Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Cacao
1912.
Verschijnt Donderdags en Zondags. 51ste Jaargang.
No. 3.
0,80 Vn
0,18
Kilo
us f1,50 Kilo bus
....0.80 Vn ^..0.18
Zondag 7 Januari.
BINNENLAND.
UIT DE PERS.
WN HOUTENS
70IVER OPLOSBAAR
a
VOOR
Afzonderlijke
Oudjaar, het
Sneek.
84912 stuks.
185
95
1084
9508
533
2367
7096
15449
13909
15105
12579
1667
4484
261
307
283
e
i)
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
voor de bijzondere
ware bedenkelijke politiek, ver
bet gemeentelijk belastingstelsel
van het feit, dat
aan het
Heden overleed na een langdurig en
vreugdevol bestaan
DE ZANDSTRAAT.
Alleen zij die haar bij leven hebben
gekend, kunnen ten volle beseffen wat
smartelijk verlies dit is.
Het Rouwcomité,
BELZE BET.
KAAT HAAR IN DE WAR.
van zijn,
Zandstraat
boefjes? en
straat” en
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Totaal
Over 1910 bedroeg de aanvoer 90155
stuks.
De //Onder de streep” schrijver van
het Alg. Handbl. schrijft:
De Rotterdamsche Zandstraat exit. De
Rotterdamsche Zandstraat, zoowat evenwaar
dig aan onze vroegere Nes, aan onzen Am-
sterdamschen tegenwoordigen Zeedijk, maar
in sommige opzichten wat ruwer, soms weer
wat sentimenteeler, stellig veel drukker, maar
daarentegen van traditie weer heel wat minder
historisch, de Rotterdamsche pretbuurt, die
nu eens //De Polder” en dan weer //De Prak”
heet, ze is al zoo dikwijls door onzen
Rotterdamschen krantenmakker M. J. Brusse
beschreven.
Kondigden wij niet dezer dagen den zoo-
veelsten herdruk aan van zijn uitnemend
werkje »Van Af- en Aanmonsteren”, en
dacht, omdat die daar warempel nooit meer
zou klinken!,.. En dan trokken ze weer
voort om overal afscheid te nemen; de
vrouwen huilerig sentimenteel, of uitzinnig
dronken, dat zij zich losrukken, zich wrongen
en wentelden, onder de liederlijkste manu
alen, en ’n bezeten gekrijsch, waarna ik er
verscheiden bewusteloos neer heb zien slaan,
of witbestorven meezeulen onder de armen
van drankbezeten kerels.
Zóó- was net uitluiden van
uitblazen van de Zandstraat...
Nieuwjaarsavond was er veel rouwbeklag en
uit de omfloerste lucht leekten traag de
tranen. De Zandstraat was dood. Van de
hol af, waar weer honderden menschen
stonden te turen in die diepe geul, was ’t
een triestig gezicht. Want de ballons langs
de danshuizen, die er anders toch wel een
feestelijke illuminatie maakten, zij bleven
nu uit, en lieten enkel 't spaarzame schemer
licht van de straatlantaarns beduiden hoe
duister ’t wel was.
Verscheidene danshuizen waren gesloten;
geen levende ziel door de ruitjes met de
vlaggen heen te bespeuren op de glad-ge-
slierde vloeren. En ’n enkel pandje hing
al te huur. Maar de kroegen, de zuur-, en
visch-, oliebollen-, loert-, z/petat friet”-,
koekjes- en harde-eierenhuizen, ja zelfs de
//barber-shop”, zaten en stonden vol min of
meer aangeschoten Nieuwjaarsklanten, met
dansmeisjes in grauwe regenmantels, en
andere ratten van ’t gezonken schip. En
zij mokten stil samen, omdat ’t al acht uur
was geweest, ’t moment waarop anders alom
de sedert jaar en dag vertrouwde dansmuziek
was begonnen; maar de Zandstraat was
immers ontzield, en bleef onverbiddelijk stom
liggen.
En dan beëindigt Brusse zijn schets in
de N. R. Ct. met het overdrukken in
rouwrand! van deze rouwkaart, die de
Zandstraat-bewoners hier en daar aan ’t raam
hadden gehangen:
Heerenveen, 4 Jan. In een vrij goed
bezochte vergadering der afd. Heerenveen
van de Vereen, voor Vrouwenkiesrecht in
Nederland, trad als spreekster en spreker
op het echtpaar Mansfeldt uit Utrecht.
De heer M. is bestuurslid van den Man
nenbond voor Vrouwenkiesrecht in ons land.
Hij gaf eerst een historisch overzicht,
waaruit de minderwaardigheid-beschouwing
omtrent de vrouw bleekdaarna wees hij
op den huidigen toestand, weerlegde de be
zwaren, tegen het Vrouwenkiesrecht aange
voerd en constateerde dat Mannenbond en
Vrouwenverenigingen krachtig samen moeten
werken om het kiesrecht voor de Nederland-
sche vrouwen te erlangen.
