PER TELEGRAAF.
i
i
I
Fl
I
a
25-Jarige Echtvereeniging.
Heden Zaterdag 24 Febr. 1912
herdenken onze geliefde Ouders
V. van der PLAATS
Ongeregeldheden te Soerabaya.
Burgerlijke Stand.
Officiëele Advertentiën.
Verhuring van Weiland.
ARBEIDSLIJSTEN.
Advertentiën.
Stadsnieuws.
1
I
PREDIKBEURTEN.
1897 hebben de rechtsche partijen verloren
21 tot en met
echtgen.
Bolsward,
P.S.
vak-
ZANTMAN
vak-
handels-
Getrouwd
B. J.
S. DIJKSTRA,
FRANZEN.
BOLSWARD,
Gehuwd:
Jaarsma.
Geboren:
hunne
Hunne dankbare Kinderen
BERTHA.
VOLKERT.
CATHARINA GEERTRU1DA.
DONALD.
Modesto, Stanislaus Co., Californie.
R. D. no. 3, Box 110.
er na-
de hun
AMSTERDAM, 24 Febr. 1912.
Aan de „Nieuwe Courant” werd uit
Indië geseind, dat wegens gisting onder
de Chineesche bevolking te Soerabaya
de staat van beleg is afgekondigd.
Troepen van verschillende wapens zijn
gerequireerd.
F. M.
Harlingen, 17 Febr. 1912.
Aan de „Telegraaf” werd geseind
„Te Soerabaya zijn geen toko’s (winkels)
geopend. Eenige Chineesche belhamels zijn
gearresteerd”.
Aan het Departement van Koloniën was
nog geen bericht over den toestand ont
vangen.
R. K.
telkens
van 22 tot en met 24 Febr.
Douwe Wouters met Obtje
De gemeente-schoolarts dr. Wallenstein te
Berlijn, meldt: „Ik ben over de prompte
werking van het natuurlijke Franz Josef-
laxeerwater, die met geen enkel ander middel
zoo spoedig verkregen kon worden, buiten
gewoon voldaan”.
«X’l -V
's Voormiddags 9x/2
Ds. DIJKSTRA
’s Avonds
Ds. FLIERINGA
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Bolsward, zullen Woensdag 6 Maart
1912, voormiddags elf uur, ten Raadhuize,
bij beschrijving en opbod publiek verhuren
het perceel WEILAND groot 96 are 50
centiare gelegen nabij de Leeuwarder trekweg,
onder Bolsward, Sectie B, no. 398, laatst
in huur bij nu wijlen Lolle Slippens. Huurtijd
vier jaren ingaande 5 Maart 1912. Conditiën
liggen ter lezing ter Secretarie.
Burgemeester en Wethouders van
M. OBERMAN.
De Secretaris,
K. H. LAAGLAND.
Zeer waarschijnlijk wordt dan ook het
zoogenaamde „Lange land” verhuurd.
Cursus voor Ziekenverpleging.
Door de R. K. drankbestrijdingsvereeniging
voor dames alhier is georganiseerd een cursus
in huiselijke ziekenverpleging. Door de be
reidwilligheid van Dr. Andela, kon gisteren
reeds de eerste les worden gegeven. Er was
blijkbaar zeer veel animo, want een 70 tal
dames was opgekomen, in ’t gebouw der
werklieden. De voordracht wordt
toegelicht door lichtbeelden of
De BURGEMEESTER van Bolsward,
Gelet op de per circulaire toegezonden
missive van den Commissaris der Koningin
in de provincie Friesland, d.d. 16 Februari
1912, no. 164, le afd. A, betreffende uit-,
voering arbeidswet 1911,
Overwegende dat in deze gemeente vele
werkgevers nog niet hebben voldaan aan de
bepalingen omtrent arbeidslijsten, in art. 13
der Arbeidswet nader omschreven,
Wijst bovenbedoelde werkgevers
drukkelijk op, dat zij onverwijld aan
bij de Arbeidswet opgelegde verplichting
hebben te voldoen, en dat verdere nalatigheid
onvermijdelijk strafvervolging en boete ten
gevolge zoude hebben.
Bolsward, 22 Februari 1912.
De Burgemeester van Bolsward,
M. OBERMAN.
RONA CACAO.
