GEMENGD NIEUWS.
IDE TEJLJkJST.
DIENST DER TRAMMEN. (Winterdienst.)
Aan gevangen 1 OCT. 1911.
1
- 66,—
- 57,—
8.59.
9.05.
9.12.
9.17.
9.18.
I
I
MAKKÜM—WITMARSUM.
SNEEK BOLSWARD HARLINGEN.
HARLINGEN BOLSWARD-SNEEK.
- 53,-
52,- - 55,-
ARUM FRANEKER-LEEUWARDEN.
LEEUWARDEN-FRANEKER ARUM.
WITMARSUM-MAKKUM.
i
V.
5.27 5.42 5'
K R7 8,
a.
en
met krielhaan
prachtig
en
Wie
Stoomdruk Firm» B. Guperus A»., Bolsward.
Leeuwarden V.P. 6.20
Franeker
Arum
Arum
Franeker
Makkum
De met een
Sneek
LIsbrechtum
Nijland
Bolsward
Witmarsum
Arum
Kimswerd
Harlingen
a.
v.
a.
v.
8.40
9.10
9.12
10.03
8.20* 9.50
8.26* 9.56
8.38* 10.08
8.50* 10.20
8.55
9.33 -
9.48
9.53
11.30
12.21
12.51
1.05
1.56*
2.26*
3.54
4.45
5.15
Witmarsum a. 6.25 9.35*
5.25
5.54
6.45
7.10*
7.40*
7.54
8.45
9.10
9.40
10.31
9.13f
10.07f
7.39f
8.301
7.45
7.51
8.03
8.15
8.52
9.07
9.17
9.30
1.451
2.501
3.201
10.40
11.36
Alleen
Maand.
a.
v.
a. 7.11
v. 7.15
a. 7.45
5.051
6-1
7.251
10.25
10.31
10.43
10.55
4.101
4.451
5.051
Te koop 12 krielkippen
aan den leg.
O
6.45 g 6.45
6 57» 6.57
7.09'S 7.09
7.15’ 7.15
te hoog en
Sneek, fabrieksboter
n boerenboter
Leeuwarden, fabrieksboter
v. 6.381
a. 7.081
v. 7.14*
Leeuwarden V.P. 8.05*
Harlingen
Kimswerd
Arum
Witmarsum
Bolsward
Nijland
IJsbrechtum
Sneek
3 33*
4.03
4.54
Gevraagd per 1 Mei eene nette dienstbode.
Te bevragen ’s avonds tusschen 7 en 8 uur
Heerengracht X.
12.15
12.21
12.33
12.45
2.05
2.42
3.—
O 1A?
3.22 o. 3.K7*
de ruiten van een winkeltje
De echte
haarlem
mere ooli
van tili.
9.50
10.20
11.11
5—* 6.15
5.06* 6.21
5.18* 6.33
5.30* 6.45
6.10*
6.48*
7.03*
7.06*
7.16*
7.28*
10.40* 12.-
10.46* 12 06
10.58* 12.18
11.10* 12.30
12.35
1.11
1.26
1.28
1.38
1.50
voor exporteurs zoo goed als
aan en lachte,
Gelezen voor
De //Onder de Streep” schrijver van
het Algem. Handelsblad schrijft
Onder den rook van Amsterdam. Dienst
van den omnibus Amsterdam-Sloten. Laatste
rit Amsterdam-Sloten 9 uur des avonds.
Tot vertrek gereed twee passagiers.
Nog één passagier.
Eén passagier wordt ongeduldig.
Alle passagiers worden ongeduldig.
Bij den koetsier wordt naar de
reden van het niet vertrekken geïnformeerd.
9.20. De koetsierIk wacht nog twee
passagiers, die een partij biljart spelen.
9.25. De partij is geëindigd.
9.2 7. Afrit.
Advertentiana
Gevraagd een nette commensaal met ge
bruik van frissche, vrije slaapplaats, stil ge
zin.
