1
w
i
De jacht in den luchtballon.
GEMENGD NIEUWS.
er weer een
door
Stoomdruk Firma B. Cuperue As., Bolswerd.
Delft
Leiden
Zwolle
Kampen
f 49,—
- 50,—
- 51,50
de verkoop
is wegens de groote warmte
en
noodig zijn
te maken.
schen
en voor de
gewoon dikken bader; en
Och meneer, zoudt
willen plassen in het water,
telkens hoogere golven over m’n
Strandgevalletje. Gisteren zat een stads-
joggie op z’n zandhoopje aan het Zandvoort-
sche strand, daar waar gebaad wordt. De
vloed zet op en telkens komt een volgende
golf zijn wijkplaats van zand bedreigen. Hij
houdt echter het oog gericht op een buiten
eindelijk roept hij:
u wat minder
want er slaan
zandhoop?
Te Courbevoie leeft
Henri Arriaus, die dood is.
Vrijdagavond sprong een jonge man in de
Seinezijn lijk werd ’s morgens gevonden
en herkend door een klein meisje als dat
van haar broer. Ook de inmiddels geroepen
moeder constateerde, dat de verdronkene haar
kind waszij somde eenige bijzondere ken-
teekenen op, welke het lijk inderdaad ver
toonde.
De akte van overlijden werd opgemaakt
en verlof tot begraven gegeven.
Op het oogenblik, dat tot deze plechtig
heid zou worden overgegaan, kwam Henri
Arriaus rustig de trap op, tot grooten schrik
van de aanwezigen veertien dagen gele-
Slot.
Wij voerden geen ballast meehet was
immers een ballon captif. Wat kon ik naar
beneden werpen Het eenige overtollige ge
weer het vloog naar beneden en viel niet
ver van den tijger op den grond, maar hij
bewoog zich nietmet zijn groene oogen
op den korf gericht nam hij waar, hoe deze
langzaam daalde. Het geweer had het ge
wicht een klein beetje verminderd, maar het
midden der wolk was dichter dan baar
uiterste rand. Omlaag, omlaag gingen we en
de stank van zijn vreeselijken adem steeg op
als de voorbode van een gruwelijken dood.
Thans trilde het geheele lichaam van het
kruipende monster, zelfs zijn staart trilde als
een veer in den wind. Hij scheen zich
vaster en vaster tegen den grond te drukken.
Zijn oogen waren onafgebroken op onzen
korf gericht. Ik begreep, wat ze zeiden. Hij
was gereed voor den sprong. Op het oogen
blik, dat we ver genoeg zullen zijn gedaald,
zal hij zich op den korf werpen. Hij zal
niet wachten tot we den grond raken 1
Die gedachten vlogen door mijn hoofd.
Als er nog iets gedaan kon worden, moest
het in de eerst volgende twee minuten ge
beuren. Ik wendde mij haastig tot Irene.
Verlies geen seconde, zei ik, ga naar
den buitenkant van den korf, blijf op den
rand en houd je aan de touwen vast. Ik zal
hetzelfde doen. Als ik je roep moet je
springen. Beiden tegelijk, wees maar niet
bang. Het kan geen zwaren val zijn. We
kunnen hier niet blijven en hebben hem.
Op dit oogenblik deed de tijger een ont
zettenden sprong in de hoogte. Zijne voor-
pooten met uitgestrekte klauwen stak hij over
den rand van den korf. En op dit oogen
blik sprong ik naar beneden 1 Het was een
heele sprong, en toen mijn voeten den grond
raakten en ik mijne oogen opsloeg, zwol
mijn borst van blijdschap. Ik was weer op
de aarde, meester van mijzelven en de tijger
was er niet. Ik keek naar boven. Het groote
dier trok zijn achterpooten nu op en klau
terde in de mand en daar stond Irene, mijn
Irene op den rand van den korf en hield
zich aan de touwen vast. Ik had vergeten
haar te roepen. Het was verschrikkelijk
En thans merkte ik iets op, dat mijne gansche
kracht verlamde 1 De ballon steeg. Ik was
een zwaar man. Daar het gewicht vermin
den was hij, na een berisping, het ouderlijk
huis ontloopen en thans keerde hij als een
boetvaardig zondaar terug, niet wetende, dat
hij intusschen overleden was.
Volgens de boeken van den burgerlijken
stand echter is Arriaus dood en geldt hij
als zoodanig een rechterlijk vonnis zal
om hem weder wettelijk levend
In afwachting bestaat hij intus-
voor de maatschappij niet
Een ontzettend ongeluk.
