Nieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
VAN HOUTEN S
Verkrijgbaar bij:
i9ia.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
51ste Jaargang.
No. 29.
PASCHEN
WREEDHEID.
1
I
RECLAME.
'I
BINNENLAND.
Zondag 7 April.
KINA
zijn alleen ECHT met
roode doos en nevenstaand
f 0,75.
Dr. H. NANNING
VOOR
n
Afzonderlijke
zonne-
Het lijden
dat
Enkh. Crt.
I
VAft HOUTENS
(jW>
«a®
(ZUIVER 0PL05BflflR|
1
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
goed werk doen en
aan flinke karakter-
hen, die nog geleid moeten
was geleden, alles ver-
van
i gezegd
eea vogel op een
draad, of een ge-
mede te spelen, dan
zullen zij al spelende den adel des harten
verliezen”.
Omgekeerd echter, wanneer ge uw kin*
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Bet bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Fbetba Iwedstrijd.
Maandag 2de Paaschdag zal te Leeuwarden
een voetbalwedstrijd gespeeld worden tusschen
z/Frisia” en //Shepherd Bush F. C.” Londen.
Daar Frisia verleden jaar tegen dezelfde ver-
eeniging met slechts een kleinen achterstand
verloor, belooft het voor voetballiefhebbers
een mooien dag te worden, zoodat ieder die
maar eenigszins in de gelegenheid is, zal
trachten den wedstrijd bij te wonen, die op
geluisterd wordt door de stafmuziek van het
9de. regiment infanterie. De entreeprijs be
draagt aan het veld 50 en 25 cent.
In de N. R. Ct. wordt, in een artikel
//Op weg naar de braafheid” betoogd, dat
de optochten met muziek, welke men in
Rotterdam des Zondags wil verbieden, een
onschuldig vermaak zijn. Bet Buisgezin valt
hierover het blad zeer hard. Vooral de bij
voeging: //De meerderheid van den Raad zal
den wensch van de meerderheid van het
Dagelijksch Bestuur wel tot den haren maken,
de Burgemeester zal er zich naar voegen en
we zullen waarschijnlijk nog braver worden
dan we al zijn”, ergert het blad.
//Voor de N. R. Ct. is de Zondag niet
de dag des Heeren maar een dag als de
algemeene zwakte, voort
Dr.
Een boer in Holland’s Noorden besluit
zijn trek- en tevens waakhond van de hand
te doen en dezen te verkoopen op de Pur-
merender markt.
's Morgens wordt het paard ingespannen;
de boerenfamilie stijgt in en de trouwe hond,
die zijn meester jaren heeft gediend op zijn
wenken, die hem, zijn gezin en zijn erf heeft
bewaakt, ook in den nacht, wanneer ’t koud
en guur was daarbuiten de trouwe hond
wordt gebonden achter ’t rijtuig, om straks
uw kinderen liefde tot de dieren,
de dieren met zachtheid te behan
delen, ge zult een
krachtig meewerkén
vorming van
worden.
Een schrijver heeft eens
z/Geef aan uw kinderen
kruk, een kever aan een i
kortwiekte duif om
Paschen. Feest van opstanding, van nieuw
leven. Dagen, sinds eeuwen gewijd aan ver
rijzenis uit doodslaap.
Lang, zeer lang voor onze jaartelling werd
Lentes-aankomst reeds feestelijk gevierd.
Hooge vuren laaiden op, priesters in
heilig woud zongen vreugdezangen, offerden
aan de Goden.
’t Was immers Lente. De slapende natuur,
wakker geworden door koesterende
stralen, had zich weer gezet tot groeien en
bloeien.
kondde het nieuwe leven, de vrijmaking
konden winter.
Ook Israël heeft zijn Paschen. Het stond
aan den vooravond van den uittocht uit het
land der verdrukking. Vol hoop was het
huis van den ouden Aartsvader opgegaan en
had het zich neergezet in het land Gosen.
Langer dan vier eeuwen had het daar
gewoond, eindelijk was dat «wonen” on
duldbaar geworden. Verspreid was het over
het land, waar het kalf werd aangebeden.
In knechtsscbap leefde het, slaaf was het
schier van den Egyptenaar. Toen kwam de
man, die het volk bevrijden zou. Uittrekken
wilde men, weggaan uit het land der slavernij.
