Verschijnt Donderdags en Zondags. 51ste Jaargang.
No. 39.
Nieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
De raad van een Priester.
De beste voor den prijs
DE VOLKSDRANK
L
Cacao
1918.
lil
Li
I
v
J
lil
l
Zondag 12 Mei.
«I
bij uitnemendheid.
h
VAN HOUTEN’S
•22 g-ilsïg a
O p O qj)
ir
h
Of 5
«5
VOOR
Afzonderlijke
RECLAME.
dergelijke
prospectus
schrijving
enz. enz.
hardnekkige doof-
oorsuizingen, die
GOED en GOEDKOOP.
VOEDEND en
GEMAKKELIJK
VERTEERBAAR.
1 Kg. 1.50 1/4Kg-, /0.42i
y2 - 0.80 Vio- 0.18
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar A 5 Cent.
Het Mond- en Klauwzeer in Nederland
in 1911.
2
bewerking der brochure zijn
aan 't geen te lezen staat in
over Pinkpillen, Nierpillen en
Ik aan
Dit was
beveling
dienst te zijn door
blaadje van een
nauwkeurige be
gSÉ
s
is bestemd om te worden:
In het vierde hoofdstuk bespreekt Dr.
Remmelts de ter bestrijding der ziekte ge
nomen maatregelen. Aan pogingen tot be
teugeling van de ziekte heeft het in het
afgeloopen jaar niet ontbroken. Krachtiger
dan ooit te voren is tegen hare voortschrij
ding te velde getrokken, tonnen gouds heeft
de Regeering voor de bestrijding besteed en
eene volharding in de toepassing der maat
regelen is in sommige streken van ons land
ten toon gespreid, zooals nooit te voren. Als
men echter, zegt de schrijver, het resultaat
ziet van al dat streven, mag men zich af
vragen, of de nu opgedane ervaring heeft
geleerd, dat elke strijd tegen de ziekte moet
worden opgegeven, dan wel of door volma
king der bestrijdingsmiddelen voor de toe
komst een beter resultaat te verwachten
zoude zijn.
Eén factor, meent hij, is niet voldoende
tot uiting gekomen, dat is de medewerking
van de veehouders. Deze liet veel te wenschen
over en toch is niemand beter in staat
verspreiding van smetstof te voorkomen, dan
hij, die de ziekte in den stal heeft. Het
hangt echter van zijne persoonlijke belang
stelling voor het welzijn van zijne buren
af of hij zich de moeite wil getroosten alles
te doen om te trachten de ziekte te be
perken. Dat hierop niet altijd te rekenen
valt, heeft de ervaring voldoende geleerd.
Ook waar men aanvankelijk van goeden wil
is, gaat de moed er toch zoo spoedig uit.
Wanneer de ziekte in zijne omgeving op
treedt en wanneer hij dan door de maat
regelen eenige belemmering in zijn bedrijf
ondervindt, is de boer spoedig de meening
toegedaan, dat er toch niets aan te doen is.
Is het zoover gekomen, dan ontaardt die
medewerking niet zelden in tegenwerking,
welke door de genomen maatregelen heet
bevprderd te zijn. In hoeverre dit het geval
is wordt bij de behandeling der verschillende
maatregelen nader onder de oogen gezien.
Inzonderheid wordt daarbij uitvoerig stil
gestaan bij het afmaken van ziek en ver
dacht vee (in het geheel werd betaald door
het Rijk voor wegens mond- en klauwzeer
onteigend vee f 503265.Hierbij komen
f 65798.wegens kosten van schatting,
vervoer, slachten enz., terwijl het vleesch
opbracht f 207956.bij het insluiten
van hoeven zonder afmaking van vee, bij
het beperken der veebeweging door het
vormen van kringen, bij het verbod tot het
houden van markten, tentoonstellingen enz.