4.54 6.35* 7.55
5.06
5.16
5.20
5.35
6.10
6.47* 8.07
6.57* 8.17
7.08* 8.25
7.23* 8,40
8.-* 9.16
6.30 6.55 8.20* 9.20
6.42 7.07 8.32* 9.32
6.54 7.19 8.44« 9.44
7.— 7.25 8.50* 9.50
7.03
7.54
8.24
v. 5.40 8.50* 12.20 2.10* 4.20* 7.53
1.05 3.—* 5.10* 8.38
(Plaatseljjke Tjjd).
7.15
7.21
7.33
7.45
8.22
8.37
8.38
8.48 10.03
9.— 10.15
Uit een politie-bericht
Nadat de wagen met het vleesch naar
het abattoir was gereden, heeft getuige eerst
de houding aangenomen alsof het vleesch
van hem persoonlijk was.
Uit een dienstboden-advertentie
Ook genegen als dienstbode alléén met
hulp eener hit werkzaam te zijn.
Ik was verliefd op Adèle. Menschen, die
erg verliefd zijn, kibbelen ook gewoonlijk te
heviger, naarmate de oorzaak van hun twist
onbeduidender is. Zoo ging het ons ook.
Ik had verwacht, dat zij toegeven zou.
Zij deed ’t niet, en dat krenkte mijne ijdel
heid. Ik nam mij voor, haar eens bang te
maken, ik sprak van scheiden, elkaar ver
laten.
Zij schrikte niet, heelemaal niet. Wat
Dacht zij soms, dat ik de kracht niet zou
bezitten, mij van haar los te maken, omdat zij
zulk mooi haar en zulk een betooverenden
blik had, en omdat haar handjes waren om
te kussen
Die vrouwen zijn opgegroeid in de school
van eigenwaanmaar de man is er, om
haar zijn kracht en zijn macht te toonen.
Dacht je, dat ik je niet verlaten kan
Lach maar, je hoogmoedig-twijfelend lachje
ik ben al bij de deur.
En niet een enkele traan blinkt in haar
oogen. Geen klein, onnoozel traantje
Dus dat is haar groote liefde Niet eens
’n traan ben ik waard
Adèle, wij zullen elkaar niet weerzien
Waarom niet?
Omdat je geen hart hebt.
En waarom heb ik geen hart
Omdat je geen tranen hebt,
geen tranen heeft, heeft ook geen hart
onthoud dat goed Als je soms eens aan
mij terugdenkt, moge die waarheid je in
den zin komen
En ik ging.
Op het trottoir haalde echter het dienst
meisje mij in of ik even terug wou komen
de juffrouw had mij iets te zeggen.
Hm 1 Wat zou ’t verstandigste zijn Heen
gaan voor altijd en terugkomen morgen,
als zij een beetje tam geworden is, en er
misschien toe kan besluiten, op het graf
onzer liefde eenige tranen te laten vallen
Of het meisje volgen
Delft
Leiden
Zwolle
Kampen
Zooals gezegd, was in het Buitenland de
handel zeer traag.
Het fraaie weder der laatste dagen is de
oorzaak, dat in het zuiden met name Duitsch-
land, Belgie en Frankrijk de grasgroei buiten
gewoon gunstig is en de productie daardoor
wordt bevorderd.
Zaken zijn
onmogelijk.
Eveneens was de handel in Denemarken
zeer traag in aansluiting met Engeland.
De Brabantsche exportmarkten vielen einde
der week op f 50,per 40 K.G.
