Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. I EXTRJ 1911. Verschijnt Donderdags en Zondags. 50ste Jaargang. No. 56. Onze reis naar het Kinder- Vacantie- Kolonie-huis „Zwartendijk” te Egmond aan Zee. Groote Vergadering - van Veehouders 7Ïer Drachtige 2 OP EEN BU Thans was het wachten op antwoord, waarvan menigeen gebruik maakte om den inwendigen mensch te versterken. i Donderdag 13 Jult. Ingezonden. voor de Lezers van de „1 “VVnnlS.8e™ dd" VOOR Afzonderlijke uur, i.« 30 het (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). b ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. si en Stavoren, en een Het was in den vroegen ochtend van 8 Juli 1911, dat het tramstation te Bolsward door een druk bezoek vereerd werd en er een groot aantal menschen kwamen kijken naar het vertrek van de tram van 6.45, die dertien kinderen mee zou voeren naar het herstellingsoord aan zee. ’t Was de eerste keer, sedert de nieuwe vereeniging was opge richt, dat er kinderen uit Bolsward zouden ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4. TE BOLSWARD, op ZATERDAG 8 JULI ’smorgens 10 in „DE DOELE”. BESPREKING „Wat te doen, om verplichte stalling bij mond- en klauwzeer te voor komen” Niemand blijve weg Vele Belanghebbenden. Bovenstaande advertentie voorkomende in de Leeuw. Courant van 6 Juli bracht ruim 200 veehouders ter vergadering. Aan de bestuurstafel hadden de volgende heeren zitting genomen J. HAIMA, IJ.v.d. WERF, JOH. BRUINSMA, Tj. H. de BOER, W. BOKMA, II. ZIJSLING, Sj. de JONG, J. WIJNIA allen uit Bolsward en environs. De heer J. HAIMA (voorzitter) spreekt zijne tevredenheid uit over de opkomst, waaruit genoegzaam blijkt, dat het punt van behandeling velen interesseert. Spreker staat eenige oogenblikken stil bij het eerst ge volgde systeem (het afmakingssysteem) wat gebleken is niet afdoende te zijn. Het thans gebruikelijke is z. i. eveneens af te keuren aangezien door het stallen der dieren in huis een temperatuur .ontstaat, die ondragelijk, is, zoowel voor het vee als voor de menschen die daarin moeten werken. Uit gesprekken voor de vergadering ge houden vermoedt de voorzitter, dat in de vergadering twee gedachten op den voor grond zullen treden, ten eerste het doel „verzoek aan de Autoriteiten” ten tweede verzet tegen dezelven. Gaarne geeft hij aan elk die het verlangt hierover het woord. De heer IJ. v. d. WERF van Nijland geeft in nogal zeer krasse termen zijn meening te kennen, dat de thans gevolgde methode is af te keuren, en geeft als middel aan de hand dadelijk een telegram te zenden aan den Minister van Landbouw met ver zoek de maatregelen in te trekken. Spreker had reeds vernomen dat op enkele plaatsen de arbeiders weigeren om in de zeer warme stallen de werkzaamheden te verrichten. De heer J. H. YPMA van Arum brengt hulde aan de mannenx van het initiatief, en is voor verzet, opdat kan worden getoond, dat de Friesche boeren in wien nog vloeit het bloed van Graete Pier, zelf wel weten wat goed voor hen is, althans zelf hierover willen oordeelen, indien door den Minister geen gunstig antwoord wordt gegeven. De heer B. FEENSTRA te Schettens wenscht geheele intrekking der maatregelen, ook moet men niet verplicht zijn om de zieke dieren te stallen, hij wil den eigenaar hierin volkomen vrij laten. De heer T. W. ZANDSTRA te Cubaard Onze lezers zullen hebben ervaren, dat buitengewoon voordeelige voorwaarden van ie'. Wat zij thans voor hen zijn machtig mzen lezers zoo onbegrijpelijk weinig, dat U’ De heer Tj~~dè BOLit van Burgwerd zegt„Wat is de reden, dat de ziekte terug kwam nadat de bestrijding van het voorjaar zoo’n gunstig resultaat had gehad Hierop een antwoord geven is on mogelijk, maar