Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. Verschijnt Donderdags en Zondags. 50ste Jaargang. No. 59. 1911. ARUM of AMSTERDAM? i' f - Is ’n andere partijgroepeering mogelijk Dat geeft te denken. Om ’t ieder naar den zin te maken, Dat zijn onmogelijke zaken, dat heeft eens een oud-vaderlandsch dichter gezongen. Naar ik meen was ’t vader Oats, die deze groote waarheid op rijm verkondigde, doch dat doet er ook minder toe. Een feit is het, dat de gedachte waarheid bevat. Zondag 23 Juli. BINNENLAND. UIT DE PERS. VOOR Afzonderlijke //zooveel menschen, voor de Ws.) Adres van Holl. M. v. L. de volgende wenken Zoo vaak bij d’ Gelijk men De oorzaak ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. ik hoor iemand ’t postkantoor te en fuiven te ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4. Sneek. Vele leerlingen van school no. 2, 117 in getal, vertrokken gisterenmorgen met den eersten sneltrein, onder geleide van 8 onderwijzers en onderwijzeressen naar Zand- voort. Na aldaar den dag prettig te hebben door gebracht, arriveerde ’t volkje, hoogst voldaan over 't genotene, hier ’s avonds weer met den laatsten sneltrein. ,/Twee zaken hebben door hun aard In ’t huisgezin veel zorg gehaard Geachte leden, gij kent ze wel De lucifer en ’t petroleumstel. De eerste is op ’t platteland een of anderen brand, dan zoo dikwijls leest, van de ramp geweest. Derhalve ouders, opgepast, De lucifers boven op de kast Laat het jonge volkje vroolijk spelen Maar zorgt, dat zij zich niet vervelen En wat betreft ’t petroleumstel, Het gevaar daarvan, dat kent ge wel. Men lette, dat het stevig staat Op ’n ijzeren of steenen plaat. Nooit laat men het brandend onbeheerd Dat is ten eenenmaal verkeerd Om bij te vullen als het brandt, En dan nog wel tot aan den rand, Zorgt, dat de meid dit nimmer doet, Want dat is absoluut niet goed. Nimmer met water blusschen gaan, Als brand is door het stel ontstaan, Men neem’ dan melk, nog beter zand, Een bak daarmee steeds bij de hand. Een ieder zorge, wat hij kan, Daar hebben we allen voordeel van. Bevrijding van de coalitie gezondma king onzer politieke verhoudingen door een partijgroepeering waarbij ’t behoudend element zich vereenigd heeft tegen het vooruitstrevend element, conservatieven tegen democraten, onverschillig van welk geloof of godsdienstige overtuiging dat is het wat ons land in de eerste plaats noodig heeft om uit bet moeras te geraken, waarin wij thans verzonken zijn. Is een dergelijke nieuwe partijgroepeering mogelijk? Het Unie-liberale weekblad de Vaderlander meent dat hierop een bevestigend antwoord gegeven kan worden. Neem zoo schrijft het de tegen woordige Kamerdaarin zitten, naar onze berekening, als behoudende elementen 10 anli-revolutionairen, 14 katholieken, 12 chris- telijk-historischen en 4 Vrij-Liberalen, te zamen 40, waar tegenover men dan zou hebben 9 vrijzinnig-democraten, 21 Unie- liberalen, 11 anti-revolutionairen en 12 katho lieken als vooruitstrevende elementen, te zamen 53 die dan geheel los zouden staan van de sociaal-democratie, wat toch zeker ook de politieke atmosfeer zou zuiveren, daar deze partij, die geene enkele verantwoordelijk heid voor den loop der zaken wil dragen, dan kwam te staan op de plaats waar ze hoort. Nu zeggen wij natuurlijk niet, dat die groepeering van die 53 tegen die 40 nu reeds mogelijk zou zijn; daarvoor moet eerst de coalitie blijvend uiteengevallen zijn, en dat is slechts eene quaestie van tijd, zooals ieder gebouw, waarvan de ondergrond niet deugt, eindelijk invalt. Maar als men die cijfers eens bekijkt, dan zal het toch zeker wel een ieder duidelijk zijn, waarom de con servatieve elementen in de coalitie haar