lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
1912.
51ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 18.
NOG EENS EEN LICHTPRAATJE.
BINNENLAND.
I
Donderdag 29 Februari.
VOOR
Afzonderlijke
ook reeds eenigen tijd in Veenhuizen door.
voor
En
,’t
zeven,
kreeg
gapende wonde in het
een schroef van
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
van hoogen druk door den korten
voorbereiding.
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
De gordijnen worden opengetrokken, ’t
maantje schijnt door de kerkramen, men kan
elkander zien.
Natuurlijk, de organist moest juist nu
afwezig zijn. Die staat elders en moet ant
woord geven op de vraag: ho lang binnejo
al lid fen ’e Krite Wommels?
Maar de jonge dame, die nu voor de
klavieren zit, heeft ook dit geleerdbij ge
legenheid van onklaar zijn, voet bij stuk te
houden.
In de kerk blijft alles rustig, ’n zacht
fluisteren wordt slechts gehoord. Op ’n paar
plaatsen wordt ’n petroleumlicht gezet.
//Zal ik verder gaan of wil de gemeente
naar huis”, zoo klinkt het van den stoel.
^Trochgean domeny” ffga Uw gang, mijn
heer”, hoort men duidelijk zeggen.
En toen was het ’n treffend oogenblik.
Die schier duistere kerk waar hier en daar
een mat lichtje schijnen ging, de Spreker
daar boven, die in ’t donker, geheel zonder
eenig woord voor zich, sprak tot de ge
meente: //maakt U op en wordt verlicht”.
Muisstil was alles hier verdreef het heer
lijke nieuwe licht des geestes, ons verkondigd
door zoo welsprekend voorganger, de onaan
genaamheid der onvolmaaktheid van dat
menschenwerk, dat staakte, wie weet waardoor?
Voor velen zal de avonddienst in de
Ned. Herv. kerk te Arum, een onver-
getelijken indruk achterlaten. Ja, het kan
licht zijn, hel licht, zelfs in de duisternis.
Maar och heden, als we nu eens ’n
dominé hadden gehad die uit ’t boekje leest,
ja misschien met den vinger bijwijst! Niet
dat wij daar last van hebben, o neen, maar
ze zullen er toch mogelijk zijn.
toch mogelijk zijn.
Tegen 9 uur brandde het licht weer,
’t geleek of er niets gebeurd was.
Waarom ik dit alles schrijf. Niet om
geval, niet uit ergernis, maar... ik wil deze
keer gelezen worden. Gelezen worden door
h.h. Bestuurders, gelezen door b.h. Auto
riteiten, en dan wil ik hen vragen of zij
weten, dat reeds weken lang kwajongens
streken worden uitgebaald, betreffende het
draadwerk langs de lijnen, hoe er wordt
afgetapt, of ze het weten wat er is voor
gevallen op dienzelfden Zondagavond, vóór
We leven in een tijd van electriciteit.
Nog even duurt het en de laatste stoom
machine krijgt ’n plaatsje in’t Rijksmuseum,
afdeeling curiositeiten. Of beter, laat men
het werktuig zetten in de groote hal, vlak
voor de nagemaakte Venus, u weet wel, de
marmeren juffer zonder armen, Naatje van
den Dam’s, ongelukkige geheel zonder arm
zijnde, lotgenoote. Er werd dan direct voor
komen dat er tegen de zedelijkheidswet wordt
gezondigd, want ik begrijp nog nooit, dat
gezegde juffer Venus niet reeds lang in
beslag is genomen, gelijk het conterfeitsel
van den discuswerper, comischer nagedachtenis.
Ho, ho, wat gaat dat weer op 'n bijweg.
Tobek hjër, lyk as de neger sei en hy stie
foar ’n dthongere tiger.
We leven dus in ’n tijd van electriciteit.
Alomme werd deze kracht aangewend, zelfs
in de dorpen gebruikt men electrische kracht
en dito licht.
Nu is het ’n wonder ding. Iedereen praat
over electriciteit, velen weten er iets van,
enkelen zijn beslist deskundige op haar
gebied, weten hoe men ze opwekt, aanwendt
en leidt.
Maar wat nu eigenlijk electriciteit is, ja,
zou dat wel iemand weten?
In ’n Friesch nastukje wordt over het
lot gesproken. Murk vraagt: hwet is it lot
en wijsgeerig geeft hij zelf het antwoord
het lot, nou dat is het lot.
Zoo ook gaat het met deze natuurkracht.
Wat ze nu dan wel is? Ik ben, geloof ik,
de eenige niet die op deze vraag de schouders
optrekt.
Maar ik weet wel hoe ze is. Verbazend
onbetrouwbaar, wuft, zonder medegevoel.
