GEMENGD NIEUWS. De man met den baard. 1 I haalde zijn horloge uit den met den baard lachte evenwel te 1 Stoomdruk Firma B. Cuperus Az., Bolsward. - 48,— - 50,— - 51,— Gelezen op een ruit lapper In en Verkoop van tweede handschoenen. verdwenen de jonge man I f 50,50 - 50,50 - 49,50 I zamen gaf hem in mijn iets waardigs, iets, dat vertrouwen maar en wel land de verlaging Delft Leiden Zwolle Kampen In het Buitenland toe bijdroegen den toestand even te bedenken we ten minste niet te laat zijn. worden eerst over gewisseld, eer liefdes-pad begeeft; dan klopt hij boerderij, waar het meisje woont vraagtHeb je bijwijlen geen lucifer m’n piep aan te steken? Beijvert zich de jonge deerne om zijn, dan is dat zaakje beklonken... Zoo laat René Bazin den ouden Zeeuw- schen boer praten. En met een glaasje brandewijn in de hand, blijven zij dien avond nog lang plakken en kijken uit de boerderij den polder over, en luisteren naar een doffen golfslag, die op het verre strand breekt. van een schoen- u binnenkwam MARKTBERICHT VAN BOTER. Met verwijzing naar het vorige markt bericht, waarin wij het vermoeden uitspraken, dat het hoogtepunt was bereikt, kunnen wij thans mededeelen, dat inderdaad de beweging in den boterhandel, waardoor in Mei 1912 prijzen zijn bereikt zooals alleen tusschen de jaren 1871 en 1881 werd vertoond, eenigs- zins is geluwd. En inderdaad kunnen de producenten tevreden zijn, want ook zelden of nooit was de productie zóó groot als nu. Het is ongekend hoe de weiden prijken met een reuzen gras- en hooi-oogst en dit gepaard aan de vigeerende prijzen geeft den producent maximum opbrengsten. De noteeringen zijn de afgeloopen week iets terug geloopen, hoewel voor het Binnen- van niet veel beteekenis is. f 50,— h f 58,— - 58,- - 54, - 53,- waren verschillende er in het volgende waarvoor ik eerst verrassende verklaring heb Uit een verslag Bovenbedoelde loonsverbeteringen in het havenbedrijf zijn een uitvloeisel van over wegingen, die in den boesem der werkgevers reeds geruimen tijd voorzaten... factoren, die er flauwer te maken. De hoofdfactor blijft de aanhoudende gun stige weersgesteldheid, waardoor in geheel Europa een groote productie is ontstaan. Verder droeg voor Engeland tot de depressie bij de staking in Londen. Algemeen zijn de prijzen teruggeloopen. Voor Friesland bedraagt de daling f 1,50 a f 2,per 40 K.G., waardoor eenigszins normaler noteeringen zijn bereikt. Ook voor Brabant nam de daling gelijke afmetingen aan. Volgende week kalme handel met onver anderde of iets lager prijzen is de verwachting. Sneek, fabrieksboter n boerenboter Leeuwarden, fabrieksboter Eéndaagsch-retour. In den trein is er sprake over de strengheid, waarmee de trein- directie tegen misbruikers van één-daagsche retours optreedt. O, zegt een reiziger, mij doen ze niets, al reis ik geregeld den volgenden dag op mijn retour van den vorigen dag. Men kijkt verwonderd naar den overtreder van de strenge spoorweg-reglementen. Ik woon in Haarlem, reis met een één- daagschje naar Amsterdam, en neem den laatsten trein terug, die om 12.20 uit Am sterdam vertrekt U vindt het zeker wel goed, dat ik het licht een beetje temper? De jonge man, die in den anderen hoek van de coupé zat, vroeg het mij op beschei den, beleefden toon. Ik vond het goed. Het was niet de eerste maal, dat ik van Oxford naar Birmingham reisde. In lezen had ik thans geeri trek, mijn beleefde maar weinig toeschietelijke reisgenoot scheen niet op een gesprek gestéld te zijn en dus trachtte ik ook maar niet het ijs tusschen ons te breken, hoewel ik op mijn Engelsch zeer trotsch was en toch ook wel weer gaarne iedere gelegenheid aangreep om mij te oefenen. Politie-maatregelen. Binnenkort zal te Moskou een standbeeld voor Alexander III worden onthuld, en