lieuws- en Advertentieblad
Bolswarcl en Wonseradeel.
EN KA te Harlingen.
RONA Cacao
1913.
Verschijnt Donderdags en Zondags. 52ste Jaargang
No. 26.
Van Houten’s
fes"
Zondag 30 Maart.
RECLAME.
UIT DE PERS.
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
brengen op zijn
gevolg is van
om
Franco per post 50 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
nemen.
wilden dat
Het heeft zijn reden dat geneeskundigen in het
belang der volksgezondheid aandringen op het
dagelijksche gebruik van goede cacao in plaats
van andere dranken.
zoo weinig van de spreek-
het christendom te hebben ge-
aan de soc.-dem.
De polen van het
en genade, waaruit
van de
en be-
Zonde is de scheur die tusschen
den mensch en de menschen onder-
Hoe is deze scheur weg te
een goed en toch goedkoop fabrikaat, gefabriceerd
in de wereldberoemde Van Houten’s Cacaofabriek,
neemt ook daarom voortdurend in gebruik toe.
Smakelijk, opwekkend, voedend, lichtverteerbaar
is het de Volksdrank bij uitnemendheid
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
program der S. D. A. P. U zegt, nu moet
men niet aankomen met de Blijde Wereld-
dominee’s, doch dit is niet in ’t reine.
Geen enkele Blijde Wereld-man aanvaardt
het philosofisch materialisme. In elk num
mer van hun orgaan trekken zij juist er
tegen ten strijde.
Wij mogen niet zijn in een partij, tvaar
godsdienst privaatzaak is, zegt Ds. Langman.
Er wordt onder ons christenen veel met
woorden geschermd. Daden beteekenen meer
dan woorden. De eeuwige beginselen, liefde,
broederschap enz., de chr. beginselen nopen
mij socialist te zijn. Nu zie ik, dat een
aantal ongeloovigen zich naar dat zelfde doel
spoeden en ik dank daar God voor. De door
ons met de nek aangeziene ongeloovigen
zijn onze broeders, met ons optrekkende
naar wat God wil, nl. de socialistische ge
meenschap. Daarom hoop ik van harte,
dat ook Ds. Langman zich nog eenmaal
moge scharen in de rijen van deze broeders.
Repliek van ds. Langman.
Spr. zegt zich niet bewust te zijn geoor
deeld te hebben over het inwendig zijn van
mej. Van der Vlies; hij begrijpt niet de
beschuldiging, hij acht zich niet schuldig
aan het vreeselijke oordeel over het inwendig
zijn van de geachte spreekster. Hij heeft
alleen willen beoordeelen datgene, wat mej.
Van der Vlies heeft gezegd. Heeft spr. echter
haar geoordeeld, dan is dit onbewust geschied
en betuigt hij daarover zijn oprecht leed
wezen.
Ik heb gezegd dat de zonde er is en als
gevolg de klassenstrijd meent spreekster dat
dit niet zoo is, dat zij mij dit aantoone.
Voor mij komt de klassenstrijd niet voort
uit het kapitalisme, doch uit het menschelijk
hart. Zoolang de zonde blijft, zullen de
gevolgen zich ook openbaren. Ik heb niet
gezegd dat de klassen er zouden zijn, doch
dat deze een gevolg zijn van de zonde. De
klassenstrijd komt voort uit het zondig hart.
Laat ik voorts zeggen dat ik niet tot de
coalitie behoor en niets heb te maken met
coalitie-leuzen en coalitie-leugens. Prof. Die
penhorst is door spreekster beschuldigd leu
gens te vertellen, hierdoor heeft u een
hoogstaand persoon aangetast, u heeft geoor
deeld over een man, die zich op dit oogen-
blik niet kan verdedigen. Als ik geoordeeld
mocht hebben, dan was ik geprikkeld door
deze woorden.
Indien de klassenstrijd een gevolg is van
de zonde, dan blijft hij bestaan zoolang de
zonde er is. Ik geloof niét dat bij bestrijding
van den klassenstrijd recht en gerechtigheid
zullen komen. Dit zal eerst het geval zijn
als de zondige mensch zich buigt voor God.