spreker is van meening dat praktijk en theorie in dezen hand aan hand moeten gaan. De thans gevolgde methode heeft sprekers sympathie niet, daar de hitte in de stallen ondragelijk is, en dit brengen van ziek vee in denzelfden stal bij het gezonde is zijns inziens geheel in strijd met de gezondheids- het volgende tele- den Minister van leer. Niemand zal het immers in zijn hoofd halen om in een ziekenkamer waarin iemand lijdende is aan een besmettelijke ziekte, nog eenige andere gezonde personen te doen ver toeven. Spreker is voor het zenden van een telegram aan den Minister en hoopt op succes, daar hij alleen het zieke vee wil stallen en de politie-maatregelen zoo zacht mogelijk wenscht toegepast. De heer de JONG te Dronrijp meent, dat èn regeering èn de boeren beiden zijn voor verbetering van den toestand, wie dwaalt thans, vraagt spreker en wie wil hier zijne meening eens kenbaar maken, gegrond op de ondervinding van vorige jaren, wat het beste is, het vee te stallen, of in het land te laten. De heer J. H. YPMA wilafdoende maat regelen en acht de boeren zelf zeer goed in staat om een oordeel te vellen wat in de gegeven omstandigheden voor hen het beste is. De heer WIJN IA van Lollum geeft als zijne ervaring te kennen, dat in sommige gevallen opstalling, in andere gevallen het laten blijven in de weide weer is aan te bevelen. Spreker acht een verzoek aan de regeering om de boeren geheel vrij te laten zeer aan te bevelen en gelooft niet, dat alle vee zal worden aangetast, wanneer de boer zelf goede voorzorg betracht. De heer IJ. v. d. WERF wijst er op, dat het richten van een verzoek in dezen nog steeds geen succes heeft gehad, steeds werden de vragers met een kluitje in het riet ge stuurd, en maakte men zich er met een Jantje van Leiden af. Directe verzending van een telegram opdat nog tijdens de ver gadering het antwoord kan worden ontvangen, is noodig, omdat men bij weigering van den Minister dadelijk de dan te volgen gedrags lijn kan bespreken. Hetzelfde wenscht de heer J. BANGMA van Nijland. De heer T. W. ZANDSTRA geeft nog maals te kennen, dat hem officieel bekend is, dat men thans alleen het zieke vee maar behoeft te stallén. De voorzitter vraagt aan den heer SCHU UR MANS, veearts te Bolsward, of hem ook bekend is, wat door den heer Z. wordt gezegd. Deze bevestigde de mededeeling van den vorigen spreker. Alsnu wordt besloten gram te verzenden aan Landbouw, den Haag. Excellentie 200 veehouders, te willen stellen, om het vee te ver zorgen en te voederen in een zoo ver pesten dampkring, heeft tot dit besluit geleid en verklaren de veehouders zich solidair te stellen voor de eventueele proceskosten of anderszins voortvloeiende uit dit hun besluit. Daar de ondervinding heeft geleerd dat noch door verzoekschriften, noch door deputation of iets dergelijks in de zaak mond- en klauwzeer door de meeste en absoluut belanghebbenden iets is bereikt, wordt noode overgegaan tot dezen maatregel.” De heer IJ. v. d. WERF licht deze motie nog even toe en zegt, dat het doel alleen is om een proces uit te lokken, en hiervan gezamenlijk de kosten te betalen. De heer J. H. YPMA juicht dit idee van harte toe, hij is besloten en zal, al mocht deze motie niet de instemming van de ver gadering verkrijgen, persoonlijk het hoofd er voor houden. Een diep stilzwijgen volgt hierop, waarna de heer B. FEENSTRA met verontwaardiging spreekt dat men nu niet den moed in de schoenen moet laten zinken, hij althans wenscht, indien zijn vee de ziekte mocht krijgen, zijn eigen zaken in dezen te regelen. De-VOORZITTER wenscht vervolgens door op te staan of te blijven zitten den leden de gelegenheid te geven, zich voor of tegen de