Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward. en Wonseradeel.
Van Houten’s
Cacao
B. J. ZANTMAN.
i
I
I
I
1912.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
51ste Jaargang.
No. 79.
B. J. ZANTMAN, Bolsward.
Een BEST ADRES voor
Zondag 29 September.
Bijzonder vestigen we uwe aandacht op
het artikel „EXCELSIOR''(Gegaran
deerd krimpvrij.)
UIT DE PERS.
Voor het Kantongerecht.
prima TRICOT-ONDERGOEDEREN
in verschillende kwaliteiten voor Dames,
Heeren, Meisjes en Jongens is bij
VOOR
Afzonderlijke
zij allen
Zuiver en oplosbaar.
Vol vetgehalte (cacaoboter).
Volkomen ontwikkelde, pittige cacaosmaak.
De anti-revolutionnaire Kamerclub. De
Standaard heeft het noodig geoordeeld de
Kamerclub te verdedigen tegen het oordeel,
-
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
van twee zaken
de administratie, maar staatslieden van er
varing in den eigenlijken zin des woords
vindt ge er niet.
Maar zoo men hierover 'valt, stellen we
er twee vragen tegenover.
Achter ons ligt de periode, waarin men
dat daarover na het uittreden van dr. Kuyper
in enkele linksche bladen is verschenen.
Het blad zegt, dat de club haar kopstukken
heeft kwijtgeraakt doordat deze minister
werden, naar Batavia gingen, commissaris
der Koningin (Gelderland) werden.
Dan zegt het a.-r. blad
Voor onze eigen Pers is het allereerst
zaak, in onze club, ook na haar smaldeeling,
het oud vertrouwen te blijven stellen. Onze
kiezers in het land zullen dit toejuichen.
En het eind zal zijn, dat nog vóór de stem
bus van 1913 het oordeel over onze Club
eer klimt dan daalt. Mits, en hierop alleen
moet met nadruk gewezen, mits ze er in
slaagt de splijtzwam, die de laatste maanden
soms inkroop, met kracht uit te drijven.
Dat bijna stelselmatig anders stemmen van
enkele jongeren tegen de meerderheid der
club in, heeft zeer stellig het vertrouwen in
die enkelen geschokt. Doch dit hangt met
dr. Kuypers uittreden in het minst niet
saam. Immers dit euvel sloop in, ook toen
dr. Kuyper nog president was.
Slechts een ding geven we toe, de ge-
smaldeelde Club is niet samengesteld uit be
proefde staatslieden. Er moge een enkele
onder zijn, die later achter de ministerstafel
plaats zal nemen, maar van dat allooi is de
meerderheid van onze Club niet. Er zijn ge
wezen predikanten onder, gewezen onder
wijzers, mannen uit den arbeiderskring, en
naast dezen ontmoet ge ervaren mannen uit
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
metterdaad waande, dat men alleen een j urist
van politieken zin, met ambtelijke carrière
achter zich, en hooge ambitiën in zijn pre
tentie, als bruikbaar Kamerlid candideeren
kon. Juist van dit stelsel heeft men in-
tusschen te zeer de ellende beleefd om er
bij te volharden, en sinds zag men de samen
stelling van onze Tweede Kamer beheerschen
door geheel andere eischen. Nu zeggen we
niet, dat de nieuwe smaak onfeilbaar goed
heeft gewerkt. Veeleer is de kracht vol
komen gerechtvaardigd, dat het genre van
het debat zonk en het hooge karakter der
vergadering schade leed. Niet dat men daar
om naar het oude stelsel terug zou moeten,
maar althans eischt het nieuwe stelsel ern
stige revisie. Doch hoe dit ook zij, in geen
geval gaat het aan, om nu ook onze club
ten deele met het nieuwe stelsel meeging,
juist tot haar hierover zoo scherp verwijt te
richten. Ook bij de andere clubs is het
waarlijk niet al goud wat er blinkt.
Het wonderland. Onder dezen titel
schrijft de N. R. Cl. een artikel naar aan
leiding van de schriftelijke voorbereiding van
het ontwerp voor de nieuwe Tariefwet. Er
is daarbij niet veel nieuws voor den dag ge
komen, maar toch mogen de tegenstanders
zeer tevreden zijn. Zij vinden in de stukken
met klem van argumenten hun denkbeelden
bepleit en zien dat de minister reeds op ver
schillende punten tot hun meening be
keerd is.
BELEEFD AANBEVELEND,
er bij Z/Ik
ver-
den nogal brutalen toon
vraagtof de heeren ’t een beetje
schikken willen en voegt
ben wel eens leelijk op zoo’n stuit”,
taald„Ik ben wel eens boos in zulke oogen-
blikken”.
