Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Van Houten’s
I
II
I
I
I
No. 63.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
51ste Jaargang.
1912.
Zang-Conconrs te Sneek,
op Woensdag 31 Juli 1912.
H
l
I 'I
II
I
11
Politiek Overzicht.
Zondag 4 Augustus.
UIT DE PERS.
1 1
GOED en GOEDKOOP^
is
VOOR
Afzonderlijke
RECLAME.
in vierkante bussen
^Dit zal geld kosten. Zeker, net
eigen
Ws.
willen
geene
Naar aanleiding van het
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
I
1 Kg. /1.50 y4Kg. 0.42|
y2 -o.8ok0„ -o.i8j
B j
Maar, zooals wij reeds zeiden, ook Rechts
voelt men, dat het niet aangaat, dat een
arbeider met f 5 of f 6 in de week, daarvan
nog premie betaalt. En nu men den konink
lijken weg niet uitkan, neemt men zijn toe
vlucht tot de bedenkelijkste kronkelpaden.
Sommigen maken het zich daarbij al heel
gemakkelijk en zeggen Voor die arbeiders
met lage loonen, zal de premie moeten worden
betaald door diaconie of armbestuur. Men
moet maar durven, want deze uitweg is
inderdaad het toppunt van dwaasheid. Stel
je voorhet heele streven naar een voor
ziening van den ouden dag van den arbeider
is geboren uit de overweging, dat het toch
een hemeltergend iets is, dat de arbeider,
die zijn heele leven in eigen onderhoud heeft
voorzien, op het oogenblik, dat spieren en
pezen, te lang gespannen, hun dienst weige
ren, gedoemd is de hulp in te roepen van
de kerkelijke of particuliere armenzorg. En
nu zullen wij eene wet maken, om dit te
voorkomen, en tegelijk zeggen tot hen, die
de laagste loonen verdienen, d.w.z. tot hen,
Eene tweede zaak, waarover we
spreken is, dat het ontwerp-Talma
weduwenrente uitkeert. In dit opzicht staat
het beslist achter bij de ontwerpen-Kuyper
en Veegens. Wel komt daarvoor in de plaats
eene wezenrente, maar dat is eene hulp op
een koopje; de weduwenrente kostte toch
het dubbele van Talma’s weezenrente. Voor
wie cijfers wil Kuyper’s weduwenrente kost
te niet minder dan 69 millioen (dat was in
1901, en dus zouden die 69 millioen in
1912 alleen reeds door het accrès der bevol
king, er meer dan 72 zijn geworden) en
Talma’s weezenrente kost slechts 36 millioen.
Nu lijkt het wel of de weduwe met jonge
kinderen er erger aan toe is, dan de oude
weduwe, maar dat is veelal maar schijn. Wie
iets van liefdadigheid weet, heeft het onder
vonden, hoe er geen dankbaarder zaak is dan
de hulp in te roepen voor de jonge weduwe
met kinderen. Die is het voorwerp van be
klag daarvoor worden de beurzen het eerst
geopend, afgezien van het feit, dat ze ook
daarom makkelijker geholpen kan worden,
omdat haar de handen nog rap staan. Maar
die oude weduwe, die enkel met geld ge
holpen kan worden, die is eerst recht te
beklagenniet iedere gemeente heeft als
Enkhuizen zijn Snoeck van Loosenfonds.
En die komt in het geval, dat haar man,
zeg tot zijn 60ste jaar aldoor maar door premie
heeft betaald, ziek wordt en sterft, en zijne
weduwe geheel onverzorgd achterlaat. Dat
is hard, dat is heel hard.
Wil dat nu zeggen, dat we de weezenrente-
Talma willen laten vervallen Allerminst.
Ook wij wijzen de menschen niet gaarne
anders dan in striktste noodzakelijkheid op
de liefdadigheid aan. Maar het wil dit zeggen,
dat wij, naastdeweezenrente-Talmadeweduwen-
rente-Kugper in eere wenschen hersteld te zien.
Wanneer deze door ons genoemde wen-
schen misschien niet vervuld zullen worden,
dan zal dit zeker in hoofdzaak daarom zijn,
omdat er geen lijd is. Hier wreekt zich het
//veel te laat”; alle verandering in de wet
van den aard van het hierboven door ons
aangevoerde eischt natuurlijk nieuwe bere
keningen van de wiskundige adviseurs, en
dat vordert tijd. En er is geen tijdhet
kan nu helaas voor de Regeeringsmeerder-
heid de vraag niet meer zijnHoe zullen
wij in het stelsel, dat de Minister nu een
maal voor de voorziening voor den ouden
leeft verkozen, de zaak het best voor den
arbeider schikken Het is thans slechts de
vraag Hoe zullen wij den boel er het spoe
digst doorjakkeren, om niet met leege handen
bij de stembus van ]913 te staan?