bij deze plechtigheid zullen de Tsaar en zijn familie naar de oude Russische keizerstad komen, om de onthulling bij te wonen. Dit aanstaande keizerlijk bezoek geeft weer aanleiding tot heel wat zonderlinge maat regelen van.de zijde der politie. De autori teiten schijnen bevreesd te zijn, maar waar voor, dat is onverklaarbaarEn daarom wordt een bewakings- en spionnage-systeem inge voerd, dat aan het wonderbaarlijke grenst. Bijna zou men kunnen zeggen, dat iedereen in Moskou dag en nacht wordt nagegaan. De hotelhouders moeten eiken dag eenige malen een lijst inleveren van de gasten in hun hotel, van de uren waarop deze uitgaan en thuiskomen, van wie ze ontvangen en waarheen ze gaan. Elke hotelgast wordt op Van een schoorsteen vegers-kwitantie Voor het vege van schoorsteennen en kaanaalle acoort. elke wandeling, op eiken rijtoer door de politie nagegaan. De huurkoetsiers moeten op aanvrage aan de politie mededeelen, wie en wanneer zij gereden hebben, waarheen, hoe lang, met welk doel. De geheele stad is onder den indruk van dit bewakingsstelsel, <’at de vreemdelingen verjaagt, den winkelstand groote schade be rokkent, en den handel van Moskou verlamt. Vliegen zonder motor. De Concours de l' Aviette, georganiseerd door de firma Peugeot fréres, die 10.000 francs aanboden voor een vliegtoestel, ge dreven door menschenkracht, dat een afstand van 10 meter twee maal, in twee verschil lende richtingen, zou afleggen, heeft geen succes gehad. Een tweede prijs van 1000 fr. was uitgeloofd voor wie met een dergelijk toestel een meter ver op een hoogte van minstens 10 cM. zou vliegen. Van de 198 ingeschreven vliegtoestellen kon niet één enkel den grond verlaten, niet tegenstaande van 9 uur ’s morgens tot zons ondergang wanhopige pogingen werden aangewend. De 2500 toeschouwers, die interessante proefnemingen verwacht hadden, moesten zich aldra met sissen, fluiten en ironisch applaudiseeren bezighouden. Slechts twee „aviettes” schenen, bij gunstiger windstilte, kans van slagen te zullen hebben. Een daarvan is gebouwd als een Farman tweedekker en is gebouwd door een mijnheer Piat uit Boulognede ander is van een geheel nieuw systeem en uit gedacht door M. Harry uit Mendon. De //Onder de Streep” schrijver van het Algem. Handelsblad schrijft Ferme Hollandaise. René Bazin bracht bij een jachtpartij een bezoek aan een onzer Hollandsche polder-boerderijen, naar ik kan gissen ergens in Zeeland. Wanneer daar, na den maaltijd, de boer, eigenaar van de Drie Gebroeders bij het jachtgezelschap binnen komt, om er zijn pijp te rooken en een praatje te maken, brengen de jagers den ouden boer aan het praten; en deze vertelt dan gelijk nu René Bazin navertelt over verschillende van onze eigenaardige Hollandsche gebruiken. ’t Gaat over huwelijksgewoonten. O, zegt de oude Zeeuwsche boer, (en wij vertalen zijn in het Fransch vertaalde Zeeuwsch weer in het Hollandschdat scheelt heel wat met het eene dorp of het andere, en ’n knappert moet ’t zijn, die alle manieren kent, om ja te zeggen bij ’t vrijen. Maar toch vertelt hij In het land van Goes trekken de meiskens, die nog geen verkeering hebben, voor de kermisbals een zwarte en een witte kous aan... In Zuid-Brabant kun je weten aan het strooien van het zand in een cirkel voor den deurdrempel, of er ’n huwbaar meisje in huis is... Maar in Noord-Brabant en weer zakelijke brieven de jonge man zich op het aan de en hij om nu hem behulpzaam te Aanranding. In den nacht van Zaterdag op Zondag omstreeks één uur, keerde te Rotterdam het echtpaar A. M. met den bij hen inwonenden L. K. uit de stad huiswaarts. Op weg naar hun woning aan de Brielsche laan aldaar, werden zij ter hoogte van de Maashaven Oz. aldaar lastig gevallen, uitgescholden en ten slotte aangevallen door