Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
I
1913.
Verschijnt Donderdags en Zondags. 52ste Jaargang
No. 25.
De beteekenis der komende
Kamerverkiezingen.
fl
B
t
i
I
Donderdag 27 Maart.
W eldadigheids bazaar
- „Groene Kruis”. -
VOOR
Afzonderlijke
van
van
Theesalon.
5
9.
3.
2. Limonades, wijnen.
1. Sigaren.
rij van dames en heeren, o. a. leden van het Comité, Dagelijksch Bestuur van Bolsward,
der Ploeg, Voorzitter
l
4.
3.
Hollandia’s
Boter, gebak.
Manufacturen,
dekens enz.
Magnetische visscherij
Reclamezuil
„Groene Kruis”.
Vitrine met speculaas.
Weeginrichting.
Gloeikousjes.
Grabbelton.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
7. Schilderijen, lijstwerk,
6.
5.
4.
8
ken, (.nuttige en
fraaie). Artikelen
5.
Het „Groene Kruis”. Prachtige instelling
groot belang. Door allen voor
allen. Allen leden van een groot geheel
en dat groot geheel werkende voor elk die
toetrad tot den bond. Zoo, individueel arbei
dende, zegen brengende aan allen. En dat
alles onder het symbool „het Kruis” zege-
teeken van den godsdienst der liefde.
I
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Hei bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
allen, die zich
hadden betoond
zetten en uit te
De Burgemeester van Bolsward, de heer
M. Oberman, verkreeg alsnu het woord.
Met genoegen had Spreker de aangename
opdracht, dezen Bazaar te openen, aanvaard,
Wat is het jammer dat in het maatschap
pelijk leven ideaal en werkelijkheid zoo weinig
samen kunnen gaan, dat zooveel moois
alleen mooi kan blijven, als daar niet steeds
blijft vloeien de bron van inkomsten. Akelige
alledaagsheid, maar ’t is zoo. Zoo ook met
instellingen als het „Groene Kruis”. Wil
men dat de zaak voldoet, blijft voldoen ook
aan alle eischen, wil men de affaire omhoog
brengen, vooruit... dan moet er steeds veel
worden uitgegeven, ergo ook steeds veel
binnenkomen.
Deafdeeling Bolsward van’t „Groene Kruis”
werkt kranig, doet veel. Uitgebreid magazijn,
en nu dat magazijn geborgen in een eigen
huis, een verpleegster, die alle lof ver
dient, ligtent, nog ééne... Elke verbetering
vereischt meerdere uitgaven.
Ziehier de ondergrond, waarop is opge
trokken de Weldadigheids bazaar, welke Dins
dagavond j.l. werd geopend.
Welk een succes hebben de architecten
van dezen bouw. Van overal kwamen ze in,
de bouwstoffen, die te zamen het huis moesten
vormen. Van alles en nog wat, alles ruim
schoots voldoende om een keurig geheel te
kunnen maken,
Nu gingen ze aan ’t werk, de dames en
heeren die de leiding hadden bij het groote
werk. Passen en meten, overleggen en be
raadslagen, sorteeren, prijzen.
De eerste van den ploeg voorwerkers ver
raste de niets vermoedende Doelenaren in
bannen slaap, en nam zijn weg door een
ruit. En al gingen de andere dames en heeren
nu niet door deze bres, ze waren allen vroeg
tijdig op 't appèl, alle heus aan dek.
Die nu de Doelezaal binnenkomt staat
verbaasd. Langs de beide zijwanden verrezen
winkelgalerijen, zoo keurig ingericht, zoo
smaakvol aangekleed, dat men er verbaasd
van staat.
Een woord van hulde zij hier gebracht
aan het tweetal fieeren, dat bestek en tee-
kening maakte, het bestek uitvoerde en een
zoo aardig geheel te voorschijn riep. De h.h.
R. v. d. Meulen en A. F. de Boer willen
dit compliment wel even aan gezegd tweetal
overbrengen
Ja, en dan kunnen ze en passant ook
aan de h.h. S. J. T. Plantinga en H. Hommes
een „hulde” brengen. Eere wie eere toekomt.
Ter wille van de goede zaak geven we
hier den platten grond.
Tooneel.
De heer G. I. van der Ploeg, Voorzitter
van het Comité nam het woord.
