Kieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
MIST.
1911.
Verschijnt Donderdags en Zondags. 50ste Jaargang.
No. 100.
Donderdag 14 December.
BINNENLAND.
VOOR
II
afzonderlijke
’t
Hij
vol kramp!
N. Ct.
J. Jellema te Achlum voor
J. Jellema voornoemd, voor
moddergoón.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Gevaarlijk spel.
Te Veenendaal wisten drie kleine kinderen,
van wie het oudste 5 jaar, een kan met
petroleum machtig te worden. De inhoud
werd in de kachel geworpen met het gevolg,
dat door de uitslaande vlam het oudste kind
zulke brandwonden kreeg, dat men voor het
behoud van het leven vreest. De twee
andere kinderen kregen eveneens zeer ernstige
brandwonden. De vader was naar zijn werk,
terwijl de moeder zich eenige oogenblikken
had verwijderd.
Vol jicht en
Zekergeen vaderlandslievende ontboezeming!
Land van mist en... nu dat laatste zullen
we maar weglaten, Nederland, parel aan
Europa’s kroon, zooals een muzenzoon het
heeft genoemd, een land van mist!
’t Klinkt spottend, verwijtend hard. Maar
we hebben ’t erger gehoord: onze natie is
geteekend als u i t g e d o o f d en men heeft
van ons volk gelasterd, dat het in een
moeras zelf is verzonken. Dat zijn krasse
uitspraken, en we zouden, bij het aanvoeren
er van, dan toch nog liever willen, dat men
in Nederland sprak van mist, die belet de
dingen goed te zien en de wakkerheid uit
de oogen keert.
Mist! mist! mist! was het alle dagen der
geheele lieve, lange vorige week. Onze goede
stad had zich als het ware een dikke, grauwe
pruik over de ooren getrokken, waaruit de
droppels lui en langzaam, haar langs neus
en wangen dropenbuiten sopte en fladderde
de regen, lam, ziekig, tik, tik, tik.
Onwillekeurig dachten wij aan de woorden
van den dichter:
De commissie belast
van f 300 voor de
onderzoek, plannen en bereke-
waterleiding te dezer plaatse,
hare pogingen, daar de
Tot
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
liet bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
zal de mist optrekken. Slechte
koopman, werk je
betere. Die man
aan D. Groenhof te Balk voor
Jan Cordaat moet dan Jan Salie de deur
uitjagen, het land uit, eerst dan kan de zon
doorbreken en
tijden? zei een koopman, werk je er door,
en je krijgt er betere. Die man was niet
slap, maar gevoelde lust tot den arbeid van
zijn vak en ’t was hem goed gegaan.
Mist! Waar dringt hij niet door? maar...
Uit de nevelen zal de dag zeker éénmaal
rijzen
Dit woord geeft den burger moed!
Intusschen, deze mistige dagen geven toch
weer aanleiding om uit te roepen: Wat al
wederzijdsche grieven en miskenningen in de
wereld! Wat al ijverzucht en misverstand!
Wat al verwijdering en vijandschap op politiek
gebied
Halt! daar zitten we midden in de mist.
Kom, het slaat twaalf; ’t is tijd om naar
bed te gaan. Nog even buiten gekeken. De
lucht wordt warempel helder... de sterren
schitteren!
Gelukkig!
Vrijdag j.l. gehouden stemming van een
Notabele voor win. de heer D. Tjeerde,
werden stemmen uitgebracht. Hiervan
verkreeg de heer A. Feenstra 34, de heer
S. S. Hobma 20 en de heer W. Kroese 16
stemmen, zoodat er eene herstemming moet
plaats hebben tusschen beide eerstgenoemde
heeren, die zal plaats hebben op Vrijdag 22
Dec., op de gewone uren.
Workum. Naar wij vernemen zijn de
drie lotelingen dezer gemeente van de lichting
1912, die eene herkeuring hebben aange
vraagd bij Ged. Staten, allen voor den mili
tairen dienst geschikt bevonden.
Een verkoop met hindernissen
heeft te Silvolde plaats gehad,, waarbij de
vereenigde klompenmakers een groote over
winning behaalden.
Door den plaatsvervangenden notaris Ver-
groesen uit Gendringen zouden de peppels
worden verkocht. De conditiën werden ge
lezen, doch van beraad was geen sprake,
omdat dit bij houtverkoopingen nimmer ge
beurt. De perceelen werden verkocht, maar
na afloop niet gegund, omdat de notaris
eerst beraad wenschte. De klompenmakers
protesteerden tegen die handelwijze en be
sloten den notaris gerechtelijk aan te spreken.
