1913.
Verschijnt Donderdags en Zondags. 52ste Jaargang
No. 41.
Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonserad.ee!.
POLITIEKE AVOND.
Donderdag 22 Mei.
VOOR
Afzonderlijke
e
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
van dezen strijd
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
voldoende, dat het concentratieplan niet in
een richting gaat met de soc. democratie,
die trouwens ook alle verantwoordelijkheid
van zich werpt, zich op een revolutionnair
standpunt stelt en werkt aan ’t afbreken
dezer maatschappij. Over het stelsel der soc.
dem. weidt Spr. verder uit om aan te toonen
dat de vrijzinnigen verplicht zijn post te
vatten tegenover de partij die geen rekening
houdt met de eischen onzer tegenwoordige
maatschappelijke verhoudingen. Juist omdat
het de vrijzinnige partijen ernst is met de
leiding van den gang van zaken is het
concentratieprogram niet veelbelovend, doch
wat beloofd wordt, kan en wil men uit
voeren, iets wat van de programs van actie
der rechtsche partijen niet gezegd kan worden.
Het kiesrechtvraagstuk waarover heel wat
beroering is gewekt, is door de wet van
Houten reeds zoo geworden, dat inplaats van
J/3 nu 2/3 der personen kiezer kunnen zijn.
Ómdat er echter misbruiken gepleegd worden
door den kiezerskweek, en het toch ook
waar is dat ieder recht heeft invloed uit te
oefenen op de zaken van ’t algemeen, zal
nu algemeen kiesrecht bevorderd worden.
De sociale verzorging is ook een eisch
des tijds. Bij de toenemende welvaart blijft
er toch voor velen een onzekerheid bestaan
ingevallen van ziekte, invaliditeit en ouderdom,
en te lang reeds is gewacht op de voorziening
daarin, ’t Is een onrechtvaardigheid, dat
er voor ouden van dagen niet gezorgd is,
en men gevoelt het, de gemeenschap, de
Staat moet hierin bijspringen.
Bij kiesrecht treden twee zaken op den
voorgrond, n.l. evenredige vertegenwoordiging
en vrouwenkiesrecht. Het eerste is billijk
en is van groot belang voor de toekomstige
ontwikkeling der afzonderlijke partijen; door
het tegenwoordig stelsel worden vaak stem-
bus-verbonden gemaakt door groepen en
partijen die niet samen behooren te gaan, en
't vrouwenkiesrecht kan later geregeld worden,
de concentratie bepaalde zich er toe, in de
grondwet het beletsel weg te nemen, dat
een vrouw van het kiesrecht uitsluit.
Spr. verduidelijkt ten slotte nog welke
beginselen in het concentratieplan hebben
geleid om de richting te bepalen, en wel
dat als de staat ingrijpt en hulp verleent,
deze hulp allen ten goede moet kunnen
komen, die er behoefte aan hebben, dat geen
beloften gedaan moesten worden, waaraan
niet voldaan kan worden en dat voor men
bepaalde voorstellen ter verbetering kan doen,
eerst de middelen moeten worden aangewezen,
waaruit het bestreden kan worden.
Hiermee is in grove hoofdlijnen aange
geven, waarin de concentratie staat tegenover
de rechterzijde en der soc. democratie.
Er is opleving der vrijzinnige beginselen
in alle districten waar te nemen, en als de
kiezers uitspraak doen ten gunste der be
ginselen van de concentratie, dan zal in de
komende 4-jarige regeeringsperiode het geheele
program worden uitgevoerd. (Applaus.)
volk, doch ook de liberalen bevorderen de
standenscholen. Wat de liberale regeering
voor de onderwijzers heeft gedaan is pover,
't Wetje Rink bepaalde een minimum van
f 500 waarvan nog f 35 afgaat voor
pensioenbijdrage. Het toeslagwetje, dat nu
behandeld is en aangenomen, waarvan slechts
zeer weinigen profiteeren, werd ondanks alles
toch door Tydeman uit Tiel verdedigd, ook
bij de instelling van Bijzondere hoogere
Burgerscholen werden de amendementen van
den heer Ter Laan ook door liberalen be
streden.
Ook de invloed die wordt uitgeoefend op
de neutraliteit der onderwijzers wordt'door
debater gegispt, de leerplichtwet wordt prul
werk en een onding genoemd. Het amende
ment om degenen, die er behoefte aan hebben
ook voedsel en kleeding te schenken werd
mede door de liberalen verworpen.
Het einddoel der socialen, de staat der
algeheele gemeenschap, is door Spreker als
een hersenschim uitgebeeld, en hij wees
daarbij op Frankrijk en ook op Zweden, om
te betoogen, dat de soc. de verantwoordelijk
heid niet willen dragen. Als wij de be
schikking over 51 zetels krijgen, zegt de
debater, durven wij ook de verantwoordelijk
heid wel aan, doch bijv, één of twee zetels
in een ministerie, neen, dat zou, gelijk
Troelstra zei, gelijk staan met het plegen
van politieke zelfmoord.