Het vijfde hoofdstuk bevat een overzicht
van hetgeen in België, Duitschland, Frank
rijk, Denemarken, Zweden, Engeland en de
Vereenigde Staten van Amerika ter zake
van de bestrijding van het mond- en klauw
zeer wordt gedaan. In verband hiermede zij
medegedeeld, dat de heer Remmelts in Sep
tember 1911 in opdracht van den Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel eene
reis maakte naar Duitschland, Denemarken
en Engeland ten einde zich met de in die
landen gevolgde bestrijdingsmethode op de
hoogte te stellen. Ten slotte wordt in het
en Zuid-
Uit dit staatje blijkt evenals uit de kaar
ten, dat de ziekte het ergst heeft gewoed in
de veerijkste provinciën Noord-
Holland en Friesland.
Het is uit den aard der zaak moeilijk eene
berekening te maken betreffende de door de
ziekte aangerichte schade, te meer, daar zij
gepaard ging met eene door de droogte ver
oorzaakte buitengewone voederschaarschte,
welke eene genezing der aangetaste dieren
zeer vertraagde en voorts in het algemeen de
melkgifte sterk verminderde. Dit mag echter
wel worden aangenomen, dat de ziekte eene
schade van millioenen guldens met zich
bracht. Over het algemeen kenmerkte zich
de invasie vap 1911 door een groot aantal
sterfgevallen.
Voor zoover zij ter kennis van de districts-
veeartsen kwamen, bedroegen deze
4786 koeien, 6200 kalveren, 6450 varkens
en 312 schapen en geiten.
Bovendien werden afgemaakt 2568 stuks
rundvee, 1839 varkens, 526 schapen en
45 geiten.
in het derde hoofdstuk worden aard en
wezen van het mond- en klauwzeer besproken.
Ofschoon de ziekte zich als eene zeer be
smettelijke heeft doen kennen, zoo is de
smetstof toch nog niet voldoende bekend.
Terwijl men vroeger in verband met de
groote besmettelijkheid overhelde tot de
meening, dat de smetstof vluchtig zou zijn,
is uit nadere onderzoekingen gebleken, dat
men te doen heeft met eene filtreerbare
smetstof. Al kent men de eigenschappen van
deze smetstof niet zoo grondig als het geval
is met die van andere ziekten en al kan men
haar b.v. niet kweeken, zoo weet men er
toch wel het een en ander van, o.a. dat zij
voorkomt in het vocht der bij de ziekte op
tredende blaren. Ten aanzien van het be
smettend vermogen van den blaarinhoud is
afdoende vastgesteld, dat 1/5000 van een
gram voldoende is om bij runderen de ziekte
te doen verschijnen.
Voorts wordt aangenomen, dat de smet
stof door uitdrogen en door de inwerking
van hooge temperatuur vrij spoedig haar be
smettend vermogen verliest.
,/Waarde Heer. Gij hebt mij gevraagd
U het middel te doen kennen, dat mij
zoo goed geholpen heeft, voor de ge
nezing van een zeer
heid, vergezeld van
zeer lastig waren.
Ik doe dit met zooveel te meer ge
noegen, daar ik een grenzelooze dank
baarheid koester voor deze bewonderens-
waardige en voortreffelijke behandeling.
Ik heb door personen, die er getuige
van geweest zijn, vernomen, dat er on
langs een middel ontdekt is, ,/Auralose”
geheeten, een soort van afleidend, plant
aardig weefsel, dat op het tepelvormig
beenuitsteeksel gelegd, verrassende ge
nezingen teweeg brengt.
ïk liet een behandeling voor twee
maanden met ,/Auralose” komen en
begon er dadelijk mee, en na verloop
van zeven en dertig dagen begon ik
eene vermindering van oorsuizingen te
constateeren en 20 a 30 dagen daarna
hoorde ik genoeg om de biecht te volgen.
Mijn vreugde en mijne dankbaarheid
van weer te kunnen hooren gelijk
iedereen, zijn zoo groot, dat ik deze
merkwaardige behandeling met alle
kracht zal ruchtbaar maken.
Ik meen U van
U hier ingesloten een
en eene
over de Auralose te zenden”
Nummer 1 van de Verslagen en Mede-
deelingen van de Directie van den Landbouw
voor 1912 is de vorige week door ons ont
vangen. Het bevat een uitvoerig rapport
omtrent bovenstaand onderwerp, samengesteld
door Dr. H. Remmelts, Inspecteur van den
Veeartsenijkundigen dienst.
