Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Politieke avond.
No. 49.’
verschijnt Donderdags en Zondags. 52ste Jaargang
1913.
Donderdag 19 Juni.
VOOR
Afzonderlijke
links geslagen (over de
en zal ook in de andere
stemmingen wel blijken,
i'
meel,
is er
alleen
handel,
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden.
Franco per post 50 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
de liberale partij is
en het kapitaal is
Voor het debat gaven zich twee personen
op. Eerst kreeg 't woord de heer J. H.
Rechts beweert wel dat het van
overgenomen, maar" dat doet er
’t Is de vraag dan ook maar, is
’t algemeen kiesrecht gewenscht of niet, en
dan vrouwenkiesrecht, ofschoon men den tijd
er voor nog niet gekomen acht, wordt toch
ons inschikkelijk te zijn,
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Het oog naar
anti-rev. partij werd door Spr. niet gehandeld)
op de concentratie, dan heerscht daar niet
de groote tucht als bij rechts, echter er is
volkomen eensgezindheid. De tegenpartijen
geven er wel veel over af, zelfs minister
Heemskerk heeft er twee uren over gesproken
in de Kamer, maar dat laat ons koud zegt
Spr. die giftige pijlen treffen ons niet.
Als men ’t program bekijkt, heeft men
eerstalgemeen kiesrecht voor mannen, en
dat lag reeds langen tijd in de bedoeling.
de soc. is
niet toe.
maar,
De tweede debater was de heer DE JONG
van Hijdaard, onderwijzer der bijzondere school.
Hij heeft geen plan de coalitie te verdedigen
tegen de concentratie, doch wil op kalme
wijze, wat velen thans moeielijk is, iets zeggen
over de rechten der bijzondere school. De
Spreker zei dat de kerkelijke partijen de
openbare school vermoorden willen, dat meent
hij dat een onwaarheid is. Met slijk smijten
naar de openbare school wil hij evenwel niet,
en hij waardeert het goede dat er in haar
schuilt. De bijzondere school is eigenlijk een
verpolitiekt wezen, doch zij is er niet op uit
verdeeldheid te zaaien, integendeel zij wil
verdraagzaamheid aankweeken. Om niet met
losse gedachten te komen heeft hij een artikel,
wat hij wenscht voor te lezen, en waarin hij
eenige historische grepen uit den schoolstrijd
geeft, alsmede het karakter van ’t bijzonder
onderwijs aantoont om dan het goed recht
van dat onderwijs ia ’t licht te stellen»
ANEMA van Wijnaldum, de candidaat der
soc. dem. in dit district. Na nog even te
hebben stil gestaan bij de woorden van den
heer Ankerman over een rumoerige vergade
ring te Harlingen, betuigde hij met het ge
sprokene van den heer Rauwerda volle in
stemming. Tegen de woorden van den heer
Fockema heeft hij wel eenige bezwaren. De
coalitie zoowel als de concentratie zijn bur
gerlijke partijen, en die kunnen eigenlijk
niet goed gevoelen wat de arbeiderspartij
toekomt. Wat ze geven, geven ze op hunne
manier. De concentratie stelt zich wel wat
op een ander standpunt dan de kerkelijken,
maar toch blijft het ook nog een burger
lijke partij, en nooit zal die partij voor de
arbeiders kunnen zijn, wat de afgevaardigden
uit de eigen partij voorstaan.
De soc. dem. partij heeft altoos strijd
gevoerd voor de rechten der arbeiders, de
liberale partij heeft zich hiermee vroeger
nooit druk gemaakt, en allengs is het er
nu toe gekomen, dat die partij ook onze
eischen op haar program plaatste. Een strijder
van beginsel is echter beter dan een die ’t
nu maar zoo overgenomen heeft, meent Spr.
de kiezers wel onder ’t oog te moeten brengen.
