Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. H 1 1911. Verschijnt Donderdags en Zondags. 50ste Jaargang. No. 89. Zondag 5 November. UIT DE PERS. BINNENLAND. VOOR - Afzonderlijke 1 van de fa- De houding eene Te Wolfaartsdijk is wondje openkrabde, I ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Het is dan ook niet door overtuigingen middelen of door o»err«r<?m^«middelen, maar enkel en alleen door £racJ/middel geweest, dat Minister Colijn zijne militaire werkers heeft gekregen. Hij heeft eenvoudig de We zeggen dit den Hr. Troelstra van gan- scher harte na. Wie ooit nog mocht twijfelen aan de waarheid, dat de coalitie alle vrijheid en eerlijkheid uit het politieke leven weg neemt, herinnere zich de ongewijzigde aan neming van art. 4 der Militiewet op 26 Oct. 1911, als gevolg van het stellen van de Kabinetsquaestie door de Regeering. Daar door toch is het geschied, dat een artikel is aangenomen, dat als iedereen vrij had gestaan, met zeer groote meerderheid zou gijn verwor pen. Daardoor is het slechtste gebeurd, wat er met onze legerorganisatie kan gebeuren, n.l. ze vast te maken aan de politieke over weging. En de aanneming van eene Militie- weï staat nu vast, die peuterwerk voor finale oplossing geeft; die zoowel de financiëele als de persoonlijke lasten belangrijk verzwaart, terwijl onze Oorlogsbegrooting toch al geene rekening houdt met onze draagkracht. En er is nog geen één sociale wet gekomen I Bloed verg iftiging. een man, aan de gevolgen bloedvergiftiging overleden. Onbetaalde wissels. Zekere S. W., uit Amerika, handel drijvend in diamant op Amsterdam en Antwerpen, be trok zijn diamant te Amsterdam door middel van twee commissiehuizen aldaar. Voor korten tijd had hij ingekocht en ontvangen voor een waarde van f 138,000, waarbij de twee Amsterdamsche firma’s te zamen waren be trokken voor een bedrag van f 90.000. Beide wissels zouden op 1 November te Parijs be taald worden. S. W. blijkt echter die stad verlaten te hebben, zonder bericht te hebben nagelaten. N. R. Clx En de arbeider dan, zal men vragen, die niet wachten kan, enz. Wij wenschen daar deanti-revolutionnairenniet aan te herinneren, want als men dat doet, lachen ze om de naïviteit van hem, die daarin ooit geloofd heeft. En of men zoo miserabel is, wat verstande lijke ontwikkeling betreft dat men tot mili taire werker zal worden aangewezen, wordt door de legerautoriteiten uitgemaakt, en de betrokkene staat daar weerloos tegenover, hij en zijne ouders, want daartegen is geen hooger beroep. die een van Bij alle oppositie tegen de militaire wer kers heeft de Minister tweeerlei gedaan om de Kamer met het nieuwe instituut te ver zoenen. In de eerste plaats heeft hij den naam militaire werkers veranderd in admi- nistratie-troepen. Het schaterend gelach, waarmee de Kamer deze mededeeling ontving, bewees wel dat ze door den mooien naam het leelijke van de zaak niet over bet hoofd zag. De Hr. Ilelsdingen nam met deze naamsverandering op geestige wijze een loop je, en toonde tevens overtuigend aan, dat deze misleidend zou werken. Stel je voor, zeide hij, dat de jonge man vóór hij in dienst treedt, in eene administratieve betrekking is, en dat de sergeant hem vraagt: Wil je bij de administratie-troepen komen, dan zal hij op den naam afgaande, natuurlijk met vreug de een toestemmend antwoord geven. Maar hoe groot zal 's jongeliugs teleurstelling zijn, vervolgde Franeker’s afgevaardigde, als hij dan in verwachting van den bureau-arbeid, die hem wacht, zit te hunkeren naarden mooien penhouder en verdere schrijfbehoeften, waar mee het Rijk hem tot verrichting daarvan zal begiftigen, en men duwt hem een bezem in de handen 1 De Kamer lachte, maar wij zijn overtuigd, dat de misleide te zijner tijd niet zal lachen. Het andere middel, dat de Minister te baat genomen heeft om het nieuwe instituut iets minder gehaat te maken, is zeker beter. Hij deed de belofte, dat hij al zijn best zou doen het daarheen te leiden, dat ook voor de militaire werkers den diensttijd geen 141/2 maand, maar net als voor de anderen maand zal wezen. Wij