Ik aanvaard den klassenstrijd niet; stel voor
dat hij er ware, daarom behoeft men hem
nog niet te aanvaarden. Ik blijf hiertegen
protesteeren. Het geneesmiddel voor alle
wonden ook in het maatschappelijk leven zal
uitblijven indien men niet terugkeert tot God
en Zijn woord en tot Christus, Hem erken
nende als Hij, die heeft te heerschendan
eerst is verbetering te wachten. Of de oplos
sing nog komen zal is nog de vraag, waar
de zonde steeds zal blijven. De egoïstische
mensch zal men blijven vinden onder arbei<
Als Ds. Langman zegt//Predikt het
Evangelie,” dan is dit juist een dik woord.
Het gaat er mee als in den drankstrijd.
Dan zegt men ook //Predikt het Evangelie!”
Men gaat dan naar huis en vangt deze
prediking aan achter een glas wijn. De
radicale weg is echter geheelonthouding en
op het maatschappelijk gebied is dit het
socialisme. Z/Wee hem, door wien de erger
nissen komen,” staat er in den Bijbel. Daar
om, het kapitalisme moet vallen, want dat
is een rots der ergernis, Minister Talma
predikt toch ook niet enkel het Evangelie,
doch wil ook middelen te baat nemen om
iets te bereiken.
Ds. Langman zegt, zoo weinig van ’t
Christendom „te hebben gehoord. Zelfs be
paalde woorden zijn door hem niet vernomen.
Hierop antwoord ik, dat men op anti
revolutionaire kiesvergaderingen ook geen
Evangelie-prediking te booten krijgt. Ook
niet in de Tweede Kamer, zelfs niet door
mannen van Rechts. Evangelie-prediking
was niet het doel van deze vergadering.
Ook is dit mijn taak niet en ik zal het nu
ook maar zeggen... Ik wil de dominéés niet
in de wielen rijden. Ik wil geen Evangelie-
satie-bijeenkomsten houden, wanf dit zou
men mij maar kwalijk nemen. Ik meen het
Evangelie en de prediking er van een dienst
te bewijzen, door te trachten aan te toonen,
dat wil men zijn christendom uitleven, het
dan noodig is, dat het kapitalisme de bons
worde gegeven, opdat het christendom geen
phrase zij. Het christendom van heden ver
bindt zich met het kapitalisme. Wil men
dus het christendom uitleven, dan is het
socialisme daartoe het eenige middel. Daar
om ontzeg ik Ds. Langman het recht mij
zulke dingen te laten zeggen. Wij juist
willen het Evangelie weer
plaats, waar het behoort.
De Enka van 1913 is niet dezelfde als
de Enka van 1906, zegt debater. Nu men
is geen 6 of 7 jaren socialiste zonder zich
dieper inzicht te vergaren. Toen ik de door
Ds. Langman aangehaalde brochure schreef,
kon men daarin reeds lezen//Hang het
socialisme aan, want God wil het”. Dit
was toen een schreeuw om vrijheid van mij.
Toch meen ik te zijn gevorderd en wat mijn
christen-zijn betreft P
Ik sta heden, waar ik toen stond en
daarom kan ik Ds. Langman verlossen van
zijn droefheid. God werkt door middelen.
God gebruikt het maatschappelijk zijn als
een middel om ook persoonlijk op ons in
te werken. Het is onwetenschappelijk te
zeggen, dat het maatschappelijk leven van
geen invloed op het geestelijk leven is.
’t Is juist door het maatschappelijk zijn,
dat zoo vele proletariërs godsdienstloos zijn.
Wil ds. Langman dit het historisch materia
lisme noemen, mij best, doch ik vrees, dat
ik met deze meening in de oogen van MarX
geen genade zou vinden. Hoe komt Ds. Lang
man er aan te meenen, dat ik de philosofie
van Marx aanvaard. Dat kan niet. Ik ben
een christin en kan Marx dus niet aan
vaarden. Nu zegt Ds. Langman dat men
het philosofisch materialisme van Marx moet
aanhangen om socialist te kunnen zijn.
Niets van waar. Het staat zelfs in het
Enka heeft te Harlingen een gelijksoortige
rede gehouden als te Bolsward, waarop een
interessant debat volgde.
De Nieuwe Harlinger Courant bevat daar
van het volgend verslag.
Debat van Ds. Langman.