Namens het Comité verwelkomde hij het
Dag. Best, der Gemeente, en dankte voor
het blijk van belangstelling, getoond door
het voldoen aan de uitnoodiging hier tegen
woordig te zijn. Ook heette hij welkom het
Bestuur van ’t „Groene Kruis” te dezer
plaatse en releveerde hij hoe zegenrijk deze
afdeeling werkte. Hij sprak den wensch uit
en zich verplicht te voelen, mede politieke
en) parlementaire verantwoordelijkheid te
dragen, en dat’deed zijanog nergens, zal het
de arbeiders moeten doen inzien „hoe dwaas
zij doen, eene partij te steunen ’die haar
kracht er in moet zoeken andere politieke
partijen tusschen de beenen te loopen, en
nooit uit eigen vermogen staatkundige her
vormingen kan tot stand brengen.
Spr. meent met het aangevenvan de
beteekenis der Vrijzinnige Concentratie
tevens de beteekenis der komende „Kamer
verkiezingen geschetst te hebben. Het gaat
om meer dan ’n paar zetels, om meer dan wat
invloed en wat baantjes, het gaat om de
toekomstige ontwikkeling van ons geheele
volk. Dit heeft ieder kiezer, ook en vooral
de arbeider, te beseffen. Wil hij onverant
woordelijkheid en politiek onvermogen hij
kieze den sociaal-democraat. Wil hij conser
vatisme en reactie, geestelijke verschrompeling
en godsdienstige verstarring, hij kieze de
coalitie. Wil hij toenemende zelfstandigheid
en vrijheid, noodzakelijke voorwaarden voor
geestelijken en godsdienstigen groei, wil hij
steun voor wie er niet buiten kunnen, hij
stelle zich aan de linkerzijde. Onze taak is,
zoo eindigt spr., deze tegenstellingen scherp
genoeg naar voren te brengen de keuze van
de meerderheid kan dan niet twijfelachtig zijn.
Van de gelegenheid tot het vragen van
nadere inlichtingen werd gebruik gemaakt
door een vrouwelijk lid van de liberale kies-
vereeniging te Leeuwarden. De vraag betrof
de beteekenis van de paragraaf over Vrouwen
kiesrecht in het manifest der concentratie.
Zij werd door den Spreker uitvoerig be
antwoord.
De heer Drion ontving den (dank der
vergadering voor de deugdelijke en keurige
improvisatie, waaruit naar voren trad een
loyale opvatting van de concentratie.
Zoo ongeveer ziet de zaal er uit. Zullen we nu eens’t Sted. muziekkorps
speelt het Volkslied, sein van opening. Op het tooneel had zich geschaard een breede
rij van dames en heeren, o. a. leden van het Comité, Dagelijksch Bestuur van Bolsward,
invité’s, Bestuur van het Groene Kruis alhier.
dat dit werk, deze Bazaar, de vruchten mocht
afwerpen, welke men zich er van voorstelde
en bracht den dank van het Comité aan
zoo belangeloos bereidwillig
om de zaak op touw te
voeren.
1 I
9. Parfumerieën.
8. Litografieën, plaatwerk
boekwerken.
Boekhandel.
Luxe artikelen.
Kinderspeelgoed,
poppen.
Luxe artikelen.
2a. Tabak.
b. Gouda kaarsen, Java
rijst
c. Van Nelle’s koffie en
thee.
d. Koloniale waren.
1. Chocolade, suiker
werken.
kVoor den Provincialen Bond van Vrijzin
nigen in Friesland trad Maandagmiddag in
het Oranje-Hotel te Leeuwarden als spreker
op, de heer F. J. W. DRION te s-Gravenhage.
Spreker begint met eraan te herinneren
dat, terwijl er tijden zijn waarin bij eene
verkiezing de politieke wateren slechts aan
de oppervlakte in beweging komen, soms
tot de diepste lagen worden beroerd. Dit
laatste hebben wij in 1905 gehad en schijnen
wij ook in Juni te mogen verwachten. Toch
is er, aan de linkerzijde, een belangrijk ver
schil tusschen die beide verkiezingen. In
1905 streden slechts twee van de vrijzin
nige groepen te zamen, thans zijn zij alle
drie verbonden. Toen aanvaardde men de
regeering, ofschoon de socialisten op de wip
zaten, thans is een vrijzinnig bewind bij de
gratie van de S. D. A. P. vooraf uitgesloten.