Het is zeker wenschelijk dat allen die
belang hebben bij den strijd tegen de ge
vreesde ziekte, dit rapport aanschaffen en
het ernstig lezen. Het is verkrijgbaar bij
Gebr. J. H. van Langenhuysen te Den
Haag en wordt na ontvangst van f 0.60 franco
toegezonden.
Onder voorbehoud dat wij op sommige
onderdeden van den inhoud zelfstandig zullen
terugkomen, plaatsen wij thans een resumé
dat wij voor dit doel ontvingen.
zesde hoofdstuk de vraag besproken, welke
gedragslijn in de toekomst moet worden
gevolgd.
In de eerste plaats bespreekt schrijver de
het nemen van maatregelen
en den veestapel
Velen raden dit
Reeds eenige weken bemerk ik periodiek
in meerdere couranten eene advertentie, met
het opschrift: de raad van den priester! De
inhoud van gezegde advertentie slaat opeen
radicaal geneesmiddel van doofheid. De
priester in kwestie, pater J. Buraf, zou door
een zeer gemakkelijk middel van deze kwaal
zijn genezen en uit dankbaarheid wil hij nu
eiken lijder aan oorkwalen, dat middel bekend
maken.
Zoo oppervlakkig beschouwd een zeer on
schuldige, ja zelfs vertrouwbare annonce.
Een geestelijke, door genezing van ziekte
dankbaar gestemd, wil ook anderen den weg
tot herstel wijzen. Mooi, heel mooi. Maar
wat ’n dure dankbaarheid. Dag in, dag uit,
aldoor maar te adverteeren, in groote bladen
zelfs, porto’s uit te geven voor correspon
dentie... haast te mooi.
Nieuwsgierigheid bewoog me dien heer
eens te gaan schrijven. In orde gekomen.
Binnen ’n paar dagen ontving ik’n afdrukje
van ’n brief. Met behulp van een dictionnaire
gelukte het me het Fransch van den heer
Buraf te verhollandschen, zoodat ik de vol
gende vertaling bekwam.
Het rapport bestaat, behalve uit eene korte
Inleiding uit zes hoofdstukken.
In de twee eerste wordt in bijzonderheden
nagegaan, hoe het mond- en klauwzeer zich
in 1911 over ons land verbreidde. Terwijl
in de jaren 1909 en 1910 slechts enkele
gevallen van mond- en klauwzeer hier te
lande voorkwamen, heeft 1911 zich geken
merkt door eene invasie, waaraan geene
provincie is ontsnapt. Ongetwijfeld uit Duitsch
land ingevoerd, heeft echter de verbreiding
niet van Oost naar West, maar in tegen
gestelde richting plaats gevonden. Eén blik
op een tiental aan het rapport toegevoegde
kaarten, waarop voor den Isten van iedere
maand van 1 April1 Januari de stand der
ziekte is aangegeven, leert, dat het mond
en klauwzeer zich van het oogenblik af,
dat het in Noord-Holland en Utrecht vasten
voet begon te krijgen, in korten tijd over
alle provincies heeft verbreid.
Het onderstaande staatje geeft een over
zicht van het aantal veehouders in iedere
provincie, onder wier vee mond- en klauw
zeer voorkwam (waarbij de vet gedrukte
cijfers het aantal aangeven, wier vee is af
gemaakt) en stelt tevens in staat, dit aantal
te vergelijken met het geheele aantal vee- en
rundveehouders.
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
’t lezen met het inliggend blaadje,
een in vier talen gestelde aan-
van het middel ^Auralose”, .met
prijsopgave, gebruiksaanwijzing en een aantal
dankbetuigingen van menschen uit Italië,
Spanje en Zwitserland.
Inhoud en
al heel gelijk
de boekjes
andere kwalen.
Alleen... de raad van den priester!
het uithangbord is pakkender, en daardoor
verlokkender. En daardoor zal de fabrikant
van het wondermiddel u Auralose” betere
vangst krijgen in zijne fuik.
Zou een geestelijke zich voor
reclame leenen? Ik betwijfel het, en zie in
de geheele zaak niets anders dan een poging,
om eenvoudige lieden, door het motto„de
raad van een priester” te bewegen hun
penningen te verwisselen voor het fabrikaat
systeem dr. L. H. Earthier.
