idvertentieblad Bols ward en Wonseradeel. H. H. Rookersl p PfïTI TA Tl t Bijzonder aanbevolen merkj U vj LLJL UuJ.J- VI 1911. 50ste Jaargang. No. 49. Politiek overzicht Versch. S wettig gedeponeerd. fiftnritfft 2 nis sidaarooR ll I I Zondag 18 Juni. UIT DE PERS. BINNENLAND. Het Circus Paul Wilke Afzonderlijke velden gedrenkt ’t gewas gegeven PRINS JORIS schrijft in de Enkhuizer Courant het volgend ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. werd beweerd, dat van dien aard was, eiken dag mobilisatie der troepen dat het was het eerste vroeg, uitgaven niet geschiedt. En al hebben wij helaas van deze Regeering niet te verwachten, dat zij zal gaan in de richting waarvan het eindpunt is het wZ^sleger, waardoor het leger niet langer zal staan boven of buiten het volk, maar de weerbare natie zelve zal zijn we mogen ten minste eischen dat de Kamer geene nieuwe oorlogslasten aan de natie zal opleggen, zonder dat zij gelegenheid heeft gegeven het vóór en tegen te laten hooren. Over de vraag of de Katholieken, die zich tegen de Regeering in deze verzet hebben, al- of niet goed deden, spreken wij dus niet. Hunne houding komt ons voor te zijn in het belang van het vaderland. Daarover dus geen woordwant daar gaat het niet om. van het Waar het echter wel om Maar, zal men zeggen, is door deze Katho lieken en de Linkerzijde, die op den Hr. van Karnebeek na, met hen meestemde, het vaderland niet in gevaar gebracht? De Com missie van Defensie, en de Regeering zich op deze beroepende, hebben het toch zóó kras mogelijk uitgesproken, dat iedere dag uitstel van de Militiewet en van het kust- verdedigingsontwerp, dat daarop volgen moet, het land in gevaar stelt. Men kan in dat opzicht gerust zijn. Als dit zoo ware, had het Kabinet natuurlijk onmiddellijk ontslag genomeniets anders te veronderstellen van een Kabinet, waarin de der zake kundige Colijn zit, zou eene beleediging zijnde veiligheid van het vaderland is natuurlijk de eerste zorg van Hater Majesteits Regeering. Maar, Lieb Vaterland kannst ruhig sein. Den morgen na het votum zat de Hr. Heems kerk, net alsof er niets gebeurd was, bij de motie Helsdingen rustig met dezen over den prijs der aardappelen te keuvelen. Dit spreekt boekdeelen. Aan dat tweeploegenstelsel heeft de Kamer in groote meerderheid, hare stem gegeven. Afgaande op den bijzonder grooten roep van bekwaamheid, die Minister Sabron bezat overwegende dat men nu, in de spanne tijds van twee jaren reeds aan den derden minister van Oorlog was, heeft de Linkerzijde ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Wonseradeel, 15 Juni. In enkele dorpen dezer gemeente heerschen sporadisch de mazelen, doch niet kwaadaardig. Een huisvader, die te Joure zijn aan tuberculose lijdende vrouw bezocht, ontving onderweg de tijding, dat een zijner kinderen van 6 jaar was overleden. Tzum, 15 Juni. Wij zijn bevoorrecht met flinke regenbuien, die onze en een fleurig aanzien aan hebben. Van nachtvorsten hebben we hier in onze omgeving geen hinder gehad. Een enkele boer heeft zijn hooi, zooveel als het dan ook is, in de schuur, maar men Binnenlandsche voor Sliedrecht, van Vlijmen, de van gegaan, want het begint heet te worden en zal moeten worden omgezet of buiten gebracht. Hepk. Nieuwsbl. v. Friesl. Sneek. De netto opbrengst der op 25 en 26 Mei j.l. gehouden fancy-fair ten bate van het „Rusthuis”-fonds bedraagt f 861,34, waarbij nog bovendien komen de contributiën van nieuwe leden en begunstigers. Voor waar een mooie uitkomst en een groote vol doening voor de ijverige dames-commissie, die zich zooveel opoffering en moeite heeft getroost om alles naar wensch te doen slagen. De Openbare Leeszaal alhier werd sedert haar opening, 16 Juni 1910, bezocht door 14964 personen. In Juni van dat jaar bedroeg het getal lezers 1203, in Juli 1314, in Augustus 1027, September 1251, October 1231, November 1375, December 1415, Januari 1911 1434, Februari 1322, Maart 1242, April 1074, Mei 832, tot 16 Juni 244. gegeven, en het tweeploegenstelsel is ingevoerd. Welk