Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
■I
w
Meest moderne inrichting.
Stoomwasch- en Strijkinrichting
„FLORENCE”
Cacao
1913.
Verschijnt Donderdags en Zondags. 52ste Jaargang
No. 40.
VAN HOUTEN’S
Zondag 18 Mei.
RECLAME.
BINNENLAND.
S W JL
Beleefd aanbevelend.
I
VOOR
Afzonderlijke
Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel.
Enkh. Ct.
i en
ver-
Gij zijt het, o Lente! Uw lieflijk gebod
Klinkt diep in het harte mij weer
Het is mij, als fluistert een stemme zoo
[zacht.
Ontwaak, dank en arbeid met moed en met
[kracht.
OBSERVER.
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
ons niet
aan de ooren in
haastten wij ons, om
zwartjan nog helder
EN VOORAL ’s MORGENS,
X'S MIDDAGS en'SAVOND5 EEN KOP
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder No. 4.
waarvan
Bij het hol vond men
en 1 korhoen.
Arnh. Ct.
Tegen kerkelijken en tegen sociaal-democraten.
Het feit, dat in Franeker liberalen
tactisch verbond bij de i
de Provinciale Staten hebben
socialisten een
kiezingen voor
aangegaan, heeft aan verschillende kerkelijke
bladen aanleiding gegeven tot den uitroep
ziet nu, wat er waar is van die verklaring
in het concentratieprogram van front maken
zoowel naar links als naar rechts, van strijd
zoowel tegen de politieke christelijkheid als
tegen de sociaal-democraten.
Vossen.
Men schrijft uit Winterswijk
In deze buurt schijnen zich vrij wat vossen
op te houden. De landbouwers worden daarvan
de dupe. Toch worden af en toe vossen
gevangen, doch het zijn meestal jonge, terwijl
de oude vos den dans weet fe ontspringen.
Zoo werden deze week door eenige jongens
drie jonge vossen bemachtigd. Om het hol
lagen restanten van 27 konijnen en 3 hazen.
Tegen den avond werd het hol dichtgemaakt,
om het den volgenden dag weer te openen.
Toen vond men nog 2 jonge vossen,
er één nog leefde,
nog 15 konijnen, 1 patrijs
Lemmer. Een bewijs dat men van uit
Holland naar het Noorden en omgekeerd,
wel graag van de Z/Holl.-Friesland” gebruik
maakt is wel, dat Pinksterzondagmorgen de
boot ruim 300 passagiers meebracht. Voor
deze buitengewoon groote //lading” was ook
het ruim voor de reizigers netjes in orde
gebracht.
In den regel is echter het personenvervoer
veel minder dan vroeger en dat komt in
hoofdzaak zeker, dat de tegenwoordige boot
lang niet dat comfort heeft als de vroegere
z/Heerenveen” en //Bolsward”.
Nu echter binnen niet al te langen tijd
een nieuwe boot, grooter nog dan de ge
noemde en met meer hutten, in de vaart zal
gebracht worden, zal het personenvervoer
ongetwijfeld weer belangrijk toenemen.
Jammer dat men enkel ’s morgens van
hier en enkel ’s avonds uit Amsterdam ver
trekken kan.
Het wisselsysteem met twee booten is
eigenlijk je ware. Jouster Ct.
krachtige trillertjes hoog
een danklied aan I’
hier op aard.
Straks daalt hij langzaam steeds
zingende, in sierlijke lijnen zwevende in de
ijele ruimte, tot hij ten slotte neerschiet op
zijn nestje, om af te lossen zijn levensgezel,
die daar rust op de teerkleurige eitjes.
En ook de kievit spelemeit in de lucht,
en maakt zwenkingen en buitelingen als de
dolste acrobaat, om te behagen het wijfje,
dat hoort naar zijn luidklinkenden jubel-
Het antwoord is eenvoudig genoeg. Om
front te maken tegen den vijand links en
rechts, is het noodig dat er afgevaardigden
zijn die front kunnen maken. En voor dien
strijd naar links en rechts is het beter dat
in Franeker drie liberalen en twee sociaal
democraten verkozen worden dan b.v. drie
kerkelijken met misschien twee liberalen.
Vooral indien de drie liberalen, door het
tactisch samengaan verkozen, medewerken
om de vrijzinnige meerderheid in Gedeputeerde
Staten te handhaven, een kerkelijke meerder
heid in de Provinciale Staten te verhinderen.
Wij staan recht zoowel tegenover de sociaal
democraten als tegenover de kerkelijken.
Doch wij erkennen dadelijk dat voor de
Kamerverkiezingen de kerkelijken thans het
ergste gevaar zijn. Immers een sociaal
democratische meerderheid in de Tweede
Kamer is ten eenenmale onmogelijk, een
kerkelijke meerderheid, met alle bederf bren
gende gevolgen, met dwangverzekering, be
scherming en baantjesjagerij, helaas niet.
Hoe scherp wij ook tegenover de sociaal
democraten staan, zijn wij toch overtuigd
dat een tactisch samengaan als in Franeker,
dat een steunen van sociaal-democraten tegen
over kerkelijken bij de Kamer-verkiezingen,
in ’s lands belang is en plicht is van alle
vrijzinnigen.
Wanneer b. v. De Nederlander daaruit
tracht af te leiden, dat wij minder scherp
tegenover de sociaal-democratische beginselen
staan dan tegenover de politiek-christelijke
onwaarachtigheden, trekt die Nederlander
tegen beter weten in onjuiste conclusies.
