WOUDA’S MEEL WOUDASMEEL Uitsluitend l8,e klas fabrikaat. M. B. EERDMANS. F SWffi KM8. Wed. J. LEMSTRA, Speciaal adres KOEKBAKKER. Eerste kwaliteit UITNOODIGING. w. Burgerlijke Stand. Droog en belegen. PREDIKBEURTEN. Prima sorteering. Officiëele Advertentie. Advertentiën. KOEKBAKKER, Grootzand, Bolsward. 1 w met 20 tas] aan woonachtig te Voorburg. ver- zoo J en d. MEEL Zondag 21 Januari 1912. Beleefd aanbevelend, in no. 8, innigheid in een Heden werd ten en HET TELKEN JARE VERGROOT DEBIET BEWIJST DE GOEDE HOEDANIGHEID VAN ------ van ’t werk van de van Harlingen. De GEDEPUTEERDE STATEN provincie Friesland Gelet op artikel 102, laatste lid der kies wet Noodigen de inwoners der provincie uit om, indien zij in andere provinciën in de rijks directe belastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór 15 Maart a.S. aan hunne vergadering te doen blijken, ten einde door haar daarop kunne worden gelet bij het opmaken van de lijst der hoogst aange- slagenen voor de verkiezing van afgevaar digden ter Eerste Kamer van de Staten- Generaal. Leeuwarden, den 4 Januari 1912. De Gedeputeerde Staten, voornoemd, VAN HARINXMA THOE SLOOTEN, Voorzitter. C. B. MENALDA, Griffier. BW" WAARSCHUWING“Wfi Daar de verpakking onzer KINA- DRUPPELS, veelvuldig wordt nagebootst om Kinapraëparaten van andere her komst aan den man te brengen, wijzen wij er op, dat roode doozen, zonder den naam Dr. H. Nanning, doch voorzien van het woord „Kinadruppels”, of anders zins, NIET uit onze fabriek afkomstig zij n. Men eische daarom steeds Dr. NANNING’S KINADRUPPELS! Alom verkrijgbaar a f 0,75. GEVRAAGD te Leeuwarden tegen 1 April, een bekwaam liefst gehuwd. Hoog loon. Br. onder no. 70, met opgaaf van laatste betrekking bij de Firma W. EEKHOFF Zn., Leeuwarden. een en paar maten recitatief, schitterende lofkoor Vriendelijk aanbevelend, Benoemd. De heer E. v. d. Wal, directeur van het postkantoor alhier, is met ingang van 16 Febr. a.s. benoemd tot adjunct-inspecteur der posterijen en telegrafie, ter standplaats Groningen. Hardrijderij. Prachtig weer begunstigde gisteren de hard rijderij van onze ijsclub //Bolsward”. Het getal deelnemers liet echter wel wat te wen- schen over, doch dat kwam, doordat er op meerdere plaatsen goede prijzen waren te behalen, en dan verdeelt zich ’t keurkorps der hardrijders. Het publiek was evenwel goed vertegenwoordigd, er was den geheelen namiddag een drukke beweging op de bij banen. De prijs f 100, werd gewonnen door onzen stadgenoot W. de Vreeze, de le premie f 60, door B. de Wreede van Lemmer, de 2e f 30, door M. H.- Galama van Burgwerd en de 3e f 10, door S. Coehoorn van Lemmer. Het uitgeloofde insigne, een schaats voor hem die den grootsten afstand had afgelegd deze rijderij te bezoeken, is toegekend den heer M. J. Bouma te Oudkerk, van 18 tot en Hedenmiddag bad op dezelfde baan een hardrijderij van kinderen plaats. Ongeveer een honderdtal dongen mee. De verliezers krijgen allen een flink stuk koek. Wie de winnaars waren in de verschil lende klassen, was bij ’t afdrukken ons nog niet bekend. Witmarsum, 20 Jan. gemeentehuize aanbesteed het bagger- slatwerk der gemeente in 4 perceelen. I. De Ferwoudervaart, gegund aan P. Visser, Makkum, voor f 5884. II. De kleine vaart onder Ferwoude en III. De Cornwerdervaart zijn aangehouden, ’t Laagst was ingeschreven f 1795 en f2940 door Rimmer Schotanus, Oudega (W.) IV. De Schraardervaart, gegund aan Jacob Waterlander te Oudehaske voor f 7850. Tjerkwerd. Begunstigd door fraai winter weder had gisteren de aangekondigde hard rijderij plaats van mannen, die hoegenaamd niets hadden gewonnen. 