Want op het oogenblik dat je in de
huiskamer zit, heerlijk in ’t inwitte nieuwe
licht en terwijl je tegen ’n bezoeker zit op
te hemelen hoe mooi het is, hoe gemakkelijk
en hoe gevaarloos... fttt laat ze den
mensch in den steek en gaat je lamp uit.
de lamp, neen alle lampen in het dorp.
Waar zooeven alles licht was, huis en straat
en plein, heerscht nu ’n Egyptische duisternis.
Komt je dat voor den eersten keer over, nu
dan ben je bon af. Dan is ’t een gedraaf
van belang om lampjes en olie en lucifers.
En dan zie je komische tooneeltjes. Maar
och heden, daarop is men gauw gedresseerd.
Wij, gelukkige leden der Vereeniging
W.F.A., hebben leergeld betaald en les
gehad. Komt het bij ons voor, dat er storing
op de lijn is, dan hebben we een, twee,
drie, ’n in gereedheid gebrachte reservelamp
bij de hand, ’n haak, die wij slaan om het
reeds in den zolder gezette schroefoogje,
klear hjer sa mar, neat to bisjütten. En
dan vinden we ’t wel eens leuk voor ’n
keer, zoo eventjes geoetst te worden. Maar
ook van dit kan men te veel krijgen en dan
begint er ’n geest van ontevredenheid te
komen. En dan murmureeren we, en halen
dien tweeden motor op de lappen, die tweede
krachtsaanbrenger, die nog niet werkt. En
dan zijn we boos op onze bestuurderen, die
daarvoor moesten zorgen, en die... ja, wat
is ’t gemakkelijk ’n wrijfpaal te hebben, ’t
Is onbillijk van ons, dat we onzen toorn
adresseeren aan ’t College Bestuurders. Die
zitten immers evengoed in ’t donker, onder-
vinden evengoed het onaangename van deze
staking, die hen dubbel lastig is, wijl ze
ook met ’n strike van levende kracht te
haspelen hebben.
Maar nu maakt het nieuwe licht ’t ons
toch te bar. Laatst zet ze de geheel-
onthouderscomedie te Pingjum in ’t donker,
nu had ze ’t op onze kerk te Arum begrepen.
’t Was Zondagavond, 25 dezer. Dienst in
de kerk te Arum. Kostelijk gezicht dat
mooie gebouw, waarin met een sterkte van
meer dan 2200 kaarsen het electrisch licht
brandt.
Kostelijk gezicht, ’n breede schare van
aandachtige toehoorders, luisterende naar den
begaafden jongen Spreker, verkondiger van
het nieuwe licht in hoofd en hart.
Wat is dat? O, we kennen die beweging
al geroutineerd, ’t Licht gaat uit, ’t is
donker, pikdonker.
Daar is even stagnatie, natuurlijk. Obe,
onze ex-lampenist, nu directeur van het
schakelbord, is dra in actie om uit de
lampenkast ’n stuk of wat lampen te krijgen.
’t Lijk, dat reeds in staat van ontbinding
verkeerde, had een g
hoofd, waarschijnlijk door
een stoomboot veroorzaakt.
Lemmer, 26 Febr. Kapt. Blei met de
salonboot //Zwolle” van de Holl. Friesl.-lijn
hier gisteren van Amsterdam binnenkomende
rapporteerde, dat het vaarwater van Amster
dam naar hier nu weer vrij van ijs is. Dien
tengevolge is heden de geregelde dienst met
de boot hervat.
Zaak Ds. Ewoldt.
Ds. Ewoldt is nu reeds tien dagen in voor-
loopig arrest gehouden en nog altijd ver
neemt men niet, welk feit den doorslag heeft
gegeven bij de justitie om een zoo zware
verdenking te doen voortbestaan. De feiten,
welke het publiek nu kent, de houding van
ds. E. na het vinden van de drenkelinge,
en dat alles in verband met wat men wist
omtrent de vaak gespannen verhouding tus-
schen man en vrouw, brachten wel onwille
keurig den gedachtengang in een richting,
waarin men geneigd werd niet uitsluitend
een droevig ongeluk zonder meer voor
mogelijk te houden, maar dat alles is toch
niet meer dan een gedachte, een vermoeden,
zonder eenigen vasten grond. Tenzij de lijk
schouwing iets zeer bezwarends heeft opge
leverd of aan de justitie nog eenig ander
feit ter oore moet zijn gekomen, dat de ver
denking versterkt.
