Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
N
Tweede Chr. Winterlezing.
•1
ROUWSTE
Huisvrienden
i
s
3
Verschijnt Donderdags en Zondags.
51ste Jaargang.
1912.
No. 103.
BERICHT.
e
•;i
flï
I
0
i
n
*1
/'I
i!>
>1;
3
Zondag 22 December.
RECLAME.
Stadsnieuws.
BV* Wegens het Kerst
feest zal dit Blad a.s. Don
derdag niet verschijnen.
De Uitgever.
VOOR
Afzonderlijke
c
In het nummer van de
Bolswardsche Courant, ver
schijnende 1 Januari 1913, zullen
Nienwjaarswenschen,
worden opgenomen a 25 cents.
Spoedige toezending van adver
tenties is zeer gewenscht.
DE UITGEVER.
ill
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Eranco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
aan van de
God be-
de behoeften van
materialen. Hij
i
Woensdagavond werd in //de Doele” de
2de winterlezing gehouden, vanwege de Com
missie, die deze reeks Chr. lezingen op touw
heeft gezet. Als spreker trad op Dr. F. DE
GHEEL GlLDEMEESTER, predikant te ’sGra-
venhage, met ’t onderwerp: Wat is waarheid?
Van deze lezing is moeielijk een volledig
verslag te geven, voornamelijk van hetgeen
na de pauze werd gezegdeerstens wijl Spr.
soms voorvallen uit eigen ervaring behandelde,
en zaken besprak die meer in een kerkelijk
blad behooren dan in een algemeen nieuws
blad, en tweedens omdat men gevaar loopt
bij het verslag de dingen niet in het juiste
verband of in de goede beteekenis te stellen.
Van ’t gesprokene na de pauze, dus slechts
een korte aanduiding, en ook van ’t eerste
gedeelte slechts de hoofdpunten. Als wij den
ZeerGel. Spr. goed begrepen hebben, handelen
wij zoodoende ook geheel volgens zijne bedoe
lingen.
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
zoo pittig gezegd
onze
maar niet gelooven op
De traagheid van geest is vele menschen
eigen. De Emausgangers werden door Jezus
toegesproken met de woorden/ZO, gij klein-
geloovigen en tragen van harteI” dit wil
zeggen, dat men moet nadenken om de waar
heid te gevoelen, ’t Is eigenlijk een gevoels
kwestie. Vandaar ook, dat sommigen wel
goedvinden dat de vrouw gelooft, maar de
sterkere man och dat komt er minder
op aan en toch juist zijn het de slappe
karakters, betoogt Spr. die in de onzekerheid
blijven.
Verkeerde bijbelbeschouwing die is er,
zegt Spr. en brengt menigeen op een dwaal
spoor. Er wordt dan gewezen op verschil
lende teksten, die elkaar schijnen te weer
spreken, en daaruit wordt dan de gevolg
trekking gemaakt, dat de bijbel Gods woord
niet kan zijn. De ethische theologie brengt
ze van de waarheid af, en ze ontkennen
de ingeving des H. Geestes. De bijbel zegt
Spr. is volgens hen geschreven door menschen,
door heilige mannen in hun taal, naar
hunne vermogens, waarbij zij ons Gods
boodschap hebben, gebracht doch dat
systeem ligt met ’n enkele schrijffout in ’t niet.
Busken Huet heeft met zijn brieven over
den bijbel velen hun bijbel ontnomen.
De invloed der nieuwste litteratuur heeft
veel geloof ondermijnd. Spr. wijst op de
werken van Göthe, Heine en Multatuli en
wijst aan, boe die groote talenten, als dichter
lijke genieën, velen ten gids zijn geweest
en de onzekerheid hebben aangekweekt.
Welke houding den Christen past tegenover
die twijfelingen zal Spr. in zijn 2e deel aan
geven.
blij is, dat de groote massa niet dacht als
hij over de kerk en de kerkelijke zaken.
Daardoor wordt al zoowat de richting aan
gegeven, waarom vele aardsche rijken nog
dulden dat anderen gelooven in een eeuwig
leven, het is een soort vrees dat er anders
nog meer een wedloop zou komen om de
zwakken omver te loopen, om de aardsche
schatten na te jagen. Velen hebben hun
ziel verloren bij en door het zoeken naar
aardschen rijkdom.
Spr. haalt het treffend gedicht
Genestet//Ik ben een kind, van
mind” enz., het eerste lied dat zijne moeder
hem leerde. O, hoevelen verlangen op later
leeftijd naar het reine onschuldige geloof der
kindsheid en gewis, het zou hun lot op
de laatste peluw zeer vertroosten.
