De Tariefwet beteekent: Geen dag zonilir belasting. De Tariefwet beteekent: De Tariefwet beteekent: I y Belemmering van den invoer door invoerrechten. Belemmering van den uitvoer door hooge prijzen. I I GEMENGD NIEUWS. van ge il Stoomdruk Firma B. Cuperus Az., Bolsward. L ii gevoel, wie u men in den sneltrein Barbarousse, wijnhandelaar nam de tweede klasse, groette zijn en met een neem me niet voor de gevoelige wijze, waarmee voeten zijner medereizigers met hem neer in een de coupé, verwisselde zijn groo- l zulke kunstenaars te mogen van ge- L l u het niet een geruststellend begon Morici, dat u weet, met waar van bedriegers kan er bij te vermelden Hollander bestuurd”. Op zekeren dag stapte een klein, gezet heertje, een groot valies in de hand, te Ta- rascon in den sneltrein van Marseille naar Parijs. Het was in bovengenoemd provinciestadje. Hij plaats in coupégenooten kwalijk de kennis maakten, vlijde hij ziel hoekje van ten ronden hoed tegen een calotje en spreidde de reisdeken over zijn beenen. Hij nam de andere reizigers op twee jongelieden met gunstig uiterlijk. Hindert mijn sigaar u vroeg één hen vriendelijk. Barbarousse, door deze beleefdheid vleid, verzekerde hem het tegendeel, en ver een groot liefhebber zijn oordeel gevraagd, antwoordde Rossini gelaten Z/’t Zou misschien beter geweest zijn, als gij gestorven waart en uw oom den treurmarsch geschreven had.” Henri Wijnmalen in Hamburg. Onze landgenoot Wijnmalen, die sedert eenigen tijd als vlieger gebonden is aan de Oertzfabriek te Hamburg, heeft daar dezer dagen zijn eersten belangrijken proeftocht volbracht. Hij steeg ’s middags te half vijf te Schneverdingen op, in tegenwoordigheid van Prins Heinrich van Pruisen, en vloog met zijn ééndekker, waarin een 70 P. K. Gnomemotor, in één vlucht naar Hamburg, waar hij binnen het half uur op het Wands- dekker vliegterrein landde, 63 kilometer in 27 minuten vliegende, dus met een snelheid van meer dan 100 kilometer per uur. Boven de stad, die in den mist lag, steeg hij tot ongeveer 500 meter. Bij zijn nederdaliug werd hij geestdriftig gecomplimenteerd door den Prins, die hem per auto had trachten te volgen. De Hamburger Nachtr. schrijft//Het eerste vliegtoestel, dat over Hamburg vloog, is een echt Hamburgsch voortbrengsel, door een Hamburger ontworpen en bij Hamburg ge bouwd”. Het blad vergeet ...//maar door een Staking. Woensdagmorgen hebben de beambten, machinisten en stokers van eenige buurt- spoorlijnen in Henegouwen het werk gestaakt. Zij vragen vermindering van arbeidsuren en verhooging van loon. Middelerwijl wordt de dienst, zoo goed het kan, voortgezet door hulppersoneel. De aanslag op den koning van Italië. Aan de Berlijnsche middagbladen worden nog de volgende bijzonderheden geseind over den aanslag in RomeHet wapen, waar mede Dalba schoot, was een uitnemende revolver met zes loopen. Men onderzoekt thans, hoe hij gekomen is aan dit dure wapen, dat hij niet uit eigen middelen ge kocht kan hebben. Het gerucht gaat, dat er een complot bestaan heeft, daar een blad in Napels dagen te voren reeds verkondigde, dat een aanslag gepleegd zou worden. In den afgeloopen nacht moeten verschillende personen gevangen genomen zijn, die in re latie zouden staan tot den aanslag. Dalba moet in de gevangenis onder tranen ver klaard hebben, dat hij spijt heeft van zijn daad. Hij weigert voedsel tot zich te nemen. De gewonde majoor Lang heeft een goeden nacht gehad. De begrafenis van een zonderling» Te Weymouth is een zekere heer Hitch- man, een rijke, ongetrouwde zonderling overleden. Gaf het optreden van dezen rijkaard tijdens zijn leven aan buren en vrienden al groote aanleiding tot gesprek, na zijn dood heeft hij in breedere kringen nog de aandacht op zich weten te vestigen. De heer Hitchman wilde niet gewoon begraven worden, hij bepaalde in zijn testament, dat zijn lijk in zee moest worden neergelaten. En indien het zijn bedoeling was om al thans bij zijn dood wat meer algemeen be kend te worden, dan is hij zeker wel ge slaagd. Want de Engelsche bladen vertel len nu uitvoerig van de //millionaire’s strange funeral”. Zij verhalen dat het lijk inge naaid in een zak