eene bittere ontgoocheling zou haar wachtende invoering daarvan blijkt een reuzenfiasco geweest te zijn, en de warmste voorstanders daarvan, zelfs aan de Rechter zijde van de Kamer, hebben moeten erken nen, dat het daardoor in het leger een „janboel” is geworden. Ondertusschen trad Minister Sabron af en werd als minister opgevolgd door Gene raal Cool, een bekwaam opperofficier naar wij vernemen, maar in de Kamer een heel zwakke figuur. Men zag dan ook in de coalitie-speciaal van anti-revolutionaire zijde met zorg den tijd tegemoet dat deze zijne Militiewet zou moeten verdedigen, en dat te meer waar men zich zeer goed bewust was, dat noch deze wet, noch de 46 millioen voor de kustverdediging, die na de Militiewet moesten komen, veel genade vonden in de oogen der Katholieken. Hoe men daarom Cool afmaakte en hem verving door den krachtigen Colijn, is bekend. En met zijn optreden wordt het parool in de Standaard d.i. van Dr. Kuyper, wiens invloed nog altijd zeer groot is, zooals trouwens uit de Cool-Colijn-verwisseling is gebleken Fooxt- maken met de MilitiewetHet bleef niet onbekend, dat de Commissie van Rapporteurs, die het zeer omvangrijk Voorloopig Verslag over deze wet moest samenstellen schier on afgebroken vergaderde het was eene koorts achtige haast. Toen er plotseling verandering kwam. Op 11 Mei 1.1. luidde de Standaard de Militiewet onverwacht af, wat de ver onderstelling wettigt, dat Dr. Kuyper toen reeds de zekerheid voor zich had, dat de Katholieken in geen geval te vinden zouden wezen voor eene behandeling van zoo ingrij pende wet in wilden galop. Edoch, het zou weer veranderen. Toen het Voorloopig Verslag over de Militiewet op 24 Mei 1.1. verscheen, schreef de Stan daard, na eerst eenige jammerklachten over de breedsprakigheid van de Kamer te hebben aangeheven dat de wet nog best voor het zomerreces kon behandeld worden, en dat het niet aan „onzen Colijn” zou liggen, als dit niet gebeurde. Nu het heeft inderdaad niet aan „onze Colijn” gelegen, Zijne Excel lentie de Minister van Oorlog heeft dat Voorloopig Verslag van 83 bladzijden groot, in 10 dagen tijds beantwoord met eene Memorie, die 87 bladzijden telteen bewijs van werkkracht, dat zelfs van dezen begaafden leerling van Van Heutsz, die het „en avant” tot parool had, als bovenmenschelijke krach ten niet verwacht wasen dat dan ook ver boven onzen nederigen lof is verheven. En waar dus en door den Minister van Oorlog en door de geheele Regeering, het ontwerp, zoowel als de Memorie van Antwoord ook door den president van den Ministerraad geteekend, den hoogsten prijs werd gesteld op de spoedige behandeling van deze wet, werpt de grootste fractie van de coalitie roet in het eten. Van de 26 Katholieken stemmen slechts twee met de Regeering mee; de Hr. van Vlijmen, die als voorzitter van de Commissie van Rap porteurs toch moeilijk anders kon, en de Hr. de Stuers, van wien men als generaals zoon kan zeggen, dat hij militairistisch ge wonnen en geboren is. Maar 14 Katholieken, waaronder kopstukken als Nolens, de voor zitter van de Katholieke Kamerclub Loeff, oud-minister van Justitie, van Nispen tot Sevenaer, vice-voorz. v. d. Kamer, Basse van IJsselt, et tutti quanti, stemmen tegen hunne eigen regeering in, en de rest blijft bij deze gewichtige stemming, de kool en de geit sparende, eenvoudig weg, aldus aan de moei lijkheid ontkomende, hoe de Regeering niet te mishagen en toch niet met haar antece denten in conflict te komen. Men versta ons wel, Wij zijn natuurlijk ten hoogste ingenomen met den loop, die de zaken genomen hebben. Juist, omdat wij er den hoogsten prijs op stellen, dat ons land weerbaar zij, dat het opgewassen zal wezen tegen zijne eerst aangewezen taak, die is: de verdediging van onze neutraliteit, zou o. i. de overhaaste behandeling van de Militie wet, eene wet, die nieuwe zware flnanciëele en personeele lasten aan het Nederlandsche volk oplegt, eene groote ramp geweest zijn. Er is nu eenmaal eene onmiskenbare klove tusschen ons leger en ons volk, en die moet men