Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
VAN HOUTEN '5
ftONA Cacao
*1
1913.
No. 6.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
52ste Jaargang.
Zondag 19 Januari.
BINNENLAND.
GEEFT HERSTELLENDEN
NIEUWE KRACHT
UIT DE PERS.
VOOR
7
IRona
eenmaal niet te-
den dag
nacht
vroor,
Toen
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
i groote belangstelling. Van heinde
tot zelfs van achter Sneek, waren
om dit keurcorps in actie
maar goed vriezen
gelukkig dat deed
sociale wetgeving meer particulier initia
tief. Zij hebben ook ten opzichte van het
openbaar onderwijs hun lijn gesteld. Ook op
deze scholen moet tenminste eenige Chr. geest
komen.
was volgens de
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
kwesties willen oplossen,
men de vraag niet te stellen,
niet mee
voeringen houdt over de gruwelen des
logs, die per slot
ophouden als de menschen niet
We geven toe, dat er
leidingen tot den oorlog zijn, dat
ook oorlogen zijn,
schuldig staan
is juist de onderlinge haat der volken dik
wijls de oorzaak van oorlog gewetsst. Laten
wij maar denken aan den Japansch-
Russischen oorlog, en wat er nu op den
Balkan is geschied, waar Bulgaren en Turken
op het slagveld gesneuveld over elkaar lagen
met de tanden nog in eikaars vel, geeft
droeve leering.
Daarover verheugen wij ons. Men moet
ons niet aankomen met het verhaal, hoe
het heele land in 1672 per slot van
rekening behouden bleef, omdat de stelling
Amsterdam voor den vijand onneembaar was.
In de eerste plaats is het niet waar, want
ook Amsterdam zou het op den duur niet
hebben kunnen houden, als de Ruyter en
Tromp den alouden Hollandschen roem op
zee niet hadden gehandhaafd, en de vijand
werd niet door het water, maar door de
verrassing van Bonn door Willen III, ge
noodzaakt het land te verlaten. Maar al
was het waar, wat in 1672 kon, kan nu
niet meerin onze federalistische republiek
was Holland met zijn machtige Amsterdam
eigenlijk het land, maar in onzen tegen-
woordigen eenheidsstaat ligt de zaak gansch
anders. Limburg en Zeeland, Friesland en
Holland hebben gelijke rechten, en het is
zoo goed, dat ook de grensbewoners weten,
IJswedstrijd „Vlecke Joure."
Joure. Weer, als verleden jaar, heeft
„Vlecke Joure”, de primeur. Dinsdag tegen
den middag besloten, werd Woensdag een
hardrijderij gehouden, waar ruim 20 van de
allersnelste schaatsers uit ons geheele land
elkaar dit seizoen voor ’t eerst be-
kampten.
’t Was haast” nog te gauw, werd er
geoordeeld, want niettegenstaande ’t in den
van Dinsdag op Woensdag knapjes
was de baan nog niet bizonder sterk,
dan ook Dinsdagmorgen aanvan
kelijk besloten werd den wedstrijd te houden
en telefoon en telegraaf om het drukst
bezig gehouden werden om „ruchtbaarheid”
aan de zaak te geven, werd eVen later,
wegens slechte ijsberichten, contra order
gegeven en... weer tikte de telegraaf. Kort
daarop echter, nadat de Jobsboden over
dreven bleken te hebben, werd het consigne
gegeven van „toch doorzetten” en ten derden
male stroomden de draad berichten naar de
provinciale pers en werd er vliegensvlug
een aanplakbiljet „inelkaar gespijkerd.” Daar
mee was aan de noodige voorbereiding ter
publicatie voldaan.
Als ’t nu vannacht
wil, werd er gehoopt en
het.
De lijst van deelnemers
getrokken nummers aldus
1. J. Visser, Joure; 2 Jan Baarda, Bles-
sum 3. H. Bosse, Ouder-Amstel4 A. Poep-
jes, Oosterzee; 5. 8. Joh. de Jong, Terhorne
6. W. de Vreeze, Bolsward7. Klaas de
Haan, Terhorne; 8. E. de Vries, Lemmer;
9. H. ten Hoeve, Rotsterhaule10. Lyckle
Poepjes, Lemmer; 11. J. v. d. Werf. Ter
horne 12. J. Schilstra, Akkrum 13. Lyckle
J. Poepjes, Lemmer; 14. Jacob Poepjes,
Delfstrahuizen15. J. Coehoorn, Lemmer;
16. Corn, de Jong, Leeuwarden 17. C. Dijk
stra, Lemmer; 18. P. Peereboom, Follega
19. Ph. Holst, Amsterdam 20. D. Poepjes,
Lemmer; 21. W. Bocxe. Abcoude; 22.
E. ter Molen Zwolle.
Op de eerste ronde vielen af de num
mers 1, 3, 5, 7, 10, 12, 13, 15, 17, 20
en 22.