Ook ging in 1905 de strijd in sterke mate
tegen Dr. Kuyper. Al wil dit niet zeggen
dat de linkerzijde slechts een persoonlijk of
negatief doel had, had men eigen richting
onvoldoende geformuleerd. Thans heeft de
geheele linkerzijde in een breed gesteld stuk
hare politieke lijnen voor de toekomst ge
trokken. Niet kunstmatig gemaakt, maar
van onderen op, uit alle kringen van het
volk, is de nieuwe strooming gekomen, een
strooming die, naar het inzicht van spr., de
verjonging van het liberalisme beteekent.
Met het woord „liberalisme” toch kan men
de gemeenschappelijke kleur van de linker
zijde bet best aanduiden, en men heeft ook
het recht dat te doen, sedert de vrijzinnige
democratie bij monde van hare beste woord
voerders weer meer dan ooit het streven
naar persoonlijke zelfstandigheid van het
volk op den voorgrond brengt.
Hoe dat verjongde liberalisme er uit ziet
wil spr. in een viertal punten aantoonen.
Het is, in de eerste plaats, los van alle
conservatisme en alle reactionnaire neiging.
Zoo moet het zich wel vierkant richten tegen
de tegenwoordige rechterzijde en hare plannen.
Spr. wijst op het door de rechterzijde gelegd
verband tusschen sociale verzekering en
tarief, waarbij, naar conservatieve methode,
met de eene hand wordt genomen wat met
de andere wordt gegeven, op de grondwets
herziening en op de houding tegenover de
Vrouwenbeweging. Ook de tariefplannen zijn
reactionnair, in zoover zij teruggaan op den
weg der gezonde liberale belasting-politiek,
conservatief daar zij naar conservatieve
gewoonte, enkelen willen bevoorrechten ten
nadeele van velen.
Niet alleen afwerend echter maar ook door
wat zij op wil bouwen toont de concentratie
met den rug naar het conservatisme te staan.
Spr. behandelt, om dit te bewijzen, hare
kiesrechtplannen. Voor de vrouwen wil zij
de gelegenheid tot verkrijging van het kies
recht openen en voor de mannen het
kiesrecht algemeen maken. Ten onrechte,
zegt spr., wil men het voorstellen alsof de
vrije liberalen, nu zij in algemeen kiesrecht
hebben toegestemd, zouden willen trachten
hun stap als het ware ongedaan te maken
door reactionnaire tegen-maatregelen. Wat
men als zoodanig heeft willen voorstellen
het amendementsrecht der Eerste Kamer
is nooit anti-democratisch bedoeld, terwijl
overigens maar een gedeelte der vrije
liberalen er voorstanders van waren, en thans
niemand hunner het amendementsrecht der
Eerste Kamer aan het algemeen kiesrecht
bindt. Spr. zegt in verband met de kies-
rechtvraag nog een enkel woord over de
evenredige vertegenwoordiging, die mogelijk
een van de beste middelen zal kunnen
blijken het niet altijd even glad loopende
parlementaire stelsel beter te doen werken.
Het tweede door spr. behandelde punt is
de sociale politiek der concentratie. Nauwelijks
tien jaren geleden was een groot deel der
vrijzinnigen te dezen opzichte nog geheel
onder Duitschen, min of meer staats-
socialistischen, invloed. Terwijl inmiddels
Duitschland afschrikwekkend lessen begon te
geven, en men door het voorbeeld voor
België en Denemarken, Frankrijk en Engeland
begon in te zien dat het anders en beter
kon, leerde in ons eigen land de Ongevallen
wet hoe wij niet moesten doen en trok de
Risico-bank en vooral de Vrijwillige Land
bouw- en tuinbouw-onderlinge de lijnen voor
een betere methode van sociale verzekering.
Talma’s doordraverijen en zijn bureaucratisme
eindelijk deden de nieuwe inzichten tot het
geheel van een vaste overtuiging bij de
linkerzijde kristalliseeren. Twee beginselen
komen in de sociale paragraaf van het
concentratie-program tot uiting beginselen,
die de vrije liberalen zich tot eer mogen
rekenen het sterkst op den voorgrond ge
bracht te hebben. In de eerste plaats de
noodzakelijkheid zooveel mogelijk de zaken
aan belanghebbenden over te laten, met
vermijding van centraliseering en van
ambtenarenheerschappij. Dat vermindert de
kosten, voorkomt bedrog en brengt zelfstandig
heid en gevoel van verantwoordelijkheid.