Staatspensioen noemden de liberalen vroeger
boerenbedrog, de vrijzinnig democraten waren
alleen voor pensioen-verzekering, dpch nu
hebben die richtingen elkaar gevonden op
’t laatste oogenblik voor de verkiezingen.
Het kan met de leuze nu wel eerlijk gemeend
zijn, doch de meeste waarborg voor de arbeiders
geeft toch de candidaat die voor ’t beginsel
altoos gestreden heeft.
Bij de liberale partij kan eigenlijk de
arbeiderspartij geen baat vinden, wijl de
kapitalistische maatschappij dan blijft bestaan.
Echter als ze onze eischen willen steunen,
zullen wij hen bij de herstemmingen helpen
zegt Spr. Daar de Spr. van dezen avond
echter uitriep Kiest geen soc. dem. want
die kunnen niet de regeeringspartij worden,
daar wijs ik er op, zegt debater, dat de liberale
partij ook geen meerderheid kan worden, die
partij vermindert terwijl de soc. partij een
levende partij is die groeit, ’k Zou dan ook
wel eens van den Spr. willen vernemen, welk
gevaar er in zit voor de punten van ’t
concentratieprogram, als men den sociaal gaat
stemmen. De liberalen hebben ons noodig,
en dat deze Spr. liever heeft dat men op den
liberaal stemt is te begrijpen, zegt debater,
maar ik ontken hem ’t recht te beweren dat
het stemmen op den sociaal schadelijk zal
zijn voor de soc. hervormingen. Staatspensioen
willen ook wij, verbetering van ’t belasting
stelsel, de handhaving der openbare school
’t is ook alles ons streven. En men kan wel
een Spr. vinden die belooft dat aan de
arbeidersbelangen recht zal worden gedaan,
maar de liberale partij is een burgerlijke
partij en het kapitaal is er niet voor te
vinden. (Applaus).
Het verschil tusschen soc. dem. en de
liberale partij zal nu wel duidelijk zijn, en
wij hebben evenveel liefde voor de clenkalen
als zij de belangen willen voorstaan onzer
partij. Wij zien er niet naar van welke zijde
het voorstel komt, doch wij zien hoe 't er
uitziet. Wij hebben er geen belang bij de
de liberalen aan de groene tafel te brengen,
maar wij zullen ze toch bij de herstemmingen
helpen, doch als ze van haar program afwijkten,
keeren wij hen den rug toe, want alleen als
ze aan de goede eischen voldoen, kunnen ze op
den steun der soc. dem. rekenen. (Applaus).
Maandagavond trad in ^de Doele” als
spreker op de heer Mr. Dr. A. D. H.
FOCKEMA ANDREAE, de candidaat der
vrijzinnigen, bij de a.s. kamerverkiezing in
dit district. De opkomst was bevredigend,
de groote zaal was nagenoeg geheel bezet.
Wijl de stembus reeds gesproken heeft,
als dit verslag onder de oogen der lezers
komt, meenen wij te kunnen volstaan met
een heel kort resumé van het verhandelde.
De heer Cuperüs opende de vergadering,
bracht een welkomstgroet aan de aanwezigen,
in ’t bijzonder ook aan eenige dames, wijl
hun bezoek getuigt van belangstelling. Verder
deelt hij mee dat waar kort geleden de
voordeelen van het tarief hier besproken
zijn, het ook wel noodig geacht mag worden
dat de schaduwzijden er van ook eens in ’t
licht worden gesteld. De Spreker van dezen
avond zal hierover handelen, alsmede de
beginselen van het concentratie-program
uiteenzetten.
Tevens zal de heer RAUWERDA van
Leeuwarden als specialiteit op ’t gebied van
Landbouw daarna in ’t licht stellen, wat
het tarief voor den landbouw en de veeteelt
beteekent.