Het is mij moeilijk een debat te voeren,
om meer dan één reden, allereerst als men
predikant is en dan eerst moet aanhooren
hoe een predikant op een fatsoenlijke
manier wordt uitgekleed. Als hij meent dat
de zaken niet juist worden weergegeven,
dan wordt hem even verteld dat hij van die
dingen geen verstand heeft.
Ik heb aan de spreekster de vraag ge
steld of een predikant tot de kapitalisten
of tot de arbeiders behoort.
Van spr. heb ik gehoord dat ik niet tot
de arbeiders behoor, welnu dan bevind ik
mij in goed gezelschap, want ik heb niet
gehoord of spr. ook handenarbeid verricht
of in dienst is van een patroon. Ik meen
dat zij in dienst is van de soc.-dem. arb.
partij. Ik ben derhalve in goed gezelschap.
Dit geeft mij moed iets te zeggen, waar
ik evenals spreekster als een niet-arbeider
kan spreken, doch niet namens een arbeiders
partij.
Ik sta hier niet als een verkiezingsagent
ik behoef niet de coalitie te verdedigen,
hiertoe ben ik niet geroepen. Toch zou hef
mij spijten indien de vergadering was heen
gegaan zonder dat een tegenwoord was ge
sproken.
Ik sta hier dan als een christen.
Spreekster heeft dikke woorden gebruikt
en dan volgt applaus.
Ik zou haar willen vragen hoe lang de
toekomststaat nog op zich zal laten wachten.
Spr. heeft en met haar de soc.-democraten
gemakkelijk spreken, waar zij de verant
woordelijkheid niet wenschen te dragen. Hoe
dan de toestand zal worden, waarvan men
thans het ideaal in de verte ziet, zullen we
dan zeker later hooren.
Soc.-democraten en chr.-democraten kunnen
vereenigd worden zegt spreekster. Maar chr.
arbeiders, waar mijn overtuiging mij verbiedt
den klassenstrijd te aanvaarden, daar zal ik
niet met de soc-dem. kunnen samengaan.
Nu heeft spr. gezegd gij moet hem aan
vaarden, want gij zit er midden in. Goed,
laten wij ons dit een oogenblik indenken.
Er zijn zoovele dingen waartegen wij hebben
te protesteeren, wat zonde is en de vreeselijke
gevolgen daarvan, doch daarom behoeven
wij niet te zeggen, dat wij dit aanvaarden.
We hebben te stiijden tegen zooveel slechts,
in ons persoonlijk en in de gemeente, doch
daarmede hebben wij den klassenstrijd niet
te aanvaarden. Dit is in strijd met de chr.
levensbeschouwing, die ik ook bij de ge
achte spreekster meende te mogen veronder
stellen dat zij zich hieraan niet meer
vasthoudt, smart mij zeer diep.
De klassenstrijd is een gevolg
zonde en deze moeten wij bestrijden
kampen.
God en
ling bestaat.
nemen Wij stellen hiertegenover het Evan
gelie van Jezus Christus, die de Verzoener
is, die de antithese zal oplossen.
Gij zult liefhebben den Heer uwen God
en uw naaste als u zelven, en niet omge
keerd. Daartoe is gekomen Christus Jezus,
die den mensch met God kan verzoenen.
Spreekster’s beschouwing is historisch ma
terialistisch waar zij zegt, dat het kapitalis
me de wereld en de industrie beheerscht.
Dit is de beschouwing van hem, die met
God niet rekent. Ik wijs op het eerste
artikel van de geloofsbelijdenis, die mej.
Enka dan toch ook wel zal onderschrijven
Ik geloof in God den Vader enz. Welnu
dit historisch materialisme is het grootste
struikelblok voor den christen om zich aan
aan te sluiten bij de 8. D. A. P.
Met droefheid heb ik in de brochure ge
lezen, dat de keuze niet gaat tusschen
materialisme en den Christus, geen christen
kan soc.-dem. zijn, materialisme sluit den
Christus uit; het tast God in zijn majesteit
en liefde aan.