En zoo wordt de Nederlandsche arbeider
iet slachtoffer van de absoluut verkeerde
werkmethode van dit ministerie in het al
gemeen, en die van den Hr. Talma in het
bijzonder. Met een beetje goeden wil had de
Mrlitiewet best in het najaar van 1910, en
de Invaliditeits- en Ouderdomswet in het
najaar van 1911 voor openbare behandeling
gereed kunnen zijn. Die^critiek is niet on
verdacht, hooren we zeggen, als komende
van een politiek tegenstander. Pardon, dat
de werkwijze van dit ministerie alles en nog
wat te wenschen overlaat, is in de afgeloo-
jen week zeer uitvoerig betoogd in
de Standaard.
voor wie de wet het eerst urgent isVoor
U hebben wij de zaak zoo ingericht, dat
Ge niet slechts op uw ouden dag, maar
heel uw leven, armlastig zijn zult! Wij ver
trouwen dan ook dat iedereen zal inzien,
dat dit toch te mal is, om los te loopen.
Daar is echter nog een ander middel aan
de hand gedaan, om die minimumlijders te
helpen, een middel, dat er op het eerste ge
zicht beter uitziet, maar dat nader bekeken
evenmin door den beugel kan. En het mid
del is dit, dat in de laagste loonklassen niet
werkgever en werkman ieder de helft van
de premie zullen betalen, maar de eerste
een veel grooter deel dan de laatste, b.v. de
werkgever 4/s en de werkman ll5.
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
zoo goed
als de door ons gewenschte staatsbijdrage voor
de premiebetaling van de arbeiders in de
laagste loonklassen financieele offers zal
vergen. Maar het is een grootgeluk.dat
alweer in het stelsel van den minister, dat
geld we], zeker voor het grootste gedeelte,
te krijgen is. Wat toch is het geval?
Alle berekeningen van het ontwerp zijn
gebaseerd op een rentevoet van 3 procent,
m.a.w. men stelt zich voor van het kapitaal
dat de betaalde premiën zullen vormen niet
meer dan 3 percent te zullen maken. Dit nu
is inderdaad de bekende Hollandsche voor
zichtigheid te ver drijven. Zaak is het
natuurlijk, dat de gelden zóó belegd worden,
dat er geene sprake kan wezen van eenig
bedenkelijk risico, maar dan kan men toch
zeker wel eene belegging vinden van 3*-/2
percent. Wat b. v. onze nationale schuld
betreft, bij die uiterst solide geldbelegging
maakt men altijd nog meer dan 31/2 pCt.
Onze 2x/2 percents staan genoteerd op 66,
en geven dus 3.8 percent renteonze 3
percents op 80, en geven dus 33/4 percent
renteonze 31/2 percents op 92 en geven
dus 3.8 percent rente. Gemeenteleeningen
ten onzent én solide hypotheken worden
tegen niet minder dan 4 percent geplaatst,
en onze particuliere maatschappijen, die voor
de voorziening van den ouden dag zorgen,
d. z. de levensverzekering-maatscbappijen,
hebben hunne tarieven berekend naar een
rentevoet van 31/2 percent en maken nog
enorme winsten.
Wij moeten tegen dit voorstel ten sterk
ste opkomen, en dat zal dunkt ons ieder,
die niet vindt dat een werkgever een soort
vogelvrij dier is, dat maar raak beschoten
mag worden. Men legt bij deze wet den
werkgever toch al zwaren last op, en naar
onze meening ongerechtigden last. Want de
werkgever kan er niets aan doen, dat de
arbeider oud wordtwij worden allen oud,
als God ons het leven geeft, en zoover de
werkgever daar wel schuld aan heeft, omdat
het bedrijf, dat hij uitoefent ongezond is
kunnen wij dit ondervangen en hem den
last opleggen, die volkomen billijk is, en
wel door de bedrijfsziekten gelijk te stellen
met ongevallen in het bedrijf opgedaan.