met hand en tand verdedigen, en tevens, hoe de Aalberse’s en de Van Vliet’s, «n de Passtoor’s met het belang der kleine luyden spelen, door de gezonde partijformatie tegen te houden. De reclame-makers voor Kolkman’s Tarief- ontwerp willen den vooruitgang van Duitsch- land op gebied van nijverheid, handel en weten schap toeschrijven aan... de invoerrechten. De reclame-makers vergeten, dat in het zoo bloeiende Duitschland, de werkeloosheid zeker niet minder groot is dan bij ons. Wil men een bewijs? In Amsterdam (en elders) staken de zee lieden en de bootwerkers. De reederijen trachteï nu Hoe men de bootwerkers. ander personeel te vinden. i nu ook denke over den arbei der, die als //onderkruiper” optreedt, zooveel is wel zeker, dat het gros dier onderkruipers menschen zijn, die honger hebbenzij leenen zich tot het in de plaats treden van de stakers alleen, omdat zij geen werk hebben. Welnu Te Amsterdam kwamen de vorige week op één dag per extratrein niet minder dan 400 Duitsche arbeiders uit Winterswijk aan, die in de plaats der stakers aan het werk zullen gaan. Dat geelt te denken I Wat zeggen onze protectionisten hiervan Zouden ze daar zóó fuiven Waar Op ’t postkantoor te LeeuwardenHoe zoo? Van wege de kermis Aardrijkskunde en fuiven zijn gezworen vijanden, heterogenen. Wie fuift, vergeet zijn //driemaal den aardbol om”, van den heer Bruins. (Tusschen twee haakjeser is een tijd geweest, dat deze heer en schrijver dezes ook heterogeen waren. Ik zie nog dat kleine boekje, uit 's heeren Bruins binnenzak ge haald, waarin dan zoo’n heel klein streepje achter iemands naam werd gezet. En zoo’n streepje en het driemaandsch rapport waren niet heterogeen). Maar wie zijn //driemaal den aardbol om” vergeet, hetzij dan door wat omstandigheid ook, kan rare vergissingen begaan. Ja, nu spreekt U in het algemeen, zegt de een of ander lezer, en zeggenhoe rijmt U nu Leeuwarden, aardrijkskunde zaam De Concertdirectie Vleugels, op de kermis te Leeuwarden variéteerende in „de Har monie”, laat een briefkaart toekomen aan een lid onzer Redactie, die te Arum woont. Door de zorgen van den chef der „Harmonie” wordt gemelde briefkaart gepost. Ja maar dat fuivenO, even geduld, zóó haastig gaat het niet op een postkantoor Eerst in de bus, dan er uit, vervolgens op de stempeltafel. Nu komt het fuiven, denkt U er om De postbeambte gewapend met zijn stempel geeft elk colli postale ’n merk Leeuwarden in 'n halfrondje, dag en datum daaronder en evenredig aan gezegd noordelijk halfrond aan den benedenkant ’n drietal sterretjes. Zoo gaat het vlug, bij honderden gaan ze onder den stempel... Halt!... Wat is dat? ’n Briefkaart naar Arum... Arum? Arum? wat is Arum Fuiven ziet U. „Leeuwarden is ’n Ameri- kaansche stad” zingt de humorist Bol in „de Harmonie”. Wat weet nu 'n beambte der Amerikaansche posterijen van Arum De ver-Amerikaanste stempelier, tot dezen toestand gehypnotiseerd, gevoelt zich op ’t oogenblik Leeuwarden is toch thans 'n wereldstad. Er is een stroom van vreemdeling schap neergedaald op onze Friesche hoofdstad, en daarbij dan dat //fuiven” en ’t daarbij nog bekoorlijke „Juliaautje-Juliaantje”, of’t nog mooiere „Vraag het maar aan Peter”, kijk, nu is Arum „verschwunden” uit „drie maal den aardbol om”. Arum moet zijn Amsterdam, denkt, beslist de briefkaartenbestempelende stempelier. En fluks de andere stukken moeten maar even wachten wordt met groote potlood letters op ’t adres geschreven „Zie Amster dam” Straks is de kaart met hoeveelheden soort gelijke, ingepakt en rijdt de postkar over de Prins Hendriksbrug. Je kunt zoo zien dat die postkoetsier zijn draai heeft, hij denkt aan het leuke „kom in meine mooie kammertje”. Op ’t station aangekomen gaat alles in den trein, die vliegensvlug Amsterdam zoekt te bereiken. Amsterdam postkantoor aldaar. Ook ’n stempelier. Ook vlug, o zoo vlug sorteeren en stempelen. Halt daar is de bewuste briefkaart met het opschrift: „zie Amsterdam” De man denkt even na. Ws. te Amsterdam Nooit van geboord (jammer voor boek nul op ’t request. Krijgsraad alle hens aan ’t dek. Nie mand heeft ooit van Ws. gehoord. En deze Amsterdamsche, niet Amerikaansche stads- póstkantoorbeambte neemt roode inkten pen en schrijft ook op ’t adres „Ws.” onbekend te Amsterdam”. Maar hij, niet door een of andere oorzaak op voet van oorlog staande met „driemaal den aardbol om”, schrijft er bij „zie Arum” en tusschen twee haakjes „Friesland” er naast. Dat is de ware historie van een briefkaart. Ws. Voor de betrekking van Rector aan het Gymnasium alhier hebben zich 2 solli citanten aangemeld. Workum, 21 Juli. De Oranje-Vereeniging alhier, hield gisteravond ten huize van L. v. d. Pal, logement „De Koophandel” eene ver gadering ter bespreking om op 31 Augustus (Koninginne Verjaardag) wederom feest te vieren. De opkomst was bevredigend. Door het bestuur was een voorloopig pro gramma opgemaakt, hetgeen luidde: 1. School feest (optocht en tractatie), 2. Kinderspelen, 3. Ringrijderij, 4. Bioscoop-voorstelling. Dit werd den leden in bespreking gegeven. Het laatste punt was een punt van over weging en vond bij verschillende leden be zwaren, vooral toen door den Voorzitter werd medegedeeld dat het ongeveer f 200 zou moeten kosten. Een bioscoop-voorstelling in open lucht hangt natuurlijk geheel van het weder af, zoodat er te veel risico aan ver bonden is, en de gelden bij mis-weder tever- geefsch weg waren, waarom besloten werd hiervoor in de plaats te stellen een mooi vuur werk, gelijk aan verleden jaar. Door een der leden werd in overweging gegeven om ’s morgens 7 uur vanaf den toren een reveille te blazen, wat ter gelegenheid van den verjaardag van Koningin Wilhelmina zeer goed paste en de feestvreugde zou ver- hoogen, hetgeen uitgevoerd kon worden door 8 a 10 executanten. Met genoegen werd dit idéé ontvangen en de voorsteller Sj. W. de Vries werd verzocht de noodige man schappen bijelkander te brengen. Een kind verbrand. Tijdens afwezigheid van de moeder ge raakte Woensdag in een woning aan de Zusterstraat te ’s-Gravenhage een kind van ongeveer drie jaar in een kuip kokend water. De moeder, bij haar terugkomst het onheil bemerkend, schreeuwde zoo hevig, dat de buren oogenblikkelijk toesnelden. Direct werd de kleine door dezen naar de in de onmiddgllijke nabijheid gelegen barakken ge bracht, waar een voorloopig verband werd aan gelegd. Hierna ging het terstond naar het zieken huis. Kort nadat het kind in deze inrichting vertoefd had, werden de ouders geroepen en moesten zij het kind zien sterven. (Vad.J Half gescalpeerd. Donderdagmiddag vie] het 10-jarig zoontje van den scheepmaker Prins te Stol wij ker sluis bij Gouda, dat achter op een op den Dijk aldaar rijdenden tentwagen sprong, door het hobbelen op de keien tusschen een der achterwielen van het voertuig. De jongen geraakte met zijn hoofd tusschen de spaken, is er bij het ronddraaien weer uitgeraakt, maar kwam toen in aanraking met den ijzeren wielband, die hem een groot gedeelte van zijn hoofdhuid met haar af schaafde, zoodat hij als het ware helft werd gescalpeerd. Hevig bloedend werd de knaap door hulp vaardige handen naar het vlak bij gelegen Iterson-ziekenhuis overgebracht, waar bleek dat de wond niet levensgevaarlijk was. (H C.) Die goede buitenlui. Twee heeren uit Gouda maken een wande ling buiten de stad. Dorstig geworden door de warmte, stappen zij een