No. 7. Verschijnt Donderdags en Zondags. 51ste Jaargang. Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. De beste voor den prijs 1912. Zondag 21 Januari. Stadsnieuws. VOOR Afzonderlijke ir RECLAME. la PAUZE.— ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar k 5 Cent. de drie aartsengelen en Gabriël van iederen verhaald door een solist en en piano r I ZOO ZIET EEN BUS VAN HOUTEN’S Rona Cacao ER UIT. Met volle gerustheid kan aan het publiek de beoordeeling van dit fabrikaat worden over gelaten. 1 Kg. 1.50 |/4Kg. f 0.421 y2 - 0.80 |Xo - 0.18 ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Die Schöpfung (De Schepping.) Evenals Die Jahreszeiten, verleden jaar door het „Gemengd Koor” alhier ten gehoore gebracht, is ook dit oratorium van Haydn (1732 1809) door hem op hoogen leeftijd geschreven, 179598. De origineele Eng. tekst is van Lidley, bewerkt naar Miltons verloren Paradijs. Evenals die der Jahres zeiten is de tekst der Schöpfung vertaald, verkort en ter compositie geschikt gemaakt door Haydn’s vriend, baron van Swieten, de Nederl. lijfarts van keizerin Maria Theresia. Zooals Haydn zelf verhaalt, heeft dit werk hem veel inspanning gekost en merkte hij eerst toen het half gereed was, dat de com positie hem kon gelukken, waarvoor hij dagelijks tot God bad om de noodige kracht. De origineele tekst was bestemd geweest voor Handel, met wiens werken Haydn o.a. kennis gemaakt had op z’n Engelsche reizen. Handels invloed is te merken aan enkele koren uit de Schepping en ook aan de in- deeling in drieën, welke Handel ingevoerd had. De beide eerste deelen van het werk be handelen de zes scheppingsdagen, waarvan sommige werken kort geschetst, andere uit voeriger beschreven zijnvaak worden er beschouwingen aan vastgeknoopt en woorden van lof en dank jegens den Schepper. Als solisten treden op Raphael (bas), Uriël (tenor) (sopraan). Het scheppingswerk dag wordt ons De koning smeekte haar echter te blijven en toen moet zij hebben beloofd niet te zullen rusten voor de laatste Engelschman uit Frankrijk verdreven zou zijn. Zij zette dan ook aan ’t hoofd der troe pen den tocht voort. Voor Parijs echter stiet zij ’t hoofd. In deze stad ging men zoo maar niet gelooven wat de geruchten over haar onweerstaanbaarheid hadden ver spreid. Daar kwam bij dat de koning weer verviel in zijne vroegere weelde en zinge not, Jeanne werd in den strijd weer gewond, men begon haar invloed te betwijfelen, de bekoring der nieuwheid was er voor ’t volk al eenigszins afgegaan, ook afgunst kwam er bij in ’t spel en door kuiperij en tegen werking kreeg zij geen ondersteuning van den koning. In den strijd tegen de Bour gondiërs moest zij terugtrekken. Zelf ver dedigde zij nog de wijkende achterhoede, die zij nog wist te dekken, en veilig binnen de stad te krijger?. Door verraad zegt men, werd evenwel de poort op hare nadering ge sloten en van voldoende hulp verstoken, werd zij krijgsgevangen gemaakt door hertog Filips van Bourgondië. De vijanden waren hiermee in de wolken, de Engelschen, de bondgenooten, eischten haar op. Zij waren vol woede over de geleden verliezen door toedoen dezer „heks”. Men zegt dat de Bourgondiërs haar voor f 5000 hebben uitgeleverd aan haar doodsvijanden de Engel schen, en door dezen werd zij naar Rouaan gevoerd. Spreker wil niet beschrijven wat zij, de kuische maagd, te doorstaan heeft gehad van die ruwe soldaten, doch wijzen op haar vast vertrouwen in haren God. Vroeger had men haar wel gevraagd, waar zij dacht te zullen sterven, en dan was haar antwoord steeds „daar, waar het God be haagt.” Nu gevoelde zij wel wat haar lot zou worden. Zij werd voor een geestelijke rechtbank gesleept. Men beschuldigde