Eenige dagen later ontvingen de koopers
evenwel bericht, dat hun de boomen waren
gegund.
O land van mist en mest,
van vuilen, kouden regen.
Doorsijpeld stukske grond,
vol killen dauw en damp.
Vol vuns, onpeilbaar slijk
en oodoorwaadbre wegen,
parapluies,
vol kiespijn en
de heer Kuyper, die den heer de Waal Malefijt
nog wel zijn vriend noemt, niet nalaten de
grofheid te begaan, dezen bewindsman onder
den neus te wrijven dat ’t voor dezen, die
nooit in Indië geweest is, een moeielijke
taak is een begrooting te verdedigen, zoodat
zijn geest niet frisch en onbevangen genoeg
was geweest, om zich in de quaestie, waar
het om ging, los en gemakkelijk te bewegen.
Maar alles was immers een misverstand!
Onder bravo’s bracht ten slotte de chr.
hist. dr. de Visser hulde aan den Minister
van Koloniën op wien door zulk een
//misverstand” een stempel van geestelijke
en intellectueele armoede kon worden gedrukt
voor de wijze waarop hij zijn begrooting
heeft verdedigd. Deze bewindsman, zei dr. de
Visser, heeft getoond een rechtgeaard vriend
en geestverwant van Groen te zijn.
Dr. Kuyper hoorde het niet meer,
was stillekens weggeloopen.
Nu lijkt alles weer pais en vree.
Voor ’t uiterlijk is dat zoo. Beide strijders
hebben ’t zwaard in de scheede gestoken. Maar
lang zal ’t daar niet rusten. De man van
het dreigement, in casu dr. Kuyper, zal zich
deze afstraffing door den Minister-president
nog vaak herinneren, zich die niet blijvend
laten welgevallen. We staan voor een her
haling van zulke gevallen. En we wachten
met belangstelling af hoe de coalitie zich
houden zal onder schokken van dezen aard.
Ze zal, herhalen zich de uitingen van dit
meeningsverscbil, daartegen niet bestand
blijken.
En gaat dr. Kuyper met zijn getrouwen
dan weer zijn kracht zoeken in isolement?
Vrijzinnige concentratie.
Het Vrigz. Weekblad voor Rott. en Omslr.
verneemt, dat dezer dagen een aanzienlijk
getal (meer dan 130) leden van de Vrijzinnige
Kiesvereeniging /s-Gravenhage”, ongeveer
20 leden van de Haagsche afdeeling vap
den Vrijz.-Democratischen Bond en meer dan
het reglementair vereischte getal leden van
de afd. van den Bond van Vrij-liberalen in
de Residentie, aan de besturen van die ver-
eeniging of afdeelingen (gelijktijdig en in
gelijkluidenden vorm) het volgende voorstel
hebben toegezonden:
De algemeene vergadering van de Nieuwe
Vrijzinnige Kiesvereeniging ’s-Gravenhage
(respectievelijk: van de afd. van den bond
van vrije liberalen en van de afd. van den
vrijzinnig democratischen bond) te ’s-Graven-
hage,
overtuigd dat het, ook met het oog op de
kracht der aangesloten coalitie van partijen
der rechterzijde, hoogst gewenscht is, dat
het bij de onderling verdeelde partijen van
vrijzinnige richting zoo spoedig mogelijk tot
samenwerking kome,
noodigt het bestuur uit stappen te doen,
die kunnen leiden tot een overleg met de
vrijzinnige zustervereenigingen hier ter stede,
waardoor een samenwerken bij de eerstvol
gende verkiezingen voor Gemeente, Staten
en Kamer noodig wordt,
en om over dit overleg ten spoedigste,
liefst in de eerstvolgende vergadering verslag
uit te brengen”.
Een krasse baas.
De oudste ingezetene van de Lemmer, de
heer A. Riemersma, heeft Zondag zijn 95e
geboortedag gevierd.
Niettégenstaande zijn hoogen leeftijd is
deze man nog zóó krachtig en flink, dat hij
nog steeds dienst kan doen als omroeper.
Als zoodanig kan men dagelijks zijn helder
klinkende stem door de straten hooren.