Hoewel pas sedert eenige weken in den
handel, is nu reeds het aantal gebruikers
dat van Houten’s „Rona” cacao verkiest
boven vele andere soorten zeer talrijk. Het
zal echter nog eiken dag grooter worden,
want in „Rona” heeft men den juisten
goed ontwikkelden cacao smaak teruggevonden,
zooals die ook eigen is aan het product van
den uitvinder van cacaopoeder, aan de
wereldberoemde van Houten’s cacao. Daarbij
is „Rona” cacao zoo krachtig dat men
slechts weinig in een kop behoeft te doen
om een krachtigen, smakelijken drank te
hebben. In het gebruik is „Rona” daarom
zoo goedkoop. Het staat reeds nu vast dat
men na een geregeld gebruik niet meer met
andere merken tevreden kan zijn. Ongetwijfeld
wordt „Bona" de volksdrank bij uitnemend
heid, ze is de beste cacao voor den prijs.
Als genot- en voedingsmiddel is „Rona”
cacao verre te verkiezen boven koffie en thee.
Adv.
Daam z. v. Pieter van der
Wal en Jannetje Staal.
WONSERADEEL, van
23 Febr. 1912.
Gehuwd: Marten de Haan te Achlum
gn Jeltje de Boer te jlgrijwerd.
die den lof wegdroeg van al haar mede-
tnrvleden, en ook de manier waarop zij het
Andries z. v. Hille Siemensma en Pietje
Jorna te Exmorra. Geertje d. v, Jan Ypma
en Aafke van Sluis te Lollum.
Overleden: Janneke Kuipers 60 jr.
van Tjerk Goslinga te Pingjum.
Zondag 25 Februari 1912.
HERVORMDE KERK.
’s Voormiddags 93/4 uur
Ds. D. N. ZUITHOFF.
’s Avonds 53/4 uur
Dr. C. J. NIEMEIJER.
DOOPSGEZINDE KERK.
’s Voormiddags 93/4 uur
Ds. J. POTTINGA.
(Vertoeving voor de jaarl. Rek. en Verantw.)
GER. KERK (Nieuwe Hofstraat).
’s Voormiddags 91].} uur:
Ds. J. OP ’T HOLT.
’s Avonds 5i/4 uur:
DEZELFDE.
BROEREKERK.
uur
van Longerhouw.
uur
van Scharnegoutum.
Bij het afbreken van den Parkschouw
burg te Amsterdam zijn heden twee
werklieden van een stelling gevallen en
ernstig gewond.
eigenlijk omgekeerd, de lichtbeelden worden
verklaard door de voordracht. Zeer heldere
anatomische platen gaven een kijk op ’t
skelet, spieren, zenuwen enz. van ’t menschelijk
lichaam, terwijl eerst in ’t algemeen en
daarna in bijzonderheden zal worden gehandeld
over vervoer en verpleging van zieken en
gewonden, over het leggen van verschillende
verbanden, over inrichting van ziekenkamers,
over voorzorgen tegen besmetting enz. enz.
Het kan zeker zijn nut hebben, dat de
verzorging en verpleging van zieken meer
algemeen bekend wordt gemaakt.
RECLAMES.
De Voorzitter brengt ook aan ’t einde
van dezen avond den Spr. dank voor zijn
betoog. De heer Eerdmans heeft hem de
beslissing opgedragen of ook de heerSchilthuis
evengoed als de heer Zuur de zaak onpartijdig
en zaakrijk heeft behandeld zonder politiek
en dan meent hij te moeten zeggen: ja.
Het noemen van de partijen en ’t geven
van een geschiedkundig overzicht is niet de
politiek zelf. Het pro en contra van ’t tarief
is nu gehoord, elk voor zich zelf zal na de
voorlichtingen nu wel zich een oordeel kunnen
vormen.
Ook de heeren die met Spreker van ge
dachten hebben gewisseld alsmede de aan
wezigen voor hunne verleende attentie wordt
dank gebracht, waarna de vergadering wordt
gesloten.
wist men er heel goed te dragen en Duitschland
is nu een i
Nu zeide Spr. dat ook in ons land het ver
mogen stijgende is, doch zegt de debater, dat
zal bij ’t nieuwe tarief blijven stijgen.
De middelen om oorlog te voeren heeft
Duitschland wel, maar ’t zou een ramp zijn
voor de industrie en dat houdt den oorlog
tegen.
Patrimonium is door Spr. ook genoemd.