haar van tooverij, en ook werd haar ten laste gelegd, dat zij in mannenkleeren had ge- loopen, bloed had vergoten enz. Alle ver- hooren doorstond zij glansrijk, met geen strikvragen kon men haar vangen, in haar godvrucht vertrouwde zij steeds op God. Toch durfde, men hoe gaarne men haar wilde ten onder brengen, haar niet ter dood veroor- deelen. Door een list wist men toch een voorwendsel daartoe te vinden. Het was haar op doodstraf verboden in den kerker weer in manskleeren te loopen en ziet, in den nacht ontnam men haar hare eigene kleeren en liet slechts manskleeren in hare cel achter. Noodgedwongen moest zij deze des morgens aantrekken, en juist daar was ’t om te doen geweest. Hare verontschuldiging werd in den wind geslagen, zij werd veroordeeld tot den brand stapel, en op 22 jarigen leeftijd stierf zij den marteldood, op de Markt te Rouaan. Spreker staat nog even stil bij hare innige godsdienstige overtuiging en hoe zij als een vrome heldin is gestorven. Haar asch werd in den wind verstrooid. En de koning heeft, zegt men, geen vinger uitgestoken om haar te helpen of te be vrijden. Het onrechtvaardige vonnis is 25 jaren na haar dood herzien, en reeds toen werd zij onschuldig verklaard aan de haar ten laste gelegde feiten. Paus Calixtus III heeft haar toen reeds in eere doen herstellen. Met eere mag men heenzien naar haar daden, en in eere mag men houden haar naam. Een eere is ’t ook voor de Roomsche kerk, dat zij onlangs heilig is verklaard, zegt Spr. en wat moeten wij Protestanten van haar denken Diteen veile deerne, of een tooverheks, zooals hare vijanden haar noem den, was zij niet. In de bezieling door Gods ingeving kunnen ook wij gelooven, Jeanne was in werkelijkheid eene heldin, De historie vermeldt, dat haar hart niet verbrand was, dat hart, bezield voor een ideaal. Zij gehoorzaamde God meer dan de menschen en dat moeten wij in haar hoog achten. Dat moeten ook wij beoefenen. Ieder heeft een roeping te vervullen, de een grooter, de ander minder, en elk moet met Gods hulp die taak volbrengen. Men zegt van een hoornblazer, die voor zijn koning verschillende signalen moest blazen, dat hij, toen de koning beval het signaal van den terugtocht te doen hooren, vrijmoedig ant woordde: „Koning, dat signaal ken ik niet. Een goed soldaat trekt zich niet terug”. zij op de reis naar den koning door een zevental krijgers vergezeld. Bij den koning ontmoette zij al weer moeielijkheden, ja door een list wilde men beproeven, of zij werkelijk door God geïn spireerd was. Tusschen de rijksgrooten in prachtig liverei, was de koning eenvoudig gekleed, doch ofschoon hem niet kennende, viel zij voor hem op de knieën en bood hem haar hulp aan. Dat is de koning niet, zei men, doch zij antwoordde Dat en niemand anders is de koning, hij zal te Reims gekroond worden. Toch aarzelde de koning nog en zei Doe een wonder Jeanne! en zij antwoordde: Ik ben geen heilige, hier te Portiers niet, maar Orleans zal ik bevrijden en den koning naar Reims voeren om gekroond te worden. Men gaf toe; zij kreeg ’t opperbevel over een leger om Orleans te ontzetten, en ’t was wonderlijk, zij had geen paardrijden geleerd, maar zat vast in den zadel, zij had nooit bevelen gegeven, en commandeerde als de beste generaal. Haar vaandel, haar zwaard, haar wapenrusting ’t werd alles door Spreker behandeld en beschreven, ook hoe zij strenge tucht in het leger wist in te voeren, en 27 April 1429 trok zij op. De Engelschen lachten om haar eisch om het beleg op te breken, doch zij wist te zegevieren. Het bleek zelfs, dat zij beter inzicht in de krijgs bedrijven had, dan de opperbevelhebber, die naast haar stond. Wind en stroom keerden, toen hare schepen de