Wij vernemen nog, dat een plaatsgenoot
van ds. E., dien avond ook per fiets uit de
Sneeker richting komend, het echtpaar achter
op was gereden. Ds. E. houdt vol, dat hij
steeds vóór gereden heeft en zijn vrouw on
middellijk achter hem aan, maar de plaats
genoot bovengenoemd beweert even stellig,
dat op het oogenblik, toen hij het echtpaar
achterop reed en voorbij fietste, ds. E. achter
reed en mevrouw even voor hem uit. Dominé
herkennende, had de plaatsgenoot, toen hij
hem voorbij was, zijn fiets opzettelijk nog
een weinig naar de vóór rijdende dame toe
gewend, om te zien met wie dominé zoo laat
opreed. Hij had toen ook mevrouw herkend.
Hier is dus tegenstrijdigheid tusschen de
verklaring van ds. E. en die van den plaats
genoot.
De justitie te Heerenveen heeft tegen
dominé Ewoldt rechtsingang verleend met
last tot instructie.
FLepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Sneek. Maandagavond hield in het café
z/De Drie Friezen” alhier de vereeniging
z/Oranje” haar jaarlijksche algemeene leden
vergadering.
Den heer J. W. Boeijenga werd onder
applaus dank gebracht voor zijn nauwkeurig
en zakelijk uitgebracht jaarverslag, dat alles
wat //Oranje.” het vorige jaar in het belang
der vereeniging en leden had gedaan, nog
eens in herinnering bracht.
Uit de goedgekeurde rekening en verant
woording van den penningmeester bleek, dat
de ontvangsten over het jaar 1911 hadden
bedragen’ f 365,25, de uitgaven, waaronder
het nadeelig saldo ad f 22,185 van het vorige
boekjaar, f 367,095, zoodat de kas sloot met
een nadeelig saldo van f 1,845. Het aantal
leden was gelijk gebleven en bedroeg 339.
De heer B. J. Boerrigter (voorzitter) aan
de beurt van periodieke aftreding, hoewel
veel gevoelende voor de vereeniging //Oranje”,
meende beslist zich niet weer herkiesbaar te
moeten stellen als bestuurslid wegens de
vele werkzaamheden, die hij als bestuurslid
in andere vereenigingen en commissiën heeft
te vervullen.
Op voorstel van den heer Boeijenga, die
den aftredenden voorzitter hulde en dank
bracht voor al hetgeen hij steeds voor //Oranje”
had gedaan, werd de heer Boerrigter, onder
applaus der vergadering, benoemd tot eere-
voorzitter, welke benoeming door hem werd
aanvaard.
Na eenige stemmingen werd tot bestuurs
lid gekozen de heer B. Hofstee.
Inzake de feestviering van het eeuwfeest
van Neerlands Onafhankelijkheid in 1913
werd medegedeeld, dat het bestuur in haar
pogingen om voor dit feest commissiën te
vormen, niet is geslaagd en daarom de voor
bereidende maatregelen tot 1913 heeft uit
gesteld. Gehoopt en verwacht wordt, dat
die pogingen dan beter zullen slagen onder
Sneek, 25 Febr. In de Oudegasterbrekken
is j.l. Zaterdagmorgen in de schakels een
snoek gevangen, die niet minder dan 26 pond
woog, ’t Was er een van ’t vrouwelijk ge
slacht, een meter lang en ongeveer een paar
d.M. breed.
’t Dier was gevuld met een schat van
kuit, volgens den visscher wel een pond of
De eigenaar, Ph. Mollema, alhier,
van den commissaris van politie per
missie dezen monstervisch langs de huizen
te laten zien.
26 Febr.
het malheur, op de Hoekaerd.
’t Zij verre van mij, te willen beweren,
dat een en ander ’t gevolg was van verre
gaande baldadigheid. Dat kan ik niet
beoordeelen. Maar de vox populi te dezer
dorpe men informeere maar eens.
In ’t belang van het vertrouwen op de
soliditeit onzer Vereeniging en onzer Centrale
en haar personeel, in ’t belang van ’t ver
trouwen, dat wij stellen en zullen blijven
stellen in onze Bestuursleden, dient deze
zaak nauwkeurig onderzocht.
Daarom plaatste ik dit onsamenhangend
epistel, en kleedde ik het in dezen vorm
ik wilde gelezen worden, in ’t belang der
Vereeniging voor electrische verlichting voor
de dorpen Witmarsum, Pingjum, Arum.
Ws.
Toen ’t bestuur van de
ijsvereeniging Sneek zich hedenmiddag naar
de Kunstijsbaan begaf, ontdekte het tot zijn
groote verbazing, dat 't water was wegge-
loopen in de belendende landerijen. Na
onderzoek bleek, dat de dijk op twee plaatsen
was doorgestoken, vermoedelijk door jongens.
De politie is zoekende.