Ook oefent hij nog met ijver zijn beroep
als touwslager uit, in eene lijnbaan waaraan
hij nu reeds 84 jaren werkzaam is.
De 95 jarige heeft nog bijna het volle
gebruik van zijne zintuigen; alleen moet hij
sinds de laatste jaren bij het lezen een bril
gebruiken.
Frieslands Noordoosthoek, 8 Dec. Een
echtpaar kan wettig gescheiden wezen en
toch tevens wettig getrouwd. Iemand te Sur-
huisterveensterheide is bij vonnis der recht
bank wettig van zijne vrouw gescheiden.
Hij leeft met eene andere vrouw en wenscht
met deze te trouwen, ’t Mag niet, want bij
den burgerlijken stand staat hij nog inge
schreven als wettig echtgenoot van zijne
eerste vrouw, omdat verzuimd is, het vonnis
van echtscheiding bij den burgerlijken stand
te doen beteekenen.
Drachten, 11 Dec.
met het bijeenbrengen
kosten van
ningen voor eene
heeft succes van
f 300 reeds bijna volteekend is.
heden kwam in de voorwaarden van verhu
ring der pastorie-plaatsen te Opeinde steeds
de bepaling voor, dat de huurder desver-
langd voor predikbeurten in andere dorpen
den predikant per rijtuig moet brengen en
halen. Deze bepaling is thans geschrapt.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Sneek. Door Burg, en Weth. van Sneek,
werd Zaterdagmiddag in het openbaar, ten
gemeentehuize aanbesteed in drie perceelen,
het maken en leveren van:
I. 150 stuks geheel nieuwe privaattonnen,
groot model.
Gegund aan
f 309.75.
II. 300 stuks dito, in oud beslag.
Gegund aan
f 453.88.
III. 50 stuks geheel nieuwe privaattonnen,
klein model, met 200 stuks bijbehoorende
deksels.
Gegund
f 159.90.
Alles te maken van gegalvaniseerd plaatijzer.
Ged. Staten van Friesland hebben
het presentiegeld van de leden van den Raad
van Sneek vastgesteld op f 500; het bedraagt
thans f 350.
Begin Januari zal alhier een onderzoek
worden gehouden naar de geoefendheid van
lotelingen, die wenschen te dingen naar het
bewijs,hetzij voor militaire bekwaamheid, hetzij
voor lichamelijke geoefendheid, dan wel voor
beide, en van hen, die wenschen te dingen
naar het getuigschrift, vereischt tot het aan
gaan eener verbintenis bij het Reservekader.
Voor dit onderzoek hebben zich 5 jonge
lingen uit deze gemeente aangegeven.
De heer W. H. Bakker alhier is in
de plaats van wijlen zijn vader, den heer
A. Bakker, benoemd tot chef van werk
plaatsen en rollend materieel der Nederl.
Tramweg-Mij.
Workum. Bij de kerkelijke verkiezingen
komt in den Jaatsten tijd meer animo.
Werden er vroeger in verschillende colleges
soms personen gekozen met 9 stemmen, thans
worden er meermalen over de honderd stem
men uitgebracht. Dit is echter nog niet
veel als men het groot aantal leden van deze
gemeente in aanmerking neemt. Bij de
Wat toch mist op allerlei gebied, wat
verdeeldheid, wat haarkloverij, wat getuur
op boomsplintertjes, dat belet den boom te
zien, laat staan het geheele bosch.
Een pijlbundel mogen de Nederlanders
zijn, maar dan een losgesnoerde, die verspreid
ligt over den grond. En de krachtige, forsche
hand, die haar weer saam kan binden, waar
is zij te vinden?
Aan gevoel van nationale eenheid, van
solidariteit op ’t punt van eer als in be
langen ontbreekt het dikwijls. Praat me niet,
vrind, van Nederlandsche ondernemingen, dat
gaat altijd verkeerd. Maar hoeveel kapitaal
verdween in de opgehouden handen van
gewetenlooze overzeesche speculanten? De
slimme Yankee had er slag van zijne acties
te slijten aan zijne beste Nederlanders. En
als Denver-Rio, Erie en hoe al die-dingen
heeten, bankroeteeren, dan zucht en jeremieert
men, doch dit haalt niet bij ’t rumoer, dat,
er gemaakt wordt, wanneer een vaderlandsche
onderneming rampspoedig is of fouten maakt.