drie losse werklieden. Het echtpaar en ook L. K. zijn door deze mannen op een ergerlijke wijze mishandeld en verwond, terwijl de boodschappen, die zij uit de stad hadden meegebracht, vernield werden. Een van de daders, de losse werk man C. 8., is later gearresteerd. (N. R. Ct.) De staking in Engeland en onze handel. Een dreigend gevaar nadert voor het West land weer in de groote havenarbeidersstaking te Londen. De tijd van uitvoer van aard appelen, tomaten en groenten naar Engeland nadert of is reeds begonnen, maar geschiedt nog met groote moeite over de Harwichlijn te Hoek van Holland. De z/ Batavier” neemt geen groenten meer mede. Voor den West- landschen handel dreigt dit weder een groote tegenslag te worden. (Fad.) Desertie. Te Dover (Engeland) kwam dezer dagen het jacht //Yolande” aan, om kolen in te nemen. Nauwelijks lag dat schip aan wal, toen de geheele bemanning, 60 man in aantal, met uitzondering der officieren, deserteerden. De matrozen, bijna allen Engelschen beklaagden zich over slechte kwartieren. Doch dat schijnt niet de eenige reden geweest te zijn. Het jacht, 1822 tonnen groot, werd door den gestorven spoorweg- koning Morton T. Plant in Florida gebouwd het is echter 't eigendom van een mevrouw Terelschenski te Petersburg, die, naar be weerd wordt de weduwe van Plant zou zijn. Het schip vaart nu onder Russische vlagen Engelsche bladen beweren, dat de desertie der manschappen hiermee in verband staat. Het jacht zou op reis zijn met onbekende bestemming. Tegen het hazardspel. De Spaansche regeering wil de hazard spelen weren. Zij heeft den gouverneurs der provinciën gelast deze althans niet meer toe te laten, voordat de quaestie wettelijk is ge regeld. Het gevolg is, dat o.a. het casino te San Sebastin, waar de koninklijke familie den zomer doorbrengt en waar vele vreemdelingen komen, is gesloten en dat het personeel is ontslagen en de contracten voor den zomer zijn afgezegd. Men is daar over echter zeer ontevreden en waarschijnlijk zal de zaak in de Kamer ter sprake worden gebracht. Ik schoof behaaglijk in mijn hoekje en hulde mij in de reisdeken en sloot de oogen. Hoe lang ik zoo gedompeld mag hebben weet ik niet. Zeer verbaasd en verrast, ja zelfs een beetje geschrokken was ik dan ook, toen ik na eenigen tijd de oogen opende en een nieuwen reisgenoot tegenover me zag. Van waar hij zoo plotseling gekomen was, was me het eerste oogenblik niet recht duidelijk. Misschien had de trein aan een der kleinere stations gestopt, zonder dat het mij opge vallen was, misschien was de man door de gang uit een andere coupé gekomen. Lang had ik evenwel niet den tijd om hierover na te denken. Toen de nieuwe reisgenoot had gemerkt dat ik wakker was geworden, nam hij zeer beleefd zijn reispet af en wenschte mij met een diepe, welluidende stem goeden avond. Ik beantwoordde den groet, kroop daarna weer in mijn hoekje, want ik gevoelde nu hoegenaamd geen neiging om een gesprek te voeren. Maar de nieuweling interesseerde mij om een of andere reden, voornamelijk misschien wel om zijn plotselinge en raadselachtige tegenwoordigheid en ik keek hem met half gesloten oogen aan. Zijn geheele verschijning maakte een zeer goeden en voornamen indruk en het was een geheel ander type dan men in Engeland gewoonlijk te zien krijgt; ik peinsde er over wat hij wel kon wezen: een hooggeplaatst ambtenaar, een dokter of een geleerde, een koopman... De lange, goed onderhouden donkere baard, het gouden lorgnet en het kale, maar goedgevormde hoofd, dat hij bij het afnemen der pet een oogenblik had laten zien... dat alles te oogen wekte. Mijn blik scheen hem niet ontgaan te zijn; hij schoof een paar maal heen en weer, trok eens aan zijn pet, stak eindelijk de hand in zijn borstzakken en haalde een