waardeeren deze belofte, en denken er zelfs niet aan den ernst daar van ook maar één oogenblik in twijfel te trekken. Colijn is er de man niet naar eene verzekering te geven, die niet gemeend is. Maar, wie even doordenkt, zal ons toch moeten toegeven, dat men al heel weinig aan zoo’n belofte heeftin de eerste plaats zullen de legerautoriteiten, die altijd het meeste willen hebben, den Minister wel met duizend en één gronden aankomen, waarop ze zullen aauloonen, dat die 141/2 maand voor de militaire werkers onmisbaar zijn. Daarenboven moet niet vergeten worden, dat het ministeriëele leven nooit van zoo heel langen duur is, en een eventueele opvolger van dezen minister is aan eene dergelijke belofte niet gebonden. Het zal wel geen betoog behoeven, dat door dit nieuwe instituut, de eenheid in het leger geheel zal worden verbroken, en dat daardoor een strijd zal ontstaan, waarvan de ellende niet is te overzien. Het was dan ook geen wonder, dat in de Tweede Kamer die hmilitaire werkers” geen enkelen ver dediger vonden. Zelfs niet bij hen, die deze wet uitermate goed gezind zijn, zooals de H. H. Tydema en Duymaer van Twist. En men zal ons toch zeker niet tegenspreken, dat de zoon van den kleinen man heel wat meer kans heeft om voor militaire werker aangewezen te worden, om ingedeeld te wor den bij deze minderwaardigen dan de zoon van den rijke of van den gezeten burger. Deze laatsten toch hebben in den regel door hetgeen aan hunne opvoeding ten koste kon gelegd worden, heel wat meer verstandelijke ontwikkeling dan de eerstgenoemden. En toch is daarbij niet uitgesloten dat men door op die geestelijke ontwikkeling zooveel te letten, eene groote onrechtvaardigheid begaat dikwijls zal toch in den zoon van den man des volks heel wat beter stof zitten om er een goed soldaat van te maken, dan in het heertje met einddiploma gymnasium of H. B. S. Wie herinnert zich niet, dat er onder de beste veldheeren van Napoleon meer dan één was, die in zijne jeugd zoo goed als geen onderwijs had genoten ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Hebben de Katholieken dus ter wille van de coalitie hun afkeer van verhooging van het contingent prijs gegeven, de Christelijk Historischen en Anti-revolutionnairen staan aan niet minder groote beginselverzaking schuldig, toen ze zich hebben vereenigd met het nieuwe instituut der militaire werkers Art. 4 van de Militiewet bepaalt namelijk, dat van de bij de militie te land ingelijfden van elke lichting ten hoogste 1500 man tot militaire werkers kunnen worden bestemd. Wat zullen dezen zijn De Minister gaf op die vraag reeds bet antwoord in zijne Memorie van Toelichting. Deze militaire werkers zullen, voor zoover zij zich daartoe niet vrijwillig aanbieden, gekozen worden uit hen, van wien in verband met hunne lichamelijke gesteldheid en hunne verstande lijke ontwikkeling, verder minder goede op- leidingsresultaten zouden zijn te wachten. En wanneer deze stakkers, die in de kazerne, waarin men toch zoo vlug is met bijn&men en scheldnamen, hoogstwaarschijnlijk spoedig met den naam uidioten" zullen worden ver sierd niet worden opgeleid tot soldaat ze nemen maar 21/, maand aan de oefeningen daarvoor deel dan is dit niet, omdat men daaltoe geene kans zou zien, maar om dat men in het stelsel van den Hr. Colijn uit de miliciens mannen noodig heeft voor het vuile werk. En niet genoeg, dat zij, die daarvoor worden aangewezen, in het leger dus niet krijgen zullen de opleiding, waarop ieder burger recht heeftdat ze verstoken zullen blijven van die kennis, die. voor hen in de ure des gevaars onmisbaar isze zullen daarenboven niet zooals de anderen 8l/2 maand moeten dienen, maar 14>l/2 maand. O Stavoren, 2 Nov. Wie er reist per veer boot, zal daar voortaan niet meer opmerken de vaderlijke figuur van mijnheer van Meeteren, den restaurateur; wie de stationswachtkamer alhier binnengaat, zal daar missen de altijd even kordate verschijning van mej. v. Meeteren. Sedert de opening van het veer Stavoren Enkhuizen, heeft het echtpaar van Meeteren nagenoeg vijf en twintig jaren