Het merkwaardige testament.
GEMENGD NIEUWS.
en
Stoomdruk Firma B. Cuperus Az., Bols ward.
ri
- 58,—
- 52,—
t zou ver-
hem het gewicht
een
Delft
Leiden
Zwolle
Kampen
f 50,—
- 50,—
- 50,—
lot ’s avonds laat
’t berekenen, hij zocht en zocht
geheim vakje of tenminste naar
een geheim vakje zou
De ketting behoorde
en als hij zich niet aan de
het testament hield, zou de
en nog wel mèt inhoud
den bewusten neef in den
en de inzittenden
Een van hen, een
I van hooggeleerde afgetrok-
een goed zwemmer, bereikt
Maar daar bedenkt hij
weer te water en redt zijn
Walter Holst had er steeds op gerekend,
dat hij de eenige erfgenaam van zijn rijken
grootvader zou worden. Hij had dezen zoo
dikwijls hij kon bezocht en was altijd wel
willend en beleefd tegen den ouden man
geweest. Buiten hem kon nog één erfge
naam in aanmerking komen, een neef in den
vierden graad, maar die had zich nooit om
den ouden heer bekommerd.
Grootvader was echter niet altijd welwil
lend tegen Walter geweest. Hij dreef zelfs
dikwijls den spot met hem, omdat hij een
paar maal voor een examen was gezakt.
Maar dat kwam er niet op aan, als je van
een rijken grootvader erven moet
De oude heer Holst was tachtig jaar, toen
hij uit Australië terugkwam. En hoewel hij
nog drie volle jaren leefde, verliet hij
nooit zijn woning, daar jicht hem aan huis
bond. Van zijn reis had hij niets anders
meegebracht, dan een
vakjes en
Indisch toilet. Mevrouw, zoo uit de
Javaansche binnenlanden, mèt familie èn
groot-verlof naar Holland, laat zich i
japon maken, die haar, niet gewend aan
mode van de ontelbare drukknoopjes, zeer
ongemakkelijk om de leest past. Zij wil haar
modiste uitleggen, dat die japon anders
moet, en weet zich niet beter uit te
drukken dan
Jij anders maak, ja!... Niet knopje,
knopje, knopje, knopje Maar jij maak
knopje, wacht ’n beetje knopje
«vacht ’n beetje knopje wacht ’n
beetje knopje, ja?
In den laatsten tijd had de oude heer zijn
kleinzoon er dikwijls van beschuldigd, dat
hij op zijn dood wachtte om van hem
te erven. Dan lachte hij hem uit en
zeide, dat hij 'meer respect voor hem zou
hebben, indien hij een geroutineerd schurk
bleek te zijn en door een of andere schel
menstreek bewees, dat er toch nog iets in
hem stak. Over ’t algemeen was de groot
vader stekelig en boos. Maar Walter ver
droeg dat alles met een bewonderenswaardig
geduid, want hij hoopte, dat door de rijke
erfenis al het kwaad, dat hij nu moest ver
dragen, zou worden beloond.
Toen grootvader eindelijk overleden was en
het testament geopend werd, bleek, dat de
oude heer zijn geheele, zeer groote vermogen
aan de executeurs testamentair had toever
trouwd met de bestemming, zijn kleinzoon
jaarlijks een som uit te betalen, zoolang hij
de schrijftafel in on veranderden staat liet.
Iedere week moest iemand gaan kijken, of
het oude meubelstuk nog in denzelfden staat
verkeerde. Wanneer ook maar het minste
spoor aanduidde, dat er iemand aan de tafel
geweest was, moest het geheele vermogen op
den neef in den vierden graad overgaan
benevens de schrijftafel. Deze bepaling was
zoo buitengewoon, dat Walter zich er eerst
niet zoo bij neerleggen wilde. Op aanraden
van een goeden vriend schikte hij zich even
wel in het onvermijdelijke.
Den dag na de begrafenis liet Water Holst
de tafel naar zijn huis brengen. En voort
durend brak hij zich het hoofd et over, waar
om zijn grootvader toch zoo op het oude
meubelstuk gesteld was geweest, ’t Werd
een idee fixe van hem, dat zich in de schrijf
tafel een geheim vakje moest bevinden, waar
in onschatbare kostbaarheden verborgen moes
ten zijn. Grootvader was niet alleen in
Australië, maar ook in Indië geweest en daar
nog wel in dienst van een inlandschen prins.
En in Indië waren diamanten, safieren, robij
nen en andere kostbare edelgesteenten Wie
weet, wat er in de schrijftafel verborgen lag!