De heer FOCKEMA ANDREAE begint
met er op te wijzen dat de coalitie reeds
verscheidene jaren bestond, maar dat die haar
beloften niet heeft kunnen vervullen. Wel
heeft zij verhoogde subsidie voor de bij
zondere scholen verkregen, en kwamen het
bouwwetje, de zedelijkheidswetten enz. tot
stand, maar omtrent zondagsrust, deeedskwestie
en dergelijke heeft de coalitie echec geleden
en is dus de firma als failliet te beschouwen,
zij heeft dan ook reeds een accoord aangeboden.
Morgen zal de stemming uitmaken of men
verder van haar gediend is, en Spr. hoopt
dat het accoord met groote meerderheid zal
verworpen worden. Wat zij reeds gegeven
heeft, is een ontwerp van de tariefwet
en de openbare school wil zij vermoorden.
Voor hierover nader, eerst eens een beschouwing
van de partijen waaruit de coalitie bestaat.
Rome, de machtigste van de drie, heeft
zich niet veel bemoeid met het opmaken
van ’t accoord. ’t Is haar om de macht te
doen en om de meeste baantjes te vermeesteren.
In stilte maakt zij gebruik van haar macht
en haar wereldheerschappij te versterken.
Dat de liefde voor Vorstin en Vaderland in
de schaduw wordt gesteld, voor een macht
van buiten keurt Spr. af, en als bij de ver
kiezingen rechts de nederlaag lijdt, zal die
partij wel bij de liberalen komen om zoete
broodjes te bakken, maar daar zal die partij
niet van gediend zijn, ’t Is Spreker niet
te doen om ’t Roomsche geloof aan te vallen,
ook de kerk niet voor wier werken van
barmhartigheid hij eerbied heeft, maar Rome’s
staatkunde acht hij een staatsgevaar.
De 2e partij is de Christel. Hist, en ’t
spijt Spr. dat de heer Ankerman niet hier
is, dan zou hij kunnen bevestigen wat de
heer Koetsveld in Sneek meedeelde, wat de
Chr. Hist, heeft bewogen tot samengaan.
Eerst was het accoord reeds verworpen, maar
dat zou voor dr. Kuyper en dus der rechtsche
partijen de nederlaag beteekenên en daarom
besloot men nog bij de coalitie te blijven.
Dat het volk echter niet instemt met de
leiders, bewees reeds de candidaatstelling in
Ommen en Ede,
districten uit de
vermoedt Spr.
de mogelijkheid er voor open gesteld. De
kerkelijken willen alleen huismanskiesrecht,
zij geven eigenlijk blanco-kiesrecht en
hebben nog den treurigen moed om de kerk
de macht te geven, kiezers te kweeken. Nu
vele vrouwen gedwongen worden in eigen
onderhoud te voorzien, wordt het noodig ze
ook kiesrecht te doen toekomen, ook al
omdat er regeeringszaken zijn, waarover een
vrouw even goed kan oordeelen als een man.
Het huishouden zou rechts er wel van kunnen
leeren, want ofschoon de middelen ruimer
vloeiden, 30 millioen, is er op ’s lands dienst
toch nog een tekort van 5 millioen.
Het 2e punt der coalitie is handhaving
der openbare school. De coalitie heeft thans
een prachtleuze die verblindt, n.l. de gelijk
stelling van openbaar en bijzonder onderwijs.
Men wil dat alle kosten voor ’t onderwijs
door den staat gedragen worden, en dan per
leerling evenveel ontvangen als de openbare
school kost. In ’t zuiden zijn nu al winst
gevende onderwijsinrichtingen en dan zou ’t
nog beter gaan. Gelijkheid van plichten wil
men evenwel niet, goedkeuring van ’t leer
plan en benoeming der onderwijzers wil men
liefst aan de schoolbesturen laten en ’t gaat
eigenlijk ook nog niet zoo zeer om ’t geld,
het openbaar onderwijs moet aanvulling, het
bijzonder onderwijs hoofdzaak worden, en
zegt Spr. ik sommeer de rechtsche partij om
mij te bewijzen dat met de rechtsgelijkheid
van ’t onderwijs de verdwijning der openbare
school iets te maken heeft. Het is ook fataal
om de beslissing over het al of niet noodig
zijn der openbare school in handen te geven
van gemeentebesturen. Vrije ouderkeus zegt
men, maar ’t zal worden gedwongen ouder
keus. En ook zeer ernstig dient de vraag
gesteld of de openbare school ons volk ont
kerstent? Veel lasterpraatjes worden er in
dat opzicht uitgestrooid, en ’k wil er aan
herinneren, dat het kiezerskorps van heden
nog bijna geheel is gekweekt op de openbare
school, het christelijke van de openbare
school laat zich niet verdrijven.
