lieuws- en Advertentieblad Bols ward en Wonseradeel. Zondag 27 Augustus. a 1911. Verscnijnt Donderdags en Zondags. 50ste Jaargang. No. 69. FL0RAL1A-FEEST, BINNENLAND. UIT DE PERS. i Ingezonden. VOOR Afzonderlijke levensmoed in en I 1 de 1 rijkelijk be* I bet papier kraste, lijzig zijn futlooze VRIJDAG 1 SEPTEMBER 1911. *1 ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. (Buiten verantwoordelijkheid, der Redactie}. a.s. Vrijdag in de een driedubbel ik vacantie willen vragen van wat beroep, van s- ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4. Bovengenoemd feest dat September, ’s avonds 8 uur in de ^Doele- zaal” zal worden gehouden, wordt dit jaar om het groote aantal inzendingen (ruim 900 planten kunnen worden tentoongesteld) zeer in het bijzonder in de belangstelling der stadgenooten aanbevolen. Donateurs en leden van //Floralia” hebben met hunne huisgenooten vrijen toegang tot de tentoonstelling, en ieder ander kan toe gang bekomen tegen 10 cents per persoon. Door de entrée tot de tentoonstelling te verlagen, hoopt het bestuur dat velen a.s. Vrijdagmiddag tusschen 2 en 4 uur, een wandeling door de //Doelezaal” zullen gaan maken, om zich eens te overtuigen, meer dan tot nu toe, hoeveel zorg er aan al die stekjes besteed is, om ze tot zulke mooie, flinke planten bijeen te brengen. Bovendien wordt aan iedere bezoeker ge legenheid gegeven zijn stem uit te brengen over de, naar zijn oordeel mooiste inzending, en zullen daartoe briefjes worden uitgereikt, waarop het nummer der planten, welke zijn inziens voor een bekroning in aanmerking komen, is te vermelden. Buiten de gewone jury-prijzen hoopt men hiervoor 2 a 3 prijzen beschikbaar te kunnen stellen. Dat velen deze poging, om //Floralia” tot meerdere bloei en belangstelling te brengen, zullen steunen, hoopt het bestuur ten zeerste. Door te komen zien, door geschenken te zenden, zal dat kunnen worden bereikt, en het bestuur roept daarvoor aller gewaardeerde medewerking in. Geschenken zullen gaarne 31 Augustus tusschen 7 en 10 uur's avonds in ontvangst worden genomen. Het Bestuur der Vereeniging „Floralia”, Dr. C. J. NIEMEIJER, Voorzitter. H. EISMA. Vice Voorzitter. J. HOMMES. D. TERHENNE. A. BANNING. H. BEEKHUIS. J. BROUWERS. C. CUPERU8—Taconis. F. v. d. WAL—TjALMA, Secretares Penningmeesteres^ een en tevredener hart hun weer hervatten, met meer voor hun evenmensch. En den weelde, die zich in zijn levenslange van badplaats tot badplaats sleept, het eene hotel naar het andere om den zou ik op de hei wil- een simpel boerenhuisje met pot karnemelkbrij en een stuk roggebrood met kaas ik denk, dat de wonderwerkende stille kracht der natuur hem op het laatst wel deze openbaring zou doen, dat de mensch van zijn heerlijke leven vaak niets anders maakt, dan een holle, onnatuurlijke comedie-vertoo- ning. En den man wiens eenige uitstapje dagelijks is zijn honderd-meters-lange wande ling naar school, kantoor of werkplaats, hem wilde ik op een trekschuit desnoods, op een fiets, boot of trein, op een vliegmachine als ’t kon zetten, kortom op een of ander ding waarmee hij kilometers kan ver slinden. Zoo moet ieder zich een poos uit de trage sleur loswringen voor een poos, om nieuwe krachten op te doen. Terwijl ik hier zoo zit te filosofeeren, valt mijn oog op een teer plantje in een donker hoekje onder een boschje eikenopslageen knopje wiegt aan ’t uiteinde van het dunne steeltje, ’t Stakkertje kwijnt, kan zich niet ontplooien daar in dat schaduwgrotje zonder licht, lucht, voedsel en regen. Het zal niet tot den vollen wasdom komen. En mijn gedachten dwalen afde heerlijke dennen geur herinnert mij als tegenstelling aan de benauwde, viezige lucht in het enge kamertje drie hoog voor van onze schoonmaakster in een der achterbuurten van de hoofdstad, waar het nu ook vacantie is. Weet ge hoe dat kleine holoogige ventje daar, z’n vrije dagen door brengt? Moeder