De Friesche liepen terug tot f 51,a
f 52,per 40 K.G.; evenwel toch nog
de handel bleef traag.
f 55,—
- 54,—
- 51,50
4.-
4.06
4.18
4.30
5.05
5.20
5.30
5.42
5.15 5.30 0
*-
5 37^5.52:1
5.39 2 5.54 p
5.54 „6.09®
7.30
7.42
7.54
8.—
2.05* 2.35
2.11* 2.41
2.23* 2.53
2.35* 3_^5
3.12*
3 27*
o 3.35*
3.10° 3.45*
reeds lang noodzakelijk, als
voor het Centraal-Station,
Alles rijdt en rost hier
4.21 Op M., 5.45
5.19 D., D.V.
Nietopschool-
vacantiedagen. 7.06*
Adèle keek mij vragend
half ontroerd, half spottend.
Nu, vriend, hoe bevalt je het sprookje
Zal de verstandige man in staat zijn, de
moraal er uit te trekken en zich ten nutte
maken
Uitmuntend bevalt mij het sprookje
en ik aanbid je, stotterde ik, buiten
mijzelve van blijde verwachting, en bedekte
haar handje met tallooze hartstochtelijke
kussen...
Toen ik opkeek, straalde Adèle’s aange
zicht van gelukzaligheid, en een traan glin
sterde in haar oogen Zuelma’s vreugdetraan
v. 5.15
5.21
5.33
v' 545
623
6.38
6.48
a. 7.—
MARKTBERICHT VANJBOTER.
Zooals te verwachten was is de handel ge
durende de afgeloopen week zeer flauw ge
weest tengevolge van de ongunstige houding,
die het Buitenland heeft aangenomen.
Door de enorm hooge prijzen die
alleen ontstaan zijn en gehandhaafd konden
worden door de kleine productie is natuur
lijk het verbruik gevoelig ingekrompen, en
het lag voor de hand, dat de geringste ver
meerdering in de aanvoeren aanleiding moest
geven tot een scherpe teruggang in de prijzen.
Dit is overal gebeurd, maar het meest
hebben de exportmarkten geleden.
De Binnenlandsche handel wist zich de
gepasseerde week nog eenigszins op peil te
houden.
De noteeringen zijn
f 52, - a f 64,—
- 52,
Een drama.
Gisterochtend heeft in 't Korte Voorhout
te ’s-Gravenhage een student van de Tech
nische Hoogeschool te Delft, met een vrouw
in een rijtuig gezeten, eerst die vrouw en
daarna zichzelf door een revolverschot in het
hoofd gewond.' Naar het gemeenteziekenhuis
vervoerd, keerde aldaar bij beiden het be
wustzijn terug.
Een landweerman met gemoedsbezwaren.
De landweerplichtige Terborg te Assen,
die gisteren voor oefeningen onder de wapenen
is gekomen, weigert dienst te verrichten.
Ook nadat hem door zijn compagniescom
mandant op de ernstige gevolgen was ge
wezen, bleef hij in zijn houding volharden.
Hij verklaarde gemoedsbezwaren te hebben
tegen bet verrichten van militairen dienst.
De man is voorloopig in arrest gesteld.
Moord te Beek.
Op initiatief van den heer J. M. van
Angeren pastoor te Beek, heeft zich een
comité gevormd bestaande uit 7 personen,
teneinde giften in te zamelen om den vader
van het vermoorde kind Hartjes te Beek,
financiëel schadeloos te stellen voor het
materiëel nadeel, dat hij en zijn gezin geleden
heeft tijdens de weken, dien hij in voor
arrest heeft doorgebracht.
In de kerk gestorven.
Te Nieuwe-Pekela werd Zondagmorgen
de Lutersche predikant Bogeholz onder den
dienst onwel. Hij werd van den preekstoel
gedragen en overleed onmiddelijk.
Be politie grootsteedsch.