Lang had de vorst des lands dit belet,
eindelijk, door ramp op ramp klein gemaakt,
liet hij het gaan.
En toen de ure gekomen was en het
gansche volk reisvaardig, de lendenen op
geschort, geschoeid en den reisstaf ter hand
genomen, toen heeft Israël het Pascha ge
geten en het doet het nog ter eeuwiger
gedachtenis aan dien jammervollen tijd van
leed en druk.
Is het wonder, dat de Christenheid haar
opstandingsfeest zette in den tijd waarin
toen reeds, eeuwen lang, dóór heiden en jood,
herdacht was de wederkomst van beteren tijd,
de vrijmaking van zorg en kommer, telkens
en telkens weer vol hoop, vol moed
Aan' de wederkomst der lente, aan den
uittocht uit het land der slavernij, verbond
men de herdenking van dood en verrijzenis.
De nieuwe tijd nam over een der grootste
feesten der oudheid.
,/En zij vonden den steen afgewenteld”.
Geen zware deksteen, beeld van druk, heeft
het goede, het reine, het heilige kunnen
weerhouden. Het woord is niet gestorven,
het leeft en heeft gebracht, negentien eeuwen
lang, aan geslacht op geslacht vrede, moed,
kracht en hoopvol vertrouwen.
Paschen dagen van blijde gedachtenis,
dagen van hoop, dagen van troost. Het
lijden is voorbij alles is nieuw geworden.
Ws.
deren vroeg inprent om dieren te behande
len als vrienden hunner omgeving, zult ge
opbouwen het kindergemoed, en zult ge
verhinderen, dat de kleinen op lateren leef
tijd worden wreedaards en grove egoisten,
maar in hen wekken een gevoel, om mede
lijden te hebben met ’t schepsel dat treurt
en vreugde te -deelen met hen, die blij
moedig zijn.
Maak geen beulen van uwe kinderen, maar
in den waren zin van ’t woord //menschen”,
die op lateren leeftijd gevoelen de spreuk
van Boedha
„Wie dieren mishandelt, verhoogt
zijn geluk niet,
Maar die geen schepsel leed doet;
Bij is gezegend".
OBSERVER.
andere. Het is eigenlijk een vacantiedag, dien
men het best op de prettigste en gezelligste
wijze doorbrengt.
Zijn er menschen, die naar de kerk willen
gaan, goed, laten ze ’t doen, ze hebben er
alle vrijheid toe.
Maar dat de overheid in een Christelijk
land iets zou mogen en zou behooren te
doen voor de openbare heiliging van den
Zondag, is, naar het inzicht van de N. R. Ct.,
een «verouderd standpunt”, een waarover ze
spotlachend de schouders ophaalt.
«Juist dit laatste stemt tot ergernis”.
Aldus Het Huisgezin.
In België kan men des Zondags in geen
stad komen of men ziet aan de stations
honderden mannen van buiten komen, die
I muziek makende de stad doortrekken. De
fanfarekorpsen houden concoursen.
Als het Christelijk beginsel wil dat er
Zondags geen optochten met muziek toe
gelaten worden, waarom dan in België die
optochten geduld? Hoe zit dat?
De Geheel-Onthouders-Zangkoren in
Friesland zullen dit jaar in de bosschen van
Olterterp een zangersfeest houden. Als datum
is 4 Augustus vastgesteld. Ruim 500 leden
hebben reeds medewerking toegezegd.
Omkooping.
Tegen een ingezetene van Almkerk is
proces-verbaal opgemaakt wegens vermeende
omkooping bij de laatste stemming in het
district Heusden voor een lid van de Prov.
Staten. Deze beweert enkel aan -twee
arbeiders schadevergoeding voor verlet te
hebben gegeven. N. R. Ct.
Ongeluk.
Te Noordwijk aan Zee is een 8-jarig jon
getje, dat achter op een in beweging zijnden
wagen was geklauterd, voorover met het hoofd
op de straatsteenen gevallen, met het gevolg,
dat het ventje bijna terstond dood was.
Ongeluk op den IJsel.
Gistermorgen is bij Wijhe op den IJsel
een baggerschuit door de golven van een
voorbijvarende stoomboot gezonken.