//Wat is” de oorzaak van de wijdverspreide
onzekerheid” vraagt Spreker. Eenige der
voornaamste oorzaken wil hij aangeven 1°.
schromelijke onkunde, 2°. traagheid van geest,
3°. verkeerde bijbelbeschouwing, 4°. de invloed
van de nieuwe litteratuur.
Deze vier punten worden nader uiteengezet.
Door onkunde of oppervlakkige kennis wordt
bij menig gemoed twijfel gewekt. De bijbel
kennis achten velen in ’t geheel niet noodig.
De Genestet heeft het
Gelooven op gezag dat mag niet in
verlichte tijden
gezag, vraagt Spr. mag dat dan wel Hij
wees er op dat hem gebleken was, dat in
Westphalen onze werklieden zoo gemakkelijk
worden overgehaald tot de secten der onge-
loovigen, wat wordt toegeschreven aan hun
onkunde omtrent den bijbel. Ook bij de
leerlingen van de gymnasiums en dergelijke
leerinrichtingen valt het op, hoe groot de
onkunde is onder de jongelui omtrent Gods
Woord.
De traagheid
den tijd en met de beste
wees op de liefde des Ver
lossers, de volkomen onafhankelijke, de vol
maakte liefde, het altijd levend water. Jezus
is de Hooge priester voor alle tijden, in alle
omstandigheden, voor alle menschen. Jezus
zag de verdoolde schapen, maar wees er op,
dat de oogst groot is.
Laat de verborgen dingen verborgen, het
onzekere behoeft niet te verontrusten, het
wordt als men durft lief te hebben het
menschelijk hart een vreugde voor het ge
moed, zaligheid voor de ziel.
Met een hart vol liefde, strijdende met
het echte materiaal, dus met onze begrippen,
meer dan met de belijdenis doch met den leven
den Christus. Dien Christus moeten we zelf
kennen in de heilige schrift en in ons eigen
leven. Spr. haalde nog aan hoe de dichter
ten Kate zoo mooi heeft aangetoond, dat
het beste wat er is in alle menschen is
de Christus, het heerlijke, het verhevene, het
ware en goede.
De teederheid van de vrouw, de kracht
en sterkte van den man, de eenvoud van
het kind, de wijsheid van den geleerde, dat
alles is in den Christus vereenigd.
De methode om te komen tot het besef
der waarheid wordt aangegeven door Gods
woord. Johannes de Dooper zond twee
zijner disipelen tot Jezus en vroeg: Zijt gij
het, die komen zal, of hebben wij een anderen
te verwachten en het antwoord luidde
De blinden zien, de dooven hooren, de
kreupelen wandelen, enz. en in dit antwoord
ligt de methode van den christen. Die de
waarheid doet, komt tot het licht. Spr. wijst
nog op Nicodemus, die eerst den Christus
ondervroeg maar toen hij tot het licht was
gekomen, de waarheid sprak, en den Christus
een eerlijke begrafenis bezorgde.
Velen die met Nicodemus in de onzeker
heid gewandeld hebben, zijn ook met hem
door Christus tot het licht gekomen. Zoo
iemand de wil van God wil zien en dien
wil begeert te doen, diens leven is verlicht,
diens weg wordt zeker, diens hart wordt
met blijdschap vervuld.
God wil ons leven dan vruchtbaar en ge
lukkig maken.
Met dankzegging eindigt spreker zijne rede.
De heer VAN DER PLOEG opende de
goed bezochte bijeenkomst met gebed, waarna
de £pr. het woord bekwam, en aanving met
er op te wijzen, dat het wel is in den geest
des tijds, om zulke voor de ziel zeer gewich
tige vragen te doen behandelen in bijeen
komsten en lezingen, als ook deze, welke het
onderwerp van zijn betoog zal zijn Wat is
waarheid? Hoewel de beantwoording van deze
en dergelijke vragen die als uit den bodem
der ziel oprijzen, altoos iets onvolledigs zullen
behouden en voor menigeen oppervlakkig
zullen schijnen, hoopt hij toch dat zijne
woorden velen tot ernstiger nadenken zullen
kunnen brengen.