Die vereeniging heeft zich uitgesproken dat
het wenschelijk is, dat er meer industrie
komt, maar de buitenlandsche concurrentie
maakt het onmogelijk, waarom zij het wen
schelijk acht, dat althans enkele takken
worden beschermd, dat zal geven meer werk,
meer loon, meer brood.
De Spr. heeft erkend den opbloei van
Duitschland en gezegddat is niet gekomen
door de protectie, maar hij verzuimde aan
te geven waar ’t dan wel door kwam. Ik
voor mij, zegt debater, meen dat de bloei
samengaat met de tariefwet. Van 1879 tot
heden heeft de Duitsche industrie haar hooge
vlucht genomen.
’t Is mogelijk dat de prijzen der levens
middelen iets stijgen, dat kan ik als niet-
deskundige niet beoordeelen, zegt debater,
maar als de inkomsten hooger zijn, zal dat
voldoende opwegen tegen die duurdere prijzen.
De Spr. heeft ook aangeroerd de verzekerings
wetten en de billijkheid en ’t recht erkend.
Als hij niet het verhoogd tarief wil, is hij
verplicht een anderen en beteren weg aan te
geven. Met algemeenheden komt men er niet.
Dat de invoer van geen beteekenis zou
zijn is debater met Spr. niet eens. Als er
12 millioen geheven kan worden volgens 5
pCt. der waarde, dan is dit 240 millioen
gulden per jaar. En dan moet nog worden
opgemerkt dat het voorgestelde tarief lager
is dan bij alle andere protectionistische landen.
De debater vindt het treurig dat aan al dat
ingevoerde, waarin zoo veel werkloon zit, in
Nederland niet wordt verdiend. Als het hier
gemaakt wordt, zal’t de welvaart verhoogen,
en alle rangen en standen zullen daarmee
gebaat zijn. Onze arbeiders doen niet onder
in energie bij die uit het buitenland. Wat
daar gemaakt wordt, kan ook hier vervaardigd
worden. Nu is de strijd ongelijk. Daar is
een groot afzetterrein, kan op grooter schaal
gewerkt worden en hier bijna vrij invoeren
maar onze industrie stoot het hoofd op de
grenzen, terwijl wij bloot staan aan de onge
breidelde concurrentie van de geheele wereld.
’t Spijt mij, zoo besluit de debater, dat
de Spreker het tarief als een nationale ramp
beschouwt, ofschoon die uitdrukking niet
van hem is maar van den secretaris der ver
eeniging. Ook dat bejammer ik, en wenschte
het niet vooraf zoo aangekondigd te zien
't Zou als conclusie van den Spreker aan
't einde beter op zijn plaats zijn geweest,
ofschoon ik geheel instem met de conclusie
die de heer Zuur trok n.l. dat de arbeider
met dit tarief niet wordt bedrogen, het buiten
land voor een deel de belasting zal opbrengen,
veel werk zal worden geschonken aan eigen
nijveren en de industrie zal opbloeien.
(Applaus).
De heer S. LUNTER vindt het niet
aardig veel te hebben moeten hooren buiten
het onderwerp. Hij had enkel verwacht een
uiteenzetting van de voordeelen van het
vrijhandelstelsel, en den invloed daarvan op
loon en levensbehoeften. In Amerika is
bijvoorbeeld de prijs heel anders dan hier,
daar wordt veel hooger loon betaald, maar
zijn ook sommige artikelen erg duur. De
verhouding omtrent inkomsten en uitgaven
daar komt het eigenlijk op aan.
En hij moet ook zeggen het niet aardig
te vinden, dat het verslag der vorige ver
gadering hier uitgangspunt is geweest. Dat
mocht men nu niet afbreken.
(Applaus).
De heer SCHILTHUIS. De kwestie over
het verslag der vergadering (en ’t applaus
bewijst dat meerdere heeren ’t met de debaters
eens zijn,) is er, maar ’t is niet de eerste
keer, dat twee lezingen worden gehouden
over het voor en tegen. In Bussum zullen
wij beiden ook spreken, en door den heer
Zuur is al reeds een verslag verzocht van
’t geen ik hier heden zal zeggen, dat zal
dan in Bussum wel dienst moeten doen.