Als iemand me vraagt of ik met het
schrijven van dit artikeltje ’n waarschuwing
geef, antwoord ikdat moet ieder zelf weten.
Later ontving ik nog uit Parijs een in
onze taal geschreven werkje (35e uitgave),
dat geheel over het middel schrijft in zeer
goed Hollandsch, maar zoo vol is van allerlei
geneeskundige termen en aanhalingen, dat
eèn leek er versteld van staat.
Intusschen ligt deze brochure aan het
Bureau dezer courant voor belangstellenden
ter lecture. Ws.
vraag of men
achterwege moet laten
moet laten doorzieken,
aan, aldus redeneerende/zals nu alle dieren
de ziekte hebben gehad, heeft de smetstof
geen voedsel meer om voort te kunnen
woekeren en het lijden is geleden”. Dit is,
zegt Dr. R. zeer juist gedacht, wanneer het
enkele stallen betreftook mogelijk nog
voor eene kleine streek, maar voor het ge
heele land bedriegt men zich. Men raakt
op die wijze de ziekte nooit kwijt, zooals
schrijver aan de hand van de in de jaren
1892 tot 1912 opgedane ervaring aantoont.
Sommigen verwachten alle heil van een
serum of eene entstof, die de wetenschap
ons in de toekomst zal brengen. Nu is er
over de te verwachten resultaten van een
serum nog niet veel positiefs te zeggen. Er
op rekenen, dat dit in de toekomst het
middel ter bestrijding der ziekte zal zijn,
kan men in elk geval niet. Men zal dus
naar doeltreffender maatregelen moeten uit
zien. Want het is noodzakelijk, dat hier te
lande het mond- en klauwzeer krachtig wordt
bestreden. Deels om het groote nadeel, dat
de ziekte aan den veestapel toebrengt, maar
meer nog in het belang van onzen uitvoer
van landbouwproducten in het algemeen en
veeteeltproducten in het bijzonder. Die
export ondervindt thans reeds groote be
lemmeringen, zoodra het mond-en klauwzeer
hier te lande voorkomt en naarmate men in
andere landen den strijd tegen genoemde
ziekte krachtiger gaat voeren, zal voor ons,
willen wij onzen uitvoer niet in gevaar
brengen, een krachtiger optreden ook ge
boden zijn.
Na el nog eens op gewezen te hebben,
hoe de oorzaken van de groote uitbreiding
in 1911 gelegen zijn in niet tijdige aangif
te, in onwillekeurige en opzettelijke versprei
ding van smetstof en in gebrek aan middelen
om de gegeven voorschriften te handhaven,
komt de schrijver tot de bespreking der in
’t vervolg te nemen maatregelen.
Ook als er geen gevaar voor het binnen
dringen van het mond- en klauwzeer is,
moet het verbod van invoer van herkauwende
dieren en varkens en van sommige daarvan
Bolswardsche Courant
JMM
1
01
GO
O
o
GO
iQ
co
GO
LQ
04
I
04
O
O
Tb
CO
m
o
cm
o
04
r-H
X1
j 7
Q. T—
ft
[Bi
ai
onj
Rona
I
O 70 H GO LQ GO o O O GO tQ
IOCO(MCOQCOGOOH(MH
H GO 04 Q m r-
Z ?O Z Z 71 O1 OJ GO CO 05
kOCDGM r-t rH -^00X04 04 04
COCOCOCOOQCOQO^^
CO <N r-< r-l CO N CO
H O 71 71 C4 O C4 O h O
S o o ti w w o o h
OlQOGOv-i 71 04 lQ 04 in o
40 GO 04 o 04 Th 70 Tfi O) 7,7
-g 'O
d
-r cj 7. q 11-in
r-l -r-i Tti LO t-H CO T—I HH
c
ajojw O D D O TfiDO O CO Q
D 17 ‘O H LQ H H CC
to CO X 1O O W 1Q 00 D H
0 17 01 COr-IC4OC0OC7G0
COOOOl Ht0O>3OCO74 Wn
CO X r-1 H T—I CN T—I 1—I 04