gaat ’s morgens vroeg uit wer ken, en als zij weg is, moet ’t ventje op zijn broertjes passen. Zoo kruipen zijn vacantie- dagen traag voorbij de eenige afwisseling voor hem is een orgel in de straat öf een hond dien ze in de gracht gegooid hebben. Maar als hij zich, uit het raam hangende aan die verheven muziek of dat belangwek kend schouwspel heeft vergast, keert hij het hoofd weer in den goren dampkring van het kamertje, gaat zusje weer wiegen, die schreeuwt of geeft broerlief een mep. Dat is zijn vacantie Als de school weer begint is hij nog even bleekjes, zwakjes, lusteloos als te voren. Hij hoort met gretige oogjes de verhalen aan van meer bevoorrechte mak kertjes, die vertellen van een verblijf bij oom of grootvader ver buiten de groote stad hoe ze gedwaald hebben langs bosch en hei of gespeeld aan zee en zijn arm, moe hoofdje plant zich een ruischend, bosch met de boompjes uit het plantsoentje en schept zich de eeuwig-zingende zee met het vuile stinkwater van die gracht, zijn waterige glanslooze oogjes beginnen te glinsteren maar net op dat oogenblik pakt hem de kouwe werkelijkheid bij de kraag en geeft hem het wiegtouw weer in de handen. Hij is het teere plantje onder het eikenboschzal hij tot vollen wasdom komen Honderden van die kleinen worden ge lukkig geholpen men heeft de handen ineen LABOREMUS schrijft in de Enkhuizer Courant ’k Heb er een uitroepteeken achtergezet. Als ik niet vreesde', dat ik nog meer uit- roepteekens zal noodig hebben, zoodat het bakje van den zetter gevaar loopt leeg te raken, had ik er nog meer achter geplaatst. Want ’t moet met een drukking van twee atmosfeeren de lucht in geschald worden, ’t Is een juichkreet, ’t moet klinken als bazuingeschal, als de klaroenstoot van een herautVacantie Ik vrees wel dat dit een erg lummelig suffig praatje zal worden, want ik ben bezig mij te oefenen in het niet-denken, waarover straks meer. Vacabimus wij zullen vacantie hebben. Dat moest iedereen, zonder onderscheid, zich zelf minstens ééns in't jaar hoopvol kunnen toefluisteren, als hem achter toonbank, in werkplaats, op kantoorkruk of waar dan ook, een dof gevoel overvalt om de eeuwige een tonige dwang van zijne dagelijksche leven. Gij denkt misschien, gij, werkgevers, die ik erken het zelf een zeer druk leven hebt, even druk wellicht als uw dienstbaren, ge denkt misschien //Ja, maar iedere dag, dat ik mijn personeel vacantie geef, beteekent voor mij een geldelijk verlies van zooveel gulden, zooveel cent en waar haal ik dat vandaan tegenwoordig. Maar gij vergist u iedere dag, dat ge uw knechts of bedienden vrijaf geeft, beduidt voor U geen verlies, maar winst. Och, ik vraag het Uprobeer het eens met dat bleekneuzig jongmensch, dat daar met doffe oogen, waarin verveling te lezen staat, op zijn krukje zit en lusteloos z’n pen, die slaperig over in den inktpot doopt en 1_ letters naast elkaar laat marcheeren in ver moeide liniën, compagnieën en bataljons en telkens verlangend, smachtend door het groe zelige kantoorraam kijkt naar den grauwen muur aan de overzij, waarboven hij nog net een halven vierkanten meter blauwe lucht ziet. Och toe, zeg eens op ’n zeker oogenblik //Herman”, of hoe hij heeten mag, jongen, leg je pen eens neer en kom pas over vier dagen hier terug; hier heb je een reisduitje en neem nou je fiets en zorg dat je binnen een kwartier uit m’n oogen bentje hebt vacantie Ja, ’t is een schadelijk begin, dat moet ik zeggen want het jonge mensch begint met in zijn vreugdevolle verbazing een reuzen inktmop op zijn papier te gooien; derhalve moet er een nieuw vel genomen worden. En dan, dat reisduitje en het toeslagje voor de anderen, die een dag of wat iets harder en langer moeten penneneen schadelijk begin Maar zie me den jongen eens, als hij over een paar dagen terugkomt. Hij stormt natuur lijk het kantoor binnen en omdat hij in de ruimte alle stuur over zijn beenen verloren