Wat voor een leven grootvader in Indië
en Australië geleid had, had niemand ooit ge
weten. Een werkelijke toegenegenheid voor
zijn kleinzoon had de oude, booze heer nooit
gehad en waarschijnlijk had hij die nare
bepaling alleen in het testament gezet om
zijn kleinzoon te plagen.
Hij had hem natuurlijk gedwongen, de
schrijftafel onaangeroerd te laten, anders ver
loor hij alle recht op de erfenis en zou hij
geen cent van het zoo vurig verlangde geld
zien. Twaalf duizend gulden inkomen jaar
lijks dat had hij, maar in de tafel lagen
misschien kostbare steenen, die waarschijn
lijk eene waarde van eenige millioenen ver
tegenwoordigden.
Het was afschuwelijk wat grootvader be
dreven had En als Walter er zich goed
indacht, dat het zonde en schande van den
ouden man was om zulk een testament te
maken, inplaats van hem de erfenis zonder
eenig bezwaar na te laten, dan verwenschte
hij zijn grootvader, zooveel hij maar kon.
Het idee fixe, dat een waarde, die milli
oenen vertegenwoordigde, in de schrijftafel
verborgen lag, wortelde zich al vaster en
vaster in Walters hoofd. Hij begon de tafel
te meten om van buiten te kunnen vast
stellen, of de hoogte, diepte en breedte van
het meubel met het binnenste overeenkwam.
Van ’s morgens vroeg
was hij aan
naar een
een spoor, dat lot
leiden. Maar hoeveel moeite hij ook deed,
hij vond niets. Hij kwam niets verder dan
en
hij
De „Onder de Streep" schrijver van
het Algem. Eandelsblad schrijft
De langste gast van „Artis" is ziek.
De eenige giraffe, op wie we in onzen
Amsterdamschen dierentuin zoo trots zijn,
lijdt aan ongeneeslijke rheumatiek.
Van elk beest kun je, al even goed als
bij een mensch, onderscheiden of het ziek
is of gezond. Van een Artis-dier is dit wel
wat moeilijker, omdat achter hekken en
tralies, in kooien en hokken de natuurlijk
heid van een individu te lijden heeft, en dus
het verschil tusschen zijn gewone of onge
wone voorkomen bezwaarlijk te herkennen
valt.
Van een giraffe zou je bijvoorbeeld
rheumatiekknobbels in eiken uitbuitenden
halswervel willen herkennen, en ook de mis
vormde kniegewrichten en de Wkel-k noedels
zou je met leeken-eigenwijsheid als rheuma-
tische vergroeiingen willen aanduiden.
Maar bij een van nature reeds zoo aller-
uitbundigst mismaakt gedierte als een giraffe,
lijden zulke diagnosen schipbreuk. Want ook
de meest gezonde giraffe, gekoesterd in
blakende woestijnzon, vertoont eveneens de
knoestige gewrichten, die haar magere,
stakige spillepooten nog erger ontsieren dan
hun rechte onmatige ellemaat reeds doet.
Toch moeten we haar rheumatische aan
doening omlaag zoeken, omdat het niet aan
te nemen is, dat een kwaal zóó hoog zou
optrekken als tot de tweede of derde ver
dieping van een giraffen-lengte.
Èn dan is er een afwijking te consta-
teeren aan haar rechtervoorpoot, waarop je
zoo dadelijk niet zou hebben gelet, bij het
onnoemelijk aantal afwijkingen dat de archi
tectuur van een giraffe reeds vertoont.
Het schijnt wel, of zij zelve er onop
vallend de aandacht op wil vestigen, als een
bescheiden zieke, een niet opdringerige pijn-
lijdster, als een dier, dat al zoo veel te lijden
had door haar afstootelijke potsierlijkheid,
door haar bovenmatige afmetingen, dat nie
mand het zachte verkleinende troostwoordje
voor ziekte en pijn toch ooit tegen haar zal
omhoog spreken.
„Arm dier”te fluisteren tot zóó iets
verhevens, verwijderds, afstands
Er liggen immers minstens vijf meter
tusschen haar zielig kopje, waarop de stompe,
zachte horentjes zoo ongevaarlijk doen en
waarin de oogen met een meelij-wekkende
berusting in de diepte neerkijken naar haar
misvormden voet, die zoo vertrokken en
vergroeid staat, dat ze er bijna niet meer
op steunen kan.
Op drie stelten houdt de giraffe zich nog
in evenwicht, als een reusachtig gebouw,
waarvan een der steigerpalen geen dienst
meer doet.
