderen dat eene groote
schare belangstellenden zich had verzameld
in de Concertzaal, om de uitvoering van dit
Haydnsche meesterstuk bij te wonen?
De zaal was prachtig bezet, en een ver
blijdend verschijnsel was het, dat vele leden
van zustervereenigingen met belangstelling
en bewondering luisterden naar deze hooge
kunstprestatie.
En wat zal nu de Bolswardsche Courant
aan hare lezers mededeelen, aangaande deze
uitvoering Allereerst dit
Aan de Gemengde Zangvereeniging „Bols
ward” en haar eminenten leider onze geluk-
wensch met den afloop van dit concert.
Het koor had, zooals gezegd, eene zeer
moeilijke taak, er wordt zooveel gevergd
van de stemmen. Een opmerkelijk verschijn
sel was het, dat de ernstige koren schijnbaar
meer de sympathie der executanten hadden
dan die met verbalenden inhoud. Bizonder
mooi, ook van samenklank, was het koor
„Schenk uw zegen”. Het slotkoor van het
eerste deel„eeuwige, machtige, liefdrijke
God werd geheel in stijl uitgevoerd.
Koor, solisten, en orkest werkten hier op
een eenige wijs mee tot het verkrijgen van
een pakkend geheel.
Het zonnekoor en „het onweer” getuigden
van studie, maar ook van begrijpen en ge
voelen. Het waren eenige der mooiste oogen-
blikken van den avond. Jammer dat de
koristen door een te vroeg plaats nemen,
den indruk eenigszins te kort deden. Die
15 maten behooren nog tot het geheel.
De „jacht” werd goed vertolkt, het
druivenbloed speelde in het wijnkoor den
uitvoerenden parten Bacchus stond met
dezen zang op gespannen voet.
De slotscène „dan breekt de groote morgen
aan”, waarin koor, solisten en orkest (no. 25)
elkander afwisselen, werd met gloed uitge
voerd, en dat zegt wat, als men bedenkt
dat het eene betrekkelijk kleine schare was,
die daar plaats had genomen op het podium.
In de niet genoemde koren voldeed de
De Jaargetijden.
Franz Josef .Haydn, geboren 31 Maart
1732 in Rohrau aan de Leitha, toonde reeds
vroeg muzikaal talent. Als jongen van acht
jaar was hij reeds aan het koor der Stefanus-
kerk te Weenen. Toen door de stemwis
seling zijn zingen onderbroken werd, brak
voor hem een kommervolle tijd aan.
Als het niet te veel plaats innam, zou het
interessant zijn eens een korte levensbe
schrijving te dezer plaatse te geven van dezen
later zoo beroemden kunstenaar. Op 23-
jarigen leeftijd schreef hij zijn eerste strijk
kwartet, waarvoor hem in 1759 de kapel-
meestersplaats in de eigen kapel van Graaf
Morzin op Lukavec bij Pilsen, werd aange
boden op een honorarium van 200 gulden
per jaarj
Maar van dit laatste soort socialistenbe-
strijding moet het conservatisme niets hebben;
die vindt het veel te duur, en daarom werpt
het zich, clericaal of anti-clericaal, in de
armen van de coalitie. Die coalitie, die er
prat op gaat, dat ze het socialisme veel
krachtiger bestrijdt dan dat de vrijzinnigen
zulks zouden doen en die daarenboven van
die nare sociale hervormingen, die de beurzen
der rijken bedreigen, af blij ft en die, moge
ze er ooit aan toekomen, de gelden zal vinden
uit eene tariefwet, die de zwaarste lasten legt
op de schouders, die de minste draagkracht
hebben. Is het wonder dat deze coalitie voor
den conservatief een hemel opent, die hem,
zelfs al is hij anti-clericaal en vrijhandelaar,
voor haar behoud gaarne over zijne bezwaren
tegen heteronomisme en protectionisme doet
heenstappen
Is deze karakteriseering van de coalitie
overdreven, lezer, is hier politieke animo
siteit aan het woord? Indien Ge zulks mocht
denken, herinner U dan, hoe het eenige ont
werp van deze Regeering, dat op financieel
gebied wèl met de draagkracht rekende, n.l.