Men heeft er nu iets nieuws bij uitge
vonden, de politieke neutraliteit. De openbare
school is onmisbaar, ze is goed en ook nog
noodig om ’t bijzonder onderwijs op peil te
houden. Dat leert een kijkje op Belgie, waar
30 pCt. lezen noch schrijven kunnen. De
bijzondere school is een ramp voor de na
tionale eenheid en de openbare school leert
verdraagzaamheid.
Het tarief is vervolgens ook een zaak van
verschil tusschen coalitie en concentratie.
Deze regeering heeft de behandeling er van
in de Kamer nog niet aangedurfd, doch als
rechts wint bij deze verkiezingen, komt de
wet het volgend jaar in ’t Staatsblad. De
heer Van Best heeft in deze zaal gezegd dat
het om bescherming was te doen, doch in
Alkmaar heeft de heer Snoeck Henkemans
verteld, dat het er om te doen was een matige
belasting te heffen. De voorstanders van het
tarief moeten evenwel nog aantoonen dat het
noodig en wenschelijk is, dat er geen kwaad
uit kan komen voor onzen handel, industrie
en landbouw. Spr. heeft alle ingekomen
adressen eens nagegaan maar er waren zoo
veel tegen het tarief dat men er niet door
kon komen, er voor waren weinige en dan nog
belanghebbenden.
In Nederland bloeit handel, industrie en
landbouw, ook de export naar ’t Buitenland
is belangrijk. Schoenen, schepen, chocola,
katoentjes, blikwerken enz. worden hier
voor ’t buitenland vervaardigd. Op ’t gebied
van den landbouw, voor dit district van zoo
veel belang, leert de geschiedenis der graan
rechten dat bescherming niet gewenscht is.
In de jaren van ’80 wilde men invoer op
dat is toen verworpen en Nederland
wel bij gevaren. De staatsschuld is
in Nederland en Engeland, met vrij-
verminderd, in alle andere rijken
vermeerderde die. ’t Verheugt Spr. dat een
specialiteit op dat gebied hier de gevolgen
van ’t tarief ten opzichte van.den landbouw
zal in 't licht stellen, diens woorden zullen
meer inslaan dan wanneer Spr. dit doet.
De onbillijke en schadelijke wet van ’t
tarief wordt morgen aan ’t oordeel der
kiezers onderworpen.
Staatspensioen is eindelijk ook nog een
punt van de concentratie en Spr. heeft zich
verbaasd over den durf van rechts hoe men
o.a. in een strooibiljet in Holland daarmee
nu winst tracht te maken bij de kiezers.
staten,
opzichte
dit zoo
landsch
evenwel niets
heeft dus geen waarde en men moet er zich
dan ook niet door laten verlakken.
Tot slot wijst Spr. er nog op, dat het
tarief een schadelijken invloed zal hebben
voor den landbouw, wat hier in Friesland
van, veel beteekenis is. Daar Bolswards
burgerij ook veel belang heeft bij den bloei
van de omstreken, vermaant hij den kiezers
te waken, dat het ontwerp tariefwet geen
wet wordt, en dus er voor te zorgen, dat
rechts niet aan het bewind blijft.