20 Mededingers hadden zich aangemeld. Het gelukte aan W. Tjerkstra te Heidenschap den prijs ad f 20 en aan J. Tolsma de premie ad f 5 te behalen. Aan den laatst afgevallene B. Gietema te Allingawier werd f 2,50 uit gereikt. drachtskunst noodig is en dat onder zangers schertsend bekend is als de //zoölogische aria”, worden door verschillende motieven verschil lende dieren aan ons voorgesteld het tempo is presto. Ten eerste de van vreugde brul lende leeuw (trillers in de bassen), vervolgens het voorbijschieten van den lenigen tijger en, tot 6/8 maat overgaande, het springen van ’t hert en het galoppeeren en hinniken van ’t paard. Dan, in langzaam tempo met een verrassende overgang van des gr. terts naar a. gr. terts, krijgen we een landelijk beeld: het weiden der kudden en verder in 4/4 maat, door tremolo geschetst, ’t zwermen van insec ten en tot slot, adagio, het op de aarde kruipende gedierte, met een steeds dieper wordende begeleiding. In nö. 22, aria van Raphael, bezingt deze nog eens de mooie aarde, zooals die er nu uitziet. Uriël ver kondigt in no. 23 recitat. en 24, een eenvou dige maar prachtige aria, de verschijning van den mensch op aarde, waarmee God Zijn werk kroont. Nu krijgen we ’t slot van het tweede deel, bestaande uit drie nummers, no. 26, ’t fugatisch lofkoor voor den zesden dag, no. 27, een melodieus solistenterzet en no. 28 ’t slotkoor van dit deel. Opmerkingswaardig is nog de duistere en verder schuddende, bevende begeleiding van de solopassage van RaphaelzzDu wendest ab dein Angesicht, da bebet alles und erstarrt. Du nimmst den Odem weg, in Staub zerfallen sie”. ’t Vivace slotkoor no. 28 begint met hetzelfde motief als koor no. 26 en doet dit deel, dus de eigenlijke scheppingsgeschiedenis, eindigen met een grootsche fuga, een doorloopende lofzang voor den Schepper. Het lilde deel is feitelijk een aanhangsel; het geeft ons een blik in het paradijs en schildert het geluk hetwelk ’t eerste menschen- paar, Adam en Eva, voor den zondenval ge noot. Zij zijn de beide andere solisten Adam (bas), Eva (sopraan). Gewoonlijk, zooals a.s. Donderdag, wordt het werk gegeven met drie solisten: Sopraan (Gabriël en Eva), Tenor (Uriël), Bas (Raphael en Adam). In de inleiding van dit derde deel (no. 29) treden de fluiten op den voorgrond, zacht gesteund door ’t strijkkwartetzij stelt voor de stemming, gewekt door het aanbreken van een mooien dag over zoo’n gezegend landschap als ’t paradijs. Uriël beschrijft dit beeld in recitat. no. 29, waarna in de laatste maten hiervan twee horens ons het verschijnen van Adam en Eva aankondigen. Zij vervullen de voornaamste partij in dit derde deel. De kenmerkende vorm wordt aan dit deel ge geven door de duo’s tusschen Adam en Eva. Wat ons direct opvalt is de buitengewone lengte dezer duo’s, vooral van ’t tweede, no. 32 ,/Holde Gattin, dir zur Seite”dit toch is geheel zonder afwisseling, terwijl we bij ’t eerste duo, no. 30, //Von deiner Güt’, o Herr und Gott”, nu en dan het koor hooren begeleiden. Een eigenaardige begelei ding hiervan is die, wanneer ’t koor voor ’t eerst invalt in het