Het N. v. d. D. schrijft
Es ist erreichtEen diender te paard
heeft nu ook in Amsterdam post om het
verkeer te leiden, gelijk in Londen, Parijs
en Berlijn. Een bereden agent zit stram op
het in strakke, in onbewogen rust staande
paard. Man en paard hebben post op het
Damrak bij de Bijenkorf, vlak bij de daar
in gang zijnde grondwerken. Het oog van
den ruiter, het oog van het paard staren
in de richting van den Dam. Zoodra auto,
rijtuig, kar of welk voertuig ook verkeerd
wil gaan, heft de ruiter langzaam den rechter
arm op en wijst met zijn in keurig wit
zeemleer gestoken hand de goede richting aan.
Het is niet overbodig, daar zulk een post te
plaatsen. Moge deze eene door meer der
gelijke posten gevolgd te worden. Op menig
plein zijn ze
Dam, het plein
Leidscheplein, enz.
maar kris en kras door elkaar.
Overvloed en toch gebrek.
Wie den veestapel, vooral ons
melkvee en onze vruchtbare akkers en wei
landen gadeslaat, zal, zoo schrijft men uit
Herwen-en-Aerdt aan de Geld, ongetwijfeld
uitroepen //Welk een prachtige en vrucht
bare streek is hierEen land overvloeiende
van melk en honig, een tweede Durham 1”
Maar wie zou kunnen vermoeden dat er in
deze schoone landstreek als het ware gebrek
aan melk, boter en kaas is En toch is
zulks maar al te waar. Sedert de oprichting
der boter- en kaasfabriek door den beer A.
Wöhrmann uit Wezel, die hooge prijzen
voor de melk geeft, is het hier moeilijk,
bovengenoemde producten machtig te worden.
Voor de oprichting dier fabriek werd er op
bijna elke boerderij, hoe klein ook, boter
gekarnd en kaas gemaakt, maar dit behoort
tot het vededene. Elkeen, zelfs de be
zitter van ééne melkkoe, kan thans leveren.
Daarenboven wordt de boter en de kaas slechts
voor export gefabriceerd en alleen de leve
ranciers van de melk hebben het voorrecht
een bepaalde hoeveelheid boter te kunnen
koopenkaas evenwel niet. Is ’t dus
wonder, dat de zuivelproducten hier schaars
en daardoor veel duurder zijn dan in de
steden
Hindeloopen. Zondag is hier de eerste
ansjovis (16 stuks) aangebracht. Dit is^zeer
vroeg, hetgeen als een goed teeken voor de
vangst wordt beschouwd. Er wordt hier ge
klaagd over //bloei” in het water, wat de
netten aanzet en dus de vangst belemmert.
Nog eenige dagen mooi weer zal een gunstige
uitwerking hebben.
Gisterenmorgen zijn hier 2000 stuks ansjo
vis gevangen.
Wegens het troebele water wordt met
drijvende netten gevischt.
Workum, 22 April. Op het vernemen
van het bericht dat heden morgen te Hinde
loopen plusm. 2000 ansjovisjes waren
gevangen, terwijl een paar anderen iets minder
hadden, togen ook onze visschers aan den
arbeid om de toebereidselen aan de benoo-
digde netten enz. te voleindigen. De meeste
visschers brengen heden avond de netten
nog in zee. De goede vangst trekt de vis
schers bijzonder aan, want de winter is voor
velen lang, te lang geweest. De vischjes
zijn dit jaar bijzonder vroeg en zijn mooi
van stuk. Naar het zich laat aanzien is het
begin goed, zoodat op een flinke vangst wordt
gehoopt. Voor velen zou het een ware uit
komst wezen, aangezien de haringvangst geen
bevredigende resultaten heeft opgeleverd.
In het zool en bij de haven heerscht dan
ook een gezellige drukte en beweging.
Heden Dinsdag waren een paar visschers
gelukkig met de vangst en konden een mooi
aantal noteeren. Men spreekt van 1500
ansjovis. De visschers zijn vol moed op een
goede vangst.
On voor zie htigh eid.
Niettegenstaande de vele waarschuwingen
heeft een landbouwstudent te Wageningen
de vorige week herhaaldelijk met onbeschermd
of niet voldoende beschermd oog naar de
zonsverduistering gekeken. Dientengevolge
is hij aan één oog bijna blind, terwijl het
andere zeer verzwakt is.
