zegsh, t»» 7
«T
J
Ml
MLit
1
EaK
o
Al &QLSST
7
^BETAALT Gy «J
LKI voor tw BOTER
Wv*
H
Ij
8
I
A
|SM I
ZUNINSMAAK-aVOEDINGSWAARDEGELUK AAN NATUURBOTER
DOCH - DE - HELFT- GOEQKÜOPER
I If
beteekenis bestaat echter
- 64,—
Stoomdruk Firma B. Cuperus Az., Bolsward.
- 62,—
- 61,—
- 66,—
woor-
i het
f 60,—
- 64,—
f 64, - h f 74,—
- 72,-
- 69,—
- 68,-
(ffA,
vJaJs
prof. Kouwer, dr. Roessingh en dr. Herman
de Jong onderteekende bericht officieel bekend
worden Eene lichte ongesteldheid van H. M.
de Koningin gedurende eenige dagen heeft
aanleiding gegeven tot verijdeling der hoop,
welke gedurende korten tijd werd gekoesterd.
De toestand van H. M. geeft reden tot
tevredenheid.
Ik was koppig!,.. Omdat ik mij had
voorgenomen als eerste aan te komen, be
hield ik in dit benarde oogenblik al mijn
koelbloedigheid... Het water was lauw en ik
lag er zelfs behagelijk en zacht in...
En eensklaps besloot ik, de armen uit te
slaan en te zwemmen... De bijt in het ijs
scheen eindeloos, want terwijl ik krachtig
de armen en beenen uitsloeg, schoot ik als
een visch door het water... Het zwemmen
ging mij zoo vlot af, dat ik werkelijk op
mijn tegenstander begon te winnen...
Bij Ijlst was ik hem op zij. Hij klauwde
langs den rand van de bijt... Maar ik ver
koos nu in het water te blijven, omdat deze
verplaatsing mij sneller afging...
In Sneek had ik een korte scherpe
denwisseling met den voorzitter van
Krite-bestuur, die zich in beginsel verklaarde
tegen mijn overtreding van het reglement
van den wedstrijd, omdat ik mij in het water
verplaatste, inplaats van er op.
Ik wilde geen tijd verliezen met debat-
teeren, en verliet dus het water, om het
laatste deel van den tocht weer over het ijs
voort te zetten...
Ik had echter één schaats verloren...
Maar zonder mij daaraan te storen, ver
volgde ik den tocht naar Stiens. Ik zette
mij nu met één voet af, liet mij dan met
een lange streek voort glijden...
Het kwam mij verwonderlijk voor, zoo
snel als ik aldus vooruitkwam, want reeds
zag ik den grooten vierkanten toren van Leeu
warden weer voor me...
Ik zag de wijzers op tien uur staan...
Ik had den afstand in buitengewoon snellen
tijd volbracht...
Ik nam een laatsten flinken afzet en wilde
op één been onder de spoorwegbrug door
glijden... Zoo kon ik ook beter het-slaan
van de torenklok hooren...
Het sloeg werkelijk duidelijk, met bekend
geluid, tien slagen... Maar met doffe harde
slagen dreunde de klok door...
Ik hoorde stemmen, die riepen...
Het was geen vreugde-jubel voor mijn
schitterende sport-prestatie, doch het klonk
als een moedelooze stem...
Ik luisterde scherper...
Ik dacht dat ik droomde; ik verbeeldde
mij zelfs, dat ik nu wakker werd...
Waarlijk, ik lag in m’n bed; het bed
van zijn
Hel mes.
Te Gestel (N.-B.) kwamen eenige liedjes
zangers in het café van den heer Bijneh
aldaar. Toen zij om geld rondkwamen,
merkte een der aanwezigen op, dat zij beter
deden, aan degelijken arbeid te gaan, dan
op dergelijke wijze te trachten aan den kost
te komen. Tot antwoord trok een der zangers
een dolkmes en bracht den opmerker een
ernstigen steek in den arm toe. Hierna
kozen zij het hazenpad.
