Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. n 1912. No. 48. Verschijnt Donderdags en Zondags. 51ste Jaargang. BES FISCUS HEIL, Donderdag 13 Juni. UIT DE PERS. BINNENL AND. VOOR Afzonderlijke spoedig ’t gat ge- 1 1 de lengte is op zich- op, hoe netjes, Het is „best waer melktapper tegen men een van ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Workum, 10 Juni, foar de boer” zei een ons en wij willen het gaarne gelooven. Veel gras in de weide voor de beesten en ook ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. aan den anderen kant der loketten wuft omhoog stijgen werkt dat niet uitermate opvoedkundig en moeten wij niet dankbaar den staat loven, die zijn onderdanen op zoo’n ongezochte en haast onmerkbare wijze dwingt, zich te oefenen in het ontberen van genot middelen en daardoor eenvoud en soberheid bevordert? Zoo worden alle goede eigenschappen in den mensch aangekweekt en tot bloei ge bracht. Met het bovenstaande hoop ik vol doende te hebben aangetoond, welke aan gename, nuttige en leerzame zijden het be lastingstelsel „met den aankleve van dien” bezit en hoe verkeerd het dus is, zich daar over slechts op antipathieke wijze te uiten. Uit De Middenstander. de maadlanden, die een voor om voor hooi te voor den winter een bejaarde nicht, die met een gezelschapsjuffrouw woont. De twee dames spelen den heeleu dag d.i. van drieën tot tienen halma (er gaat een half uur af voor ’t eten, 20 minuten voor het dutje en een kwartier voor de krant). Maar wilt u wel gelooven als er een belastingbiljet bij den burger, die in stillen ootmoed wacht, tot hij aan de beurt is, zijn offer te plengen. Er zijn wel enkelen, die mopperen over ’t onaangename van wachten en beweren geen tijd te hebben, maar dat zijn de beginne lingen. Zie eens naar de veteranen. Opgewekt en blijmoedig is hun houding en geen klacht komt over hun lippen. Dan het verbod om te rooken, dat menig hartstochtelijk damper moeilijk valt, te meer, waar dartele rookwolkjes van pijpen en sigaren Ik heb eens iemand ontmoet, die me ver telde met plezier belasting te betalen, en al voorzag hij, dat hij in de toekomst steeds nog meer zou moeten opbrengen, hij zou nooit murmureeren integendeel, blijmoedig zou hij den keizer geven, wat des keizers washij vond het nuttig, noodig en gewenscht. Nu moet ik er bijvoegen: ’t was een zonderling, steeds in de contramina en die graag alle dingen op hun kop zette. Waarschijnlijk was uit dezen karaktertrek zijn belastingsympathie te verklaren in ieder geval is hij de uit zondering, die den regel bevestigt. Hoe zou het toch komen, dat iedereen zoo’n ingekankerden hekel heeft, om zijn penningske te offeren aan den fiscus, om zijn steentje, desnoods zijn halved bouwmuur, bij te dragen tot de huishouding van staat, provincie of gemeente? Waaraan is het te wijten, dat het belastingwezen zoo impopu lair is, dat er nooit op sympathieke wijze over gesproken wordt, doch slechts in termen alsbloed aftappen, belastingschroef aan draaien enz. Zeker, ik geef toe, ’t schijnt niet aange naam, telkens geld te moeten storten, waar voor men niet direct het equivalent ziet, wat bij de gewone dagelijksche uitgaven wel het geval is, waar je altijd gelijk oversteekt, als je een trammetje pakt, een borrel drinkt of jezelf op een kwartje sigaren fuift. En, dank zij het credietwezen, is het zelfs hierbij moge gelijk, al lang waarde genoten te hebben, voordat de leverancier de kwitantie aan de deur zendt. Maar deze beschouwing is toch niet van eenzijdigheid vrij te pleiten. De Staat en z’n onderdeelen doen alleen de hoogst noodzake lijke uitgaven en dan nog op zeer zuinige wijze. Dit is een axioma en behoeft dus niet bewezen te worden. Er zijn bovendien