De overige zaken werden alle bij verstek
behandeld. Uitspraak Vrijdag a.s.
Zitting van Vrijdag 27 September 1912.
I
j
l
1
Daarentegen moeten de beschermingsge-
zinden wel min of meer in hun wiek zijn
geschoten. Neem b.v. het debat over de
algemeene strekking van het ontwerp.
Men zou verwacht hebben, dat de minister
van financiën zou gebrand hebben van ver
langen, om de algemeene strekking, de be
ginselen van zijn wetsvoorstel klaar en duide
lijk nader uiteen te zetten en te verdedigen.
Veel meer dan de techniek van het ontwerp,
en al wat samenhangt met technische kennis
van nijverheid en bedrijf, moest dat het
terrein zijn, waar de minister bij voorkeur
verkeerde. Het ontwerp was niet slechts in
zijne onderdeelen, maar vooral ook in zijne
strekking van tallooze zijden, mede door
politieke geestverwanten des ministers, be
streden op eene streng wetenschappelijke
wijze, die niet had nagelaten, in het land
indruk te maken. Moest de minister niet
met graagte de gelegenheid te baat nemen,
om de kracht van zijne argumenten daar
tegenover te stellen, en de allengs sterker
wordende beweging tegen zijn ontwerp te
stuiten Men zou het zoo denken.
In stee daarvan laat de minister juist dit
gedeelte van de, in de afdeelingen der Kamer
gehouden discussie onbeantwoord. Hij wil
liever de openbare behandeling afwachten.
Wat de minister tegenover de oppositie
op het hart heeft, was al zoo mooi door de
voorstanders van het ontwerp verteld zoo
deelde de minister aan de commissie van
voorbereiding mede dat daaraan voors
hands niet meer toe te voegen viel. Het
maakt wel een wat armoedigen indruk
En nu wordt die beantwoording meer over
gelaten aan goede geloovigheid dan aan
argumenten.
Als stevige economische uiteenzettingen en
krachtige redenen der Tarieftegenstanders al
niet zonder meer worden ter zijde gesteld
met een enkel zinnetje, waarin met drie
woorden gezegd wordt, dat men het geloof
of het vertrouwen in die redenen mist, dan
maakt men zich er toch menigmaal met zeer
aan de oppervlakte blijvende redeneeringen
van af. Men hoopt, men vertrouwt, men
denkt, verwacht desnoods, dat het wel zoo’n
vaart niet zal loopen. Daarop komen de be
schouwingen van wie aan ’s ministers zijde
staan menigmaal neer, en daarmee moeten
de tegenstanders het dan maar doen.
Toch acht het blad dit verstandig, want
zoodra zij aan het argumenteeren gaan wordt
de zaak er niet beter op. Merkwaardige
stalen haalt de schrijver van het artikel aan
uit de argumenten van de voorstanders, om
daarmee tot de conclusie te komen, dat het
protectionistische land een waar wonderland
is. Daarin gaat alles geduldig samen hooge
loonen lage prijzenlage prijzen
hooge kapitaalrente j veel concurrentie
veel afzet voor allen. Voor verbruiker en
producent de welvaart.
Of is misschien het protectionisme gelijk
de doos van Pandora, waaruit, toen zij open
gezet werd, alle mogelijke kwalen en ziekten
te voorschijn kwamen, die zich over het
land verspreidden. Al wat er in bleef was
de Hoop. Daar bleef Epimetheus mee zitten.
Epimetheus Kolkman I
Toen wij gisterenmorgen op ons gewone
uur het gerechtsgebouw betraden, trok het
in de kleine vestibule voor de trap al direct
onze aandacht, dat er geen enkel paar
klompen gedeponeerd was. Dit was voor ons
al een teeken dat het belangstellende
„klompenpubliek” ditmaal niet present was.
De geschoeide en gelaarsde afdeeling et van
kon dan nog wel in getalsterkte voldoende
aanwezig zijn maar neen toen wij
boven kwamen, waren de eniree-ruimte en
de wachtkamer heel dunnetjes bezet, ja
eigenlijk ledig te noemen, en ook in de
gerechtszaal was om ’t zoo maar eens
te noemen de publieke tribune zoo ruim,
dat wij ’t niet eens noodig oordeelden, de
voor de pers zoo goedwillig toegestane ruimte
binnen ’t hek te betrekken, en vergenoegden
ons met een bescheiden hoekje van de voor
de toehoorders bestemde plaatsruimte.