Op zeer verdienstelijke wijze gaf mevrouw
M. fragmenten ten beste uit de werken van
Multatuli en Helène Schwartz, toepasselijk
op en aanpassende aan de rede, door den
heer M. uitgesproken.
4 Jan. Het Posthuis is gepacht door
dames Postma, die vroeger de buffetten in de
stations-wachtkamers alhier in pacht hadden.
Nog vroeger, toen het Posthuis nog //het
oude Posthuis” was, is het ook in pacht
geweest bij de familie Postma.
Oranjewoud, 2 Jan. Toen de zoon van den
rijksveldwachter Mous alhier hedenavond op
weg was naar huis, vergezeld van zijn kwaad
hondje, bemerkte hij plotseling, dat ’t dier
’t boseb van Baron Harinxma insnelde. Alle
moeite, om het anders zoo gedresseerde dier
terug te roepen, was vergeefsch. Op het luid
gejammer en gejank, dat van uit de verte
weerklonk, afgaande, was Jozef Mous er
getuige van, dat de hond zich, na een ver
woed gevecht, had meester gemaakt van
een., vos! Een geluk toch mag ’t zeker
worden genoemd, dat deze roover, die de
omgeving alhier in den laatsten tijd zoo on
veilig maakte, dan eindelijk eens onschadelijk
is gemaakt!
Mantgum, 4 Jan. De laatste, in deze om
geving gehouden lange jacht kostte aan vijf
langooren het leven, wat in vergelijking met
andere keeren een gering aantal was. Jammer,
dat zoo menig haasje bet leven laat onder
den treinzoo werden voor een paar dagen
tusschen hier en Jorwerd vier dikke hazen
doodgereden. Biedt eenerzijds de spoorweg
met zijn wijde pompgaten veilige schuil
plaatsen aan ’t vervolgde wild, anderzijds
belaagt hij het vooral ’s avonds door zijn
schitterende treinlichten, die werken als
lichtbakken van stroopers.
Heplc. Nieuwsbl. v. Fr.
Gedurende- het jaar 1911 werden
aan de Veemarkt alhier aangevoerd
Paarden en Veulens
Stieren
Vette koeien
Melke en kalve koeien
Pinken
Vette kalveren
Graskalveren
Nuchteren kalveren
Schapen
Lammeren
Vette varkens
Magere varkens
Biggen
Bokken en Geiten
le Paardenmarkt
2e Paardenmarkt
SUBSIDIE-HONGER.
De Haagsche correspondent der Zutphensche
Courant heeft er op gewezen dat Dr. Kuyper
er in geslaagd is een nieuwe verkiezingsleuze
voor de Kamerverkiezingen in 1913 te be
denken.
’t Is deeisch: méér geld
school.
Hij, dr. Kuyper, heeft drie middelen aan-
geprezen om aan het //onrecht” een einde
te maken, dat alleen de openbare school uit
de gemeentelijke kas betaald wordt.
Vooreerst een afzonderlijke belasting tot
betaling der kosten van de openbare school
met ontheffing van hen, die voor de bij
zondere school al eenzelfde bedrag betalen:
ten tweede medezeggingschap van gelijk
gezinde en gelijksoortige ouders bij de be
noeming van onderwijzers op de scholen waar
zij hun kinderen doen; ten derde een ver-
de gemeenteraden om per
voor de openbare
aan het bijzondere
plichting voor
kind, wat zij uitgeven
school, ook uit te keeren
onderwijs.
De Zutph. Crt. wijst er nu op, dat in
eigen kring reeds oppositie is geopenbaard.
Het Chr.-Hist. Kamerlid de Geer heeft tegen
over het drijven van den anti-rev. leider
den plicht gesteld der gemeenten om voor
het openbaar onderwijs uit te geven wat de
wet voorschrijft. Zij moeten zei hij
z/dat doen op loyale wijze en doen dat ook.
Het in orde brengen van de gemeente-
financiën zal niet ingrijpen in de verhouding
tusschen het bijzonder en het openbaar onder
wijs, en het
betering van
tegen te houden op grond
een deel der gemeentelijke uitgaven
openbaar onderwijs wordt besteed”.
z/Déar draait ’t inderdaad om, zegt het blad.
//Vroeger jaren hebben de voorstanders
der bijzondere school hun aanspraak op
steun uit de Staatskas bewezen door hun
offers voor wat zij achtten te zijn een plicht
der Christelijke ouders. Welnu, die steun
is hun gegeven. Zij kunnen nu hun kinderen
onderwijs doen geven in een geest en door
onderwijzers, welke met hun godsdienstige
opvatting overeenkomt. Het kost hun nu
nog wel geld. O zeker. Maar daarvoor hebben
ze dan ook tal van bevoegdheden welke de
ouders der leerlingen van de openbare school
missen. Ze hebben bovendien iets aparts, iets
eigens, dat ze graag begeerden en dat hun
wel eenige opoffering waard mag zijn.