Daarnaast geeft het concentratie-program
uitdrukking aan de overtuiging dat de staat
financieel heeft bij te springen, ter aan
moediging en tot het verlichten van de taak,
maar ook en vooral daar waar onvermogen
bestaat om zelf iets te doen.
Spr. wijst óp de uitkeeringen aan ouden
van dagen, een noodzakelijke verzachting van
de harde kanten onzer maatschappij. Minister
Talma, die vijf jaar lang beweerde staats-
pensionneering te verfoeien, blijkt zich er
zóó zwak tegenover te voelen, dat hij haar
invoert in den slechtst denkbaren vorm.
Tot de derde zijde van het verjongd libe
ralisme komende bespreekt spr. de herleving
van de godsdienstige gevoelens. Deze op
zich zelve leidt reeds tot een nieuwbloei van
het liberalisme, want het diepere religieuze
leven, als het zich niet geheel van de wereld
af keert (wat ih onze maatschappij en onzen
tijd gelukkig uitzondering is) voert tot ver
sterking der persoonlijkheid, en dus van de
liberale geestesstrooming. Aan den anderen
kant heeft een dieper godsdienstig leven de
vrijheid, van denken, spreken, doen, tot
voorwaarde. Spr. wijst er dan op hoe het
liberalisme een burcht moet zijn tegen de
gevaren, die dat alles bedreigen, van welke
spr. er een drietal behandelt
le. De toenemende invloed van de Room-
sche politiek nog altijd gekant tegen iedere
vrijheid van spreken, van drukpers, van
consciëntie, voor zoover Rome die niet zelf
noodig heeft. 2e. De pogingen van Dr.
Kuyper de Ned. Herv. Kerk te versplinteren,
om een gedeelte daarvan in Gereformeerde
handen te brengen. Slaagt hij in zijn drijven
dan wordt een groot deel van ons volk als
met geweld aan eene godsdienstige opvoeding
onttrokken. 3e. De daarmee samenhangende
opzet van Rome en Dr. Kuyper samen, de
publieke volksopvoeding, op de openbare
school, in openbare bibliotheek, aan gods
dienstige invloeden te onttrekken om eigen
kerk en eigen macht te vergrooten. Spr.
is vast overtuigd, dat zonder den schoolstrijd,
zooals die van rechts is opgezet, reeds op
een groot deel van de openbare school ook
het rehgeuze leven invloed zou hebben ge
wonnen, al was dat dan niet een religieus
leven precies naar Rome’s of Kuyper's snit.
Als laatste kenschetsende zijde van de
liberale concentratie noemt spr. hare houding
tegenover de sociaaldemocratie. Aanvankelijk
was deze een revolutionaire partij. Met haar
dwaze verwachtingen van een spoedige ineen
storting onzer maatschappij heeft zij echter
niet meer dan ééne generatie kunnen blij
maken. Thans gaat zij overal den parlementair
opportunistischen weg op.
Natuurlijk wierp zij zich het eerst en het
meest op de vrijzinnige kiezers, die hel mak
kelijkst toegankelijk zijn, omdat zij niet door
de herders zorgvuldig achter hekken en
heiningen worden bewaard. Zoolang zij nog
geen of weinig zetels bezette gaf haar dat
groote macht, omdat het haar in staat
stelde zonder veel eigen gevaar de meerder
heid te verplaatsen. Nu zij zelf bij de ver
kiezingen heel wat te verliezen heeft, staan
de vrijzinnigen ten aanzien hunner politiek
geheel vrij tegenover haar. Het geheele
concentratie-manifest draagt daarvan de ken-
teekenende geest er van is zeker aller
minst sociaal-democratisch.
De verklaringen van de concentratie-leiders
in de Kamer, dat zij niet met de sociaal
democratie op de wip willen regeeren, kan
van grooten invloed zijn op de verdere ont
wikkeling onzer politiek. Ipdien zij de
sociaal-democratie er niet toe brengt zich op
den bodem van onze maatschappij te stellen
Dameshand wer
ken, (nuttige
van kunst en
smaak.
Bolswardsche Courant
DOOR ALLEN
VOOR ALLEN.
i'