de bediening der buffetten op de veerbooten en in de stations te Enkhuizen en te Stavoren waar genomen. En met toewijding waargenomen. Orde, regel en degelijkheid stonden daar steeds op den voorgrond. Ouder het reizend publiek hebben zij zich daardoor vele vrienden gemaakt. Met ingang van den eersten dezer hebben zij gemeend, zich uit het publieke leven te moeten terugtrekken, om zich metter woon te vestigen te Rotterdam. Makkum, 1 Nov. Voor een kwartje een motorfiets. Dit fortuintje had de. jongeheer K. alhier. Hij trok dezen prijs uit de Til- burgsche loterij. Hij kreeg de keusf 680 in contanten óf een motorfiets. Hij koos den motor, en heden arriveerde de prijs. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Sneak. Door de hevige rukwinden, Dins dagavond jl., werd de heer D. Kappenburg, onderwijzer alhier, ter hoogte van het win kelhuis van den heer Jac. Fortuin, tabaks handelaar aan het Kleinzand alhier, licht geraakt door een plank, die van het dak afwoei. De plank kwam op zijn hoed en schouder terecht, gelukkig zonder kwetsuren te veroorzaken ook werd zijn parapluie ge heel verbrijzeld. Vanwege het Noordergewest van het N. G. V., zal a.s. Zondagmorgen half tien alhier een examen worden gehouden in lichamelijke geoefendheid voor a.s. miliciens. De Openbare Leeszaal werd gedurende de maand October bezocht door 1414 per sonen, waaronder 248 dames. Kollum, 30 Oct. Dat de droogte van den afgeloopen zomer van gunstigen invloed is geweest op de aardappelen blijkt wel uit het volgende. Een landbouwer uit onze omgeving, die een gelijke hoeveelheid aardappelen woog, kreeg het vorige jaar 65 K.G. tot uitkomst tegen 72 K.G. in dit jaar. Een andere landbouwer leverde 368 H.L. aardappelen af aan een fabrikant en kreeg naar 412 H.L. uitbetaald, omdat de uitbetaling aan briek geschiedde naar het gewicht. Joure. Driemaal is scheepsrecht, zegt het spreekwoord en dan moet het goed zijn, wil men er graag aah toevoegen. Als dit zoo is, dan kunnen we er nu zeker van zijn, dat de trambocht om den hoek bij de school nu dan eindelijk ligt zooals ’t wezen moet, zoodat het herhaalde opbreken der straat en ’t inkrimpen van een paar gebouwen aan den bocht, nu eindelijk stop is gezet. ’t Is een mooie loome bocht waar langs de langste tramrijtuigen kunnen passeeren, wat bij de strafte buiging van vroeger niet mogelijk was, waardoor natuurlijk stagnatie in snel vervoer werd veroorzaakt, omdat toen nog al eens goederen overgepakt moesten worden uit lange in kortere waggons etc. JCl. zou worden. er over over deze Militiewet niet geheel vrij stond. Dit, als gevolg van het voortdurend jagen en drijven van den voorzitter aan den ee.nen kant dit is geen woord te veel gezegd, de president is in eene soort koortsachtige haast om de Militiewet nog deze week afge handeld te krijgen en door het stellen van de Kabinetsquaestie door de Regeering aan den anderen kant. Helder stelde hij ih het licht, hoe het met alle goede parlemen taire zeden in strijd is, de Kabinetsqaestie te stellen op eene zaak als de Militaire werkers”, die geheel buiten de politiek staat, als afgekeurd door Rechts en door Links hij toonde aan hoe treurig de Regeering misbruik maakte van hare macht, om op deze wijze de Rechterzijde te binden, ook hen daarin, die tegen verhooging zijn van het contingent. En toen kregen de H.H. Arts en zijne vrienden eene zeker niet on verdiende strieming. De Hr. Troelstra noemde hen die Katholieke groep, die, o zoo graag, democratische dingen zou doen, als het maar mocht; die zoo graag zou terugkeeren, naar die zalige Oorlogsbegrooting van niet hooger dan 20 millioen, die vroeger op het papier stond. Maar, die niet durft, omdat de Regee ring zegt dan ga ik heenbij wie op dit dreigement de moed in de coalitieschoenen zinkt. Op dat woord, klonk het snerpend uit den mond van den afgevaardigde voor Amsterdam III, mag Tilburg’s afgevaardigde stemmen tegen zijne overtuiging en geweten in. (Deze woorden kostten den Hr. Troel stra eene vermaning van den voorzitter, dat het niet aangaat te zeggen dat een lid der Kamer