De Debater begrijpt niet hoe Spr. kon
zinspelen op een hersenschimmig doeleind
der Soc. Dem. Eerder moest hij de aan-
gekondigde verbeteringen der concentratie
hersenschimmig noemen, want een werkelijke
verbetering komt niet in deze kapitalistische
maatschappij, die berust op winstbejag en
tegelijk vrijheid van concurrentie toestaat,
wat toch een groote tegenstrijdigheid is.
Tusschen de wettelijke vrijheid en de
werkelijke vrijheid licht een wereld, een
onoverkomelijke klove. De socialisten hebben
recht van bestaan, hun doel om een andere
maatschappij te krijgen is terecht, wijl er
thans twee krachten zijn die tegen elkaar
ingaan, de bezittende en de arbeidende klas.
Een onafwendbaar gevolg
wordt een klassenstrijd.
De kapitalistische maatschappij trouwens
vermoordt zich zelf, winstmaking en con
centratie in ’t bedrijf leidt tot trusts en
cartels. Bij handel en industrie gaat het
klein bedrijf achteruit en de groote mono
polies worden steeds sterker en machtigen
Waar door deze samentrekking van macht
reeds wordt aangeduid op opeenhooping, is
het niet hersenschimmig dat alles door de
gemeenschap kan worden overgenomen. In
de 3e plaats wil Debater het hebben over
de defensie, waarvan de Spreker zeker
opzettelijk gezwegen heeft. In ’t concentratie
program is die paragraaf weggelaten, doch
dit komt neer op het beginsel dat men
daarvoor wel geld over heeft. Dit hebben de
liberalen met de clerikalen gemeen. Over
oorlog en marine voert de Debater scherpe
critiek, en bij ervaring weet hij welke
slechte geest er bij de marine heerscht, die
door geen marine-dominees te bezweren is.
De liberalen moeten evenwel aan de
defensie doen, want zij willen de kapita
listische maatschappij. Er moet evenwel tegen
de schromelijke uitgaven en tegen het
menschenmoorden op groote schaal een halt I
worden toegeroepen. Te Bazel hebben in de
groote domkerk de proletariërs reeds een
stem doen hooren, want aan de wapening
tegen de groote staten doen de socialisten
niet mee. Met een woord van dank voor de
gelegenheid tot spreken eindigt dé Debater
zijn betoog. (Applaus).
De heer DRION repliceerde op het
gesprokene met de verklaring vooraf dat het
wel niet aanging op alles wat de Debater
in ’t midden heeft gebracht te antwoorden,
want het is een heele lijst en eigenlijk niet
een repliek op de gehouden rede, doch meer
een rede op zich zelf om de soc. dem.
beginselen naar voren te brengen, ’t Voor
naamste uit het betoog wil hij even nagaan.
Dat de scheidingslijn niet loopt tusschen
geloof en ongeloof, maar meer tusschen
kapitaal en arbeid is misschien waar, doch
dan is 't gekomen door de omstandigheden,
door mij is beweerd, zegt Spr. dat de voor
mannen der soc. reeds meer en meer
beginnen in te zien dat Marx’ theorie on-
Voor het debat gaf zich alleen op de heer
P. RONNER van Sneek. Dezen is het een
waar genoegen hier te kunnen spreken op
uitnoodiging der kiesvereeniging. Het is
hem een gemakkelijke taak de beginselen
der S. D. A. P. te verdedigen. Met het 1ste
deel der rede van den Spreker kan hij over
het geheel instemmen, doch hij meent te
mogen opmerken, dat de scheidingslijn der
partijen eigenlijk niet loopt over de gods
dienstige gezindheid, doch meer tusschen
arbeiders en bezitters, dus tusschen kapitaal
en arbeid.
Dat de concentratie, als zij meerderheid
wordt, met volle zeilen zal aansturen op de
aangegeven verbetering wil hij evenwel in
twijfel trekken, en hij ziet zelfs niet in hoe
die vrijzinnigen zoo maar over 51 zetels in
de Kamer de beschikking zullen krijgen.
De berekening hoe de spreker daar toe komt,
zou hij gaarne hooren.
De liberale partij heeft sedert 1848 groote
diensten bewezen aan ons land door de
grondwet van toen, ieder terugkeer die in-
druischt tegen die grondwet eischt bestreden.