Alg. Hbld.
Zie, hoe het vriendlijke zonlicht
Schittert op weide en op woud
Zie, hoe zich velden en heide
Baden in stroomen van goud
Lieflijke zonne, zoo helder, zoo rein,
Diep in mijn hart dringt uw heerlijke schijn,
En uit een dankbaar gemoed
Breng ik u vroolijk mijn groet
Met vreugde, met dankbare blijdschap
begroeten wij U, heerlijke bloeimaand, nu
gij ons het welkom toeroept.
Hoe is alles veranderd.
Tot voor weinige dagen nog blies de schrale
noordenwind guur over de naakte akkers en
weiden met een verstijvenden adem.
Nog kort geleden waagden wij
buiten, dan gedoken tot
duffelschen overjas, en
binnen te komen, waar
opbrandde.
Tot voor eenige dagen deed April zijn
leuze gestand en zwiepte ons de hagelkorrels
om het hoofd dat het daverde.
Hoe is alles veranderd.
Daar is ze gekomen, de Lentegodin, als
een heerlijke, lieve verschijning in onze lage
landen aan de zee.
Wees welkom, welkom, duizendmaal,
Lieve, lieve Lente
Gij troont weer in uw groene zaal,
U ter eer stijgt overal,
’t Vroolijk loflied en het blij geschal!
Als met een tooverslag heeft ze wegge
vaagd van het luchtruim, de grijze, donkere
wolken, die telkendage als een rouwfloers
neerhingen voor ’t goudene zonneoog.
Maar nu zijn ze verdwenen, en boven ons
welft zich het rein azuur als een blauweffen
koepel, waaraan we geen vlekje ontdekken.
En iederen dag alweer giet de heerlijke zon,
de goudene stralenbundels over de aarde, om
overal nieuw leven te brengen, en alles te doen
schitteren in heerlijk-zonnigen lentepracht.
Langen tijd hebben ze ons verlaten de
gevederde zangers, maar nu keerden ze terug
uit de verre, verre warme landen, om hun
broedplaatsen op te zoeken, die ze zoo noode
hebben verlaten. Zwaluwtjes, ooievaars, koe
koeken en vele anderen brengen ons nu den
lentegroet en vertellen aan ieder, die niet
doof is voor de stemmen in de natuur, dat
weergekomen is de heerlijke, schoone tijd,
waarnaar we zoo lang hebben gehunkerd.
Al vroeger en vroeger verschijnt des mor
gens de zonnebol aan de kimme. Dan opent
Aurora de goudene poorten, om aan de
majestueuze vuurbol gelegenheid te schenken
haar weldadigen gloed in milden overvloed
te schenken over de nog sluimerende aarde.
Met vuurroode vlammen kleurt zich de
Oosterkimme, en nauwlijks schieten de eerste
stralen uit, of natuur ontwaakt, uit haar
tijdelijken sluimer. Dan openen de millioenen
bloempjes de teere kelkjes om op te vangen
die heerlijke stralen, welke immers aan alles
kleur en leven geven.
Met zachte, veelkleurige tinten, in veel
voudige nuances tooit zich nu de weide, als
een honderkleurig tapijt van de zeldzaamste
schoonheid. Nu ontwaken de gevederde zan
gers, en de leeuwrik klept met de vlerkjes,
en stijgt op naar omhoog. En steeds hooger
klimt hij, steeds hooger, als trachtte het
gewiekte geluidje een bezoek te brengen aan
de wolken daar boven.
Een stipje gelijk klimt hij nog hooger,
tot Uw oog hem verliest in de oneindige
ruimte. Maar duidelijk hoort ge zijn luid
gejubel, vol blijheid over de schoonheid van
den komenden dag. Heerlijk klinken die
j over de weiden
Hem, die dit al schiep,
groet: kie-ewietwietwiet!... Kie-e
wiet
Met volle uiers gaan in langzamen tred
in lange rij langs den slootkant de koeien
en ze roepen de melkers, die daar reeds aan
komen, om ze te ontlasten van hun kost
baren schat.
Niet lang meer duurt het, of het witte
schuim spat in de emmers, die zich vullen,
de een na den ander. En er is blijheid in
’t hart van den boer, die zijn beestjes met
welgevallen beschouwt, in de vruchtbare
weiden, waar aan het malsche gras de dauw-
droppeltjes parelen als zoovele diamanten van
het reinste water.
En ook de landman gaat naar den akker,
om te hervatten den arbeid, dien hij den
vorigen avond reeds laat heeft neergelegd.
En met lust en blijden ijver bewerkt hij
den bodem, om de aarde te bereiden, en
deze geschikt te maken voor den groei van
de teere worteltjes.
’t Is alles het volle, blijde leven daar
buiten, nu de zon straalt over de vrucht
bare aarde, en allen oproept ten leven, ten
arbeid. Alleen de luiaard bemerkt niets van
al die schoonheid daarbuiten, waar alles baadt
in lenteweelde.
Het schijnt wel, als riep er een machtige
[stem
Ontwaak toch gij sluimrende knop
Uw schitterend groen tooie heuvel en dal,
Luid klinke der vogelen jubelgeschal,
En heffe zich hemelwaarts op.
Bolswardsche Courant
i’i
h
V Ron a