Loire moesten opvaren, en de Engelschen waren genoodzaakt het beleg op te breken. Onbeschrijfelijk was de geestdrift van het Fransche volk, de Engelschen noemden haar een veile deerne, een tooverheks. Zij bleef eenvoudig, nederig en godvruchtig en haar tegenwoordigheid begeesterde de soldaten. Hare voorzeggingen kwameri trouw uit, ook zelfs dat zij gewond zou worden, bij de bestorming der wallen. Haar intocht in de stad Orleans was een ware zegetocht, en de Maagd van Dom Remy haar geboorteplaats, werd sedert meestal genoemd „de Maagd van Orleans”. Zoo iets zien wij ook in de Maagd van Orleans. En voor den Christen geldt het ook In den dienst des Heeren, nooit terugWie strijdt met Christus, is van de overwinning zeker (Deze rede op bevallige wijze en met gloed voorgedragen, in een populairen vorm ge kneed, in schoone taal gegoten, werd met groote aandacht gevolgd en wekte aan ’t einde een krachtig applaus.) Nadat mevrouw Wesseling nog op talent volle wijze had gezongen een aria „Messias” van Handel, werd de bijeenkomst door den heer J. de Boer gesloten met een hartelijk woord van dank aan den Spreker voor zijne leerzame rede, aan mevr. W. en de accom- pagnateurs voor hun zang en spel. Na het dankgebed van Ds. de Hoog, ging k de vergadering te half elf uur uiteen. Inplaats van in „de Broerekerk” werd Donderdagavond eene winterlezing gehouden in „De Doele”. De zaal was behoorlijk bezet. De heer Jons. de Boer opende de ver gadering met een woord van welkom te richten tot Spreker en publiek. Hij ver heugde zich, dat men hedenavond het voor recht zou hebben Ds. de HOOG van Harlingen, die den vorigen winter ook een spreekbeurt heeft vervuld, te hooren over het onderwerp: De Maagd van Dom Remy. Tevens zullen ter afwisseling eenige muziek- en zangnummers worden gegeven. Na het gebed werd eerst een muzieknummer op de viool gegeven Webers laatste ge dachten door den heer A. Alt, geaccom pagneerd op de piano door den heer J. Faber. Daarop hield Spreker zijne rede. Zijn eerste vraag was, hoe hij aan dit onderwerp is gekomen? Deze winterlezingen hebben een populair wetenschappelijk karakter en omdat in Frankrijk onlangs met eerbied en ontzag zijn herdacht de heldendaden der Maagd van Dom Remy en de R. K. kerk deze maagd nu heeft heilig verklaard, vond Spr. dit een geschikte aanleiding haar leven en helden daden eens te bespreken. Als een toovenaar een voorspelling doet, zal men dit niet gelooven, deze maagd heeft echter voorspellingen gedaan en deze zijn geheel uitgekomen. Dit eenvoudig boerenmeisje is een figuur, die nu eenmaal niet uit de historie kan worden gewischt. Ofschoon wij niet in toover- voorzeggingen gelooven, zien wij, zegt Spr., hier wat de innige overtuiging, dat God iemand roept, kan uitwerken. De geschiedenis trouwens heeft daarvan tal van voorbeelden. God wil het! tot wat krachtsinspanning leidt niet vaak die overtuiging. Dat kan men ook zien aan Luther en Calvijn en heel veel anderen. God wil het! geeft bezieling aan de handelingen en maakt mogelijk wat anders onmogelijk schijnt. Spreker geeft eerst eenige historische ge beurtenissen omtrent het Fransche konings huis. In 1380 stierf Karel V van Frankrijk, zijn zoon en opvolger Karel VI was krank zinnig en daardoor ontstond een hevige strijd tusschen de hertogen van Orleans en van Bourgondië over de heerschappij des lands. De hertog van Bourgondië, Filips de Goede, verbond zich met Engeland en in 1429 sloegen de Engelschen het beleg om Orleans. Hertog Karei zat in een benarde positie en het was nu, dat hij door een eenvoudig boerenmeisje werd gered en Frankrijk voor hem behouden bleef. Dit meisje Jeanne d’Arc geheeten, had een doodelijken haat tegen