Wat ik overigens over die redevoering
van den heer Zuur gezegd heb, is geen per
soonlijk iets. Vijf millioen voor piano’s en
orgels werd door mij als een drukfout be
schouwd. De armoede van het Nederlandsche
volk en de kwestie der spaarbanken, dat
waren punten, die ik meende nader te moeten
toelichten. Overigens moet men wel bedenken,
dat hetgeen door den heer Zuur gezegd is,
getrokken is uit de vlugschriften der „Tarief-
vereeniging.” De aanvallen gelden dus niet
den persoon maar die vereeniging, die ijvert
voor het wetsontwerp.
’t Is natuurlijk onmogelijk het ieder naar
den zin te maken, maar toch heb ik getracht
in een zakelijk betoog de voordeelen van ’t
vrijhandelstelsel in ’t licht te stellen. Dat
ik mij niet gehouden heb uitsluitend aan ’t
tarief Kolkman was omdat ik meende tevens
aan te moeten geven wat er op dit gebied
alzoo is afgespeeld, ’t Is onaangenaam te
hooren dat ik algemeenheden heb gedebiteerd,
ik meen juist concreet de zaak te hebben
behandeld.
De heer Eerdmans acht zich geen des
kundige, maar hij zal toch wel gevoelen dat
het tarief tot hooger prijzen moet leiden.
Ook zal hij inzien dat ik, wilde ik duidelijk
zijn, er wel melding van moest maken, dat
de politiek bij het tarief is gebracht, terwijl
ik toch gezegd heb, het uitsluitend als een
welvaart-kwestie te willen beschouwen. In
evenwel bij, mijn best te
om aan te toonen dat de
ervaring heeft geleerd dat de tariefwet in
haar gevolgen een ramp zal zijn voor ons
vaderland. (Applaus.)
Arum. 23 Febr. 1912. Donderdagavond
vergastte de tooneelvereeniging „Frisia” van
Witmarsum de Arumers op eene opvoering
van Heyermans bekend tooneelstuk „Op hoop
van zegen”. Een vrij talrijke schare volgde
met belangstelling het spel der uitvoerders.
Volgens oordeel van velen was het een mooie
avond, er werd flink gespeeld, ja soms zeer
goed. Den heer D. die de leiding had, komt
alle eer toe voor zijnen arbeid. Om met
dilettanten een zóó moeilijk stuk op te voeren
is geen kleinigheid, ’t Bleek alweer, voor de
zooveelste keer, dat door inspanning en wils-
kraeht ook door „liefhebbers” iets kan ge
leverd worden, dat zich boven het middel
matige verheft, ’t Was een gezellige, zeer
mooie avond.
Snaek. De Friesche Schildersbond hield
hier j.l. Woensdag in ’t Hotel Schram haar
jaarvergadering.
Aanwezig waren een kleine 150 leden.
’t Hoofdbestuur had den bekenden heer
M. Nooijen van ’s Hage uitgenoodigd voor
deze vergadering, om eens wat in ’t midden
te brengen over „Vakorganisatie”.
Spreker herinnerde hoe ’t ambacht, na
opheffing van ’t Gildewezen door R. J.
Schimmelpenninck in 1896 langzamerhand
in den drang geraakte.
De vrije concurrentie werkte op den duur
doodend, er moest verbetering komen. De
Regeering begon reeds een 40 jaren geleden
te begrijpen dat er aan de opleiding te veel
mankeerde.
Zoo ontstonden ambachtsscholen,
teekenscholen, burgeravondscholen enz.
Daarvoor brengt de heer Nooijen de Re
geering een eeresaluut. Maar zijn de jongeren
nu geholpen, de tegenwoordige patroons nog
niet. „Eendracht maakt macht”, zegt spreker,
’t individu moeten we opheffen. Wat één
niet kan, is licht werk voor allen te zamen.
Als we voortaan ons werk op prijs be
ginnen te houden, hoopt spreker dat er
verbetering zal komen.
De heer J. Kramer van Bolsward dankte
den spreker voor alles wat deze in ’t belang
van den Bond ten beste had gegeven.
Meegedeeld werd, dat op een volgende
jaarvergadering 40 tafereelen uit gansch
Europa zullen worden vertoond; dat 15
nieuwe leden zich hadden laten inschrijven
en dat de aftredende secretaris, de heer J.
Kramer, tot eerelid was benoemd.
(Applaus).
Om aan te geven, hoe het geld voor ver
zekering betaald moet worden, ja, dit is eigenlijk
weer politiek. Ik meen uit de directe belas
tingen, bijvoorbeeld uit de successie.