Heerenveen, 27 Febr. Hedenmorgen is
uit de Heerensloot, nabij den Frieschen Visch-
handel, het lijk opgehaald van den ruim
51-jarigen P. Wvroeger schilder te Tjalle-
berd. De man, een zwerver, was reeds sedert
eenigen tijd niet meer gezien. Hij maakte
veel misbruik van sterken drank en bracht
werking
tijd van
Voor 1912 zal door het bestuur over
wogen worden om op Koninginnedag o.m.
een keuring van tuigpaarden te houden in
twee klassen. Door een zuinig beheer hoopt
men in het loopende jaar gelden over te
houden, die ten goede zullen komen voor
de feestviering van het eeuwfeest van Neer
lands Onafhankelijkheid in 1913.
Van goede zijde meldt men ons, dat
voor de rubriek Kunstnijverheid van de a.s.
Huisvlijt-tentoonstelling, reeds verschillende
toezeggingen zijn gedaan. O.a. is te verwach
ten eene keurcollectie Makkumer aardewerk,
welker fabrikant bij de vele bekroningen welke
zijn fabrikaat verwierf, nog onlangs den Grand
Prix ontving op de Kunstnijverheidstentoon-
stelling te Roubaix (Frankrijk). Tegelijkertijd
verwierf de chefschilder van deze fabriek de
Gouden Medaille.
Ernstig ongeval.
Een ernstig ongeval had gistermiddag in
de Amstelstraat te Amsterdam plaats. Tegen
kwart voor zes reed daar in een snel tempo,
per fiets, de heer A. v. d. S., in de richting
van de Muiderpoort. Achterop kwam een
motorwagen van lijn 9, met een bijwagen
er achter. De heer v. d. S. wilde uitwijken
voor een wagen. Hij verkeerde in de meening,
dat de motorwagen niet gevolgd werd door
een bijwagen en daarom week hij uit in de
richting van de tram, met het ongelukkig
gevolg, dat hij onder den bijwagen raakte.
Zijn rijwiel werd weggeslingerd, doch zelf
reed de tram met de voorwielen over hem
heen, terwijl hij onder de achterwielen
bleef liggen en zoo nog eenige meters mee
gesleurd werd. Onmiddellijk kwamen eenige
sterke mannen toegesneld om den ongelukkige,
die luidkeels kermde, uit zijn ongelukkige
positie te redden. De tram werd met ver
eende krachten opgelicht, een surveilleerende
agent waagde zich er onder, en den heer
v. d. S. bracht men binnen in den winkel
van den heer Schonhagen.
Hartverscheurend was het gekerm van den
patiënt, die het rechterbeen had gebroken,
de borstkast ingedrukt had, benevens ernstige
hoofdwonden. Per brancard werd hij naar
het Binnengasthuis vervoerd.
De heer v. d. S. is ongeveer 30 jaar.
Zijn toestand was zeer bedenkelijk. Voor zijn
leven wordt gevreesd. Gisteravond was hij
naar omstandigheden vrij rustig. (Tel.)
Op een der jongste carnevalsavonden
heeft een domino zijn slag weten te slaan
ten huize van een familie te ’s-Hertogenbosch.
Terwijl de bewoners op bezoek waren bij
familie en de meiden reeds te bed waren
gegaan, is een verkleede, vermoedelijk met
behulp van valsche sleutels, het huis bin
nengedrongen en heeft op zijn grootste gemak
een onderzoek ingesteld naar de financiën
met een tact en behendigheid, alsof hij heer
en meester van de woning ware geweest.
Hij brak de secretaire van mijnheer en
mevrouw open, ledigde den geldelijken in
houd men spreekt van ongeveer f 5000
en verliet, zonder dat er iemand erg in
had, dat hier een dief op bezoek was,
ongestoord met zijn buit de woning.
Wel moet men gezien hebben, dat een
domino de woning verliet, doch dat was
natuurlijk niets bijzonders, want met Garneval
komen uit nagenoeg alle Bossche woningen
verkleede menschen, bij de rijksten zoowel
als bij de armsten. En het ware zelfs niet
te verwonderen geweest, dat de meiden of
de huisknechts waren ze nog op geweest
den gemaskerde ongehinderd zijn gang
hadden laten gaan, met de gedachte, dat het
een der familiegenooten zelf was, die zich
op den laten avond nog even van wat geld
kwam voorzien om nog een flesch te gaan
kraken in de soos of elders. Tijd.
Gesteenigd.
Te Heerlen heeft Zondag een landlooper
uit minnenijd twee schoten op zijn vroegere
bijzit gelost. Het eerste schot trof de vrouw
in den rechterschouder, het tweede schot
trof een klein kind van een der buren van
het logement, waar het tweetal vertoefde.
Het volk wierp zich op den onverlaat en
gooide hem zoodanig met steenen, dat hij
bloedend en onherkenbaar door de politie
moest worden ontzet en achter slot en grendel
gebracht. De wonden der slachtoffers zijn niet
levensgevaarlijk.
k’
n
Bolswardsclie Courant