Wat is waarheid is eigenlijk een clas-
sieke vraag. Zij werd gedaan door den Romein-
schen landvoogd Pontius Pilatus, toen de
Heere Jezus hem had verklaard dat Hij was
gekomen om van de waarheid getuigenis te
geven. Het stellen van die vraag verraadt
een twijfeling ’t is een uiting van scep-
tisisme, en Pilatus gaf daarna het antwoord
aan het volk ,zIk vind geen schuld in Hem
Die vraag Wat is waarheid wordt nog
wel gedaan, zoowel met diepen ernst, alsook
als een pantser, waarachter een slappe ziel,
die te weinig weet door te dringen tot de
diepte, zich verbergt. Onze tijd is een tijd
van wijdverbreide onzekerheid. Spr. haalt
enkele voorbeelden aan om te doen zien dat
velen in geestelijke armoede verkeeren, van
daar het egoïstisch streven van menigeen,
om het zoo goed mogelijk op aarde te hebben.
Dezulken kunnen dan heel wel rijk zijn aan
stoffelijke maar zij zijn arm aan geeste
lijke goederen.
Ook in de kerkelijke kringen heerscht
vaak geestelijke armoede. Er rijst twijfel over
de eeuwigheid, er is dan onzekerheid of met
den dood alles uit is, en toch is er ook
weer twijfel of de rust des grafs wel de
volkomen rust is. ’t Is wel een verschijnsel
van alle tijden. Spr. wijst op Philippus, die
ten tijde van Jezus leefde, en ’t valt niet
gemakkelijk de tijd te generaliseeren, echter
er zijn allerlei oorzaken voor aan te geven,
dat thans onzekerheid omtrent ’s menschen
voortbestaan wordt opgewekt. Vooral is er
een sociale oorzaak, geteekend door den Eran-
schen schrijver Renan, die voor zich zelf
PAUZE.
Om de houding van den Christen tegenover
de gewichtige vraagstukken aan te geven,
dient eerst gevraagd te worden Heeft de
gemeente genoeg medelijden met den even
naaste enDringt de gemeente wel diep
genoeg door in ’t wezen der dingen
Spreker toetst zijn eigea studententijd aan
deze bedenkingen, en wijst op het materia
listische streven van onzen tijd, hij geeft
ook zijn oordeel over lezingen en vergaderin
gen als deze, en over theosophie om dan te
waarschuwenx tegen het dogmatische over
vragen. (De lezing werd nu meer een
causerie over verschillende aangelegenheden,
moeielijk te volgen en soms meer geleerd
dan duidelijk.) Het stellen der confessie,
de individualiteit der menschen enz. werden
besproken, om dan er op te wijzen dat dén
Christen geen hooghartige houding past,
maar een hart vol liefde, om in te gaan in
Concert Stedelijk Muziekkorps.
Johan Schmier.
De //avonden” welke het Stedelijk muziek
corps zijne Donateurs, Leden en Aandeel
houders aanbiedt zijn zoo langzamerhand
gewild geworden. En ’t zij het corps zich
voorstelt aan de Bolswardsche burgerij in den
vorm van een volksconcert, Straussavond of
zaalconcert, steeds heeft het veel belang
stelling.
Die winteravonden, hoe gezellig zijn ze
steeds. Prettige populaire muziek, een aan
dachtig luisterend publiek, gezellige kout
als //interloog” en dan af en toe een dansje
wat zit het er dan leuk in onze Doele-
zaal.
Zoo is het ook weer geweest Donderdag
avond j.l.
Voor afwisseling en adsistentie was nu
geëngageerd de Baszanger Johan Schmier,
die ons zou vergasten op zijn Oden, Logen
en Liederen.
We hadden hier reeds eens kennis ge
maakt met den zanger Johan Schmier.
Vergis ik mij niet, dan was het op 7
Januari 1907, ter gelegenheid van een toen
gegeven concert door de beide kerkkoren
der R. K. Kerken te dezer stede. En die
kennismaking was van dezen aard geweest
dat men beslist kon zeggen
//Aangenaam, zeer aangenaam” 1
’t Was dus geen wonder dat er Donderdag
avond velen waren opgekomen om het
concert onzer Stedelijk muziek bij te wonen.
’t Corps opende ’t concert, door de uit
voering van een Hinken (wat erg langen)
marsch, eene lieve ouverture en de bekende
wals //niets aan te doen”.
Later hoorden we balletmuziek uit de
Klokken van Corneville, een groote Wals
en een paar leuke kleinere stukken.
Over ’t geheel handhaafde het zijn goeden
naam, we hebben echter van den heer de
Rook en zijn corps wel eens meer af gewerkte
muziek gehoord, ’t Ontbreken van een goeden
solo-pistonist, (de kapelmeester blies af en toe
zelf mee) is jammer voor de vereeniging.
Ook was het fameuze rooken bepaald hinder-
I
I
Bolswardsche Courant
i
■I
;i
I
i
'i
U'
li
i
i