sigaretten-koker te voorschijn. U heeft er toch geen bezwaar tegen, dat ik rook De blik, waarmede hij deze vraag vergezeld deed gaan, was eigenaardig. Bovendien be vreemdde die vraag zelve mij. Natuurlijk niet antwoordde ik U is immers volmaakt in uw recht! en ik wees op de kaart, waarop stond, dat in deze coupé gerookt mocht worden. De man beleefd Het rooken is geoorloofd, zeker, ik rook altijd opium-sigaretten tamelijk sterke; ik hoop dat het u niet zal hinderen. Er restte mij niets anders, dan ontkennend het hoofd te schudden. gebeurde iets vreemds, zeer En nu kwartier later een gevonden. Ik was weer in mijn hoekje gekropen en de man met den baard begon te rooken, de wolkjes naar het me toescheen min of meer opzettelijk mij en den anderen reisgenoot, die onbeweeglijk zat en scheen te slapen, in het gezicht blazend. Een gevoel van moeheid en malheid be kroop mij reeds na een paar minuten. Ik bewoog mij verscheiden malen, om eenigs zins dit gevoel van me af te schudden maar het was zonderling; ook mijn lichaam werd door moeheid bevangen. Ik zou nu wel graag gesproken hebben, om wakker te blijven, maar zelfs het spreken viel me moeilijk. De man met den baard rookte kalm door, nam een tweede sigaret, toen de eerste op was en had naar het mij toescheen zelf eveneens met loomheid te kampen. Een weeë, zoetige geur hing er spoedig in de coupé en ik proefde een onaangenamen smaak, die mij bijna onpasselijk maakte. Toen wilde ik den man nog beleefd maar beslist verzoeken met het rooken op houden of een andere sigaret misschien een van de mijnen aan te steken. Maar het was te laat; ik bezat niet meer de kracht om mij op te richten en te spreken. Ik zag nog, dat de man met den baard een fleschje uit den zak haalde en eenige malen met korte, snelle teugen daaruit dronk. Toen ben ik in slaap gevallen. Later ten minste herinnerde een reeks aangename droombeelden mij eraan, dat ik vast en goed geslapen moet hebben. Ik zag bloeiende velden, waarover ik wandelde, gemakkelijk en aangenaam, lichaam en ledematen nauwelijks voelend. Toen ik ontwaakte ik weet niet hoe lang deze toestand geduurd heelt meende ik nog steeds te droomen. Plotseling schudde ik het loome gevoel van me af en ging staan. De trein was nog altijd in beweging. Ik zag op mijn horloge. Zoolang had ik toch niet kunnen slapen. Wij moesten Warwick al lang gehad hebben Droomde ik nog Of Mijn beide reisgenooten waren de man met. den baard en in den anderen hoek. Tegenover mij zat een andere eveneens jonge man, in een gele reisjas, gladgeschoren en met dicht blond haar, het type van een jongen Engelschman. Het raampje van de coupé was geopend en de verfrisschende maar vochtige nachtlucht stroomde binnen. Ik rilde en voelde een onaangename ge waarwording in de maag en in het hoofd. Ik sloot het raampje half en ging weer zitten, nadenkend over het raadsel, dat me onoplosbaar scheen. Maar onmiddellijk werd ik in mijn over peinzing gestoord door den nieuwen reis genoot. O, neem me niet kwalijk, mijnheer. zei hij ik heb u vermoedelijk wakker gemaakt, toen ik het raampje liet zakken. Maar ik kwam uit den restauratie-wagen en vond de atmosfeer hier zoo ondragelijk, dat ik meende een beetje te moeten ventileeren. U heeft opium-sigaretten gerookt, ik zie het aan dit eindje hij stiet met de punt van zijn laars tegen het eindje van de opium- sigaret, die de man met den baard gerookt had en toen heeft u zeker slaap gekregen. Ik was nog steeds verward en beantwoordde de woorden van den jongen Engelschman niet erg beleefd met de volgende vraag Kunt u me misschien ook zeggen, waar we ongeveer zijn De jonge man 1 zak en zei: Ik denk, dat we in een paar minuten te Birmingham zijn. Ja? Zeker, als i Vreemd. U bedoelt? De jonge man zag me verbaasd aan, mijn