langzame gedeelte: zzGe- segnet sei des Herren Macht”; deze begelei ding noemen de Duitschers typisch //psalmo diërend”. Aan dit voorbeeld van Haydn’s vinding zijn later de //bromstemmen”, welke in sommige mannenkoren voorkomen, ont leend. In ’t vluggere gedeelte van dit num mer roept Adam de elementen aan (een paar maten, als bevel, zonder begeleiding), waarna de beide solisten zich weer tot een duo ver- eenigen, telkens met of afgewisseld door ’t koor, totdat het koor eindelijk door een lofgezang tot God, met steeds zestienden begeleiding, dit nummer eindigt. Tn no. 31 recitat. van Adam en Eva, verhalen ze dat hun eerste plicht, den Schepper te danken, vervuld is, en dat ze nu aan elkaar kunnen denken; dit is het duo no. 32: z/Holde Gattin enz.,” waarin hunne liefde op den voorgrond treedt, ’t Eerste gedeelte is adagio het vlugge tweede, waarvan een paar hoorn- maten het thema inleiden, voert tot het hoogtepunt: „Mit dir (telkens herhaald) erhöhtsich jede Freude”en besluit ditnummer. Na no. 33, een paar maten recitatief van Uriël, valt zonder voorspel no. 34 slotkoor in, eerst eenige maten andante, dan allegro met vol orkest, om met een prachtige fuga, aldoor ’s Heeren lof zingende, het heele werk te sluiten. L. Lezing over Canada. Een bijzondere gelegenheid biedt zich thans aan voor hen die wel eens denken over emigratie. Door den heer G. L. Boer, oud-inspecteur der waterwerken in Canada, zal a.s. Zaterdag in ,/de Doelez/ eene lezing worden gehouden over Canada en de landerijen bij de Canadian Pacific Spoorwegmaatschappij. Waar men dus iemand te hooren krijgt die door eigen aanschouwing zich op de hoogte van den toestand kon stellen, en waar door photografieën tevens wordt getoond wat daar te zien is, en welke resultaten met landbouw en veeteelt werden verkregen, zal deze lezing voor ieder een attractie kunnen zijn. Waar ons nu hier in Bolsward de kennis making met dit werk wordt aangeboden, en na die met de Jahreszeiten van ’t vorig jaar, schijnt mij een opwekking tot steun door flink bezoek a. s. Donderdag of beter nog door aangifte als kunstl. lid, onnoodig toe. Wanneer het niet meestal de gewoonte van ’t bestuur eener groote zangvereeniging ware, om ter tegemoetkoming aan de wen- schen van de werkelgk belangstellende concert bezoekers, eenigen tijd voor de uitvoering tekstboekjes verkrijgbaar te stellen, zoo zou ik nog eens willen wijzen op het nut er in gelegen, het vooraf door te lezen om zich althans eenigszins op de hoogte te stellen van het uit te voerene. Naar mij ter oore gekomen is, blijven we ditmaal voor een gebrekkige en niet te zingen Nederl. taling, waaronder de vorige uitvoering leed, gespaard en wordt het werk in ’t Duitsch gezongen. Van de meeste be kende oratoria en andere grootere koorwer ken zijn bij J. H. en G. v. Heteren te Amsterdam tekstboekjes verschenen, waarin naast de Duitsche tekst is. afgedrukt een uitstekende metrische vertaling in ’t Nederl. Elfsteden-tocht. Jammer dat de Elfsteden-tocht heden Zater dag niet is doorgegaan. Het weer is prachtig en er is weinig wind, zoodat het wel een uitgezóchte dag was geweest voor dezen wedstrijd. Zooals onze lezers weten, is de wedstrijd thans bepaald op a.s. Dinsdag. Blijkens achterstaande advertentie zullen dien dag in zzde Doele/Z, waar alle deelnemers aan den tocht hun kaart moeten laten af- leekenen, alle