motie te verklaren, met het resultaat, dat slechts een gedeelte der aanwezigen hunne instemming betuigde, waarover hij zijn leed wezen te kennen gaf. De heer Tj. H. de BOER gaf te kennen dat men naar zijne meening den verkeerden weg op ging, dat deze weg voerde tot anarchie, wat, naar het hem voorkomt, beslist verkeerd is. Spreker is voor samenwerking met de autoriteiten, waarvan hij heil verwacht, maar niets is z. i. te bereiken door verzet. Nog steeds wachtende op het antwoord van den Minister, wordt door den voorzitter inmiddels eene andere motie gereed gemaakt, welke in verband staat, met het bericht uit de Staatscourant, voorkomende in het ochtend blad van het juist ontvangen Algemeen Handelsblad waaruit blijkt, dat voor Noord- Holland de bepalingen worden opgeheven. Deze motie luidt als volgt „De vergadering van veehouders ge houden op 8 Juli in „de Doele” te Bolsward, spreekt als hare meening uit dat in Friesland evenals op het vaste land van Noord-Holland en het Eiland Wieringen de verschillende maatregelen met betrekking tot het mond- en klauw zeer bij herkauwende dieren en varkens buiten toepassing worden gesteld.” Hierover waren de vergaderden het allen eens, zoodat toen de voorzitter de vraag stelde, wie er soms tegen deze motie was, ieder zweeg, waaruit werd geconstateerd, dat zij was aangenomen met algemeene stemmen. De voorzitter sloot hierna de vergadering na zijn dank aan de aanwezigen gebracht te hebben voor hunne belangstelling. Uit den Haag kwam om 5 uur volgende telegram HAIMA, voorzitter vergadering veehouders, Doele, Bolsward. Wil overleg plegen met districtsveearts Leeuwarden. voor Minister Landbouw, (w.g.) VERSTEEG.” H. worden uitgezonden, voor wie frissche zee lucht, goede doelmatige voeding en gepaste lichaamsbeweging van het grootste nut zouden blijken te zijn. Niet alleen de moeders, doch ook de vaders, grootmoeders, ooms en tantes waren opgekomen om de kinderen een af scheidsgroet te brengen, niet twijfelende of de jongelui zouden terdege onder den invloed zijn van dit eerste van huis gaan. Maar hierin vergiste men zich, want het waren enkel vroolijke, blijde gezichtjes, die men zag! Netjes gewasschen en gekamd, gestoken in de beste kleertjes, zullen ze zeer zeker op de „kiek”, die er van hen nog vóór het vertrek werd gemaakt, een prettigen, aar- digen indruk geven. In zak of taschje een broodje, door moeke nog met zorg klaar gemaakt, stapten ze onder geleide van ons beiden in de gereedstaande tram, waarvan door welwillendheid van den heer Station chef een geheel leege wagen voor ons vijf tienen was gereserveerd. Vroolijk wuifden de kleintjes tot afscheid en onder blij gejuich zette de tram zich in beweging, niet één, die tegen het weggaan opzag 1 In Sneek vonden we ons reis-billet gereed en na de kinderen nog vergast te hebben op enkele vroolijke gramafoon-liedjes, kwam de chef ons persoonlijk den gereserveerden wagen aan wijzen. De meren tusschen Sneek ontlokten bewonderende kreten en een der meisjes vroeg of de zee nu nog grooter was! Met verlangen zagen ze naar den boottocht uit en hun verbazing steeg ten top, toen ze de groote stoomboot gereed zagen liggen, die ons over de Zuiderzee ijaar Enkhuizen zou voeren. Welwillende handen werden uitge stoken om de kinderen op de loopplank te helpen en direct werd op een beschut plaatsje een lange bank gereed gezet, waar ze boven op dek prachtig van de zee konden genieten. Mantels aan, meisjesoverjassen aan jongens! zeiden we en behaaglijk in de beschuttende warmte van jas of cape, zetten de kinderen zich neer onder het slaken van de meest opgetogen kreten over elke golf en elke deining van het water. Onmiddellijk werden de