Bij Camburg aan de Saaie is Donderdag
avond een verschrikkelijk ongeluk gebeurd.
Een veertig Berlijnsche schoolkinderen brengen
daar in de buurt hun zomervacantie door
onder toezicht van een onderwijzer. Donder
dagavond gingen de kinderen, zooals eiken
dag, baden. Het is daar anders niet gevaarlijk,
want het is er ondiep en het water stroomt
er langzaam, maar ’s nachts moeten er zich
diepe gaten gevormd hebben, waarvan niemand
iets wist. Toen de kinderen nu Donderdag
avond weer te water gingen, liet de onder
wijzer hun elkaar de hand reiken, zoodat een
lange ketting gevormd werd. Maar nauwelijks
waren de voorsten een eind in de rivier of
er klonk een geschreeuw: zij waren in een
kuil gezakt en trokken de anderen mee.
Spoedig waren eenige kinderen verdwenen.
De onderwijzer sprong te water en kon met
eigen levensgevaar twee jongens redden. Er
waren ook nog andere volwassenen te water
gegaan, maar drie kinderen bleven zoek.
Weer ging de onderwijzer met nog anderen
te water, maar het zoeken mocht niet baten.
Eerst ’s avonds laat haalde een visscher meer
stroomafwaarts de lijken op.
Een moordenaar en zijn slachtoffers.
In het Italiaansche dorp Catholica Eraclea
werd sedert verscheidene dagen een bewoner,
Leonardo Francavilla genaamd, vermist. Zijn
vrouw, die vreesde dat hem een ongeluk was
overkomen, verzocht aan den burgemeester
opsporing en de karebiners zochten de ge
heele omgeving van het dorp af. In een
kuil, even buiten het dorp, vonden zij 2
manden met menschelijke ledematen, die
reeds in staat van ontbinding verkeerden en
daarnaast lag het lijk van Erancavilla. Aan
dit lijk was geen verwonding waar te
nemen. De ledematen werden, aan eenige
kleedingstukken waarin zij gewikkeld waren,
herkend als afkomstig te zijn van 2 andere
bewoners van het dorp, die men meende,
dat naar Amerika vertrokken waren en het
geld, - dat zij bij zich hadden gehad, werd
nu in de zakken van Francavilla gevonden.
Daaruit maakte men op, dat deze de twee
anderen vermoord heeft, in stukken gesneden
en dat hij hun lijken wilde begraven toen
hij wellicht door angst, plotseling stierf.
Ongelukken op het water.
Zondagmiddag is op het m. van Konstans ’n
boot waarin zeven personen zaten, door den
sterken golfslag omgeslagen. Van de zeven
kon er maar een gered worden. Eenige
personen die het onheil zagen gebeuren,
stonden in hun boot op, waardoor deze om
blik, dat ze waarschijnlijk onder zou blijven,
gebruik om eens omhoog te zien. De tijger
rees zeer sneldaar hij den kop nog over
den rand van den korf gestrekt hield, kon
ik zijn woeste en verschrikte oogen zien;
Hij was te bang om te springen.
Toen keek ik weer naar het water, Irene
had het hoofd reeds weer boven, ze zwom
dapper naar den oever. Ik zou me in hare
armen hebben geworpen, ik zou het geliefde
wezen, dat nu weer de mijne was, aan mijn
hart hebben gedrukt, maar zij was zoo nat
en ik was zoo nat.
Eene plotselinge ingeving volgend, keken
we beiden naar boven. De ballon was hoog
boven ons en steeg voortdurend. Wij konden
zien, hoe de kop van den tijger tegen de
mand afstak nu een kleine kop, maar ik
wist, hij keek me nog aan. Daarop hoorden
we een geluid, dat van boven naar ons toe
kwam. Dat was het gebrul van den tijger,
doch het was slechts een zacht gebrul. Ik
drukte de hand van Irene vasterwe spraken
niet, maar keken voortdurend naar den lucht
ballon, die in een luchtstroom was geraakt,
welke over ’t land dreef. De zon scheen nu
zeer heet. Het gas zette zich meer en meer
uit, de ballon steeg hooger, hooger en
hooger, ten slotte was er slechts nog een
kleine zwarte stip aan den hemel, daarop
nam hij nog meer af en verdween. Zij aan
zij gingen we verder. We waren zeer nat,
maar de zon scheen heet.
Plotseling begon ik te spreken. Ik kon
geen weerstand bieden aan mijn brandend
verlangen om een diepen blik in Irene’s
ziel te slaan. Ik bekende haar mijn verlangen
om te weten hoe groot hare liefde voor mij
was. De woorden, welke zij mij uit de mand
had toegeroepen, die haar laatste hadden k unnen
zijn, hoe luidden ze Ik vroeg het haar.