telegrammen betrekking hebben de op den wedstrijd, worden gepubliceerd. Ongetwijfeld zal de belangstelling daar wel groot zijn. om God en zijn werk te loven. Deze zes koren zijn in het klavieruittreksel met tekst, dat voor mij ligt (Ed. Peters no. 66, prijs f 0,90) de nos. 2, 4, 10, 13, 19 en 26. Het stuk behandelt de scheppingswerken nauwkeurig in de volgorde van het eerste scheppingsverhaal uit den bijbel, Genesis 1:1 tot Gen. II3; slechts met één enkele uit zondering. Voor ’t gemak zullen we een korte be schrijving geven van iederen dag metde nos. uit tekstboek of uittreksel tusschen haakjes enkele aanteekeningen over de compositie. Ie Dag (nos. 1 en 2). Genesis I vs. 1-5. De orkestinleiding geeft een voorstelling van den chaos. Als men bedenkt, dat Haydn toch in de eerste plaats instrumentaal-com- ponist is, behoeft het ons niet te ver wonderen, dat dit het mooiste van ’t heele werk is. Geheimzinnig (violen met sourdine) klinken reeds de beide eerste motiefjes; dan volgen in bijna alle maten der inleiding dissoneerende harmonieën, vreemd modu- leerende, den strijd van duisternis en licht voorstellende. De inleiding gaat over in een kort recitatief van Raphael: zzIm Anfange enz.,” meest*zonder begeleiding, ons de woeste aarde uitbeeldende. Spoedig valt het koor in met de woorden uit den bijbel: zzUndder Geist Gottes schwebte auf der Flache der Wasser; und Gott sprach: Es werde Licht! Und es ward Licht.” Met- het laatste woord //Licht” valt het heele orkest na a-capella koor in kleine terts pp., ff. en in groote terts in, met ongekende kracht, trompetten en slagwerk vooraan, de overwinning van het licht op de duisternis illustreerende, een van de opmerkelijkste plaatsen van ’t werk. In no. 2, aria met koor, bezingt Uriël eerst in a gr. terts het aanbreken van den eersten dag, dan in c kl. terts allegro het vluchten van de geesten der hel naar diepe afgronden in eeuwige nacht. Dan herinnert nogmaals een fugatisch koor aan den strijd der elementen, waarna een eenvoudig, bekend, koor dit nummer en dezen dag sluit. He Dag (nos. 3 en 4). Gen. I vs. 68. Behandelt de scheiding tusschen wateren boven en onder het uitspansel (hemel), ver haald in no. 3 recitat. van Raphael. Het geen Raphael niet-begeleid vertelt, schetst direct daarop kort het orkesthet woeden der stormen, de vliegende wolken, de knet terende bliksemstralen, de rommelende donder, regen, en eindelijk sneeuw. In no. 4 solo (Gabriël) en koor wordt den Schepper lof gezongen over Zijn werk van den tweeden dag. Ilïe Dag (nos. 5 11). De scheiding tusschen water en aarde wordt voltrokken Gen. I vs. 9 en 10, de planten worden ge schapen (vers 11 en 12). Het eerste wordt verhaald door Raphael in no. 5 recitat. en in no. 6 aria, welker begeleiding (allegro) duidelijk het rollen en schuimen der golven voorstelt; verder het ontstaan van hoogten, bergen en rotsen en dan nog 't ruischen van een beek door het dalhet tweede, de schepping der planten, door Gabriël in no. 7 recitatief. Verder beschrijft Gabriël ons het beeld van een weelderig begroeide aarde het gehoor streelende aria, vol uitdrukking. Dan leidt Uriël no. 9, het voor den derden dag, no. 10 in, welks middenste, tevens hoofd deel, fugatisch bewerkt is. IVe Dag (nos. 11 14), Gen. I vs. 131 8. God schept zon, maan en sterren, aange- kondigd door Uriël in