Wageningsche auto-val.
Ten dienste van de Wageningsche politie
zijn een paar chronometers aangeschaft. Met
behulp dezer instrumenten zijn de laatste
dagen niet minder dan 30 automobiel- en
rijwiel-overtredingen geconstateerd. Alleen
Zondagmiddag werden op den straatweg van
den Wageningschen Berg (waar de voorge
schreven snelheid 12 K.M. per uur bedraagt)
20 bekeuringen gemaakt. Van de passeerende
automobielen was er geen enkele die over de
200 meter op welken afstand 2 politie
agenten in burger zich hadden geplaatst
de gevorderde een minuut reed. Op één na
reden alle 50 seconden of minder tot 14
seconden over dezen afstand Tegen al de
eigenaars is procesverbaal opgemaakt.
Twee jonge mannen van Leeuwarden,
die Zondag met een zeilboot waren uitge
gaan en die in lentelust en opgewektheid
de noodige voorzichtiglieid eenigszins uit
het oog verloren, geraakten in het Woud-
mansdiep, nabij Froskepolle, met hun vaar
tuig om. Zij wisten zich aan de boot vast
te houden, tot een voorbijvarende turfschipper
hen te hulp kwam en hun uit de niet on
gevaarlijke positie redde.
De haringvangst is thans aan de
Friesche westkust afgeloopen. Ze is zeer
slecht geweest, weinig vangst en veel averij
aan de netten. De eerste ansjovis is hier
aangebracht doch durven de visschers hun
want niet in zee brengen, daar de zee vol
is van ronddrijvend vuil. Men hoopt dat
mooi weer en kalme zee hierin spoedig ver
betering zal brengen. I
7.25 9.28
7.37 9 40
7.47 - 9.50
7.52 9.53
8.07 10.08
8.45 10.43
8.50* 9.35* 10.25 11.10 12,45 ö^u" 4.30
'9.02* 9.47* 10.37 11.2212.57 2.02 3.32* 4.42
9.14* 9.59* 10.49 11.34 1.09 2.14 3.44* 4.54
9.20* 10.05* 10 55 11.40 1.15 2.20 3.50* 5.—
Alleen Vrijdags nam. van Arum 3.27, te Witmarsum 3.45, te Bolsward 4.20.
1.26
1.56
2.04
2.55
8.21
9.12
9.15
9.45
Witmarsum v. 8 10.10* 1.15 3.15* 5.40* 8.55
a. 8.50 10.55» 2.— 4.—* 6 25* 9.40
geteekende trammen loopen Zondags niet en met een f geteekende alleen Vrijdags.
In principe hield ik eerstgenoemde tactiek
voor de beste. Doch wat heeft men aan
principes, vooral tegenover vrouwen?
Ik volgde het dienstmeisje.
Dus je bent toch teruggekomen.
Verneem dan, dat ik alleen terugge
komen ben, om je te zeggen....
Dat je niet terugkomen kunt
Zij lachte mij uit en haar witte tanden
blonken.
In mijn toorn stampvoette ik en wilde
weer heengaan... Doch zij greep mijn hand.
Ga hier eens zitten,in dien luierstoel...
en luister naar de geschiedenis van de
schoone Zuelma. De geschiedenis van de
vrouw, die niet weenen kon.
O Er was ereis...
Zoo begint ’t nietwant ’t gebeurde
te Teheran. De sjah van Perzië maakte
eens, toen hij met den opper-oelema over
wereldsche zaken en en over de vrouwen
philosofeerde, de opmerking Zwak als de
vrouwDe opperoelema antwoorddeDe
vrouw is dikwijls sterker dan de man.”