Waar men zegt, dat ik lang gepraat heb
over de Bolswardsche courant, en niet genoeg
over het tarief, ja, ik zou over ’t tarief wel
nog een uur kunnen praten, maar ik meende
tegen de beweringen der „tariefvereeniging”
op te moeten komen, en die zijn hier door
den heer Zuur voorgelezen.
Dat ik niet meer cijfers gaf wel, ik wil
dan hier wel even aanstippen dat het totaal
der directe belastingen bedraagt 46 millioen,
en dat der indirecte 71 millioen waarvan
58 millioen accijnsen. Dat acht ik een ver
keerde richting en toch wil Min. Kolkman
die wanverhouding nog aandikken met 10
millioen.
Om de oorzaken van Duitschlands bloei
aan te geven omdat ik beweer dat die al
heel weinig van ’t tarief afhangen, ja, dat
eischt heel wat tijd. De ontwikkeling der
economie in het Duitsche rijk in verband
met producten in den grond, ijzer en kool,
is iets anders dan in ons land met al zijn
kanalen en vaarten. Wat in Duitschland
opgaat, kan daarom hier nog niet. Ook is
er in Duitschland veel gedaan aan
onderwijs, maar een ervaring op
gebied is toch ook, dat toen in 1907 een
geldcrisis ontstond, deze nergens zoo erg
was en zoo lang duurde als in Duitschland.
De kunstmatige overproductie kwam daarbij
in ’t spel, maar dat ligt buiten het bestek
van deze bespreking.
Patrimonium heeft in 1908 den wensch
geuit dat Minister Kolkman zal meewerken
tot verstandige bepalingen tot opbeuring der
Nederl. nijverheid. Daarin ligt wat anders
opgesloten, dan tariefverhooging. Als de
invoerrechten zoo voordeelig werken, moest
men eigenlijk alle andere belastingen afschaffen
en alleen invoerrechten heffen. De tijdelijke
opheffing van het invoerrecht op aardappelen
in Duitschland wijst er al weer op, dat men
de grenzen niet kan sluiten voor artikelen
van behoefte. Een klein land kan dit nog
minder, en Nederland met al zijn kanalen
is aangewezen op handel en vervoer.
De Twentsche nijverheid, dat moet ik ook
nog even aanstippen, heeft een debouché
gevonden over zee, en dat is de reden van
den bloei onzer nijverheid. Spr. hoopt niet
dat men terug zal gaan van het thans ge
volgde stelsel ten koste van den handel.
Den heer Lunter wil Spr. nog even op
merken, dat Amerika een rijk is met 800
millioen menschen, de staten onderling hebben
vrij ruilverkeer, ’t Zelfde zou bijv, zijn als
geheel Europa onderling een geheel was op
’t gebied van industrie, handel en verkeer.
De protectie voor ’t buitenland kan dan bij
zulke groote lichamen ten gunste werken.
Wat het betitelen van de tariefwet a!s een
nationale ramp aangaat, ja, ik had ook
liever gehad dat dit als conclusie, doch niet
aan ’t begin voorop was gesteld, doch daar
zal men zeker den secretaris niet lastig om
willen vallen.
Ik blijf er
hebben gedaan
EN
EN
4
IVUl gV/kyVA U1UCLVU vu rzuivcvuuiuu A ty I UUUUVU UU AWULCVUV UaiVLJVU «V11ULVU
rijk land met vele millionnairs. in 1901 en 1909 gewonnen, beweert de heer
Eerdmans, maar dat is niet juist. Toen is
de tariefkwestie bemanteld en gezegd voor
alsnog zal die zaak moeten blijven rusten.
De beslissing is dan ook niet 2 tegen 1,
en meent de heer Eerdmans dat ik voorstel
de Kamer te ontbinden? ’k Zal ’t wel uit
het hoofd laten, ’t was bij wijze van spreken,
als het eens gebeurde, zou ’t wel blijken,
dat het volk geen protectie wenscht, Ook
heb ik niet gezegd dat de heer Zuur op
Rotterdam heeft gesmaald. In verband met
de nijverheid heb ik gewezen op de be
drijvigheid dier stad. Maar toch gebeurt zoo
iets wel. In 1905 heeft de vereeniging
„Nijverheid” de vraag gesteld: Hoe denkt
men over protectie Dat tariefnummer is
toen aan de regeering gezonden, en daarin
werd ook betoogd wij moeten de belangen
der nijverheid behartigen, dus der geheele
industrie.