Dit schreef de Enka van 1906, die niet
meer is die van 1913. Het is een ver
groeiing en verwording, een evolutie, doch
naar beneden. Zij heeft dit wel niet uit
gesproken, doch het is uit hare woorden af
te leiden. En nu zal spreekster zeggen ik
heb met dit historisch materialisme niet te
maken, doch hierop antwoord ik dat de
wortel van de soc.-democratie het hist, ma
terialisme is. Zij aanvaardt de philosofie
van Marx. Ik kan niet begrijpen hoe een
christen lid van de 8. D. A. P. kan zijn, die
uitspreekt dat de godsdienst is privaatzaak.
Nu moet spreekster niet aankomen met de
Blijde Wereld-maunen. Als christen moeten
wij den godsdienst aanvaarden, zooals God
ons dien gegeven heeft, wij kunnen den
godsdienst onmogelijk als een neutrale zaak
beschouwen. Als het christendom iets is,
dan is Christus onze koning, die heeft te
heerschen op alle gebied. Het persoonlijk
mammonisme is iets tusschen God en uwe
zielhet komt voort uit het hart, een tegen
overgestelde opvatting is historisch materia
lisme. Als in het hart zondige beginselen
wonen bij de leden, hoe kan dan het geheel
goed zijn.
Het spijt mij,
ster over
boord als men zich geeft
schiet dit er bij in.
chr. leven zijn zonde
blijkt dat christendom en soc.-dem. onmoge
lijk zijn te vereenigen.
Repliek van Enka.
Het verheugt me het zeldzame genoegen
te hebben te mogen debatteeren met een
predikant, behoorende tot de Herv. Kerk.
Toch heb ik herinneringen aan veel aange
namer debatten als dat van hedenavond.
Ds. Langman toch heeft mij getroffen in
wat mij het liefst en het dierbaarst is. Hij
heeft n.l. twijfel willen wekken aan de op
rechtheid van mijn overtuiging. Ik wil in
herinnering brengen, dat Jezus heeft gezegd
Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld
wordtDit heeft Ds. Langman wel ge
daan. Debater toch is niet ingegaan op de
economische bijzonderheden, maar heeft van
het begin tot het einde twijfel willen wekken
aan mijn geloof.
Verder heeft hij gezegd, dat ik van af
komst niet behoor tot het proletariaat. Dit
heeft hij met een soort triomph uitgesproken.
Ik vraag, wat voor beteekenis heeft dit
Ik meen, dat God mij den plicht heeft op
gelegd te strijden voor de vrijmaking van
het proletariaat, wat doet het er nu toe, of
ik van afkomst en werkkring er al dan niet
toe behoor
Verder zegt Ds. Langman, dat ik dikke
woorden heb gebruikt. Dat is niet waar,
in zooverre dat ik telkens bij het gebruik
van z.g. dikke woorden de verklaring er
van gegeven heb. Ik heb b. v. gezegd
z/kapitaal-uitbuiting,” doch heb daarna een
half uur staan praten, om de verklaring van
deze uitdrukking te geven.
Debater heeft gezegd, dat de 8. D. A. P.
de verantwoordelijkheid niet op zich durft
Wat beteekent zulk zeggen We
we zoover maar waren. Geen
enkele kleine partij heeft verantwoordelijk
heid te aanvaarden. Wij weten wel, dat
we door deze verkiezingen geen meerderheid
zullen worden, doch wij hopen het eenmaal
te worden ja, ik weet zeker, dat wij het
eenmaal zullen worden. Wij christenen be
reiden ons hiertoe voor in overeenstemming
met onzen Bijbel en ons christelijk geloof.
U hebt den klassenstrijd vergeleken met
de zonde. U zeide den klassenstrijd niet te
aanvaarden, zijnde een gevolg van de zonde.
Nu gaat deze vergelijking niet op. De
zonde zal niet worden uitgeroeid, zoolang er
menschen zullen zijn, doch aan den klassen
strijd is ontkoming door het socialisme. Als
dat komt is arbeidskracht geenkoopwaar
meer. Ds. Langman geeft geen weg aan,
uit den klassenstrijd te komen. Hij
zegtPredikt het Evangelie. Stoort zich
echter de klassenstrijd wel aan “de prediking
van het Evangelie ’t Is waar, des Zondags
is men onder het gehoor van den predikant,
maar des Maandags zit men weer midden in
den klassenstrijd, (applaus.)
Het middel, waardoor God ons van den
klassenstrijd wil verlossen, is juist het
socialisme.
Bolswardsche Courant