EN JURGENS7
ZUN IN SMAAK EN VOEDINGSWAARDE
GELUK AAN NATUURBOTER
i
GEMENGD NIEUWS.
TUSSCHEN HEMELENAARDE.
79
w
Tusschen Geldrop
de landbouwers
tijd
een
L t
ONX GRATIX KINDERTUDSCHRIFT
„DE4SQLI5T
auto? Neen, het geluid was van buiten ge
komen... alles werkte overigens best.
De sneeuw viel nu minder dicht, ik kon
tamelijk ver vooruitzien en eigenaardig...
niet alleen, dat de weg niet naar het dal
verder leidde, maar het scheen, alsof de
boomen aan beide zijden lager werden, alsof
wij ons op een soort dijk bevonden, terwijl
de bodem rondom ons langzamerhand daalde.
Opnieuw hoorde men kraken... De wielen
slipten in weerwil van de nagelbanden...
Plotseling wist ik, waar wij waren!
De grond en de boomen rondom ons waren
verdwenende weg dien wij volgden, scheen
in de ruimte te hangeneen slechts enkele
decimeters hooge balustrade begrensde de
kanten. De grond kraakte.
Ik was op het kanaal terechtgekomen, dat,
ofschoon sterk dichtgevroren, toch zeker niet
in staat zou zijn, op alle punten den wagen
met inhoud te dragen.
Het werd mij duister voor oogen.
Omkeeren was ónmogelijk. Het gedeeltelijk
stuk gereden ijs zou ons geen tweeden keer
kunnen dragen. Stilhouden en te voet verder
gaan En zoo reed ik terwijl ik de
trillingen van den motor tot op een minimum
verminderde verder, in den vreeselijksten
angst, verder op deze eindelooze viaduct,
rechts en links de zwarte afgrond, onder
ons het ijzige graf.
Zoo vergingen wel tien minuten en onder
mij duurde het kraken voort het klonk als
een doodsklok.
En dat was nog niet allesvoordat het
kanaal de viaduct verliet, passeerde ik een
rotshol, een tunnel, een spookachtig, zwart
gat, dat op buit scheen te wachten, die de
dood het toevoerde...
En toch kwamen wij er levend af! Ik
verwonder mij nog heden er over. Jullie
kunt je voorstellen, in welken toestand ik
den wagen, nadat wij de hoogte van Tyhl
door waren, voor Myriam’s ouderlijk huis
liet stilhouden, met welke gevoelens ik de
kleine lamme in mijn trillende armen er
uit tilde
Zeker is het, dat ik binnen bij het lamp
licht er zoo bleek uitzag, dat men mij dien
avond niet meer naar Langollen liet terug
rijden. Ik gaf toe en accepteerde de aan
geboden vrijheid. Deze duurde 14 dagen,
gedurende welken tijd de koorts verdween.
De kleine Myriam zat veel naast mij en
zeide steeds weer
Het komt van de koude.
En ik herhaalde:
Het komt van de koude.
Maar dit verhindert niet, dat ik sedert
weet, wat angst isik heb ze op de viaduct
en in den tunnel tusschen Langollen en Tyhl
leeren kennen.
Wij staken opnieuw onze pijpen aan en
er ontstond een pauze in het gesprek, dat
ten huize van een vriend reeds tot na
middernacht geduurd had; want het is
moeilijk als men het over de automobiel-
sport heeft, om het geliefkoosd onderwerp
gauw te beëindigen.
Wij waren allen hartstochtelijke chauffeurs
en ieder van ons had een anecdote moeten
vertellen, het een of andere avontuur dat
hem zelf overkomen was.
Alleen George Warrens, een Engelschman,
had tot nu toe gezwegen en alleen van
tot tijd zijn mond opengedaan, om
glaasje alcohol door zijn keel te gooien, na
dat hij het, zooals zulks voor een goed
kenner past, ieder keer eerst gedurende
eenige minuten in de holle hand warm ge
maakt had. Men drong bij hem aan, om
toch ook iets te vertellen, hij wist toch
zeker iets interessants.
Goed, zeide George Warrens, jullie zult
echter verbaasd zijn, wanneer ik jullie ver
tel, dat ik eens in een auto zoo bang ge
weest ben, zoo ontzettend bang geweest ben,
dat ik gedurende volle veertien dagen er
ziek van werd.
Wij protesteerden levendig. Onze Engel-
sche vriend genoot de reputatie van buiten
gewoon koelbloedig te zijn, hetgeen gepaard
ging met groote stoutmoedigheid. Hij stuurde
veilig de snelste wagens en wist ieder ongeval
gemakkelijk te voorkomen.
Het was voor vier jaar, in den winter.
Ik had tegen Kerstmis aan een uitnoodiging
van familieleden gevolg gegeven, die in het
stadje Langollen, aan de bergachtige grens
van Wales, wonen.
Natuurlijk was ik er van Londen per
automobiel heengereden, maar aangezien het
weer het onmogelijk maakte om in deze, aan
mooie punten zoo rijke streek, uitstapjes te
maken, bleef mijn wagen gedurende mijn
verblijf aldaar ongebruikt in de remise staan.
Overigens gevoelde ik ook heelemaal geen
lust, mij op de eenzame landwegen te laten
bevriezen, want in huis vond ik alles, wat
het leven aangenaam maakte, een gezellig
far niente bij den schoorsteen, een goed kop
thee, aangenaam gepraat en een even lief
als betreurenswaardig schepseltje, aan wie
ik het hof maken kon, een mooi, maar
helaas geheel verlamd jong meisje, dat als
vriendin van mijn nichten vaak weken lang
de gast des huizes was.