Een der opvarenden, zekere Peters, uit
Deventer, verdronk.
rijtuig en sleept over den scherpen, ijzer-
harden grintweg, die hem spoedig de pooten
doet ontvellen en zijn huid rijt van het vïeesch.
Tot een dreigend handgebaar van een
voorbijganger den boer opmerkzaam maakt,
dat zijn hond niet meer kan. En de liefderijke
baas stapt uit, snijdt het touw los, om met
steenen gemoed te kijken naar het verminkte
dier, dat en hij berekent de schade
nu geen koopwaar meer zal zijn, daar ginds
op de markt.
En hij sleept het zieltogende dier naar
den slootkant, terzijde van den weg, waar
het trouwe dier zijn gebroken oogen nog
eens opheft naar hem, dien hij zoolang trouw
heeft gediend met liefde en nog eenmaal
kwispelt zijn staart, om een laatsten groette
brengen aan hem, dien hij heeft beveiligd,
als daar kwam een dief in den nacht.
Dan kringelen zich de golfjes en als een
maal het water weer effen is als een spiegel,
is er een drama afgespeeld aan den eenzamen
grintweg.
En de boer stijgtweer in, steekt een
andere sigaar op, heft de zweep en striemt
«de zwarte” om den verloren tijd in te
halen, om weldra alles te vergeten, in de
groote marktplaats.
Treurig nietwaar? dat dergelijke gevallen
van ergerlijke dierenmishandeling nog kunnen
bestaan in een maatschappij, in een samen
leving, die zich beschaafd durft noemen.
Dat de jeugd geen medelijden kent (hier
over zoo straks meer) is maar al te zeer
bekend, doch dat volwassen menschen zoo
meedoogenloos kunnen zijn, dat is bijna on
begrijpelijk.
Trouwens, de vraag wettigt zich hier, of
we in deze gevallen van noodelooze dieren
mishandeling wel met recht van menschen
mogen spreken. Wij voor ons gelooven van
niet, of men zou aan het woord mensch een
andere definitie moeten geven, dan wij er
volgens christelijk standpunt op na houden.
Als ieder wreedaard genoegzaam overtuigd
was van de waarheid in ’t volgende versje
vervat, hij zou wellicht met andere gevoelens
jegens de weerlooze dieren vervuld zijn
De arme worm, dien wij vertreden,
Voelt in zijn lijf dezelfde smart,
Als rukte men de beste leden
Ons zelf van binnen uit het hart.
Neen, veeleer gelooven we dan ook,
ruwe behandeling van dieren een teeken is
van verregaande, onbeschaafdheid en domheid,
en geheel kunnen we ons vereenigen met
de volgende uitspraak
Wie geen genegenheid en medelijden voor
dieren koestert, heeft geen volledige opvoeding
genotenof bezit geen goed hart.
Ja, we zouden verder kunnen gaan, en
beweren, dat dezulken, die zich te buiten
gaan aan dierenmishandeling, die wreed’ zijn
ten opzichte van het weerlooze dier, on mo
gelijk gevoelig kunnen zijn voor de smhrt
der menschen. ’t Eene sluit onwillekeurig
het andere in zich.
Trouwens Bernardin de St. Pierre bedoelt
precies hetzelfde, wanneer hij zegt
Wreedheid jegens dieren, is de oefenschool
voor wreedheid jegens menschen.
En werkelijk, hoe kan iemand, wiens hart
zóó versteend is, dat hij de onschuldige
dieren wreed mishandelt, iets voelen voor
’t wel en wee van zijn medemensch Neen,
hem is de droefheid en ’t lijden van zijn
naaste totaal onverschillig; ja, wat meer is,
hij spot met ’t leed van zijn medemensch.
Daarom zouden wij willen toeroepen aan
de ouders, aan onderwijzers, kortom aan al
len, die met de opvoeding der kinderen zijn
belastplant toch spoedig in de kinderziel
het besef, dat een dier ook gevoel heeft, dat
een dier vreugde en smart kent als wij, dat
het in algemeenen zin recht heeft op onze
liefde.
Leer
leer ze
'II
Basler I
l’
Bolswardsclie Courant,
lRORaV