Hoe kan een schepsel, dat dagelijks om
elke kleinigheid weent, sterk zijn Ver
heven sjah! Beproef eens, de schoone Zuelma,
Almanzor’s vrouw te doen weenen Gelukt
dit u, dan geef ik mij gewonnen.”
Den volgenden dag werden Zuelma
Almanzor bij den sjah geroepen.
Hebt gij uw man lief?
Ik aanbid hem. Hij zou wel honderd
vrouwen kunnen houden, maar buiten mij
heeft hij er niet ééne. Want hij heeft mij
ook lief. En Zuelma zag met liefelijk tee-
deren blik naar haar man.
Almanzor beantwoordde dien blik met ge
lukkige tevredenheid.
Als gij uw man zoo gelukkig maakt,
toon dan of gij den Beheerscher aller Per
zen gelukkig kunt maken
Noch Zuelma noch Almanzor begreep
den vorst. Wat wilde die eigenlijk
Spoedig zouden zij het vernemen. Op een
wenk kwam, onder leiding van den opperen-
nuch, een prachtige stoet in den zaal, om
Zuelma naar den harem te brengen.
Almanzor viel weenend den sjah te voet,
Zuelma echter troostte hem.
Vrees niet, geliefde, ik blijf jou vrouw.
Aan een ander zal ik nooit toebehooren.
Duidelijk, vastberaden had zij gesproken...
en geen traan glansde in haar oogen.
De opper-oelema keek zegevierend den
sjah aan. Deze echter fluisterde hem toe:
Wij kuunen de schroef aandraaien.
Bij de eerste poging zijn geen tranen ge-
vloedwij zullen zien, of zij zich verder
ook goed houdt.
En Zuelma werd niet naar den harem
gevoerd, maar men bracht nu haar zoontje,
dat pas begon te loopen, voor den sjah.
Verschrikt vroeg Almanzor, wat men
wilde met het kind.
Hij moet mijn voorspraak zijn, sprak
de sjah, bij zijn moeder, die den almachti-
gen Beheerscher der Perzen niet wil lief
hebben. Kom, kleine Nietwaar, je zult je
moeder vragen, dat zij mij liefheeft... wer
kelijk liefheeft... want als zij dat niet doet,
valt jou mooi kopje in het stof...
Verheven heer!... Dat zult gij niet
doen antwoordde Zuelma bevend uw macht
is groot, maar grooter nog is uw hart....
Het allergrootst echter is mijn liefde
Zuelma gaf niet toe. Zij behoorde baar
mangeen ander mocht haar bezitten.
Men brenge den vader en den zoon
naar het gerecht
En de beulsknechten sleepten beiden
mee.
Zuelma, naar lichaam en geest gebroken,
staarde beiden na... Doch in haar oogen
was geen traan te zien, en de triomf van
den opper-oelema leek al verzekerd.
Geeft gij u gewonnen vroeg hij.
Nog niet, vriendlaten wij nog een
weinig wachten ik zal de schroef voor
't laatst aanzetten.
Zuelma, verdoofd, overstelpt wankelde naar
de zaaldeur.
Wacht nog, schoone Zuelma, om de
terechtstelling bij te wonen.
O neen dat niet... dat nietsmeekte zij.
Gij moet
Nu goed dan Mijn man en mijn
zoon zullen moedig sterven voor mijn eer
Gij zijt een brave vrouw Wees ge
lukkig antwoordde de sjah. En op zijn
wenk werd de deur geopend. Almanzor
stormde met zijn zoontje naar binnen en
viel zijn vrouw om den hals.
Toen weende Zuelma van blijdschap
zonk snikkend in de armen van haar.
Tranen stroomden uit haar oogen
vreugdetranen.
En de opperpriester sprak
Verheven Gebieder, ik voel mij ge
slagen Waarlijk. Gij kent de vrouwen
beter dan ik.
12.30 2.05*
12.42 2.17*
12‘52 2 27*
12.56
1.11 2.42*
1.50 3.20*