Op de tweede lijst verloor 2 tegen 4,
6 tegen 8, 11 tegen 9, 16 tegen Hen 18
tegen 19, terwijl 21 geen partij had.
Daarna werd 4 verslagen door 21, 9 door
8 en 14 door 19.
De heeren Bocxe, E. de Vries en Ph.
Holst waren dus de drie overblijvenden.
De Vries versloeg nu eerst Bocxe en daar
na Holst, zoodat de prijs van f 60 werd
gewonnen door E. de Vries, de premie ad.
f 40 door Pb. Holst en de 2e premie ad.
f 20 door W. Bocxe van Abcoude.
Tal van zeer spannende ritten werden
er natuurlijk gezien. De oudere matadors
als Ter Molen, A. Poepjes e. a., kunnen
den baas niet meer blijven en onder de jongeren
staan Baarda, Jacob Poepjes en Ten Hoeve
vooraan. Die zijn zeker de prijswinners in
de naaste toekomst.
Er was
en ver, 1
er overgekomen
te zien.
Te betwijfelen valt of wel ooit in dit
seizoen ergens weer zoo’n -schitterende lijst
gepresenteerd kan worden. Ct.
Een rit op een varken.
Joure. Een boer uit den omtrek zou per
paard en wagen een varken afleveren bij een
slager alhier. Nauwelijks was het dier met
veel moeite van den wagen op den beganen
grond geloodst, of, in stede van naar den
warmen stal, wilde het varken juist den
anderen kant uit, naar het koude water.
Door de gevallen sneeuw was de straat glad
geworden en nu gleed op een gegeven oogen-
blik het varken op zijn pooten naar den
hellenden wal kant af, juist tusschen de beenen
van den boer door, die daardoor schrijlings
op het dier kwam te zitten. Daar reed de
man op het varken. Maar lang duurde de
rit niet. Want het varken stortte voorover
in de Boterstraatsvaart, en de berijder ging
mee
’t Gaf veel consternatie, doch de man
werd spoedig weer op het droge geholpen,
evenals het varken, dat door het koude bad
veel handelbaarder geworden was.
N. Sn. Ct.
Voor Wielrijders
Lantaarns deze week aansteken 4.40,
dat ze bij het binnendringen van een even-
tueelen vijand niet weerloos aan hun lot
zullen worden overgelaten. Wat moest men
daar in Limburg b.v. veel op hebben met
de uitgaven voor defensie, in een tijd toen
geleerd werd, dat de beste tactiek bij een
conflict waszich terug te trekken achter
de Hollandsche waterlinie.
Wij hooren hier allicht iemand zeggen
Och, daarin stonden dan de Limburgers
gelijk met tal van andere duizenden in
Nederland als de Oorlogsbegrooting bij
volksreferendum moest aangenomen worden,
dan had ze niet de minste kans. Dat is
zoo, en ook wij behooren waarlijk niet tot
hen, die iets voor Oorlog voelenook wij
vinden het met allen godsdienst en zedelijk
heid in strijd, dat men oorlog voert, en
ergeren ons altijd zeer in het bijzonder als
de geestelijkheid er zich toe leent, God’s
zegen over de wapenen af te smeken van
hen, die langs den weg des gewelds de
Maar zoo heeft
en men is er
af, als men hartroerende rede-
oor-
van rekening slechts zal
meer haten,
ook andere aan-
er vaak
waaraan de volken niet
maar in den laatsten tijd
Een klein land is er dus op aangewezen
om zich ernstig de vraag te stellen. Wat
kunnen wij in verband met de overige vele
en nog eens vele behoeften voor de lands
verdediging missen En op die vraag geeft
Minister Colijn ons een veel te royaal ant
woord. Dat hij den boel zoo goed mogelijk
wil hebben in het systeem, dat hij nu een
maal vóórstaat, we kunnen er alles van be
grijpen hij is in Indië de man van de daad
geweest, de man, die er op uitging om den
vijand tegemoet te treden de man, die in
den toestand verkeerde, dat hij ieder oogen-
blik van den dag voor de noodzakelijkheid
kon worden gesteld, om aan den slag te
gaan, en hij wil het leger in Nederland dus
zoo hebben, als hij zijne troep in Indië had.
Maar dat is te duur, tot een Oorlogsbegroo
ting van 40 millioen mag Nederland het
niet laten komen, dan zijn we 10 jaar daar
na, aan de 50 millioen.