Ik zei, antwoordde ze, dat, wanneer
je het geweer weer wilde opzoeken, dat je
naar beneden had geworpen, ik bereid
zou zijn de veiligheidsklep open te trekken.
Ik wilde dan mijn geweer nemen en als de
korf beneden kwam, zouden we den tijger
met ons beiden doodschieten.
Ik antwoordde niet, maar mijn hart zeide
O vrouw Wat zijt ge en uit wat
voor zeldzame gevoelens ben je gemaakt.
En terwijl we den oever der rivier ver
lieten, stapten we met moeite huiswaarts
over het woeste land.
derd was, ging de ballon langzaam omhoog.
Ik sloeg de handen ineen, ik snakte naar
adem. Als ik Irene eens toeriep, dat ze
moest springen? Maar dan zou ze verpletterd
worden, want de korf was reeds te hoog.
En nu begreep ik de vreeselijke werkelijk
heid. Hoe zal dat nog afloopen Springt ze,
dan wordt ze gedood, en als ze het niet doet?
Ik kon niet verder denken.
Zeker, ik kon aan het touw trekken, tot
ze ver genoeg naar beneden was om met
gerustheid te kunnen springen, maar als ik
dat deed, kon de tijger er immers ook uit
komen. Ach, welk een toestand voor een
liefhebbend man
Toen ik zoo stond en naar boven keek,
zag ik hoe Irene, nog altijd op den rand
van den korf zittend, een hand ophief en
tegen het hoofd legde, ik kon zien dat zij
zich zwak begon te gevoelen het verschrik
kelijke van haren toestand scheen haar te
overweldigen, ze kon elk oogenblik naar
beneden vallen. Met een haastigen blik
zocht ik den tijger. Hij was in den korf,
zijn groote kop en de beide voorpooten hingen
over den rand, zijne groene oogen waren
bestendig op mij gericht. Juist nu werd
Irene plotseling onmachtig om zich nog
langer aan de touwen vast te houdenze
maakte een handige beweging en op ’t zelfde
oogenblik was ze in de mand. Haar hoofd
zonk op zijde, ik kon haar niet meer zien.
In weerwil van mijne gemoedsbeweging hield
ik het touw nog altijd vast en de tijger
keek nog altijd naar mij. De afstand was
voor hem te groot om te springen hij wist,
dat hij verpletterd zou worden, als hij het
deed. Dat gaf mij kracht en moed.
Irene stond thans weer op en keek over
den rand van den korfde tijger naast haar
bemerkte haar niet. Ik heb dikwijls gelezen
van bloeddorstige wilde dieren van allerlei
soort, die, als ze zelf in gevaar verkeeren,
geen ander aanvallen, maar zoo zacht als een
lam blijven, geheel onder den indruk van
eigen angst. Werkelijk, deze tijger was bang.
Hij was nooit zoover van de aarde verwijderd
geweest, hij wist, dat hij sterven moest, als
hij sprong, maar hij hield toch zijne gevaar
lijke groene oogen op mij gericht.
Nu riep Irene mij iets toe. Ik kon niet
hooren, wat ze zeiik bevond mij in zoo’n
vreeselijken gemoedstoestand. En dan dacht
ik ook, dat ze bang zou zijn om harder te
spreken uit vrees, dat ze het geelzwarte
monster zou opschrikken. Ze beproefde niet
nog iets te zeggen, ze keek op mij neer en
hetzelfde deed de tijger. Haar hoofd was niet
ver van zijn kop. Zoover, dat de een den
ander niet hinderdeze sloegen mij beiden gade.
Plotseling kreeg ik een inval. Ik trok
het touw stijf en liep vooruit. Ik liep naar
de rivier, draafde, sprong, ik had zooveel
haast, dat ik soms over hindernissen
struikelde, maar verder, verder liep ik, verder
naar de rivierToen ik den oever had
bereikt, vatte ik moed om te blijven staan
en eens naar boven zien. Ze leunden beiden
nog over den rand van den korf en staarden
mij aan.
Toen stapte ik moedig in de rivier. Ik
ging zoover, tot het water boven mijne
knieën kwam, mijne heupen bereikte. Ik
was niet bang, ik ben een goed zwemmer.
Irene riep mij weer iets toe. Het was duidelijk,
ze werd minder bezorgd over hare eigen
persoonze wilde weten, wat ik van plan
was te doen en lette niet op de gevolgen,
welke hare woorden op den tijger konden
hebben.