Het loopen gaat heel moeilijken
hinken is niet gemakkelijk voor iemand, die
de vrije beschikking heeft gehad over onge
veer tien meter beenen, en nu op het drie
vierde gedeelte daarvan wordt aangewezen
Daarom strompelt het hemelhooge ge
vaarte zijn hok door op drie pooten, die
reeds op krukken gelijken.
Buiten haar verwarmde glazen verblijf
komt deze giraffe niet meer.
Ze kwakkelbeent te onhandig op haar
zeven m ij ls-staken één verkeerde stap voor
een giraffe is een afstands-eeuwigheid, en
beteekent erger dan een faux-pas.
Dus staat ze daar te wachten tegen den
hoogen houten wand van haar stal, geleund
om steun, en onafgebroken slingert ze den
zieken poot heen en weer, in eindelooze
regelmaat, wanneer de rheumatiek-aanval
haar weer pijnigt.
Een giraffe klaagt niet; ik weet niet
eens, of een giraffe uit de orgelpijp van haar
keel een hoorbaar geluid kan voortbrengen
En pijngebaren, die wij begrijpen, maakt ze
niet, omdat haar karikatuur dan nog potsier
lijker zou toonen En ook welt er nooit
een traan in haar bijziende, wat droevige
oogenmisschien omdat het te be
spottelijk zou zijn, wanneer een traan kwam
neergedropen van zóó hoog, den meter-langen
hals neer, als een biggelende regendrop langs
een fabriekspijp.
Zoo barmhartig is wel de Natuur, dat zij
een zieke giraffe tenminste niet belachelijk
maakt in haar aanvallen van smart.
Dat er nu geen rheumatiek-remedie bestaat
voor uit haar kracht gegroeide, zwak-beetfige
giraffen F.
MARKTBERICHT VAN BOTER.
In den Binnenlandschen handel komen
geen veranderingen van beteekenis voor en
de handel is overal zeer kalm. Het weder
blijft uitermate gunstig voor den grasgroei
en de aanvoeren van boter zijn ruim. Quali-
téit heeft in de laatste dagen iets verloren,
tengevolge van het broeiïge warme weder.
Noteeringen zijn onveranderd.
f 4,8, - k f 56,—
48,
- 48,
50,— - 52,—
Ook de Buitenlandsche handel vertoonde
niet veel teekenen van verandering.
Evenwel kan men van de afgeloopen week
wel zeggen, dat de handel niet flauwer ge
worden is en daarin heeft zij de verwach
tingen beschaamd.
Hoewel men juist ook niet kan beweren,
dat de handel vaster werd, ging er speciaal
van Londen een steunenden invloed uit.
Daardoor waren de exportmarkten in Fries
land iets vaster en liep de prijs i/a gulden op.
Ook schijnt het, dat Duitschland wel zoo
vast is.
Het is naar aanleiding hiervan ook moge
lijk, dat wij het laagste punt hebben gehad
en dat verdere dalingen uitgesloten zijn, zoo-
dat men zich allengs op eenige verhooging
zou moeten prepareeren.
Sneek, fabrieksboter
boerenboter
Leeuwarden, fabrieksboter
De professorale egoïst. Een boeier slaat
door een rukwind om
tuimelen in het water,
professor, iemand
kenheid, echter
het eerst het land,
zich, begeeft zich i
vrienden.
Als allen goed en wel gedroogd zijn, be
spreekt men het avontuur; een vraagt den
kranigen zwemmer, waarom hij eerst naar
land zwom, om dan terug te keeren en de
anderen te helpen.
Ik wilde eerst mij zelf redden, ver
ontschuldigde hij zich.
Familietwist.
In een woning in de Anjelierstraat te
Amsterdam kreeg iemand twist met zijn
schoonmoeder. Hij wierp haar de deur uit
op zulk een onzachte manier, dat ze wonden
opliep en haar dijbeen brak. Zij moest in
het Binnen-Gasthuis worden opgenomen.
De dochter van den woesten man werd
op haar vader zoo nijdig, dat ze hem met
een hard voorwerp op het gezicht sloeg en
hem verwondingen toebracht. M. Crt.
Ned. Tooneelvereeniging.
De heer Herman Heyermans is, naar
het Fwsbl. v. N. bericht, uit Berlijn naar
Amsterdam gekomen ten einde te trachten
de Nederl. Tooneelvereeniging weder op de
been te helpen. Hij hoopt*van verschillende
zijden genoeg geldelijken steun daartoe te
ontvangen en heeft reeds bij verschillende
kunstvrienden daartoe aangeklopt.
Een griezelige ontdekking
Te Gateshead, aan de Tynne tegenover
New-Castle, is het volgende geval aan het
licht gekomen.
Een familielid wilde daar twee bejaarde
zusters, beiden boven de zeventig, opzoeken.