gedrag moest ook wel een vreemden indruk op hem maken. Zou u me nog even willen zeggen... toen u hier in de coupé kwam... ik bedoel hoe lang is u al hier Hm hij scheen zich ongeveer een half uur. En de trein heeft intusschien niet gestopt Neen. Ik zeg u immers: ik kwam uit den restauratie-wagen. Ik hou er niet van aan een gedekte tafel te blijven zitten als ik gegeten heb. En ik was alleen, toen Juist. De jonge man glimlachte even en ik kon hem dat niet kwalijk nemen, want mijn vragen en mijn houding moesten wel een vreemden indruk maken. U heeft dus geen heer met een zwarten baard gezien? vroeg ik verder. Natuurlijk niet. En ook niet een zwijgenden jongen man in dien hoek daar? Maar ik zei u immers, dat u alleen in de coupé zat, toen ik binnen kwam. U of een van de andere heeren had opium-sigaretten gerookt en ik nam de vrijheid, hoewel u sliep, om het raampje open te zetten, daar de atmosfeer hier onaangenaam en schadelijk voor de gezondheid was, voor u evengoed als voor mij... Op dit oogenblik werkte de rem, de trein had reeds langzamer gereden, doch ik had het niet gemerkt. De jonge man stond op, knoopte zijn jas dicht en ging voor het raam staan, aldus aan verdere vragen, wanneer ik die had willen doen, den pas afsnijdend. Even daarna stond de trein stil en beiden stapten we uit... In de weinige uren, die me nog over bleven, sliep ik slecht en ik ontwaakte met een afschuwelijke hoofdpijn. Aan het ontbijt liet ik mij een ochtendblad brengen. Welk een schrik maakte zich van mij meester, toen ik onder de telegrammen het volgende vetgedrukte bericht las Moord en dief stal in den sneltrein OxfordBirmingham. De acht-en-twintigjarige koopman Henry Warren uit Oxford is gisteren in den snel trein OxfordBirmingham vermoord. De jonge man reisde zooals bleek uit de papieren, die op hem gevonden werden gistermiddag op last van zijn firma met een groote som gelds, ongeveer vijftigduizend gulden, van Oxford naar Birmingham. Hij heeft helaas het eindstation niet bereikt. Een baanwachter vond zijn lijk op eenige kilometers afstand van het station Warwick met verbrijzeld hoofd naast de rails. De portefeuille in den binnenzak scheen onaan geroerd te zijn gebleven, maar een bruin leeren taschje, waarin vermoedelijk het geld was geborgen, was leeg. Er werd onmiddellijk een onderzoek inge steld en de geheele slijn werd nagespeurd. Men vond nog eenige voorwerpen, die licht in deze duistere zaak kunnen brengen en misschien kunnen lijden tot het vinden van den dader. Het zijn: een lange donkere jas, in welker zakken zich bevonden een pruik, een sierlijke donkere baard, een gouden lorgnet, een koker met een aantal sterk naar opium riekende sigaretten en een klein fleschje met een sterk riekende vloeistof ge vuld. De beide laatste voorwerpen zullen door een scheikundige onderzocht worden. De rechter van instructie zal in den loop van den dag een oproeping in de bladen doen verschijnen, waarbij alle reizigers, die in dezen trein zaten, worden uitgenoodigd hem berichten, die voor het onderzoek van belang kunnen worden geacht, te zenden. Toen ik dit opzienbare telegram gelezen had en weer eenigszins tot me zelf gekomen was, schreef ik als eenige getuige van de vreeselijke misdaad, waarvan het hoofd moment echter was afgespeeld, terwijl ik verdoofd was een uitvoerig verslag, dat ik naar den rechter van instructie zond. Een half jaar lang heeft men mij met verhooren en confrontaties lastig gevallen de heer, die een uur lang met een kaal hoofd, gouden lorgnet en een langen don keren baard en na mijn verdooving bijna even lang als gladgeschoren jeugdig gentle man met dicht blond haar tegenover mij gezeten heeft, werd nimmer gevonden.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1912 | | pagina 4