het successiebelasting-ontwerp, waardoor van
de 20 millioen, die het kabinet noodig heeft,
één heel millioen zal verkregen worden, woe
dende oppositie van de conservatieven in de
coalitie uitlokte; hoe ze onomwonden ver
klaarde, dat men niet het recht had hun
dit offer op‘te leggen; dat dit in strijd was
met hetgeen van de coalitie mocht worden
verwacht, dat dit ééne millioen best ook nog
door verhooging van het Tarief te verkrij
gen was.
De Coalitie heet de beste bestrijdster van
het socialisme; ja, zoolang als het duurt.
Maar wij meenen dat ze tot betere bestrij
ding zou komen als ze waarlijk oog had
voor de nooden en behoeften des volks. Hoe
lang wacht nu de arbeider al op de voor
ziening van zijn ouden dag; van 1895 is
de motie-Heldt, door de Kamer met 63 tegen
5 stemmen aangenomen, „dat verzekering
van het lot van oude werklieden door een
pensioenstelsel wenschelijk is”, en wij schrij
ven nu 1911. Het Kabinet van 1897
1901 is door de coalitie, gesteund door het
conservatisme, omvergeworpen, vóór het aan
deze zaak kon toekomen, en het kabinet de
Meester 1905 1907 viel eenzelfde lot ten
deel. Het eerste coalitie-kabinet Kuyper nam
de belofte van de Invaliditeits- en Ouder-
domsverzekering, die no. 1 van haar program
was, zóó weinig ernstig, dat het desbetref
fende ontwerp de Kamer eerst bereikte toen
ze op uiteengaan stond, en thans hebben
wij het ministerie-Heemskerk meer dan drie
jaren aan het roer, beschikkende over eene
meerderheid in Tweede en Eerste Kamer,
zooals in geen jaren eenig Kabinet had, en
op de meest urgente sociale hervorming, die
een eind moet maken
toestand, dat oud
meerderheid der arbeiders precies hetzelfde
beteekent, is niet meer te hopen.
We laten na
aan het oordeel
dezen stand van
aanhangers van
den tegelijk, kweekt of een, die het socialis
me bestrijdt.
De Hr. Henri Polak, nog meer bekend als
stichter van eene van de krachtigste en
best georganiseerde vakvereenigingen van
Nederland, dan als sociaal-democraat, is in
de laatste hoedanigheid al bijster slecht over
de leden van den Diamantwerkersbond, waar
van hij voorzitter is, te spreken. Die leden
toch, die, toen het hun slecht ging, warm
voelende en welbewuste sociaaldemocraten
waren, en bereid waren den heilstaat te
brengen aan alle volken, zijn geheel bekoeld,
nu ze opperbeste tijden belevenhebben
maling aan Marx en zijn evangelie, en steken
zoo goed als geen vinger meer uit voor de
propaganda. Het is zóó erg, dat de Hr. Polak
openlijk verklaart, dat hij zich schaamt voor
zitter van den Nederlandschen Diamant
werkersbond te zijn. Daar is reden voor. Het
zondenregister is zwaar beladen. Hoort maar.
Ie. Om te werken voor het volkspetitionne-
ment voor algemeen kiesrecht, hebben zich
van de 9000 bondsleden 4 aangemeld. 2o.
Van die ruim 9000 bondsleden had voor dat
zelfde petitionnement ontvangen moeten wor
den, wegens de storting van een uur loon
f 6000 en er kwam nauwelijks f 2000 bin
nen. 3e. Eene vergadering op verzoek van
de Sociaal-democratische Vrouwenclub uit
geschreven, waar gesproken zou worden door
Mevr. Pothuis (de vrouw van het wel
bekende sociaal-democratische lid van Am
sterdams gemeenteraad) welke mevrouw den
Bond zulke goede diensten heeft bewezen
van de roosjessnijdsters,
0 leden.
waarbij
aan
T
Bolswardsche Courant
ol