Daar niemand op haar schellen open kwam
doen, werd de deur opengebroken.
De oudste zuster vond
een nachtjapon,
toestand van
koffer en een prach
tige, gesneden kleine schrijftafel, die met
perle d’amour en mozaïk ingelegd was. Het
oude meubelstuk bezat een massa kleine
laadjes en de oude heer verkon
digde meermalen, dat hij het nooit
koopen, ook al wilde men 1
in goud ervoor betalen.
men als geraamte
in een nachtjapon, en de jongere zuster in
een toestand van uitputting naast haar,
onbekwaam om eenige opheldering te geven
over de omstandigheden van den dood van
de andere.
Een dokter verklaarde, dat de vrouw in
de nachtjapon al een jaar dood moest zijn.
De twee zusters hadden vroeger een goed
beklante modezaak met vele bedienden gehad.
Toen die verloopen was, gingen zij in een
klein huisje wonen.
De suffragettesin vrijheid gesteld.
De suffragettes hebben succes gehad met
haar hongerstaking. Zaterdag is de laatste
van haar, die wegens het inslaan van ruiten
in Maart tot zes maanden gev. straf waren
veroordeeld, in vrijheid gesteld.
Smokkelarij te water.
Op den Rijn bij Emmerik is een boot
aangehouden, waarin 5 kisten sigaren, welke
uit Holland waren gesmokkeld, werden ge
vonden. De schipper zal een boete van 1100
Mark hebben te betalen.
zijn. Drie der steenen waren veel grooter
dan de andere en ieder van hen moest
ongeveer zoo groot zijn als de wereldbe
roemde Kohinoor.
Als het werkelijk echte diamanten waren,
dan lag in het geheime vakje zeker wel
voor een waarde van honderd-millioen. Den
geheelen ketting zou geen enkele juwelier
kunnen koopen, zooveel geld bezat natuur
lijk geen hunner. Hij zou de steenen dus
apart gaan verkoopen.
Walter geraakte geheel van de wijs. Maar
hij dwong zich er toe, kalm te blijven.
Nadat hij een weinig tot zich zelf gekomen
was, begon hij zijn gestorven grootvader
opnieuw te verwenschen, omdat hij dezen
kostbaren schat zoo verstopt had. Én toen
hij er aan dacht, dat hij, wanneer hij dien
schat voor den dag haalde, zijn inkomen
verspeelde, werd hij weer razend van woede
Wat moest hij doen
hem niet toe
bepaling van
schrijftafel
in handen van
vierden graad overgaan.
Bij deze gedachte verloor hij geheel en
al zijn zelfbeheersching. Hij kon zich de
diamanten toeëigenen. Dat zou het slimste
zijn als niet zijn eergevoel medegespro
ken had. Zijn grootvader had toch zeker
niet gewild, dat hij in het bezit van den
schat kwam, vandaar de bepaling. Hij durfde
trouwens de schrijftafel niet open temaken.
Dat was hem streng verboden. Deed hij
het toch, dan kon hij door de justitie ver
volgd worden en in de gevangenis komen.
En den brief, die in het vakje lag dien
zou hij nooit durven openen. Die was toch
het eigendom van zijn grootvader. Het was
ontzettend Dat testament was een onge
hoord iets.
Maar het verlangen, om de schrijftafel te
plunderen, werd steeds grooter en Walter
begon er reeds aan te denken, wanneer het
wel de gunstige tijd zou zijn. In elk geval
moest het gebeuren, kort nadat een der
spionnen weer gecontroleerd had.
Een der volgende dagen kwam dan ook
een spion en overtuigde zich ervan, dat de
schrijftafel nog in den zelfden staat was.
Nauwelijks had hij de kamer verlaten, of
Walter deed de deur achter hem op slot en
met behulp van een beitel en een hamer
bereikte hij het geheime vakje.
■Eindelijk, eindelijk was de kostbare schat
dan toch in zijn handenDe Röntgen
stralen hadden hem niet bedrogen. Voor
hem» lag werkelijk een ketting van schitteren
de steenen. En het kleine ovale voorwerp
bevatte het portret van een jong meisje
waarschijnlijk een Indische die den ket
ting om den hals droeg.
En toen begon een woeste strijd in Wal
ters binnenste. Nu eens kwam hij zich als
een dief en een inbreker voor, dan weer
schold hij zich zelf uit voor een gek, omdat
hij nog één oogenblik aarzelen kon om den
schat te nemen. Hij was toch de recht
matige erfgenaam van zijn grootvader en dus
behoorde de schat hem. Nu geen gewetens
bezwaren. Dat was maar onzin. Vlug-be-
sloten verbrandde hij het papier, dat een
gesloten brief bleek te zijn, want de gehei
men van zijn grootvader eerbiedigde hij,
stak het collier in zijn zak, pakte een kleine
koffer en verliet het huis.