De //Onder de streep” schrijver van
het Alg. Handbl. schrijft:
Mijn Elf Sleden Tocht. ...Ik had dien
nacht heerlijk geslapen, en hoewel het vroeg-
opstaan heette, om te half vijf te kunnen
afrijden, voelde ik dit wintersche ochtenduur
niet als iets onbehagelijks... Integendeel!...
Eigenlijk kwamen die 200 kilometer mij
voor als een lui-lekkernij, die mij zoo aan
stonds te wachten stond... Ik rekte mij dus
wat uit en draaide mij wat om, en consta
teerde aan mijn spieren en botten, dat ik mij
in een bijzonder goede sport-conditie moest
bevinden...
Het kwam mij als van-zelf-sprekend voor,
dat ik den grooten wedstrijd zou winnen...
Maar, hoewel ik anders vol waardeering ben
voor sport-tegenstanders, kon ik nu mijn
diepe minachting voor hen moeilijk onder
drukkenZoo kon ik mij zelf dan ook
in het geheel niet beheerschen, toen wij
allen tezamen op het ijs stonden op de
Leeuwardensche stadsgracht voor //Het Wapen
van Friesland". En ik riep zelfs onaange
naam luid //Ik ben beniewd wie me langer
dan een kwartier bij houdt... Er werden
spottende en onaardige opmerkingen in mijn
richting geuit... Maar ik gooide m’n armen
van den romp en reed in Poepjes-stijl de
Dokkumer Vaart op...
Ik had een blaker van mijn slaapkamer
mee genomende brandende kaars hield
ik zoover mogelijk voor mij uit, om mij bij
te lichten... Doch toen ik begreep, dat de
ongeveer honderd vijftig concurrenten daar
door mijn spoor zouden kunnen volgen, blies
ik de kaars uit en reed in het donker verder...
Ik schaatste een langen slag, van den
eenen oeverkant naar den andere... Mijn
handen stak ik telkens vooruit, ten einde in
het duister Je tasten, of ik reeds tegen de
stadswallen van Dokkum stootte. Ook was
ik een weinig bevreesd, wanneer ik dacht
stond midden in de kamer, geheel
plaats geschoven;... één been hing er uit,
daarmee had ik mij waarschijnlijk afgezet.
De slagen bonsden nog altijd op de deur...
En de stem van het dienstmeisje riep
neerslachtig
’t Is al laat, meneer!... Maar het is
niets... ’t Dooit toch buiten. F.
MARKTBERICHT VAN BOTER.
In de noteeringen van de markten voor
Binnenlandsch verbruik kwam de afgeloopen
week geen verandering, behalve voor Zwolle,
waar de prijs f 1,daalde. Overigens is
de handel traag, tengevolge van de zeer hooge
prijzen.
Delft
Leiden
Zwolle
Kampen
Hetzelfde kan worden gezegd van den Bui-
tenlandschen handel. De enorm hooge prijzen
werken belemmerend op de consumtie en
alleen dank zij de kleine productie, kunnen
zij zich handhaven. Evenwel nog niet eens
overal. Zoo daalde de noteering te Kopen
hagen de gepasseerde week! met 2 kronen
en was de prijs 114 kronen per 50 K.G. Wat
gelijk staat met f 61,per 40 K.G.
Men vergelijke hiermede de noteeringen
van de Nederlandsche markten alsmede die
speciaal voor export in Friesland en Brabant
en men zal constateeren, dat onze prijzen
overal hooger zijn.
In Belgie en Frankrijk werken de hooge
noteeringen een Hauwen handel in de hand,
zoodat de koopers gereserveerd werden. Het
gevolg was een daling van f 1,op de
Brabantsche markten.
In Friesland bleven de noteeringen onver
anderd, maar het wil ons voorkomen, dat
deze hooge prijzen zich* de loopende week
niet zullen kunnen handhaven.
Voor daling van
ook geen kans.
Sneek, fabrieksboter
n boerenboter
Leeuwarden, fabrieksboter
boerenboter
GEMENGD NIEUWS.