Bij de herstemmingen zullen de soc. dem.
dan ook aan de zijde der concentratie staan,
veeleer dan de clerikalen steunen, doch wij
willen er, zegt de debater, ook wat voor
hebben, want de liberalen worden ook niet
te best vertrouwd. De openbare school bijv,
is het instituut bij uitnemendheid voor het 'juist is gebleken, en dat de klassenstrijd niet
Maandag werd in „de Doele” een open
bare vergadering gehouden van de kiesver
eeniging „Vooruitgang”. Het bezoek was
niet groot, slechts ongeveer een honderdtal
personen was aanwezig.
De Voorzitter, de heer Cuperus, opende
de vergadering en verklaarde wat de aan
leiding was tot het houden dezer bijeenkomst.
Op Paaschmaandag was te Leeuwarden een
vergadering van den Prov. Bond van Vrijzin
nigen, waar de heer Drion als spreker optrad
en de heer Ronner gaarne wenschte te debat-
teeren. Daar dit dien middag niet kon
worden toegestaan werd besloten te Sneek
samen van gedachten te wisselen.
Wijl de vergadering in Sneek niet kon
worden gehouden, heeft zij hier plaats, en
het is den Voorzitter een genoegen spreker
en debater hier een welkom toe te roepen.
De heer F. J. W. DRION van’s-Graven-
hage zal spreken over de concentratie.
Het is den spieker een genoegen op uit
noodiging der kiesvereeniging hier te kunnen
optreden, echter niet uitsluitend om met soc.
te debatteeren is hij gekomen, en hij wil
daarom het eerste deel zijner rede wijden aan
het bestrijden der coalitie, om ia ’t tweede
deel te handelen over de concentratie.
De coalitie te bestrijden is een gemakke
lijke taak, en nu de linksche partijen het
meer eens zijn geworden, en er een opleven-
diging valt waar te nemen van de vrijzin
nige beginselen, kan Spr. het met warmte
doen. Deze oplevendiging geeft hoop en
verwachting, dat de verkiezingen voor de
linkerzijde gunstiger zullen afloopen dan de
laatste jaren. Bij de rechterzijde zijn dan
ook duidelijk teekenen, dat men niet gerust
is en dat het zelfvertrouwen gaat wankelen,
omdat men daar schijnt te voelen, dat men
niet op den rechten weg is. Geen kabinet
heeft zoolang geregeerd sedert 1848 als dit
ministerie Heemskerk, en daarbij beschikte
het over een meerderheid in 1ste en 2de
Kamer. Als de partijen der coalitie zoo goed
bij elkaar passen, als men indertijd voorgaf,
moest er wel veel gedaan kunnen zijn en
toch is dit de werkelijkheid niet geweest.
De finantieele voorstellen liepen op niets uit.
Minister Kolkman stelde indertijd zoo maar
voor 30 pCt. verhooging tijdelijk te leggen
op de invoerrechten, om in de behoefte aan
geld te voorzien, doch het ontwerp is
eigenlijk dood gelachen. Daarna is hij ge
komen met een nieuwe tariefwet en iieeft
men dat ontwerp vastgeklonken aan de sociale
verbeteringen. Het ontwerp is verschoven
tot na de verkiezingen een reden zegt
Spr. om den minister hiervoor dankbaar te
zijn, want nu weten de kiezers dat als rechts
aan het bewind blijft, het verhoogde tarief
op invoerrechten, de protectie, in ons land
wordt ingevoerd.
Met de sociale wetten van minister Talma
is even als met de finantieele voorstellen van
Kolkman heel wat gescharreld en de critiek
op de regeeringsvoorstellen kwam wel degelijk
ook van de eigen zijde der regeering. De
grondslagen der ontwerpen vonden bij de
eigen partij lang geen algemeene instemming.
Het finantieel zoowel als het sociaal beleid
van deze regeering had geen effect en zelfs
op het gebied van zedelijkheid, werden de
partijgenooten teleurgesteld. Zondagsheiliging
en Zondagsrust zijn nog niet als men dit
verlangt. Aan alles is te voelen dat in de
vereenigde partijen der coalitie te veel ver
schil heerscht om tot eenheid te komen.
Het voor of tegen den Christus, de leus
waarmee de kiezers zijn gewonnen voor deze
regeering was een valsche en een gevaarlijke
leus. Spr. geeft verschillende getuigenissen
van Christel, voormannen, die erkennen, dat
die leus valsch was en ook dat zij gevaarlijk
is geworden.
Tegen de verkiezingen geldt evenwel nog
deze leus en worden de kiezers weer op-
gehitst tot den heiligen oorlog, en heet het
dat de stembusstrijd gaat over het belang
van kerk en altaren. Baron van Wijnbergen
heeft zelfs gezegd, dat al wat canaille is,
links stemt, spr. wil daarom een lijstje uit
de statistiek der misdaden geven en ver
gelijkingen tusschen protestant en katholiek
maken, waaruit sterk spreekt dat naar ver
houding het aantal misdaden grooter is bij
de katholieken dan bij de protestanten en
wel op elk gebied der criminaliteit, alleen
op ’t gebied der oplichting staan beide
partijen gelijk. Geen wonder dan, dat waar
de cijfers ten nadeele der kerkelijken spraken,
de leiders ietwat ongerust worden. (De heer
Ronner interrumpeert, dat de cijfers nog
veel sterker spreken als men de ongeloovigen
met de geloovigen gaat vergelijken ten
opzichte van de misdadigheid wat hij straks
wel even zal aangeven).