Behalve den ketting had Walter ongeveer
duizend gulden bij zich dat was alles.
Hij wilde zich vóór alles naar een kenner
begeven om te hooren, wat de steenen waard
waren. Daarvoor schafte hij zich een val-
sche haard en een bril aan om niet her
kend te worden. Natuurlijk durfde hij den
geheelen ketting niét te laten zien, hij nam
de steenen er uit om ze apart te toonen.
Toen hij bij een juwelier kwam, toonde
hij dezen een der kleinste steenen en vroeg
wat die waard was. De man nam den steen
in zijn handen, keek er slechts vluchtig
naar en zeide minachtend Totaal niets.
Wat, riep Walter, wiens knieën begonnen
te beven, uit, totaal niets
Neen, totaal niets. De steen is natuurlijk
niet echt. Het is niet eens imitatie. Het
is maar geslepen glas. In Idië worden zij
wel eens door meisjes uit de laagste klassen
gedragen, maar in heel Europa zult ge geen
dame vinden, die zulke steenen wil dragen.
Bekijk dit eens, stamelde Walter en hij
haalde bet miniatuur-portretje te voorschijn,
is dit een meisje uit het volk
Dat is een Indische waterdraagster. Een
snoezig gezichtje anders -
Walter verliet den winkel zonder verder
een woord te zeggen. In het hotel, waar
hij reeds drie deftige kamers gehuurd had,
durfde hij niet terug te keeren, want hij
moest met het geld, dat hij bij zich had,
zuinig zijn. Daarmee moest hij zich behel
pen, totdat hij ergens in de wereld een baan
tje had gevonden.
Eerst knoopte hij evenwel onderhande-
lingen aan met den bewusten neef in den
vierden graad.
Daar deze echter een afschuwelijk kerel
was en op niets inging, maar alleen zijn
recht handhaafde, nam Walter een betrek
king aan als kellner in een voornaam café.
En van dat oogenblik af verwenschte
Walter zijn dooden grootvader nog veel
meer, want hij was er toen meer dan ooit
van overtuigd, dat deze zijn ongeluk gewild
had.
Het was bij het maken van zijn testament
minstens krankzinnig geweest, ja volgens
Walter nog erger.
dat zijn hoofd door het vele meten
rekenen geheel in de war geraakte en
iederen keer een ander resultaat kreeg.
Zoo verliepen er weken, terwijl hij den
geheelen dag niets deed dan rekenen
meten
Een jaar was verloopen en in dien tijd
was Walter tot de overtuiging gekomen, dat
zijn grootvader een uiterst kwaadaardig
mensch was geweest, die het erop aange
legd had, of zijn kleinzoon door waanzinnige
nieuwsgierigheid er toe te krijgen de schrijf
tafel te openen óf hem krankzinnig te maken.
Maar hoe wanhopig en buiten zich zelf
van woede de jonge man ook was, hij kwam
er niet toe de tafel te beschadigen, want
de spionnen kwamen hun verplichting zeer
nauwgezet na.
Toen hij op zekeren dag weer in diep ge
peins verzonken was, kwam er plotseling
een denkbeeld bij hem op. Röntgenstralen
Ha, die vernuftige uitvinding zou hem tot
zijn doel brengen. De Röntgenstralen zouden
hem verraden, waar het geheime vakje was
en wat het verborgen hield. Met koorts-
achtigen ijver begon hij zich alle mogelijke
brochures aan te schaffen.
Hij bezat kennis genoeg om zelf een
Röntgenapparaat te kunnen bedienen en het
duurde dan ook niet lang, of hij had er een
in zijn bezit.
Toen begon het zoeken naar de edel
gesteenten van grootvader opnieuw. De
geheimzinnige stralen, die alles doordringen,
toonden hem dan ook heel gauw, dat er
werkelijk een geheim vakje, zes centimeter
lang en vier breed, aanwezig was. Maar
Walter keek niet naar het zoo lang ge
zochte vakje, maar naar den inhoud. En
die maakte, dat zijn hart geweldig begon
te kloppen. Ten eerste ontdekte hij een
ovaal voorwerp, dat waarschijnlijk een minia
tuur-portretje bevatte, ten tweede een toegevou
wen papier en ten laatste een halsketting
een halsketting waarvan de kleinste steenen een
centimeter doorsnede hadden en die, te oor-
deelen naar den vorm, diamanten moesten
1
i de