//Trouwens de Grondwet eischt nog altijd
dat overal van overheidswege voldoend open
baar lager onderwijs zal worden gegeven.
De heer Kuyper doet of er al staat: bij
zonder onderwijs.
Dat te verhoeden is de plicht van elkeen,
die verlangt, dat de nationale school toe
gankelijk blijve voor alle kinderen, zonder
onderscheid van de richting hunner ouders.
Laat men zich toch vooral niet paaien
door zoo lief schijnende verzekeringen over
de verkregen pacificatie op onderwijsgebied.
De voorstanders van de school met den
.Bijbel, die in dr. Kuyper nog steeds hun
leider zien, begeeren altijd meer.
Ze vragen dat in tempo’s.
Eerst met de wet-Mackay, toen met de
wet-Kuyper, later, met de partieele regelingen
van Minister Heemskerk telkens weer
vielen hun de Rijks-rijksdaalders in den
schoot.
Maar in plaats dat dit hun geeuwhonger
bevredigde, wekt dat geld immer nieuwe
begeerigheid.
Ze zullen, laat men daar zeker
niet ophouden eer ze de openbare school
voorgoed hebben verbannen en door allerlei
middelen de kinderen van heel ’t volk hebben
gelókt in ’t schoolgebouw waar geleerd wordt
volgens hun dogma.
Dezen goeden kant heeft de openbaring
der hebzucht van dr. Kuyper althans nog
voor de voorstanders der openbare school:
ze zijn gewaarschuwd voor wat hun wacht,
wanneer ze geen krachtige maatregelen nemen
tegen dien onbevredigbaren subsidiehonger.
Ze weten 't nu; laten ze op hun hoede
wezen I”
speelt deze schets ook niet voor een voor
naam deel in de Zandstraat En behoorden
Brusse’s vriend, Toon, en stellig z’n prachtig
z/Boefje” eigenlijk ook niet zoowat tot de
en zijn twee ouwe, versleten
zijn //Godsdienst in de Zand-
zijn studies //In den Polder”?
De Rotterdamsche Zandstraat, en alles wat
daartoe behoort, is wel het terrein van den
Rotterdamschen Brusse.
En nu de Zandstraat gaat verdwijnen
de gemeente onteigende immers dit gore
buurtje in het hart van de stad, en zij gaat
er straks haar groote, nieuwe Stadhuis bou
wen moet er toch wel iets voor Brusse
verloren gaan, waaraan hij veel van zijn
sterkste herinneringen, van zijn kernachtigste
werk te danken heeft.
Oude-Jaarsavond werd de Polder dan of
ficiéél door de Rotterdamsche politie gesloten,
en zoo wijdt Brusse zijn laatste feuilleton
aan zijn uitgeblazen Zandstraat.
Op Oude-Jaarsavond werd er voor het
laatst feest gevierd, op z’n Zandstraatsch,
wat Brusse aldus beschrijft
Bij heele rissen heb ik ze Oudejaarsavond
door de Zandstraat hooren galmen, arm in
arm, een meid en een zeeman met een
meisje en ’n huzaar, en ’n from mes met nog
zoo’n Slampamper waar Broodje met Kaas,
en Pukkeltje, Mie de Pruik bij hadden aan
gehaakt. De lijven slap, de haren losgezakt
onder ’t dansen in de dringende volte, de
hoofden achteruit geleund, de witte extase-
gezichten en de roode monden aan ’t gieren,
dat ’t schorre, grollend dronken geluid zoo
opsloeg tegen de geveltjes aan. En dan met
’n hos, of in een uitzinnigen rokkenzwier,
de beenen hoog op, botsend en bonkend,
hossende voort door de feestvolte van de
nauwe straat; danshuis ingedrongen en er
weer uitgepuild door wervelende drommen
van jongens en meiden, opgeduwd in ’t ge
drang van de walmende kroegjes, waarboven
uit de ramen voetzoekers en zevenklappers
werden gegooid, die sissend en spatterend
over de glibber-zwarte modderstraat de men
schen voor de voeten schrikten, en draai-
kolkjes vormden, en jagende oploopen,
vluchten in een wilde paniek door de don
kere menigte van langzaam voortslenterende
menschen.
De beruchtste typen waren uit hun schuil
hoeken gekomen om ’t begrafenisfeest mee
te vieren. Zij beluisterden de oud-vertrouwde
muziek, ’t trommengebonk en paukengekets,
de stampende orgels en jankende klarinetten,
’t gekerm van ’n harmonica of ’n tiere- I
lierende fluit, met gansch overgegeven aan- I
Bolswardsche Courant
O
Rona