En wat zal men nu doen, als men de
werkgever in de laagste loönklasse een groo
ter deel van de premie laat betalen dan in
de hoogste loonklasse Dit, dat men den
kleinen werkgever den zwaarsten last oplegt
in dezen. In den regel toch worden in het
zelfde vak veel lager loonen uitgekeerd in
het kleinbedrijf dan in het groot-bedrijf, en
daarnaast heeft men tal van vakken, waar
in het groot-bedrijf niet eens bestaat, zoo
als het barbiersvak, om een enkel voorbeeld
te noemen. Zoo zou dus de kleine midden
stander op dubbele manier van Talma’s wet
de dupe wordende kleine winkelier die
toch zeker ook in duizenden gevallen geen
f 1200 ’s jaars maakt, zou niet alleen zelf
builen de voorrechten van de wet vallen,
maar tevens naar rato meer betalen dan zijn
collega in het groot-bedrijf.
Waaruit dus alweer geleerd wordt, dat
degeen, die ernstig de vrijstelling van pre
miebetaling voor de lage loonen verlangt,
aangewezen is op verhooging van de Staats
bijdrage, wil hij althans geen geneesmiddel
toepassen, dat veel erger is dan de kwaal.
’t Zou vervelend worden telkens weer aan
te komen met het gezegde//Friesland zingt
niet”. We weten wel beter. Daar wordt ge
zongen over heel onze provincie, in stad
en dorp.
Nu zijn bij vele zangliefhebbers bekend
de groote gemengde koren te Leeuwarden,
Harlingen, Sneek, Bolsward, Drachten
Gorredijk en meer andere. Deze beoefenen
den //grooten” zang, als ik het zoo mag
zeggen. Oratoriums en cantaten worden daar
uitgevoerd met orkestbegeleiding.
De zang //zonder begeleiding” wordt hoofd
zakelijk beoefend ten platten lande. Scheen
het voor jaren dat de paddestoelen-opwas der
fanfarecorpsen de beoefening van den zang
zou doen tanen ’t is gebleken dat in de
verdrukking der blaasmuziekjes de zanglust
wakker bleef. En nu nu zingt ons
Friesland.
En daar zijn op soms kleine dorpen zang
verenigingen, die er mogen wezen, ja, die
een stad tot eer zouden verstrekken.
Dit heeft weer bewezen het groot concours
van Gemengde Koren, gehouden Woensdag j.l.
in de Buiten-Societeit te Sneek.
Zeventien kleinere en groote vereenigingen
waren opgekomen om zich met elkander te
meten. Kleine, jonge clubs, groote, lang-
bestaande vereenigingen wedijverden om de
prijzen. In afdeeling B, (koren die nog geen
prijs hebben gewonnen) lieten zich achter
eenvolgens hooren Achlum, Heeg, Minnertsga,
Tijnje, Rauwerd, Akkrum, Bolsward (Looft
den Heer) en Makkum.
De prijzen werden behaald door Heeg
(Looft den Heer), Tijnje (Zanglust) en Akkrum
(Euterpe).
In afdeeling A, (koren die reeds prijzen
hadden behaald) traden opNoordwolde, Knijpe,
Akkrum (Euphonia), Akkrum (Akkrum),
Woudsend, Leeuwarden (Osanna in Excelsis),
Oldeberkoop, Leeuwarden (O. K.) en Workum.
Wat waren er in deze klasse mooie koren.
Daar is puik werk geleverd, zooals men niet
had kunnen verwachten. Bijzonder mooi
was Noordwolde, dat in één woord keurig zong.
De uitspraak der Jury was hier: Noord
wolde 1ste prijs, Oldeberkoop 2de prijs,
Knijpe 3de prijs, Osanna in Excelsis van
Leeuwarden, 4de prijs.
De Jury werd gevormd door de h.h. Kor
Kuiler, directeur v. h. Groninger Harmonie
orkest, W. Saai, nadere omschrijving over
bodig en L. A. Dokkum te Sneek.
Het concours ondervond veel belangstel
ling, een talrijk publiek was opgekomen om
naar den zang te luisteren.
Men kon schier bij elke club duidelijk
bespeuren, dat er veel was gestudeerd,
vele vereenigingen zongen uit het hoofd.
Als er nu nog meer gelet werd op een
zuivere uitspraak, waren we alweer een stuk
verder.
Mooie Friesche zangen hebben we gehoord;
we blijven echter bij onze, reeds meer geuitte
bewering, dat bij Frieschen tekst ook origi-
neele muziek behoort. Soms waren woorden
en noten maar saamgevoegd, omdat ze toe
vallig, qua maat, bij elkaar pasten.