De Spreker gaat dan door met er op te
wijzen, dat de coalitie gevaren meebrengt
terwijl tevens wordt aangestipt, dat veel naar
de kerk gaan nog geen bewijs is van werkelijk
godsdienstig leven.
Bij de vrijzinnigen is merkbaar een
krachtige opleving van ’t godsdienstig leven,
maar ’t is zoo jammer dat men gewoonlijk
den godsdienst tot inzet maakt bij den
politieken strijd. Op ieder gebied worden
door de kerke] ij ken de menschen van elkaar
af gehouden en vervreemd, vooral de
Roomsche kerk is daarin sterk. Het samen
gaan der kerkelijke partijen in de politiek
levert tevens een gevaar op voor de Nederl.
Hervormde Kerk, de kerk die de volkskerk
kan genoemd worden en daartoe ook alleen
geschikt is.
Spreker gaat daarna in hoofdtrekken de
geschiedenis van ’t onderwijs na, en hoe de
liberalen geijverd hebben voor ’t behoud der
openbare school. De offers door de kerkelijken
gebracht voor de bijzondere school dwingt
eerbied af, echter is bij de leiders het
bevorderen van ’t bijzonder onderwijs tevens
voortgekomen uit de zucht om rechtsche
kiezers te kweeken.
Spreker behandelt daarna de kwestie van
de openbare kweekschool voor onderwijzers
te Rotterdam, en hoe de anti-rev. raadsleden
zich daar tegen kantten op aandringen van
De Standaard.
Een gevaar levert de coalitie nog op
doordat de toenemende macht van Rome er
door bevorderd wordt. Bij benoemingen treedt
die partij steeds meer op den voorgrond, en
gaat men reeds een hoogen toon aanslaan.
De encyclieken der pausen getuigen dat
Rome zichzelf blijft en zoo dient gewaakt
dat de vrijheid van geweten, voor 3 eeuwen
door onze vaderen bevochten, blijft ge
handhaafd.
Over ’t tariefwet-ontwerp Kolkman wil
Spr. alleen nog zeggen dat door belasting
op den invoer de prijzen der waren zullen
stijgen, en dat dit vooral zal gaan drukken
op den kleinen man, want de luxe artikelen
brengen niet veel op, het moet grootendeels
komen van de artikelen van behoefte.
Daarbij is het een gevaar voor onze
nijverheid en welvaart, die onder het vrij-
handelstelsel allengs zich ontwikkelde.
Inplaats van bescherming der industrie kan
het achteruitgang ja ondergang brengen.
Waar dus, zoo resumeert Spr. de rechtsche
regeering op finantieel, sociaal en zedelijk
gebied een gevaar oplevert voor ’t welzijn
van land en volk, dient ze van de baan
geschoven. Hoe ze te vervangen, wil Spr.
in ’t 2e deel zijner rede uiteenzetten.
(Applaus).
Dat het concentratieplan indruk heeft
gemaakt bij de rechterzijde blijkt uit vele
dingen. Minister Heemskerk heeft er in de
Kamer twee volle uren over gesproken, en
in onze dagen gaan de mannen van rechts
het land door met te waarschuwen tegen de
zweep van Troelstra, alsof de concentratie
eens is met de beginselen der S. D. A. P.
Dit is een onwaarheid. De concentratie kant
zich tegen de clerikale partij doch ook
bestrijdt zij de soc. democratie, en dat moet
wel omdat de S. D. A. P. tegen den eigen
dom en 't privaatbezit gekant is en het
behoud er van toch een noodzakelijke voor
waarde is voor den vooruitgang en in onze
maatschappij niet gemist kan worden. Menig
kiezer die stemt voor de S. D. A. P.
bedenkt gewis niet wat afschaffing van grond
eigendom tot gevolg zou hebben. De
inzichten daarover wijzigen zich ook reeds
bij de voormannen dier partij, want men
ziet wel in, dat tusschen de armen en de
rijken toch een steeds breeder wordende
schare staat van den middenstand. Van
afschaffing van ’t loonsysteem zal nooit iets
kunnen komen. Het liberalisme stuurt
daarom naar zelfstandigheid van het individu
door toenemende welvaart en ontwikkeling
des geestes. Uit dit een en ander blijkt
AM
K-j
Bolswardsche Courant