onder overgroote belang stelling aan boord van het jacht van den overledene werd gebracht, dat dit jacht, waarop zich een aantal rouwdragende vrien den hadden verzameld, daarop in volle zee zich begaf en dat in volle zee aangekomen, het lijk op de gebruikelijke zeemansmanier te water werd gelaten. Een geestelijke ver richtte aan boord den lijkdienst. Het was slecht weer tijdens de plechtig heid en tal van belangstellenden aan boord waren zeeziek, hetgeen ongetwijfeld de ernst der plechtigheid niet zal hebben verhoogd. *De heer Hitchman echter is nu althans bij zijn dood een bekend man geworden. klaarde, dat hij zelf van rooken was. Het verdrijft den tijd en de eentonigheid van een lange reis, voegde de tweede rei ziger er aan toe. Niets is vervelender dan zoo lang in den trein te zitten, altijd maar door de telegraafpalen voorbij te zien schieten, en de draden op en neer te zien gaan. En dan het geraas der wielen, het schudden der wagens, zei Barbarousse, terwijl hij zijn pijp zorgvuldig stopte. Een van de jongelieden bood hem zijn sigaar aan, en met een u bent veel te vriendelijk maakte de wijnhandelaar van het vuur gebruik. reist zeker naar Parijs, hervatte wederom één van hen het gesprek. Juist, antwoordde Barbarousse. Nu, dan zullen wij het genoegen heb ben samen te reizen. Mag ik u mijn vriend, den schilder Jules Morici, voorstellen? En op zich zelf wijzende: Ik ben Albert Deberque, ook schilder. Ik ben Barbarousse, van Tarascon. Zeer aangenaam met u kennis te maken. U hebt zeker een reisje naar het Zuiden gemaakt Juist, antwoordde Morici, wij zijn op onze terugreis van Algiers, waar wij eenigen tijd doorbrachtenwij maakten er schetsen en photographeerden er monumenten. En onder het spreken plaatste hij zijn photographietoestel op de bank naast Bar barousse. De wijnhandelaar kon niet nalaten zijn medereizigers nog eens te verzekeren, hoeveel genoegen het hem deed, in het ge zelschap van reizen. Vindt zoo I te doen heeft, vooral op reis, zoo vaak in handen vallen? Het is dan ook verwonderlijk, dat er nog zooveel menschen gevonden worden, die dom genoeg zijn, om zich door den eersten den beste te laten beetnemen. Mij zullen ze er niet in laten loopen, verklaarde Barbarousse. Ach, mijnheer Barbarousse, hervatte Deberque, u weet zeker niet, hoe goed ze hun plannen beramen en welk een geslepen heid ze aan den dag leggen in het volvoeren van hun bedrijf. Barbarousse hield echter vol, dat hij de laatste zou zijn, die ooit een prooi van die ven of zakkenrollers zou worden. Daarom berg ik nooit mijn geld in mijn valies, vervolgde hij. Ik ben hier in fatsoenlijk gezelschap, dus ik kan het gerust zeggen, ik heb 10.000 francs bij mij, Waar denkt u, dat ik die geborgen heb? In mijn beurs of in mijn zakken Zoo dom ben ik nietNeen, ik bewaar ze in een klein lederen zakje in mijn gordel. Vernuftig uitgedacht! riep Deberque ongetogen. Daar zullen zij het nooit zoeken, stemde zijn vriend toe. En als ze het wilden nemen, dan merk ik het gauw genoeg. De dieven kunnen mij toch niet ongemerkt mijn gordel ontfutselen. Dat zal in alle geval zeer moeilijk gaan, voegden beiden hem lachend toe. Een tijdje zwegen de reizigers; toen riep Morici uit, opgetoogen op den wijnhandelaar wijzend Vindt je ook niet, Deberque, dat mijn heer Barbarousse veel van Napoleon heeft Vooral het profiel vind ik sterk gelijkend. Ja, nu je het zegt, vind ik het ook, zeide Deberque, terwijl hij den van vol doening en ijdelheid stralenden wijnhandelaar scherp opnam. Het is opvallend 1 Vindt u dat werkelijk? vroeg Barba rousse een trotsche houding aannemend, ’t Is vreemd, maar te Tarascon ben ik nooit op de gelijkenis opmerkzaam gemaakt. Ja, mijn beste mijnheer Barbarousse zoo iets is alleen gegeven aan schilders, die ook gelaatkenners moeten zijn Het treft prachtig riep Deberque uit. Mijnheer Barbarousse, zoudt u ons een dienst willen bewijzen Op de aanstaande tentoon stelling zal ik een schilderij exposeeren Napoleon en zijn zoon. Reeds heb ik po gingen in het werk gesteld, om een model te vinden voor den hoofdpersoon van dit schilderstuk. Tot nog toe heb ik niets ge vonden, dat er op geleek. Zoudt u mij