niet verbreeden maar overbruggen, wat Het événement, de politieke gebeurtenis bij uitnemendheid van de afgeloopen week is, dat de Kamer besloten heeft de Militie wet niet meer in dit zittingsjaar in openbare behandeling te nemen. Dit is een geweldig échec voor de Regeering, en het is tevens, mocht iemand zulks nog noodig hebben, het onomstootelijk bewijs, dat de coalitie om te regeeren, absoluut onmachtig is, tenzij men onder regeeren zou willen verstaan het onderling verdeelen der baantjes. Wat toch is de beteekenis van de aan neming van het voorstel-Nolens om de behandeling van de Militiewet uit te stellen, welk uitstel onder de tegenwoordige omstan digheden vrij wel gelijk staat met afstel Dit, dat de grootste fractie der coalitie, de Katholieke, op het oogenblik, dat het mini- sterie-Heemskerk er aan toe was, zijne hoofd taak te vervullen, aan het Kabinet toegeroepen heeftWij doen daaraan niet mee. Want de Zioq/uftaak van ’t Ministerie-Heemskerk is en blijft de oplossing van het defensie- vraagstuk dat naar het heette door de liberalen in de war gestuurd is. Om dit goed in te zien, is het noodig een blik achterwaarts te slaan. zal a.s. Maandag, 19 dezer, ’s morgens ten 10.8 uur per extra trein te Sneek aankomen. Te ongeveer 3 uur zal de tent reeds staan, zoodat men er van verzekerd kan zijn te 8 uur, wanneer de openings-voorstelling aan vangt, alles in orde te zullen vinden. Wij twijfelen er niet aan of het circus zal ook hier een druk bezoek te beurt vallen. We laten hier volgen ’t geen de Kleine Courant te Helder over een daar gegeven voorstelling schrijft. Het rijk gevariëerde programma is bijna te uitgebreid om al het vertoonde nader met name te noemen. Ieder nummer dat gepre senteerd wordt, is zeer bezienswaardig en op zich zelf een groote attractie. Toch willen we een uitzondering maken voor enkele meest pakkende vertooningen, al doen we het niet- genoemde daarmee geen oneer aan. Voor Den Helder vrijwel nieuw en daarom met de grootste aandacht dit geldt trouwens voor heel het programma en onder adem- looze spanning gevolgd, was de heer Jack Bartzeni, de schrikkelijke, met zijn gedres seerde leeuwengroepen, geassisteerd en moedig bijgestaan door Miss Bartzeni. Huiveringwekkend was het bij wijlen om te zien, hoe deze wakkere leeuwentemmer met pistoolschoten en zweepslagen, doch ook wel enkel door fixeeren, zijn wilde dieren in bedwang hield en er zelfs allerlei kunsttoeren mee wist te bewerkstelligen. Uit het voorgaande blijkt voldoende dat hier werkelijk aan het publiek geboden wordt de keur van alles wat tot nog toe op het gebied van circuskunst vertoond werd. De eene sensatie volgt zoo op de andere totdat als slot de beroemde leeuwentemmer Jack Bartzeni de in een groote kooi ver anderde manege binnentreedt en koelbloedig de bloeddorstige blikken en arglistige grillen der wilde dieren bedwingt; met vasten blik en ijzeren energie onderwerpt hij de brullende huilende koningen der woestijn aan zijn wil, en een gevoel van verlichting, van verade ming als na een doorleefd gevaar, gaat door de rijen der talrijke toeschouwers, als de ijzeren deur zich weder achter den onver schrokken temmer sluit. Nog een oogenblik ligt de benauwende stilte als een toovermacht over de menschenmassa, onmiddellijk gevolgd door een eindeloos gejubel, de uiting van een gevoel van hartverheffenden trots, dat de mensch in werkelijkheid uitverkoren is, over de geheele wereld te heerschen en te gebieden. Ook met hen, die hun genoegen vinden in spannende momenten is rekening gehouden, zonder dat echter de vertooning der betref fende nummers een afstompenden invloed zal hebben, zooals dat helaas maar al te dikwijls het geval is bij zekere menagerieën, die wel onder de benaming „circus" rond reizen, doch in de verste verte niets of slechts weinig geven van de oude, echte en grootsche circuskunst en wier werkzaamheden hoofd zakelijk bestaan in een werktuigelijke ver tooning van exotische dierengroepen, waarbij van dressuur in het minst geen sprake kan zijn. Bij