Wat wil je doen riep ze.
Je moet weer op den rand van de
mand gaan staan. Doe het vlug zonder hem
te storen. Dan zal ik je naar beneden
trekken telkens een eindje verder naar
beneden. Als je ver genoeg bent ik zal
dat beoordeelen zal ik je bij je naam
noemen en dan moet je naar beneden
springen. Je zult je niet bezeeren, het water
zal den val breken en ik zal je redden.
Denk aan niets, vertrouw op mij. Op het
oogenblik, dat je den korf verlaat, laat ik
het touw los, dan zal hij in een oogwenk te
hoog zijn om je te volgen. Vlug 1 wees klaar,
als ik je roep.
En terwijl ik sprak trok ik voortdurend
aan het touw, Irene keek mij een oogenblik
aan, toen stond ze rechtop in den korf. Ik
zag, hoe zij een voet op de bank zette,
daarop kwam snel de andere voet op den
rand. Ze stak de armen in de hoogte en
vouwde de handen boven ’t hoofd. Zoo
schoof ze tusschen de touwen door en liet
zich vallen. Dat alles was het werk van eene
seconde.
Ze kwam prachtig beneden, met het hoofd
vooruit. Het was eene aanzienlijke hoogte.
De ballon, zooveel lichter geworden, maakte
een grooten sprong in de hoogte en ik liet
het touw los.
Toen mijn dierbare Irene onder het water
verdween, maakte ik van het korte oogen-
De uitvinding wordt door de autoriteiten
onderzocht en beproefd.
Zaterdagavond tegen elf uur kocht
een jongeman een toegangsbewijs aan het
loket van het casino te Enghien-les-Bains.
Na betaald te hebben trad hij het hek binnen
en wierp zich plotseling op de cassière, die
bezig was haar ontvangsten te tellen, greep
een handvol geldstukken en bankbiljetten en
vluchtte.
Onmiddellijk sneldenvan alle kanten men-
schen toede dief werd nagezet, er vielen
schoten en in de Grande Rue werd de vluchte
ling, die ernstig gewond was, overmeesterd
door de woedende menigtede politie moest
hem met geweld verdedigen tegen zijn vervol
gers, die hem wilden lynchen.
De man, een spoorwegbeambte, had nog
180 frs. in den zak; de rest van het geld had hij
blijkbaar op zijn wilden vlucht weggeworpen.
Een middel legen kanker?
De Weensche professor dr. Albert Adam
kiewicz beweert in een artikel, verschenen
in het Weensche weekblad Der Morgen, dat
hij een geneesmiddel tegen de kanker ge
vonden heeft. De kanker is een infectie
ziekte, waarvan de oorzaak, de kankerparasiet
moet worden weggenomen. Dat geschiedt
niet door een operatie, die alleen het zicht
bare kankergezwel verwijdert, doch de oorzaak
laat bestaan.
Het nieuwe middel heeft de naam kan-
kroïnehet dringt volgens prof. Adam
kiewicz in alle deelen van het zieke lichaam
en vernietigt den kankerparasiet.
Kwakzalverij.
Gisteren werd voor een Berlijnsche recht
bank de aanklacht behandeld van prof.
Kouwer tegen den fabrikant van hetk wakzalver-
middel //Rad-jo”, die beweerd had, dat prof.
Kouwer dit middel bij de koningin had
toegepast, terwijl prof. Kouwer indertijd reeds
onder eede verklaard had, dat dit niet waar
was. De advocaat van den eischer vroeg
gevangenisstraf, omdat een geldstraf den
fabrikant, die door den verkoop van zijn
verschillende middelen eenige malen million-
nair is, niet zou treffen. De beklaagde werd
echter tot een boete van 600 M. veroor
deeld. Bovendien werd aan prof. Kouwer het
recht toegekend, het vonnis te publiceeren.
Een lastig geval.
een smidsleerling,
MARKTBERICHT VAN BOTER.
Voor de voornaamste Binnenlandsche
markten is wederom van weinig verandering
melding te maken. Er is verlaging en eenige
verhooging op sommige markten, maar beide
zijn van niet veel beteekenis.
In vergelijking met voorgaande jaren zijn
de prijzen thans op een peil, dat men niet
van abnormale noteeringen kan spreken. Men
vergelijke daarvoor onderstaande tabel.
Het vervoer en de verkoop van de boter
zeer moeilijk
het product heeft daaronder te lijden.