de Engelschen opgevat wijl deze de vijanden waren van de hertogen van Orleans. Op 14 jarigen leeftijd verscheen haar menigmaal een Engel en vijf jaar lang beluisterde zij diens woorden. Die stem ver vulde haar en zij kreeg de innige overtuiging dat God haar had bestemd om Frankrijk te redden. Het meisje had een strenge gods dienstige Katholieke opvoedig gekregen en zij geloofde vast aan het visioen, dat haar geest geheel bezig hield. Zij voorspelde, dat zij Orleans bevrijden en den koning naar Reims zou voeren om gekroond te worden. Jeanne’s vader echter was sterk tegen haar plan gekant en wilde haar liever verdrinken, dan haar aan het leger af te staan. Echter vader droomde dat hij haar aan ’t hoofd van het regiment door de stad zag trekken, rij dende te paard. Evenwel hij bleef weigeren. Toen wendde Jeanne zich tot haar oom om diens hulp in te roepen om haar naar den koning te voeren, want zij was zoo be geesterd door de leus: God wil het! dat niets haai kon weerhouden. Zij was als het ware gehuld in een waas van reinheid en devotie, en ieder die haar zag, was onder den invloed. Oom wilde helpen, doch de opperbevelhebber wees telkens met fierheid en verachting af, de hulp van een eenvoudig dorpsmeisje. Men deed beter, zoo liet hij zich uit, dit kind de hersenschimmen uit het hoofd te jagen. Zelf ging zij nu naar den opperbevelhebber en ten laatste liet deze zich bewegen haar aan den koning voor te stellen. Om haar deugd geen gevaar te doen loopen te midden der ruwe soldaten, kleedde zij zich in een soldatenpak en te paard rijdende werd Na de pauze werden een paar zang nummers ten beste gegeven door mevrouw Wesseling, „Panis Angelicus” en daarna „Josua”, met begeleiding van piano, ’t Bleek dat mevrouw over een krachtige, omvangrijke en schoonklinkende stem heeft te beschikken, terwijl tevens uitkwam hare bedrevenheid in den zang. Na nog een Romance voor viool zette Spreker zijne rede voort. De eerste belofte, Orleans te bevrijden, is reeds besproken, nu rest nog de kroning des konings te Reims en dit zal met de be schrijving van haar smadelijk sterfbed het onderwerp van het 2e gedeelte dezer lezing zijn. De geestdrift voor deze jeugdige heldin Jeanne d’Arc was nu ten top gestegen, men geloofde in haar een wonderdoenster te hebben en bracht zelfs zieken bij haar om genezen te worden. Zij bleef eenvoudig en antwoordde dan ook: „Wie denkt gij, dat ik ben? Ik ben niets anders dan de vol- brengster van ’t geen God mij bevolen heeft.” De soldaten vertrouwden nu echter vol komen op haar kracht en macht en in ver schillende veldslagen werd door haar met tact gestreden en zij voerde haar troepen ter overwinning. Meer dan eens deed zij de soldaten versteld staan door haar moed en beleid en zelfs de Engelsche bevelhebber werd door haar krijgsgevangen gemaakt. Hierna besloot zij om op Reims los te trekken, dat zich nog in staat van tegenweer stelde. Einde Juni trok zij met omstreeks 12000 man op de stad toe, om er het beleg om te slaan, doch zie, de roem was haar reeds vooruit gesneld, en waar vrees de dapperheid verlamt, kan een leger geen weerstand bieden. Een deputatie trok Jeanne te gemoet en bood baar de sleutels der stad aan. Naast den koning te paard trok zij de stad binnen en 17 Juni werd de koning op de aloude plechtige wijze tot koning gekroond. Spreker wil niet de ceremoniën en plechtigheden be schrijven dezer kroning, doch er alleen op wijzen dat het volk meer oogen had voor de heldin dan voor den koning zelf. Haar tweede profesie was nu vervuld, haar zending was volbracht en ’t liefste zou zij zijn teruggegaan naar haar geboorteplaats. Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1912 | | pagina 1