het Circus Wilke kan men echter verzekerd zijn dat men een waarlijk amusanten en genotvollen avond door zal brengen, men zie slechts het programma, voorkomende onder gaat is dit, dat 'op den 8sten Juni door de houding van de Katholieken weer eens overtuigend is ge bleken, hoe onmachtig de coalitie is tot regeeren, hoe onsolide, hoe voos de grond slag is van den „gemeenschappelijken geloofs- wortel”. De eerst aangewezen taak van de Regeering, haar logisch opgelegd door haren oorsprong uit het gebeurde op 21 December 1907, is zij niet in staat te vervullen, omdat in deze cardinale qnaestie de Katholieken veel meer Links dan bij Rechts staan. Want men vergisse zich in de houding der Katho lieken niet. Het afstel, dat zij hebben doorgedreven, en dat in de gegeven omstan digheden a/stel is, is niets anders dan de verklaring: Wij willen geene vermeerdering van oorlogslasten. Zeer verklaarbaar in eene partij,* die jaren lang op haar program heeft gehad, dat de Oorlogsbegrooting niet hooger mocht zijn dan twintig millioen gulden, en die, al heeft ze die bepaling van haar pro gram geschrapt ter wille van de coalitie vrienden, het toch met zeer leede oogen aan ziet, dat diezelfde Oorlogsbegrooting reeds tot DERTIG MILLIOEN is gestegen. Dat de Katholieke partij in haar votum ook ge rekend heeft met het feit welken indruk het op de Katholieke kiezers moet maken, dat een ministerie, dat in zijn vierde jaar nog geene enkele sociale hervorming van betee kenis tot stand bracht, er nu even eenige millioenen oorlogslasten wil doorjassen, lijdt voor ons geen twijfel. In dat opzicht is de stem van den Hr. El horst, de eenige anti revolutionair, die met de Katholieken mee stemde, nog al opvallend, waar deze geachte afgevaardigde zijn zetel in Enschede aan eenige duizenden Katholieke kiezers dankt. pHnBtjanntiaHatjiFI Zondags. Waaraan dankt het tegenwoordig Kabinet zijn aanzijn? We weten het allen, aan de Oorlogscrisis van 21 December 1907. De verwerping op dien datum van de Oorlogs begrooting van Minister Rappard, bracht genoemden minister ten val, en deze sleepte in zijn val het geheele Kabinet-de Meester mee. En die oorlogsbegrooting werd ver worpen nadat, zoowel bij monde van den tegenwoordigen Minister van Zaken, toen afgevaardigde als bij dien van Generaal regeling van onze defensie in handen het toenmalige Kabinet niet veilig verklaard was. Het eerste wat het Kabinet-Heemskerk, geheel in overeenstemming met zijn oorsprong, dan ook deed was, goed maken wat Staal en Rappard heetten bedorven te hebben. Niettegenstaande het den Hr. Heemskerk gelukt was een man van bijzonder grooten naanj, in het leger, generaal Sabron, die niet van Christelijken huize was, de porte feuille van Oorlog te doen aanvaarden, was het Kabinet op defensiegebied alles behalve gelukkig. Het begon met het herstel in eere van het „heilige" blijvende gedeelte, waaraan Staal en van Rappard in euvelen moed hadden getornd, en waarvan Rappard, zij het dan ook door een onopzettelijke fout, bewezen had, dat het heel best wat ingekrompen kon worden. Het was dus een heel moeilijk stuk de Kamer, en speciaal de Roomschen, die van opdrijving der militaire uitgaven heel weinig hebben moeten, te vinden voor herstel van het blijvend gedeelte op zijne volle getalssterkte. Maar de groote middelen werden aangewender de toestand in Europa dat er noodig kon zijn, en wat het Kabinet-Heemskerk vroeg, en al kon men in de Kamer heel best merken dat de Roomschen slechts met lange tanden van die blijvend-gedeelte-taart aten, en zoo kreeg Sabron zijn 2200 man. Die 2200 huurlingen zijn naderhand absoluut onnoodig gebleken en het klein half millioen, dat er aan besteed is, baldadig weggesmeten geld. De Regeering begreep dan ook, dat er van het voorgoed terugbrengen van het blijvend gedeelte op de oude sterkte geene sprake kon zijn, en de oplossing van het vraagstuk werd gevonden in de invoerring tweeploegen-stelsel. Bols, „DeelfSteden’

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1911 | | pagina 1