willen De kolenmijnen in Limburg. De Limburgsche mijnen worden nu zoo krachtig mogelijk geëxploiteerd. De L. K. meldt, dat alleen te Heerlen Dinsdag voor de Staatsmijnen en de Oranje-Naussaumijn circa 200 telegrafische bestellingen inkwamen. Weggeloopen. Te Nunspeet zijn door de politie aan getroffen 4 minderjarige jongens, die het ouderlijk huis te Meppel ontvlucht en op weg naar Amsterdam waren. Zij hadden boekjes met Nick Carter’s avonturen bij zich. Toch toonden ze zich verheugd toen ze ver namen dat ze weer naar huis gingen. Brand in een kerk. Gistermiddag omstreeks half een is er brand uitgebroken door onbekende oorzaak in de kerk van de Nederduitsche Herv. Ge meente te Groote Lindt, gem. Zwijndrecht. De kerk brandde totaal af. De aangrenzende pastorie en openbare schóól zijn behouden gebleven. Enkele boeken van de administratie der kerk werden gered. Eenigen tijd te voren waren loodgieters op het dak der kerk werkzaam geweest. Onzedelijke uitstalling. De Alkmaarsche kantonrechter veroordeelde een tweedehands-boekhandelaar aldaar, die voor zijn winkelraam in de Doelenstraat, en van af dien weg zichtbaar, openlijk een tweetal boeken ten toon stelde, waarvan de op den omslag leesbaar gedrukte titels en afbeel dingen geschikt waren om de zinnelijkheid der jeugd te prikkelen, tot twee geldboeten ieder van zes gulden, subsidiair tweemaal drie dagen hechtenis. Het stakingsrecht. Ter wille van de curiositeit knippen wij de volgende zinsneden uit een artikel van de N. Zutph. Ct. over het stakingsrecht »Een dergelijke algemeene staking is een aanval op de gemeenschap. De gemeenschap heeft dus alle recht om zich zelve daartegen te beschermen, om den aanval te keeren. Het gaat weliswaar bezwaarlijk hen te dwingen in de mijnen af te dalen en daar hun arbeid te verrichten, hoezeer haar het recht daartoe niet kan betwist worden evenzeer als het recht heeft militiediensten voor haar behoud of veiligheid af te dwingen enz. De mijn werkers die der gemeenschap den oorlog heb ben verklaard, blij ven nogthans op hare diensten aanspraak maken, zij blijven hunne benoodigd- heden van haar genieten. Het zou daarom niet onbillijk, geen onrecht zijn, wanneer de aangevallen gemeenschap als tegenweer wei gerde diensten te verleenen aan den aanvaller. Deze onthoudt aan de getneenschap wat zij behoeft tot hare instandhouding, wat zou er dan tegen zijn in te brengen indien zij den aanvaller de middelen tot levensonderhoud onthield Een dergelijk middel is nog nergens toe gepast en zal in het eerst vreemd schijnen. Maar een dergelijke onsociale algemeene aanval op de gemeenschap is evenzeer zonder voor beeld. De Overheid, aan wie de behartiging der gemeenschapsbelangen is opgedragen, heeft ten plicht maatregelen ter bescherming te nemen. Indien zij dien plicht verzuimt, zullen telkens zulke aanvallen op het algemeen welzijn voorkomen en daarvoor moet de ge meenschap beschermd worden. Het recht om den arbeid neer te leggen blijve voor ieder in particulieren dienst onaan getast. Maar niemand heeft het recht om zijne belangen te bevorderen ten koste van het algemeen welzijn, de strijd tegen den werkgever mag niet worden een strijd tegen de gemeenschap. In het eerstgenoemd geval houde dus de Overheid zich onzijdig, want beide, werknemer en werkgever, zijn onder- deelen der gemeenschap. Indien echter dp gemeenschap zelve wordt aangevallen, dan is de Overheid geroepen voor de bedreigde be langen op te komen, die te beschermen met alle machtsmiddelen welke haar ten dienste staan, op de wijze die zij het meest doel treffend acht.” - Rossini. De Temps vertelt een paar aardige anec- doten van Rossini, die als hij wilde zeer scherp zijn kon. Eens liet de Koning van Portugal, een hartstochtelijk cellospeler, zich voor hem hooren en vroeg hem, hoe hij het vond. ,/Voor een koning niet kwaad”, zei de componistven bovendien ’t is bekend, dat koningen het recht hebben te doen wat zij willen.” Een andermaal kwam een neef van Meyerbeer hem een treurmarsch voor spelen, die hij ter gelegenheid van het over lijden van zijn oom gecomponeerd had. Om rood-lakensch verplichten, slechts één keer in mijn atelier