Ze was allerliefst de kleine Myriam
Blond en blozend, met diepe blauwe oogen
en als ze begon te lachen, kreeg men een
hevig medelijden met dit engelachtige kind,
dat door eene onbegrijpelijke vergissing des
hemels tot zulk een onvolmaakt wezen ver-
Wildplqag.
en Heeze (N.-B.) klagen
over een aldaar heerschende
wildplaag. Het bestuur van den N.-Br.
Boerenbond te Heeze heeft den Commissaris
der Koningin van een en ander op de hoogte
gesteld en uitbreiding van het aantal ver
gunningen tot het dooden van schadelijk
wild gevraagd, daar de akkers geheel kaal
gevreten worden, vooral door de wilde konijnen.
Op z'n Dmtsch.
Men schrijft aan het N. v. d. D.-.
Zoo schreven we nu twee jaar geleden,
toen we melding maakten van de eigenaardige
wijze, waarop een deel der bewoners van de
Amsterdamsche Nicolaas Beetsstraat wel
licht Duitsche families het nieuwe jaar
begroeten, n.l. door, zoodra de klok van het
Wilhelmina-Gasthuis het middernachtelijk uur
aankondigde, aan den achterkant hunner
woningen deuren en ramen te openen, naar
buiten te stormen en een allervervaarlijkst
leven te maken door hun gejuich en geroep,
hun getoeter en gefluit, het slaan op potten
en pannen, enz.
Ook Zondagavond waren we in de ge
legenheid dat eigenaardig gedoe aan te hooren.
Wij konden echter opmerken, dat de be
woners van aangrenzende straten het vorige
jaren gegeven voorbeeld navolgden. En zoo
klonk om twaalf uur langs de straten van
het Helmers- en Jacob van Lennepkwartier
het geluid van een razenden storm of roffelend
onweer, met knalschoten en flitsende licht
stralen van ontstoken vuurwerk.
oordeeld was. Toen, op een avond, wij zaten
juist gezellig in de woonkamer om een
kopje thee, bracht een telegram groote op
schudding in het kleine gezelschap te weeg.
Myriam moest zoo vlug mogelijk naar
huis terugkeeren; haar broer, een zee
officier, had twee dagen verlof gekregen, om,
voordat hij zich opnieuw in Liverpool voor
een jarenlange reis inscheepte, van zijn
familie afscheid te nemen en hij wilde ook
zijn kleine zuster nog eens omarmen.
Myriam’s ouderlijk huis stond in Tyhl,
een plaatsje, dat op de kaart rechtuit ge
meten misschien maar drie Engelsche mijlen
van Langollen verwijderd ligt, in werkelijk
heid echter door een diep dal ervan ge
scheiden is.
Een trein reed dien avond niet meer; en
bleef slechts de landweg over. Deze loopt
eerst een eind langs een kanaal, die het
water van de Dye opneemt; dan daalt hij
tamelijk steil naar het laagste gedeelte”van
het dal, om vervolgens weer langzaam aan
tot Tyhl te stijgen, terwijl het kanaal het
dal snijdt en langs een veel korteren weg
even voor Tyhl weer met de straat samen
komt.
Ik las in Myriam’s oogen het denkbeeld,
om met de automobiel er heen te rijden
zij durfde het verlangen niet uiten en ik
was overgelukkig haar wensch te voorkomen.
Tien minuten later stond mijn trouwe
limousine voor de deur. Men tilde de onge
lukkige lamme met alle mogelijke voor
zichtigheid er in en wikkelde ze in dekens,
zoodat zij verzekerde geheel warm en lekker
tjes te liggen.
Zoo vertrokken wij.
Het was een bitterkoude nacht. De sneeuw
viel dicht in kleine droge vlokken en in
weerwil van mijn twee groote lantaarns zag
ik den weg heel moeilijk, die, zooals gezegd,
langs het kanaal liep.
Meh had mij beschreven ik kende
immers het land niet dat ik den eersten
weg naar links moest nemen, die ik onge
veer twee en een halve mijl van Langollen
zou vinden.
Toen ik de vlakke witte straat, die ik
blijkbaar nemen moest, ontdekte, was ik ver
baasd, het eind tot dit punt zoo vlug ge
reden te hebben. Maar welke chauffeur ver
wondert zich ten slotte over de prestaties
van zijn wagen?
Ik boog dus naar links af; wij kregen
een hevigen stoot, alsof wij legen den een
of anderen steen waren geredenik schakelde
voorzichtig op langzaam in, want ik ver
wachtte dat we sterk zouden dalen.
Van tijd tot tijd keek ik naar Myriam,
die in den wagen ingesluimerd was, vol ver
trouwen, gelukkig...!
Daar kaakte iets,,, een ongeval met de
Tjalk gestrand.
Vrijdagmorgen omstreeks 4 uur is tusschen
Lemmer en Kuinre tengevolge van stormweer
gestrand de ijzeren tjalk Z/Een Genoegen”,
schipper J. Wijkstra, Sneek, op reis met een
lading puin van Amsterdam naar Oldeboorn.
Het schip is verzekerd. De vrouw van den
schipper, 3 kinderen en een nicht werden
door den Lemster visscher F. Bootsma gered
en daar aangebracht. Lemster visschèrs zijn
bezig het schip, waarop zich nog de schipper
en de loods bevinden, in veiligheid te brengen.
Schipper J. Wijkstra is door Lemster vis-
schers behouden binnengebracht. Het schip
was verzekerd.
Kattenslachterij
Dat in den hazentijd de kattenvangst in
vollen gang is, blijkt wel daaruit, dat tijdens
het vervoer
Rotterdam
ontvreemd i
verzonden.
van Gouda naar Engeland via
een partij van 200 kattevellen
zijn, einde December uit Gouda
1
r
UNSTEMELANGE
DOCHDEMELFTGOEDKQQPER