Een paar getuigen en slechts één beklaagde
waren tegenwoordig. Ook het getal politie
agenten was ditmaal kleiner dan gewoonlijk.
Waren er dan geen zaken te behandelen?
Dat, gaat nog al, luister maar even.
Op de beklaagdenrol kwamen voor 18 wiel
rijders zonder licht, 6 die te veel spraakwater
hadden gedronken, waarbij wij ook nog als
verwant mogen rangschikken 4 die te veel
drukte op de straat maakten dan waren
er voor overtreding leerplichtwet, jacht en
visscherij, Prov. reglement, ongevallenwet
enz. nog samen 15 beklaagden gedagvaard
dus samen 43 een wel niet groot getal
bij sommige zittingen vergeleken, maar toch
nog al een respectabel cijfer.
Wij voor ons denken, dat de beklaagden
het te druk met hunne werkzaamheden hadden
om er voor uit hun werk te loopen, en te
meer wijl schuldbesef hen wel zal doen ge
voelen, dat zij zich toch niet kunnen vrij
praten. Die zullen dus wel berusten in
’t geen de rechter over hen beschikt, en ’t
gewone belangstellend publiek was afwezig
naar wij veronderstellen, gedeeltelijk ook om
dat ze wat beters te doen hadden, gedeeltelijk
omdat het zonnetje buiten te lekker scheen, om
zich in een gebouw te gaan verschuilen.
Als ’t koude seizoen komt, en de kachel in
de gerechtszaal lekker warm staat, wordt de
belangstelling in de rechtszittingen wel weer
grooter.
Heden hebben wij slechts
melding te maken.
Het eerst werd in onze tegenwoordigheid
behandeld een proces tegen S. R. te Makkum,
wien ten laste was gelegd, dat hij met zijn
woonschip een andere plaats had ingenomen,
dan hem door den beambte van den Prov.
Waterstaat was aangewezen. Bekl. was afwezig,
maar als getuige wordt gehoord de heer 8.
Bakker, opzichter van den Prov. Waterstaat
te Harlingen. Deze getuige heeft evenwel
aan bekl. geen ligplaats aangewezen, weet
dus van dit geval niet af en er kan alzoo
geen inlichtingen over geven.
Welk requisitoir in deze zaak werd ge
nomen, hebben wij niet kunnen verstaan.
De eénige beklaagde die present was, E.
B. van Bolsward, had zich te verantwoorden
over ’t maken van straatrumoer in den laatsten
kermisnacht, van 3 op 4 Sept. Hij werd
dien nacht te twee uur door twee nacht-
wachts aangemaand om zich rustiger te ge
dragen. Hieraan werd geen gevolg gegeven,
integendeel trad hij nog al brutaal op tegen
deze ordebewaarders, die, wijl hij nog al
opgewonden was, hem ter kalmeering een
tijdje hebben opgeborgen.
Bekl. heeft tegen dit procesverbaal in te
brengenlo. dat hij de orde niet verstoord
heeft, en 2o. dat het allemaal drukte was
op straat en dan die anderen ook hadden
moeten worden opgeborgen, en
proces hadden moeten hebben.
De heer Kantonrechter vindt dit laatste
geen afdoend argument, wat de anderen betreft,
dat gaat buiten deze zaak om, er ligt in
opgesloten dat de agenten tegenover dezen
beklaagde dus toch wel goed hebben gehandeld.
Om te weten of er van het door hem
gemaakte straatrumoer ook iets aan is, wordt
de verbalisant even gehaald en de behande
ling zoolang geschorst.
Na de heropening der behandeling ver
klaart de politie, dat bekl. nogal brutaal
was, wel degelijk geroepen en geschreeuwd
heeft, en zich uitdrukkingen veroorloofde,
die tegen een beambte in dienst niet betame
lijk zijn, ja niet geduld mogen worden. Wij
zullen de gebezigde woorden hier maar niet
herhalen publiceering van dergelijke opge
schroefde en ondoordachte betitelingen achten
wij niet gewenscht.
Bekl. kan niet ontkennen, dat hij de be
doelde woorden bezigde, maar komt er nu
weer tegen op, dat die niet door ’t publiek
konden gehoord worden, omdat hij en zijn
kameraad alleen bij de agenten stonden.
De heer Kantonrechter merkt hiertegen
op, dat dit weer niet klopt met zijn eerste
verweer, dat er allemaal menschen waren,
en geeft dus ’t woord aan den heer Ambtenaar.
Deze eischt f 3 of 2 dagen.
Bekl. laat nu
varen en
Bolswardsche Courant
RONA
I
f