broodjes te voorschijn gehaald -en zonder daarbij aan moeder te denken naar ik vrees, werden de tandjes er gretig ingezet. Ieder in de nabijheid had schik in ’t jonge goed, wier opmerkingen over de heele boot weer klonken en een gelach ging er op, toen een der jongens op het baken midden in zee wijzende, uitriepkijk eens jongens, wat een groot petroleumvatHet genot werd een oogenblik getemperd, doordat een der meisjes plotseling onlekker werd, over misse lijkheid klaagde en lichte verschijnselen van zeeziekte vertoonde. Oogenblikkelijk strekten dienstvaardige handen zich uit om het kind te helpen, een gemakkelijk stoeltje klaar te zetten op een rustig plekjeer werden eau de cologne-fleschjes aangereikt en peper muntjes aangeboden, en de driewerf gerid derde hofmeester, de heer Van Meesteren kwam in eigen persoon zijn diensten aanbieden. De bedienden droegen glaasjes water aan en al heel gauw knapte het meisje op en was het leed spoedig vergeten. Het sympa thieke doel van onzen tocht vond overal weerklank en daaruit kan men gemakkelijk verklaren de bizondere welwillendheid, die we van iedereen op onzen tocht mochten ondervinden, van den heer Stationchef af tot de Egmondsche conducteurs toe. Het gezicht van het glaasje water bracht de andere kinderen ook direct op het idee, dat ze dorst hadden en zonder er hoegenaamd om te hebben verzocht, kwam de bediende met een blad vol glazen frisch water aan dragen, waarvan elk kind er eentje mocht nemen. Een goedige, oude boerenjuffrouw uit Leeuwarden sprak haar sympathie uit met het mooie streven, toen we haar van het doel dezer reis op de hoogte hadden gebracht en voegde er weemoedig bij „in mijn jeugd deden ze nog niet aan zulke dingen, wie toen zeelucht moest hebben, moest het zelf betalen en daar de ouders er zelden toe in staat waren, bleven de kinderen er dus van verstoken, ’t is toch prachtig, dames, dat er nu zulke vereenigingen bestaan I In Enkhuizen wees de conducteur ons weer twee leege inéénloopende coupé’s en heesch zelf al tellende onze dertien kinderen voorzichtig in den trein. Er ging een blij gejuich op, toen de zak met krentenbroodjes werd geopend en ieder er eentje kreeg, vergaderd in de „Doele” te Bolsward ter bespreking van de vraag wat te doen om verplichte stalling bij mond- en klauwzeer te voor komen verzoeken Uwe Excellentie om omgaand antwoord op de vraag, om het opstallen van vee bij mond- en klauw zeer van heden af vrij te laten naar het oordeel van den eigenaar. de voorzitter (w.g.) J. HAIMA. Aan den heer Van STAA, districts vee- arts te Leeuwarden, werd eveneens telegrafisch j hiervan mededeeling gedaan. Nadat geruimen tijd was gewacht op het antwoord van den Minister opent de voor- -zitter wederom de discussie over wat er zal worden gedaan, indien een weigerend ant woord komt. Aan de bestuurstafel had men zich intus- m met het opstellen van een motie van den volgenden inhoud welke bij monde van den heer JOH. BRUINSMA werd voorgelezen: „Op heden den 8 Juli 1911 is in eene vergadering van ruim 200 veehou ders, gehouden te Bolsward, na ernstige bespreking, over de vraag, wat te doen om verplichte opstalling bij mond- en klauwzeer te voorkomen besloten, geen gevolg te geven aan den last van den Burgemeester pf Veearts het vee te doen opstallen. De onzinnige maatregel toegepast in de warme zomermaanden om de zieke dieren te stallen, waardoor de verpes tende stank, bij lijdende dieren aanwezig binnen de huizen wordt gehaald, niet alleen schadelijk voor des veehouders huisgezin, maar waar het dienstdoend personeel dreigt zich niet beschikbaar Bolswardsche Courant k

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1911 | | pagina 1