heeft, gooit hij de prullemand en wat kan- toorkrukjes om. Maar kijk eens naar zijn wangen het bloed begint al wat door zijn perkamenten huid te dringen en zijn oogen: twee zonnen zijn het, die het duffe kantoor verhelderen en warmte en licht afstralen. En hij drukt „den baas” de hand, niet zoo pap-slap als een dag of wat geleden, maar stevig gespierd en als hij op zijn kantoor kruk niet geklommen, maar gesprongen is dat heeft hij van de eekhorentjes afge zien, dat kan hij nu niet anders doen dan grijpt hij zijn pen als was het een veld- heersstaf en hij schrijft niet meer met die nare pikzwarte inkt, maar met gouden zonne schijn en als hij zijn oogen bij toeval nu niet uit verveling opslaat van zijn werk naar den grauwen muur, dan ziet hij daar niet meer dien halven vierkanten meter blauwe lucht maar gansch den azuren hemel en boomen en weilanden met koeien en golvende graanvelden en zacht grinnikend glijdt zijn pen over het papierzij krast niet meer hij hoort er in het ruischen der zee en het zoemen der bijen en het ritselen der blaren zijn letters worden niet meer van die afge matte knieknikkende recruten, maar ordelijke bataljons van gespierde slagvaardige mannen met merg in hun knokkels. Eu werken doet de jongen dubbel hard, want hij heeft geslagen en vereenigingen gesticht waarvan het Centraal Genootschap voor Vacantie- Koloniën de krachtigste is, welke jaarlijks de holoogjes en bleekneusjes in gonzende zwermen naar bosch, hei of zee zendt van waar ze na eenige weken als vroolijk zoemende bijen terugvliegen met versch bloed, bruine dikke wangen met levenslust en levenskracht. Honderden worden geholpen, maar duizenden wachten. Geld ontbreekt om ze allen te redden. Het Leger des Heils heeft onder meer practische dingen ook de Zelfverloochenings- week ingesteld. Dan ontzeggen zich soldaten en officieren van het reddingsleger elk gemak, elk genot en het aldus bespaarde geld wordt tezamen gelegd tot redding en steun van hen, die de modder eener wereldstad vormen. Een voorbeeld, dat tot navolging lokt. Als wij eens allen ’t liefst in onze vacantie, wanneer ’t genot vrijgevig maakt een zelf- verloocheningsweek instelden, al was het maar een zei fverloochening s-dagDien dag ont zeggen wij ons alles, wat we redelijker wijze kunnen ontberen, ieder overbodig qemak of genot. Het uitgespaarde geld zenden wij naar het Centraal Genootschap. Ik durf U voorspellen dat de dag, waarop ge kunt denken„nu is door mijn toedoen zoo’n bleekneusje wat versche lucht gaan happen in bosch of duin”, de genoeglijkste van uw vacantie zal zijn. Denk daarbij eens aan uw eigen lieveling, wien gb alles kunt geven wat hij behoeftmisschien tast uw hand dan dubbel diep in de beurs. Ik heb het U al voorspeld, dat dit praatje hopeloos lummelig en suffig zou worden. En dan nog die bedelpartij op het eind 1 Ik heb U wel gewaarschuwd’t is vacantie! Dat is niet goed voor LABOREMUS. Sneek. Indien het weer meewerkt belooft Koninginneverjaardag op 31 Augustus a.s., een mooie dag te zullen worden. Door de vereeniging „Oranje” alsmede door eenige buurtcommissies alhier, zullen verschillende feestelijkheden worden gehouden terwijl een afzonderlijke commissie een keuring van tuigpaarden organiseert. Gisteren arriveerde hier de boeier Z/Johanna” met een gezelschap dames en heeren uit Amsterdam. Een der heeren, een bekende Amsterdam- sche koffiekoopman, had ’t ongeluk bij het binnenkomen met zijn haak uit te glijden, en te water te vallen. Hij werd onmiddellijk door twee andere heeren van het gezelschap gegrepen en gered en kwam er gelukkig met den schrik en een nat pak af. Tjerkwerd. Onze vroegere plaatsgenoot, de heer W. Postuma, hoofd der school te Terwolde, slaagde heden voor de acte Fransch (L. O.) Journalistiek. Zondag 3 September a.s. zal te ’s-Graven- hage het eerste nummer verschijnen van De Zondagavond Courant, een blad, dat ge regeld op Zon- en Feestdagen, met andere woorden alle dagen, dat de gewone dagbladen niet uitkomen, des avonds zal verschijnen. Als hoofdredacteur van de Zondagavond Crt. zal optreden de heer Leo Faust, lid der redactie van de Nieuwe Courant. De Haagsche verkiezings-quaestie De Nederlander, melding makend van meening van den Haagschen briefschrijver van de Standaard, dat de Christelijke par tijen moreel verplicht zijn, den heer de Kleer, soc.