boerderij op en vragen toen aan de boerin een glas water. „Willen de heeren niet liever een glas melk Er is genoeg.” Beiden vinden dat nog beter. Na het gebruik van de melk vraagt een van hen, wat zij schuldig zijn. En het ant woord luidt O niets heeren. Onze koeien hebben de tongblaar en nu kunnen wij de melk toch niet kwijtraken,,. OBSERVER schrijft in de Enkhuizer Courant. ’k Herinner me eens een geval, dat op werkelijk aardige wijze de groote waarheid van deze spreuk in ’t licht stelde. Op een keer, dat ik op reis was dat gebeurt me trouwens niet alle dagen zit ik toevallig met een paar dames en een jongen in de coupé. Net, dat ik even in mijn spoorboekje ga zitten kijken, hoe lang ik in Amsterdam moet wachten, zegt in eens éen der juffrou wen op „snapperigen toon”, „Mijnheer, doe asjeblieft, dat raam dicht, want ik sterf bijna van tocht.” Om je de waarheid te zeggen, gevoelde ik er niet bijzonder veel voor, om aan ’t verlangen te voldoen, want er kwam een lekker tochtje in, dat werkelijk mij en naar ik vermoed, ook de juffrouw niet zoo bijzonder veel kwaad zou doen. Maar enfin, „alle eer aan de dames” dacht ik en net ben ’k bezig om het raam in de hoogte te sjorren want in de meeste spoorwagens loopt dat stelletje nn juist niet van zelf of ineens schiet de andere juffrouw uit d’ er slof, en bijt me nijdig toe„Mijnheer open asjeblieft. Hoe is 't mogelijk mensch, als dat ding dicht moet dan stik ik hier van de warmte”. Ten einde raad, wat ik doen zal, het raam dicht doen, of open laten ja, wat moet je in zoo’n geval ga ik maar weer zitten, want om je de waarheid te zeggen, ik heb ’t niet graag met de vrouwelijke sekse te kwaad, want de tijd is voorbij, dat ze tot ’t zwakke geslacht behooren. Maar enfin, er komt redding. „Mijnheer”, zegt die jongen over me, „weet U, wat D doet Laat U eerst het raam maar een tijdje open, dan sterft de eene juffrouw van den tocht, en dan doen we ’t raampje een tijd dicht, dan stikt de andere juffrouw van de warmte, dan zijn we mooi van ’t zaakje af”. Zoo zie je alweer zooveel zinnen.” Dat bemerk je ook nergens beter als met ’t weer. Als de boer „schreeuwt” om regen, dan vindt de bouwer het „best” weer en als de boer in zijn nopjes is, dan klaagt de bouwer weer steen en been. Gelukkig, dat er in de weersgesteldheid zooveel afwisseling is, dat de meesten op hun tijd hun zin krijgen, zoodat het klagen dan meestal ook niet van langen duur is. In de afgeloopen week ten minste hebben de boeren prachtig weer gehad om te hooien, en geloof dan ook maar vrij, dat er heel wat thuis gehaald is. Bij enkele boeren is dan ook de hooioogst al afgeloopen, en als dat met 25 Juli het geval is, dan hebben de boeren over ’t algemeen geen klagen. „Met Sint-Jacob (25 Juli) De hooiberg in top”. Bij vele boeren is ’t hooi, ten minste het eerste, wel wat lang onder handen geweest, en d’ er zal ook nog genoeg binnengehaald zijn, dat niet al te droog is geweest. Voor de voorzichtigheid is er dan hier en daar ook maar een klamp buiten gezet, want „broeien” zal in vele gevallen niet uitblijven. Nu, de hooistekers staan klaar, als de boeren nu ook zelf maar tijdig maatregelen nemen, dan komt alles terecht, en kan brandgevaar voorkomen worden. Gelukkig hoor je er in deze omgeving weinig van, dat de boel door hooibroei de lucht ingaat, en dat is maar goed ook. Want wat een brand niet voor schade kan uitrichten, dat hebben we laatst in onze onmiddellijke omgeving kunnen zien. Daarom is opletten altijd een zaak ’t grootste gewicht. Niet oneigenaardig geeft dan ook de Directie der onderl. Brandverzekering der Bolswardsche Courant I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1911 | | pagina 1