1912 1911 1910 1909 1908
f48 h f56, f56, f56, f54, f55
-48 - 56, - 58, - 56, 56, -56
-49 - 53, - 52, - 50, - 50, - 50
- 51 - 53, - 53, - 51, - 51, - 51
Over het algemeen genomen is de stem
ming in het Buitenland vast, terwijl de prijzen
de afgeloopen week overal iets afgeloopen
zijn. Zoo steeg Kopenhagen met 2 kronen,
de Engelsche markten monteerden 2 a 3 sh.
en ook in Duitschland ondergingen de prijzen
een dergelijke verhooging.
Voor Engeland scheen het opnieuw uit
breken van mond- en klauwzeer in Ierland
aanleiding te geven om een vastere stemming
uit te lokken.
Het gevolg van een en ander was, dat ook
ten onzent een betere stemming doorbrak,
gepaard met eene verhooging voor de Bra-
bantsche markten van f 2,
Friesche van f 1,50.
Sneek, fabrieksboter
u boerenboter
Leeuwarden, fabrieksboter
De warmte.
Wij klagen hier al over de warmte, maar
de Parijzenaars zijn er heel wat erger aan
toe. Mag men de Matin gelooven, dan wijst
de thermometer in de Fransche hoofdstad
geregeld meer dan 90° F. in de schaduw.
Een getuige doodgeschoten.
NEW-YORK, 16 Juli. Hedenochtend werd
de welbekende speler Hermann Rosenthal,
de voornaamste getuige in het onderzoek, dat
heden aanving, betreffende de verdenkingen
tegen de politie, nl. dat zij voordeel zou
trekken uit de speelhuizen, uit zijn woning
op straat gelokt en doodgeschoten door een
zestal personen, die in een auto zaten. Twee
van hen zijn als politiebeambten herkend.
De moordenaars ontkwamen.
Het geval heeft groote opschudding in de
stad verwekt.
Een praktische uitvinding.
Een. Parijsche z/aapjes”-koetsier heeft een
uitvinding gedaan, welke den rijtuigbe-
stuurder in staat stelt op elk gewild oogen
blik het paard van den wagen los te maken.
Hij heeft een derden tengel aangebracht,
waarmede hij zoo noodig automatisch den
trekhalster en buikriem van het paard kan
openen, zoodat dat alleen doorloopt en het
rijtuig blijft staan.
sloeg en er slechts twee gered konden worden.
De omgekomenen zijn jongeliedenonder
hen bevonden zich 8 meisjes, in den leeftijd
van 15 tot 20 jaar.
De «Onder de Streep" schrijver van
het Algem. Handelsblad schrijft
Verliefde menschen. Experts in deze
aanminnige aangelegenheid beweren, dat tot
het beste, wat ooit geschreven werd over de
kunst van liefhebben, de gedachten zijn, die
Ninon de Lenclos neerschreef in de brieven
over liefde en verliefdzijn. Uit deze brieven
heeft Adolf Saagers de voornaamste liefdes
gedachten saamgelezen, om ze afzonderlijk
te doen verschijnen, in het Duitsch, onder
den titel van Von der Liebe, den Frauen
und der Galanterie.
Op onze beurt plukken wij
ruikertje uit samen
De liefde sterft nooit door geregelde voe
ding, wel en al te dikwijls door overlading.
Het hart gelijkt op een vestinghet is
makkelijker het in te nemen, dan het te
blijven bezitten.
Een vrouw overtuigt zich zelve veel beter
dat men haar lief heeft door hetgeen zij
zelve raadt, dan door wat men haar verraadt.
Wij hebben anderen niet lief om der wille
van die anderenin liefde zoeken wij slechts
onze eigen gelukzaligheid.
Juist omdat men liefheeft, spreekt men
dikwijls die liefde niet uit.
De onbeholpenheid van mannen wint hun
meer harten dan hun deugdenwant het
meerendeel der vrouwen wenscht liever een
weinig gebruskeerd dan al te lieftallig behan
deld te worden.
De hartstochten zijn in onze handen wat
de giften zijn in de apotheek een kundig
chemist weet ze tot weldoende middelen te
herscheppen.
De behoefte aan liefde is een deel van
de vrouwelijke natuur zelve.
Amsterdams straal vertier. Een voorbij
ganger wordt bijna overreden door een achte-
loozen taxi-chauffëurhij schreeuwt veront
waardigd
Dat'scheelde geen handbreedte of je
had me overreden
De ander roept lakoniek van zijn bok
terug
Blijft u daar dan maar zoo lang staan;
ik kom dadelijk denzelfden weg terug!
3
l