-dem., rustig te laten verkiezen, zegt Bij dat advies sluiten wij ons aan. Ook ons komt het voor, dat geen partij, welke ook, dupe mag worden van een reeks slordig heden en vergissingen, die alleen door een leemte in de wet niet anders dan door een nieuwe verkiezing kunnen worden ge redresseerd. Hadden de leden van het slordige stembureau hun werk beter gedaan, dan zou de heer de Kleer verkozen zijn geweest. Men moge dit betreuren, onaangenaam en niet in het belang der gemeente vinden, recht is recht, en de socialisten hebben dezen zetel feitelijk gewonnen. Daarom moet ook o.i. de nieuwe verkiezing in I bij enkele candidaatstelling afloopen. Een diamanthandelaar beroofd. Een zeer brutaal rooverstuk is gisteren te Londen uitgehaald. Een bekend diamant handelaar, de heer Hopton, die met zijn broeder in compagnonschap zaken doet te Amsterdam en Antwerpen, is gistermorgen van een aanzienlijk bedrag aan diamanten, Central News spreekt van een waarde van 3 a 4 duizend pond, beroofd. De diefstal was blijkbaar goed voorbereid. In de nabijheid van de woning van den heer Hopton in Colverstone. Crescent hield een auto stil toep de juwelier zijn woning verliet om zich naar zijn kantoor te begeven, sprongen twee mannen uit de auto, waarvan één hem bij de keel greep, terwijl de ander zijn zakken navoelde en leeghaalde. De heer Hopton trachtte zich uit den greep te bevrijden, maar kwam bij de worsteling te vallen. Toen de beide aanvallers hun doel hadden bereikt, sprongen ze weer in de auto, die in allerijl wegreed. Een vrouw zag den heer Hopton op den grond vallen en riep om hulp, maar eer deze naderde Waren de dieven reeds ver dwenen. De heer Hopton had slechts lichte kwetsuren opgeloopen, maar miste al de waarden die hij bij zich had. Dubbele oogst. Te Oosterwijk bij Gorinchem rooit zoo meldt de Geldermalser de heer T. van Doorne van hetzelfde land en van dezelfde oude planten voor de tweede maal aard appelen. Twee jaren geleden had hij opgemerkt, dat aan de weggeworpen, vochtig gebleven stronken nieuwe aardappelen waren gegroeid, hetgeen hem op het idee bracht, zoo’n stronk dadelijk na het rooien te pooten. Dit jaar waren de half Juni voor het eerst gerooide planten nu weer zet met flinke aardappelen. nu weer werkenskracht voorraad. ’n Schadelijk begin, maar voordeelig slot En zoo zou voor ieder, onverschillig welken stand ook. Maar wat te doen in de vacantiereizen of niet, werken of luieren. Ik geloof, dat ieder moet doen iets anders, het tegenover gestelde van wat hij in ’t bezige leven doet. Den verstrooiden professor wou ik een spit- ter in zijn hand geven om aardappelen te rooien en den bouwerman een mooi boek. Ze weten eerst natuurlijk geen van beiden, wat ze er mee aan moeten vangen, maar ik geloof, dat na verstreken vacantietijd de hooggeleerde zou zeggen Hé, ik wist niet, dat dat aardappelrooien net zoo’n aardig en lastig werk is, als het verstellen van het menschelijk lichaam, of het snuffelen in oude, stoffige folianten, en de bouwerman zou zeg gen wel, wat zijn er nog een boel aardige, belangwekkende dingen onder de zon, be langwekkender dan m’n aardappelen of kool of bieten maar veel moeilijkerhoe kan een menschenschedel en een menschenhart dat allegaar bevatten. Zoo zouden beiden verfrischt met ruimer gezichtskring dagelijksch werk waardeering man van vacantie van tijd te dooden, hem len zetten in een Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1911 | | pagina 1