recitat. no. 11. Het tusschenspel voor zijn volgend recitat. no. 12 schildert in heele en halve noten lang zaam pp. beginnende, het opgaan der zon, crescendeerende tot ff. wanneer deze in volle pracht aan den hemel staat; het langzame tempo gaat over in allegro wanneer de tal- looze sterren verschijnen. Dan komt no. 13, het zeer bekende lofkoor voor den vierden dag, Z/Die Himmel erzahlen die Ehre Gottes Daar de harmonie bijna steeds in C-dur ge houden is en ’t koor soms in herhalingen vervalt, waardeeren we zooveel te meer de opvallenden overgang naar C-mol in ’t begin en de beide soloterzetten. Het laatste deel van dit koor: vUnd seiner Hande Werk zeigt au das Firmament enz.” is een prachtige fuga, steeds in halve en kwart noten gehouden. Hiermee is het eerste deel geëindigd en Het Ilde deel begint met den Vden Dag. (nos. 1420). Gen. I vs. 2022. Volgens den Bijbel en ook volgens no. 14 recitat. van Gabriël schept God eerst de waterdieren en dan het gevogelte doch in het dan volgende no 15, aria van Gabriël, heeft Haydn de bijbelsche volgorde omge keerd. Nabootsend begeleid, maken we kennis met de vlucht van den arend, het morgenlied des leeuweriks (clarinet), de liefde van een duivenpaar (fagot); verder de nachtigaal (fluit, trillers). Dan komen nos. 16 en 17, recitat. v. Raphael, waarin de waterdieren geschapen worden. No. 18 is een mooi soloterzet met voorspel, waarin de engelen de wonderen van den vijfden dag bezingenhierin komt nog een merkwaardige plaats voor, wanneer Haydn de leviathan van den bodem der zee laat opdui ken, geteekend door de bassen en cello’s van ’t orkest. No. 19 is een soloterzet met lof koor, zoodat zevenstemmig deze dag gesloten wordt. Vie dag. (nos. 2026). Gen. I vs. 24 31. De landdieren en de mensch worden s Avonds 58/4 uur Ds. D. N. ZUITHOFF. DOOPSGEZINDE KERK. ’s Voormiddags 93/4 uur Ds. POTTINGA. GER. KERK (Nieuwe Hofstraat). 's Voormiddags 94/2 uur: Ds. J. OP ’T HOLT. ’s Avonds 54/4 uur: DEZELFDE. BROEREKERK. 's Voormiddags 91/2 uur Ds. TICHELAAR van Nijland. ’s Avonds 54/2 uur Ds. DE HOOG BOLSWARD, Januari 1912. Geboren: Sijbrandus z. v. Douwe Storne- brink en Neeltje Veltman. Overleden: Ane Nawijn 68 jr., echt genoot van Nienke Bangma. WONSERADEEL, van 13 tot en met 19 Januari 1912. Gehuwd: Feike de Boer en Tjitske Nauta beiden te Makkum. Sietze Altena te Makkum en Theodora Postema te Amsterdam. Geboren: Aagje d. v. Gatze Woudstra Botje de Jong te Burgwerd. Romkjen v. Douwe Bouma en Sipkjen Tjeerdema te Zurich. Johannes z. v. Monze Werkhoven en Imkje Elzinga te Witmarsum. Epkjen d. v. Christiaan Carel Dokter en Jacoba Poortstra te Kimswerd. Overleden: Geertje Wiersma 1 dag te Arum. Thomas Wiersma 2 dagen te Arum. Elias Zijlstra 56 jr. echtgen. van Gesina Karsten te Witmarsum. Tietje van der Burg 37 jr. echtgen. van Rinze van der Meulen te Burgwerd. Hendrik van der Schel 9 jr. te Arum. Jacoba Zijlstra 1 jr. en 11 mnd. te Exmorra. VOOR ’s Voormiddags 98/4 uur Dr. C. J. NIEMEIJER. de oorspronkelijke tekst gezongen te worden. 'uitvoerigst behandeld heeft. In recitat. no. 20 laat Raphael God de landdieren scheppen aan ’t eind van eiken dag valt het koor in I in zijn tweede recitat. 21, waartoe veel voor- om WOUDA’S SNEEK 7FIRMA 'NJ.WOUDA IN ZAKKEN fX VAN hotóOK? VERPAKT EN SIGAREN.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1912 | | pagina 2