Een schietpartij.
Gisternacht te 4 uur heeft in de Koolsteeg
te Haarlem groote opschudding geheerscht.
Een adjunct-inspecteur van politie wilde een
beschonken man die de orde verstoorde,
arresteeren, maar de arrestant werd door
enkele kameraden ontzet. Deze lieden trokken
zich in een pakhuis terug, waarna enkele
revolverschoten klonken. De adjunct-inspec
teur, die hulp van drie agenten gekregen
had, liet nu met losse patronen schieten om
vrees te wekken. Na dit schieten werd van
de daken der woningen met kopjes en andere
projectielen naar de politie-agenten gegooid.
Door het schieten en gooien werd gelukkig
niemand getroffen. Alleen een politie-agent
kreeg een ontvelling aan de hand.
H. M. de Koningin.
Men seint uit Den Haag
Naar met zekerheid is mede te deelen,
aal nog heden het volgende door de heeren
aan de put van Bonifacius, en hoe ik daarin
zou kunnen plompen. ...Maar toen ik mijn
sigarenlichtje aanknipte, herkende ik het be
kende landschap van Noord-Friesland aan
een koek-en zoopie dat daar stondIk
schuilde daar achter, om de bende concur
renten voorbij te laten rennen. Daarna
kocht ik voor een matig bedrag aan ijsmop-
pen en grêne sies, en kraste terug...
Op den terugweg naar Leeuwarden ont
moette ik eenige gevaarlijke wakken. Doch
ik had telkenmale de tegenwoordigheid van
geest een lucifer af te strijken, zoodat ik
telkens het gevaar kon ontloopen...
Ik moest zeer snel gereden hebben, want
aan den contróle-post in Leeuwarden waren
de officieele personen nog niet te bekennen
Ik wilde niet wachten, doch liet een bood
schap achter, of de heeren tenminste op
hun post wilden zijn, wanneer ik daar aan
stonds weer langs zou komen...
In versneld tempo schaatste ik verder...
’t Werd langzamerhand dag. En zoo kon
ik Bolsward herkennen... Franeker en Har
lingen had ik slechts vluchtig voorbij zien
flitsen, want ik reed dit gedeelte van den
tocht met waarlijk voorbeeldige snelheid...
Mijn verbazing was derhalve niet gering,
toen ik tusschen Workum en Hinloopen het
schuiven van ijzers achter mij hoorde... En
toen ik omkeek, kon ik mijn ergernis moei
lijk onderdrukken bij het aanschouwen van
een der deelnemers aan den wedsstrijd.
//Waarom rijdt u me achterna vroeg
ik koel.
De man keek me aan, verschoof de pruim,
die achter z’n linkerwang bolde, en reed me
zwijgend voorbij. ...Ik trachtte hem bij te
houden... Maar hij reed te hard... Ik be
greep, dat ik den strijd zou moeten op
geven... Ik was woedend... Op dat oogen
blik zag ik, hoe een van de banden van
zijn schaatsen loshingik bukte me en
greep het uiteinde vast.
Zoo liet ik me tot Stavoren meezeulen
Hier begon mijn tegenstander teekenen van
vermoeidheid te geven, hetgeen mij stellig
weer moed gaf... Hij keek telkens achter
zich om, maar scheen niet te letten op z’n
lossen schaatsenband, dien ik niet los had
gelaten... Ik hoorde hem iets in z’n Friesche
taal mompelen, wat ik niet verstond, al
kwamen er enkele klanken in voor, die ik
me uit Pieter Jelles gedichten herinnerde...
De man grijnsde mij valsch toe...
En voorbij Sloten schoot ik in-eens in
een wak, dat ik niet had opgemerkt, omdat
ik vlak achter mijn concurrent reed... Hij
zelf was er echter blijkbaar op verdacht ge
weest, want met een hoogen sprong wipte
hij over het gat heen...
Zou ik verdrinken I den strijd opgeven
den Elf Steden Tocht verliezen?...
\'l
ra!
.1
u I
I
f