nog tal van goede kanten aan het belastingstelsel, waarop helaas te weinig gewezen wordt, waarop zelden het volle licht valt. In de eerste plaats het invullen van de biljetten. Men vraagt wel eens, waartoe al die omslag dient. Nauwelijks is de vermo gensbelasting in orde, of de bedrijfsbelasting ligt in de bus, op den voet gevolgd door hoofdelijken omslag en personeel. Of het niet beter zou zijn, als men één papier had in te vullen en slechts één soort belasting te betalen, b.v. alleen aan den staat, die dan met zijn onderdeelen kon afrekenen Het is waar, eenvoudiger zou het wel zijn, maar lang niet zoo eigenaardig. Juist de beantwoording van de vragen, die bij alle papieren weer verschillend en op andere wijze zijn opgesteld, scherpen in hooge mate het verstand en vernuft van den belasting plichtige. Ik heb hoogte van den mast 150 Meter, hoe oud is nu de kapitein?” Brengt zoo’n belastingbiljet in het alle- daagsche eentonige leven niet wat spanning en emotie, aangename afwisseling en vooral verrassing Is er b.v. wel iets, dat haalt bij het spannende van het terugvragen en krijgen van te veel betaalde belasting Stel het volgende geval Je dienstmeisje is getrouwd of wegge- loopen of wat ook in elk geval, ze heeft je huis verlaten. Die gebeurtenis is voor gevallen in ’t eind van Febr. of Maart, dus eenigen tijd, nadat de biljetten voor’t personeel teruggehaald zijn. Na lang zoeken wordteen nieuw exemplaar geschikt geoordeeld en in dienst genomen. Omdat ze niet zoo erg groot van stuk is, informeert je vrouw op den dag, dat ze als lid van ’t huishouden wordt ingelijfd, hoe oud ze is. „17 Jaar en 2 maanden, mevrouw”. Als je het toevallig ’s middags aan de koffie verneemt, schiet de economische gedachte „Dan is ze belasting vrij,” door je hersenkas. En nog dienzelfden avond onder de thee schrijf je een brief aan den directeur van de directe belastingen; invoerrechten en accijnzen en stel je hem eerbiedig op de hoogte van de geweldige verwisseling, die er in je huis heeft plaats gegrepen en verzoekt hem nog steeds eerbiedig ontheffing van belasting. Je verneemt de eerste maanden niets, en denkt, dat er nietsaan gedaan wordt, maar .dat is alleen in schijn. Er wordt achter de coulissen hard aan gewerkt. De directeur zendt je epistel naar den inspecteur om advies, deze stuurt het naar den ontvanger, en ten slotte daalt een der mindere góden van den fiscalen Olympus en belt aan de voordeur. De dienst maagd, die intusschen 17 jaar en 5 maanden oud geworden is de tijd staat niet stil doet open en wordt on middellijk aan een verhoor onderworpen. Ze denkt, dat het „een stille van de politie” is, en je vrouw heeft den ganschen dag werk, om ze op te beuren en gerust te stellen. Intusschen wordt het herfst en winter en als je op Oudejaarsavond je balans opmaakt, haal je een streep door de vordering op den staat. Maar in Februari van ’t volgende jaar je meisje-voor-alles is al weer weg (’t viel erg tegen ze snoepte en was lui) komt de vreugdevolle tijding, dat, naar aanleiding van je verzoek van den van ’t vorig jaar ontheffing je de duiten terug kunt genoeg voor een worden neergeveld, worden geproduceerd, om opgeborgen te worden. De milde regen en zonnige dagen daartusschen maken, dat de aarde veel vrucht voortbrengt. De boer gaat dus een goede tijd tegemoet. Om het hooi goed droog binnen te krijgen, wordt nu vooreerst uitgezien naar zonnig, vast weêr, omdat thans het afgemaaide niet droog kan worden. Eveneens is voor den bouw eenigen tijd droogte gewenscht, waardoor het rijpen der vrucht aanmerkelijk wordt bevorderd. 