Aan het POLITIEK OVERZICHT
van PRINS JORIS in de Enkhuizer Courant
ontleenen wij het volgende:
Men moge van Minister Colijn zeggen wat
men wilhij is een knap man, een eerste
man. En als hij ons niet verder afvoerde
van het volksleger, dat voor ons de alpha
en de omega is van de landsverdediging,
omdat alleen de goede geest in de mannen
een land weerbaar maakt, en dit niet
te vergeten als hij niet zoo duur was,
dan zou hij ook onze man zijn. Maar het
eind-cyfer van de Oorlogsbegrooting is nu
reeds 33 millioen, en zal volgens de voor
spellingen van den Minister al heel spoedig
40 millioen worden. Helaas, waar is de tijd
gebleven, toen de Katholieken nog in hun
program hadden staan, dat er niet meer dan
20 millioen ’s jaars aan Oorlog, juister
gezegd aan de Defensie, mocht worden ten
koste gelegd Wij voelden veel voor die
clausule, en kunnen het slechts betreuren,
dat ook deze aan de coalitie ten oflër is
gebracht. Bij hare vervullling zouden wij op
dit oogenblik, reeds buiten alle verhooging
van Tarief om, de Slaatspensioneering kun
nen geven. Maar de Katholieken zijn, wat
de oorlogsuitgaven betreft, al in zeer slecht
gezelschap gekomen, want den anti-revolu-
tionairen en Christelijk-Historischen schijnt
de Oorlogsbegrooting nu
hoog te kunnen wezen.
Maar... Minister Colijn is een knap man,
en zelfs de politieke tegenstander zal moeten
toegeven, dat er een frissche wind waait
door het Departement voor Oorlog, dat zoo
lang om zijne bureaucratie en paperasserij
berucht was, waarop menig knap Minister,
die met de beste bedoelingen bezield was,
ten slotte schipbreuk heeft geleden. En die
bureaucratie kan natuurlijk niet uitblijven
bij een leger, dat nu reeds in geen83jaren
in het vuur kwam, en waarvan ons, als wij
de zekerheid hadden, dat de eeuwige vrede
ons was verzekerd, die bureaucratie iets
minder onduldbaar zou wezen. Maar die ver
zekerdheid hebben wij niet, wij kunnen
de tijden zijn er nu eenmaal naar elk
oogenblik geroepen worden om onze neutra
liteit te handhaven, en het zou toch ver
schrikkelijk zijn, als we met al het geld,
dat wij daarvoor nu jaren uitgeven, zulks
niet konden. De nieuwe legerorganisatie, die
Minister Colijn in deze begrooting wil, is
in hoofdzaak dan ook gericht op de mobili
satie, dat is het spoedige bijeentrekken van
onze troepen aan de grenzen. Aan de gren
zen Ja, gelukkig. Het oude stelsel, om als
er conflict komt 8/4 van het land prijs te
geven, en zich terug te trekken achter de
Hollandsche Waterlinie, rekenende op het
water en de tusschenkomst der mogendheden,
reeds door anderen voor een deel prijsgegeven,
is voor Colijn geheel uit den booze. Hij kijkt
naar dat stukje in het Zuidoosten van ons
land, dat bekende plekje, waarover Duitsch-
land zoo makkelijk toegang zou hebben naar
Frankrijk en andersom hij begrijpt, dat bij
eventueel Europeesch conflict, de handhaving
van de onzijdigheid van dat stuk Nederland-
schen grond no. 1 is. En vandaar zijn
streven om het leger zoo spoedig en krachtig
te mobiliseeren, dat hij iedere schennis van
ons grondgebied zal kunnen beletten.
Wij vinden het zoo te betreuren, dat deze
Minister, wien wij om eigenschappen van
verstand en hart bijzonder hoogschatten,
de aangevraagde gelden krijgt.
De Chr.-Hist. en de coalitie.
Mr. H. Verkouteren, secretaris van de
Christelijk-Historische Unie, heeft te Gro
ningen gesproken. Spr. zeide, volgens de
N. Gr. Crt., over de verhouding van zijn
partij tot de coalitie bij de a.s. verkiezingen:
Wat zullen de Chr. Historischen in dien
tijd doen P Zullen wij ons weer vereenigen
met de coalitie Daarop kon Spr. nog geen
beslist antwoord geven. Besprekingen dien
aangaande worden reeds gevoerd.
Veel is er wat Spr. betreurt ten opzichte
van de regeeringswijze der coalitie. Al hul
digde Spr. Minister Talma, die goede bedoe
lingen koesterde, al erkende Spr. dat er voor
dezen vele moeilijke oogenblikken geweest
zijn, hij kan niet meegaan met ’s Ministers
streven naar sociale wetten. Er wordt te
weinig aan particulier initiatief gedaan.
De heer Verkouteren wees op de gebeurte
nissen in Ede, Hilversum en Ómmen. Over
Ommen wil spr. nog geen oordeel uitspreken.
Een enquête-commissie is ingesteld, en zij
zal over deze gebeurtenis binnenkort het
volle licht doen schijnen.
Spr. hoopt, mocht men er toe overgaan
weer een coalitie te vormen, dat er dan ook
Chr. Historischen in het kabinet zullen
komen. De Chr. Historischen hebben thans
vele wenschen geformuleerd. Zij willen zeker
heid omtrent art. 179 zij willen minder
L
r
Bolswardsche Courant
1°