te komen om een schets van uw gelaat te nemen Volgaarne, antwoordde Barbarousse, U blijft zeker eenigen tijd te Parijs Minstens een dag of acht. Niets zal dan gemakkelijker zijn. Wij halen u af van uw hotel, u poseert in mijn atelier en u maakt mij tot de gelukkigste der stervelingen. Later geef ik u een photographie van het schilderij. Barbarousse was opgetogen bij de gedachte in een werk te verschijnen, dat op de ten toonstelling zeker duizenden bezoekers zou lokken. Hij nam het voorstel der artisten gretig aan. Wat zouden ze in Tarascon wel zeggen Hij zou een persoon wicht worden. Hij verkneukelde zich in het vooruitzicht. De reis liep zonder verdere gewichtige onderhandelingen af. Te Parijs nam Bar barousse afscheid van szijn vrienden, nadat hij zijn adres op zijn kaartje geschreven had. Een paar dagen later kwamen de schilders Barbarousse halen. Zij vergezelden hem naar Neuilly en brachten hem in een bijna onge meubeld vertrek. Zooals ge ziet, zei Deberque, ben ik nog niet geïnstalleerd. Mijn meubelen ver wacht ik eiken dag. Voor het oogenblik heb ik slechts mijn ezel en mijn penseelen. In de slaapkamer hiernaast vindt gij het costuum van Napoleon. Het is beter als u dat aan trekt. Ik hoop, dat u daartegen geen be zwaar zult maken. Ik moet mij dus verkleeden vroeg Barbarousse. Dat is noodig, antwoordde de schilder uw gezicht, uw figuur komen dan veel beter tot hun recht. De wijnhandelaar had nog eenige beden kingen, die echter door de artisten uit den weg werden geruimd. Hij ging het slaapvertrek binnen. Achter een gordijn hingen ëen korte satijnen broek, een prachtige, rijk versierde, korte jas en een fraaie keizersmantel, met bont afgezet. Morici hielp Barbarousse bij het kleeden, en nadat hij diens kleeren aan den kapstok had opgehangen, riep hij zijn vriend, om hem het effect te laten bewonderen. Beide kunstenaars prezen zijn voornaam voorkomen en vleiden zóó zijn ijdelheid, dat het heertje, wien de weidsche pracht belachelijk kleedde, van genoegen en zelfvoldaanheid glom. ’t Zal een magnifieke schilderij worden en dat zullen wij aan u te danken hebben. Ik ga nu het doek en de kleuren in orde brengen. In een oogwenk ben ik terug. Wilt u in het atelier wachten En de schilders verlieten Barbarousse, die zijn costuum met welgevallen in den spiegel beschouwde. Het is ontegenzeglijk waar, monpelde hij, zóó lijk ik op Napoleon. Wat zullen ze in Tarascon staan kijkenEn als ze het niet gelooven willen, dan heb ik altijd de photographie om het te bewijzen. Hij liep heen en weer, en nam verschil lende houdingen aan, om zijn gestalte op het voordeeligst te doen uitkomen. Reeds was een kwartier verloopen, en nog waren zijn vrienden niet terug. Barbarousse wachtte, totdat hem plotseling een onver klaarbare angst overviel. Hij vloog naar de slaapkamer, waar hij zijn kleederen had achtergelaten. Eilacie, zij waren er niet meer, alles was weg, ook de 10.000 fres., zoo zorgvuldig bewaard in zijn gordel. Hij holde de straat op en riep de verbaasde voorbijgangers toe, dat hij bestolen was. Een steeds aangroeiende menigte rende hem na, en de politie agenten maakten zich spoedig van het potsierlijk Napoleonnetje meester. Op het politiebureau vertelde hij hijgend en bijna weenend zijn avontuur. Een schaterlach was het antwoord. Toen de vroolijkheid wat bedaard was, kreeg de commissaris zijn ernst terug en be loofde Barbarousse zijn best te zullen doen, de dieven op te sporen, hoewel de artisten die den vorigen avond kamers gehuurd had den, te Neuilly volkomen onbekend waren. Barbarousse, geheel beroofd, telegrafeerde naar Tarascon, en de commissaris stond hem toe, den nacht in zijn huis door te brengen. Treurig en zijn goedgeloovigheid verwenschen- de, vertrok hij den volgenden ochtend naar zijn stadje, waar hem dit briefje wachtte Waarde heer Barbarousse 1 Denkt ge nog, dat ge op Napoleon lijkt Omdat ge een goede kerel zijt en wij veel aan u te danken hebben, geven wij u den raad, nooit meer aan onbekenden te vertellen, waar gij uw geld geborgen houdt. Maar de Napoleon- truc was toch niet kwaad. F I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1912 | | pagina 4