10 Juni. Naar wij vernemen is door baldadige handen aan den Stationsweg een flinke boom uit den grond getrokken en op den weg neer gesmakt. Naar men veronder stelt moet zulks zijn geschied door een of meer vreemdelingen, die hier tijdelijk bij de boeren helpen in de hooiïng. In de laatste jaren heeft het geboomte aan dien weg van eigen inwoners geen last om het te schenden en te vernielen. Het •wordt meer en meer op prijs gesteld, dat men ’s zomers een schaduwrijk plekje kan bekomen, om te genieten 'van de heerlijke natuur. Snoek. Bij de Waag boden heden nog tal van maaiers en hooiers hun diensten aan. Er was zeer weinig vraag. De bedongen huur was gemiddeld f 13 per week boven den kost. De vorige week miste de veehouder Postma, aan den Oppenhuizerweg onder Sneek een van zijn beste kalveren. De hekken waren dicht, ’t kalf was niet door een sloot gegaan, dus, dacht men ’t moet gestolen zijn. Bij de politie werd dan ook aangifte gedaan doch deze zocht den dief tevergeefs. En geen wonder. Twee dagen nadat de vermissing had ontdekt, hoorde de zoons van P. een kalf roepen. Hij zocht het land direct naast de boerderij af en vond het beest, in... een put, die plotseling in het land scheen te zijn gevallen en grootendeels met water ge vuld was. 't Beest lag ongeveer een meter onder den rand van den put. Vlug werd ’t er uit ge haald en ’t bleek nog springlevend te zijn. Bij onderzoek bleek, dat de put, die onge veer een middellijn had van 70 c.M., en een diepte van 6 a 6 M., grootendeels gevuld was met warm water. Dit is het behoud van ’t dier geweest, daar ’t in koud water zeker geen 2.volle dagen was blijven leven. Hoe dit gat in ’t land gekomen is begrijpt men niet. Men vermoedt dat ’t een oude put is geweest, die later van boven dicht gemaakt en begroeid is. Men begrijpt dan echter niet,, dat waar er dikwijls met paard en wagen overheen ge reden werd men nooit iets daarvan heeft gemerkt en thans, terwijl ’t kalf er ’s nachts rustig op lag te slapen, het dek van den put zich heeft begeven. Intusschen heeft men spoedig ’t gat ge vuld niet minder dan twee groote wagens vol modder zijn daarvoor noodig geweest. Onwillekeurig denkt men hierbij aan het bekende spreekwoord van den put, die gedempt werd toen ’t kalf verdronken was. Gelukkig is ’t hier zoover niet gekomen, al was ’t op ’t kantje af. N. Sn. Crt. Aanranding. In het Heiloërbosch nabij den Kennemer- straatweg heeft Maandagmiddag een brutale aanranding plaats gehad. Een inwoner uit Oudkarspel is door een drietal beruchte per sonen (onder wie twee vrouwen), woonachtig in de Compagniestraat te Alkmaar, van zijn portefeuille met f 300 beroofd, waarvan hem later f 125 werd teruggeven. Nadat hij aan gifte bij de Alkmaarsche politie had gedaan, gelukte het deze nog des avonds de daders op te sporen en aan te houden. Sieb Koning. De oud-Groninger Sieb Koning bevindt zich nog tegenwoordig in Frankrijk, waar hij nog altijd de vliegkunst beoefent. Don derdag maakte hij, volgens een van hem zelf ontvangen bericht, een vlucht van 370 K.M, van Parijs naar Saumur. Koning legde het geheele traject in uur af en had een tijdelijk oponthoud te Tours, waar hij moest landen om benzine in te nemen. (N, Gr. CU Loos spel. Onder dit opschrift bevat de Standaard den volgenden driestar Er wordt op tijd gespeeld. Haast kan men zeggen, dat heel het spel der op positie in dit spelen op tijd opgaat. Van Rechts heeft men dit langen tijd niet geloofd. Toen onze redactie reeds in 1910 op dit dreigende gevaar van een niet te herroepen Te laat wees, lachte men om onze bezorgdheid. Doch nu ziet ieder het gevaar komen. Zoo goed als drie weken gingen er nu reeds enkel met de algemeene be schouwingen over de Ziektewet heen. A.s. Woensdag hebben we 12 Juni en staan we voor de artikelsgewijze be handeling van twee ontwerpen, het eene met 