't Zijn slechte tijden, zegt, neen klaagt
men, en de een zegt den ander na en
gaat dan bij de pakken zitten. Een Jan
Saliegeest waart rond en omhult vele dingen
als met een zwaren mist. Er is geen helder
uitzicht meer, er is geen krachtsbetoon, de
energie is op de vlucht.
Men hoopt op betere tijden, die uit zich
zelf moeten komen; maar die zullen niet
komen, als men geen moed vat, de handen
niet ferm aan den ploeg slaat, wanneer men
zijne krachten niet verzamelt en inspant om
den mist te verdrijven. Zal het beter worden
dan moet er aangepakt en gewerkt worden,
dan moeten er minder van die fatterige
heertjes zijn met hooge stijve boorden om
den hals en glacétjes om de handjes, maar
meer flinke jongens met roezig haar en ferme
knuisten, jongens van stavast, waar pit in zit.
O kliemerig klimaat
maakt mij het bloed in de aderen
Tot modder; ’k heb geen lied,
geen honger, vreugd noch vree.
Trek overschoenen aan,
gewijde grond der Vaderen,
Gij niet op mijn verzoek
ontwoekerd aan de zee.
O saaie brij-moeras,
of erf van overschoenen,
Van kikkers, baggerlui,
schoenlappers,
Van eenden groot en klein,
in allerlei fatsoenen,
Ontvang het najaarswee
van uw verkouden zoon!
Een t/hfaas-baas”
Een haas, aan het moordend lood van den
jager ontkomen door een overhaaste vlucht,
was terecht gekomen aan den linkei-Maas-
oever, tusschen de beide bruggen voor
Maastricht.
Daar lag langoor te droomen van en te
denken aan zijn talrijke vrienden, die op het
veld van eer gesneuveld waren en aan hen,
die om zijn verdwijnen zouden treuren. Maar
hij zegende het oogenblik, dat hij de kans
had gezien met groote sprongen met auto-
snelheid te vluchten naar voor hem onbe
kende oorden.
Daar nadert behoedzaam een man, die
,/het haasje” uit de verte reeds had opge
merkt. Zoo’n buitenkansje deed zich niet
iederen dag voor.
Langoor, steeds op zijn quivive, ietwat
geritsel hoorend, richt zich op, zet zich op
de achterste pooten, verkent het terrein, en
....springt in de Maas, den verbaasden man
op den oever achterlatend. Hij zwemt naar
den Wijkerkant, waar hij wordt opgewacht
door een visscher die door den persoon aan
de overzijde attent was gemaakt op den
vreemden zwemmer.
Na lang tobben en zwoegen heeft de haas
den vriend bereikt, en zet het, ten spijt van
den visscher, die reeds aan hazenpeper en
hazenpastei dacht, aanstonds op een loopen,
in de richting van de spoorbrug, achter
volgd door den hijgenden visscher, die hengel
en aas in den steek had gelaten.
Aan het eind der griend keert de haas
zich om, en ziende, dat hij zich nog niet
buiten bereik van zijn belager bevindt, springt
hij andermaal te water, om spoedig weer
op het droge te komen en zijn vlucht te
vervolgen achter den Doolhof.
De man op den Kanaaldijk had de heele
scène met klimmende belangstelling gevolgd,
evenals een rijksveldwachter, die tegen beide
personen proces-verbaal opmaakte wegens
overtreding der Jachtwet. (Z.K.)
Het dreigement.
De Zutph. Ct. komt nog eens terug op
het dreigement, dat dr. Kuyper in de Tweede
Kamer heeft laten weerklinken. Het blad
prijst de houding van den Premier tegenover
de verwaten taal van den van God gegeven
leider.
De Minister-president hield goed voet bij
stuk, zegt de Zutphensche, ook ten aanzien
van zijn collega de Waal Malefijt, dien hij
krachtig in bescherming nam tegenover de
aanvallen van dr. Kuyper. Toen deze wat
men huiselijk noemt //zoete broodjes ging
bakken” en alles wilde verklaren als zijn
goedbedoelde poging om het Kabinet als trouw
vriend te waarschuwen, ging de Minister
president op zijn beurt aan ’t vermanen. Hij
verklaarde ’t zeer onaangenaam, zeer onplei-
zierig te vinden als de heer Kuyper hem
en zijn mede-anti-rev. Ministers herhaaldelijk
beschouwt als geen goede anti-revolutionairen.
Ten slotte, zoo herinnert de Z. C., kon
Bolswardsche Courant