Waar zijn ze, de mannen, die ons
melodiën brengen op onze mooie Friesche
liederen We hebben er reeds, prachtige
volkszangen, waarvan onze //lieteboeken”
reeds verscheidene bevatten. Maar er moeten
meer komen van het type Z/de Grouster
weagen, it Marke, de Wals”, (fen Koster),
om een paar bekende zangen als voorbeeld
te nemen. En die echte, Friesche liederen,
ze moeten ^klinke en daverje” over het
Friesche gansche land.
Sjong den, o Friezen! ’t liet is ils rom;
Hark nei ds sangen, sjong se rounom
Roun, frij en kreftich, sêft, gol en treftich
Klinke mei eare, yn ’t liet en yn sang
’t Frysk yette lang 1
PRINS JORIS schrijft in de Enkhuizer
Courant het volgend
8 October a.s. schijnt vastgesteld te zijn
voor het begin van de openbare behandeling
van Talma’s Invaliditeits- en Ouderdoms-
verzekering. We spreken er nu niet van,
dat deze minister daarmee alle schoone theo
rieën, vroeger door hem verkondigd over de
Ziekteverzekering als //onmisbaar fundament
van het gebouw van sociale verzekering” ten
eenemale heeft prijsgegevenDr. Kuyper
wilde het zoo, en daarmee was ’t natuurlijk
uit. Magister dixit (de meester zelf heeft het
gezegd) plachten de leerlingen van den wijzen
Pythagoras te zeggen. Ook zullen wij dezen
keer niet opnieuw een pleidooi houden voor
de Staatspensionneering, die niet alleen den
ouden arbeider, maar alle ouden van dagen,
die zulks van noode hebben, ten goede zal
komen we willen op dit oogenblik een paar
van de gewichtigste vragen behandelen, die
zich bij het ontwerp-Talma als het ware
vanzelf opdoen, vragen die in het stelsel van
den Minister passen, en die niet anders ten
doel hebben dan daarin verbetering te brengen.
Daar is in de eerste plaats de quaestie
van de lage loonen. Zal van die lage loonen
premie worden geheven in dien zin, dat de
arbeider die zal moeten betalen Eene aller
gewichtigste vraag, waar reeds premie moet
betaald worden van een loon van nog geen
f 5 in de week. Versta ons wel lezer, we
maken daarvan geen speciale grief aan
Minister Talma, hetzelfde werd gevraagd in
het ontwerp-Kuyper en in het ontwerp-
Veegensdat is nu eenmaal de vloek van
het stelsel van verplichte verzekering, dat
elke rente, zoowel voor invaliditeit als voor
ouderdom door premiebetaling gedekt moet
zijn. Gelukkig, dat men zoowel Links als
Rechts voelt, dat het niet aangaat van zoo
lage loonen, als de bovengenoemde, nog iets
van den arbeider te vragen, Links zegt: laat
de Staat voor die arbeiders betalen, maar
Rechts wil daarvan niets weten, want dan
zou men het veld der Staatspensionneering
betreden. We veroorloven ons hier de op
merking, dat men dat bij iedere verplichte
verzekering toch reeds doet, en ook in het
ontwerp-Talma geschiedt zulks. Wel niet
zoo sterk als in Duitschland, waar iedere
rente met 50 Mark uit de Staatskas wordt
verhoogd, voor welken toeslag absoluut geen
premie is betaaldmaar in Talma’s ontwerp
hebben wij ten eerste de Staatsbijdrage van
7.3 millioen gedurende 75 jaar die door
den langen duur, waarvoor ze is vastgesteld,
reeds geheel haar lijdelijk karakter verliest.
En daarnaast hebben wij artikel 357 van
de wet, dat aan hen, die bij de inwerking
treding der wet 70 jaar zijn, eene rente
toekent, zonder dat ze ooit maar één cent
premie hebben betaald. Wat toch niet weg
neemt, dat Rechts stokstijf volhoudt, dat
men zich zorgvuldig moet onthouden van
elk betreden van het goddelooze veld der
Staatspensionneeringenfin men heeft^ zich
daar nu eenmaal, wat deze materie betreft,
op de jammerlijkste wijze vastgepraat.
Bolswardsche Courant
-i
I
Rona
Cacao
I
w
11
I
I
f*