114, het andere met 136 artike len, en op deze 250 artikelen hangen bundels van honderden amendementen, terwijl er nog steeds amendementen bij komen, nu weer 25 op eenmaal. Op die massale veelheid wordt nu reeds gespeculeerd. Men rekent er op, dat men in Juni niet klaar komt, en dat er in Juli hoogstens nog een week bij kan, maar dat in elk geval van af doening van deze twee ontwerpen vóór het zomerreces geen sprake is. Maar dat deert niet. Dan in Octo ber maar weer aan de Ziektewet 1 We willen het wel gelooven. October weer aan de Ziektewet, en dan liefst weer zóó treuzelen, dat men in Februari 1913 eerst tot een eind stemming kan komen. En dan de In validiteitswet, die natuurlijk met haar 394 artikelen weer een driehonderd amendementen uitlokt. Daar einde Maart mee beginnen, en in Juni nog niet half klaar zijn. De Tariefwet blijft dan als een kruidje- roer-me-niet liggen. Bij de stembus heeft men dan de dubbele good cryInvaliditeits- en Ouderdomswet niet af, en de Tariefwet de boeman van de toekomst. Dat zal pakken, dat zal de kiezers kopschuw maken. Rechts gaat er zoo vanzelf onder. En dan is Links weer de baas in het land. Regeering en Kamermeerderheid zijn, krachtens hare verantwoordelijkheid voor den gang van zaken, zeer stellig ge houden om op deze aangelegenheid hoe eer hoe beter orde te stellen. Over en weer moet geweten worden en vast staan, dat komt de Ziektewet nu niet af, de Ziektewet tijdelijk moet opgeborgen of desnoods ingetrokken, en dat in elk geval met October 1912 de Invaliditeitswet in de Kamer aan de beurt komt. In December des vorigen jaars vond men het al te dwaas, dat een Kamer lid anders met staking dreigde. Reeds nu ziet men het oogenblik naderen, waarop dit gerealiseerd zou worden. Tal van Kamerleden gaan met de Ziektewet niet naar October over. October ligt voor de Ouderdomsver- zekering vast. dat, zooveelsten Maart wordt verleend en halen. Voelt u ’t goed: als je direct minder had betaald, was het heelemaal geen ver rassing geweest, maar nu was ’t je door ’t hoofd gegaan en is het een aardig mee vallertje geworden. De betaling dat is zoo zelf onpleizierig, maar let eens beleefd en kiesch dit onderdeel behandeld wordt. Er zijn heelemaal geen dreigementen bij, integendeel, de ontvanger „noodigt” u beleefd uit, om aan de betaling te willen denken. Bij gebreke daarvan zou hij zeer tot zijn spijt „zich genoodzaakt zien, tot ver volging over te gaan”. Maar dat is loos alarm eer ’t zoo ver komt, is hij zoo wel willend, u een paar keer allerhoffelijkst te „waarschuwen”. ingevuld moet worden, komt het halmabord, 3,8,11 böVOlCD. als totaal overbodig, niet op tafel. De alleraardigste onduidelijkheden, strik- vragen, weglatingen en puzzles, die er bij HM voorkomen, doen een niet geringe concur- s j-. rentie aan de variarubriek uit het Zondags- wIE* E aTJEÏ bijvoegsel van de kranten. Wat zegt u b.v. van de volgende omschrijving voor de perso-TT TT wAj neele belasting „...personen, die geen andere persoonlijke of huiselijke diensten verrichten dan het““ ww A ^J^U^PrinsenBracht 721, Amsterdam. of rekbare voorwerpen middellijk of onmid dellijk met de as of assen is verbonden. En ik wed, dat u de volgende puzzle, voorkomende op een biljet, dat door het gemeentebestuur van Den Haag wordt uit gereikt aan personen, die vermoed worden honden-eigenaars te zijn, niet zoo gemakke lijk oplost Hoe groot is het aantal gehouden wordende honden, gemeten tot den bovenkant der schoft, hoog tot en met vijftig centimeter f 3.—. Niet waar, dat is weer eens wat anders dan het oudbakken vraagstuk„Gegeven de lengte van het schip 200 Meter en de Bolswardsche Courant D-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1912 | | pagina 1