zal stemmen tegen zijne overtuiging, waarop deze leuk antwoordde, dat hij niet gezegd had, dat de Hr. Arts het zal doen, maar dat hij het mag doen.) Op uw dreigement: Ik ga heen, aldus wendde de Hr. Troelstra zich tot de Minister tafel, heb ik geen ander antwoord dan Ga heen! voor mijn gevoelen hebt gij daar reeds al te lang gezeten, van uw verder aanblijven kan ik niets schoons en goeds verwachten. Aizfo'weZs-quaestie gesteld. Niet de portefeuille- quaestie, want waar de Hr. Heemskerk ver klaard had, dat het heele Ministerie stond of viel met de Militiewet, zou het heengaan van den Minister van Oorlog het heele ministerie in zijn val hebben meegesleept. En de Hr. Colijn heeft zich niet vergist in het resultaat van het krachtmiddel, alles boog gewillig het hoofd aan de Rechterzijde, ook de Christelijk-Historischen en Anti-revo lutionnairen, die vroeger principieel niet van die militaire werkers weten wilden. Toen toch bij de Militiewet van 1901, de toenmalige Minister van Oorlog, generaal Eland, iets in denzelfden geest heeft geprobeerd, heeft hij dat terug moeten nemen, ook al ten gevolge van het verzet van de Christelijk- Historischen en A nti-revolutionnairen, speciaal van Dr. Kuyper. Maar thans zei Dr. Kuyper niets, en de Hr. de Savornin Lobman kwam verklaren, dat de rede van den Minister van Oorlog hem van zijn tegenzin tegen die militaire werkers had genezen Eene zeer onnoodige verklaring, er was toch niemand in de Kamer, die zich eenige illusie had gemaakt, dat de afgevaardigde voor Goes niet overtuigd de coalitie bezorgde haar welverdiende afstraffing van den Hr. Troelstra. Hij begon met zijne ontstemming uit te spreken, dat de Kamer tegen- De Enkhuizer Courant bevat het volgend Politiek Overzicht van PRINS JORIS. In de afgeloopen week is de aanneming van de Militiewet een vaststaand feit ge worden. Niet, dat wij voor ons er een oogenblik aan hebben getwijfeld, dat het tegendeel het geval zou wezendaarvoor kennen wij de coalitie te goed. Maar toch, er was, ter wille van het behoud van de coalitie, bij deze Militiewet zóóveel te slikken door de leden der Rechterzijde, dat het de moeite waard werd na te gaan of en hoe dat zou geschieden. Het vaststaande feit zit hem in de aan neming van artikel 4 der wet. Door die aanneming is nu vastgesteld, dat het contin gent van 17500 op 23000 man zal worden - gebracht; en dat hierin de heele Rechter zijde meegegaan is, behalve de Katholieke Hr. Van Nispen, de afgevaardigde voor Rhe- den, is al weer een treurig staaltje hoe alle overtuiging, alle vroegere uitspraken, zoo- dra het om het voortbestaan der coalitie gaat, mir nichts dir nichts worden prijs gegeven. We hebben op dit speciale punt alleen de Katholieken op het oogde Chris- telijk-Historischen en de anti-revolution nairen behoefden met het toestaan van een verhoogd contingent geene overtuiging te verloochenen. Maar de Katholieken zijn altijd besliste tegenstanders geweest van de verhooging van het. contingent. Dit is zóó waar, dat toen in 1905 bij de bekende Staal-quaestie, de Hr. Arts en eenige van zijne politieke vrienden neiging betoonden vóór diens be- grooting te stemmen, omdat zij in hem zagen den man, die vermindering van lasten zou te weeg brengen, zij direct op hun weg om keerden en niets meer van den Hr. Staal moesten hebben, toen deze niet onduidelijk te kennen gaf, dat de uitvoering van zijne plannen op den duur zou uitloopen op ver hooging van het contingent. Die verhooging van het contingent, de Hr. Van Nispen uit Rheden heeft het onomwonden gezegd, leidt op den duur tot algemeenen dienstplicht en er is in hunne oogen niets verschrikkelijkers dan dit. Ook al om de vrees, die bij hen bestaat, dat daarbij de vrijstelling van den dienst voor de geestelijken zou komen te vervallen, waarvoor zij echter heusch niet bang behoeven te wezen wij liberalen toch, die algemeenen dienstplicht op ons politiek program hebben, denken er niet aan, aan die historisch verkregen rechten te tornen. Bolsvardsche Courant i.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1911 | | pagina 1