Zie, wordt er gezegd, nu krijgen de oude
luidjes met Januari f 2 per week, doch
dan moet rechts aan de Regeering blijven,
want wint links, dan wordt het weer in
getrokken. Dit laatste is niet waar, geen die
er aan denkt, ’t kan er slechts beter door
worden als links aan ’t bewind komt.
Staatspensioen toch moet er zijn, dat wil
ook Spr. en hij doet daarbij geen afstand
van zijn lievelings-idee, maar meent dat
bovendien de vrijwillige verzekering moet
aangemoedigd worden.
Waar ’t geld er voor gehaald moet
worden Uit de vermogens der natie. Onze
nationale rijkdom neemt alle jaren zeer
toe, en ’t is een eereschuld van de ver-
mogenden te zorgen voor de ouden van
dagen. Spr. wil ook nog opkomen tegen de
algemeene verdachtmaking dat de liberale
partij hiermee afglijdt naar de soc. dem.
Rechts mag wel naar zich zelf kijken, want
de soc. Minister Talma heeft meer liefde
getoond voor de soc. dan de liberalen. Als
de soc. meedoen, komt de concentratie er
wel, en als deze niet meedoen, komt er van
't program niets, want de soc. partij is niet
in staat het bewind te voeren. Kiest dus,
zoo besluit Spr. ook geen soc. dem. maar
stemt op den candidaat der concentratie.
(Applaus).
De heer RAUWERDA had met genoegen
op zich genomen een woord te zeggen ten
gunste van den candidaat der concentratie,
wijl hij dien persoon kent als een sympathiek
persoon, die in de commissie voor de volks-
leesbibliotheek te Leeuwarden vroeger getoond
heeft voor volksontwikkeling te zijn.
In de tweede plaats wil hij een ernstig
woord van waarschuwing doen hooren om
zich ten opzichte van de tariefwet niet te
laten verlakken door de rechtsche partij. Als
men de invoerrechten eenmaal heeft, raakt
men ze niet gemakkelijk weer kwijt. Gelijk
de heer Fockema Andreae reeds aanstipte
wilde men vroeger met graanrechten komen.
Dat is toen verijdeld, maar ’t is eigenaardig
dat dezelfde partij nu ook weer komt met
beschermende rechten. Onze uitvoer neemt
zeer toe, de opbrengst van den bodem wordt
vermeerderd en zoo bloeit nu de landbouw.
Past dit ook toe op de nijverheid, wordt
meester in ’t vak en dan kan men het best
concurreeren zonder bescherming noodig te
hebben. Als de tariefwet komt, zullen de
gereedschappen en alle benoodigdheden in
prijs omhoog gaan, en wordt de positie van
den landbouwer moeielijker.
Een tweede zaak die men niet uit het
oog moet verliezen is dat de productievoor-
waarden niet verbeteren door de waren op
de grenzen te keeren. Men moet door ver
betering van ’t vak zelf de voorwaarden
verbeteren. De boeren passen thans de
wetenschap toe op hun bedrijf en dat doet
den landbouw bloeien. De nijverheid moet
ook dien weg op. Dan is zooals reeds gezegd
is, van ’t tarief te wachten dat de hulp
middelen duurder worden. De bewering
dat wij met onze tarieven anderen kunnen
dwingen om tegen
gaat ook niet op.
Amerika is ’t land met de hoogste invoer
rechten ook Duitschland en Frankrijk hebben
ze, maar het is gebleken, dat men er niet
mee slaagt.
Door den heer Van Best is hier volgens
het verslag eener vergadering betoogd, dat
de kleine staten als Zwitserland, Belgie en
Denemarken door hun hooge invoertarieven
voordeelen wisten te bekomen bij groote
Spr. heeft dit onderzocht en ten
van Zwitserland bij Duitschland is
voor Emmenthaler kaas en hoog
vee. Beide artikelen beteekenen
voor den. handel, de bewering
4
Bolswanlsche Courant
i
p
t