lieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. Donderdag 16 October. r* .ill I I I k' 1913. 52ste Jaargang Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 82. I L UIT DE PERS. HUISELIJKHEID. BINNENLAND. I VOOR Afzonderlijke ’t I een n verzekerd bij Alg. H. het te moeten zeggen in den loop der tijden van het gezel- ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. het ander, dat het gedaan wordt en piëteit. In elk geval meenen een noodelooze beperking is van van beide gebiedend voor te het andere niet toe te laten, al ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Wonseradeel, 13 Oct. Nu de aardappel prijzen tegenvallen en de graanoogst dezen zomer meeviel, wat betreft hoeveelheid en prijzen, hebben velen hunne landen reeds omgeploegd. Vele landbouwers denken meer granen uit te zaaien dan andere jaren. Het mooie herfstweer komt hun te stade. 12 Oct. De landbouwer E. Westra te Kimswerd rooide dit jaar met goed succes al zijn aardappelen met de machine. De landbouwer W. P. aldaar rooide kolossale suikerbiet van 17 pond. Hepk. Nwbl. Lastige luidjes. Wijtgaard. Deze week kregen we bezoek van Zigeuners met hun woonwagens, tenminste zij worden betiteld met den naam van zigeuners. Alhoewel het geen echte Zigeuners zijn, is het toch een lastig volkje en dient men op zijn hoede te zijn. Meest bezoeken zij de kermissen en trachten met muziek en zang den kost te verdienen, v. Fr. doch ook op nog andere manier trachten zij daar aan te komen. Bij een winkelvrouw alhier brachten een paar vrouwen een bezoek, met wie ze een druk gesprek aanknoopten. Maar half hun gebroken taal verstaande, was de vrouw blij dat ze wederom vertrokken waren, doch een oogenblik later was haar blijdschap verdwenen toen zij bemerkte, dat zij uit haar beurs ruim twee gulden miste. Door dicht bij haar te staan, om haar alles duidelijk te maken, wisten ze haar slag te slaan. Ook bij een andere vrouw hadden ze getracht den weg naar haar beurs te vinden, doch deze vernam dit nog bijtijds. Op ’t verschijnen van de politie, zijn zij in de richting Heerenveen vertrokken. Waar zij dus verschijnen, mag men wel op zijn hoede zijn. Ons Noorden. Toen Zondagavond een goederentram te Harlingen langs den Havenweg reed, gingen eenige jongens op de treeplanken van de wagens zitten en reden zoo mede. Toen de conducteur naderde kozen ze het hazenpad, doch een hunner, de 12-jarige zoon van de wed. Kuipers, wonende aan het Havenplein, kwam te struikelen en geraakte onder een der wagens. Met een deerlijk gekwetsten linker arm, kneuzing van het bekken en wonde in het zitvlak werd hij opgenomen, eerst naar huis en later naar het Ziekenhuis gebracht. De toestand van het ventje was heden morgen naar omstandigheden vrij gunstg. De arm kan vermoedelijk behouden blijven. N. Harl. Cl. Inbraken. De inbrekersbende, die Amsterdam onveilig maakt, schijnt niet best te spreken te zijn over ons gemeentebestuur. Was onlangs wethouder Delprat het slachtoffer van in brekers, thans is gebleken dat dieven eveneens hun slag hebben geslagen ten huize van het gemeenteraadslid, den heer C. L. M. Lam brechtsen van Ritthem, Sarphatistraat 14. De familie Lambrechtsen vertoeft tijdelijk te Hilversumtoen men hedenmorgen in de woning kwam, bleek, dat inbrekers bezig waren geweest. Ontvreemd bleken te zijn negen zilveren lepeltjes, vier schilderijen, een zilveren medaille, een bronzen medaille van de inhuldiging der Koningin, een kinder- armbandje, een zilveren armband, een fantasie-broche en twee binocles. Er bleek niets opzettelijk vernield te zijn ook ontbrak het gebruikelijke souvenir. Verschillende sloten waren geforceerd. De dieven zijn vermoedelijk binnengekomen door den tuin, dien zij van het Achter-Oosteinde (een smalle gang) gemakkelijk konden be reiken. Door een ruit aan den achterkant te verbreken, kwamen zij de woning binnen. De diefstal is vermoedelijk na het begin van September gepleegd. Toen toch is men nog in de woning geweest. De heer Lambrechtsen was de Maatschappij /zMercurius”. Ongeregeldheden te Zaamslag. Maandag zijn te Zaamslag door de mare chaussee uit Ter Neuzen gearresteerd de Gebr. V., verdacht van frauduleus bankroet. Toen de commandant des avonds met de arrestanten naar Ter Neuzen wilde vertrekken, schoolde een aantal mannen samen en kwam met ’n hoop steenen naar de marechaussee. Deze borgen hun arrestanten weer op en joegen de menigte met de blanke sabel uiteen. De tusschen- komst van den burgemeester, die de bevolking tot kalmte aanmaande, voorkwam niet dat nog meermalen moest gechargeerd worden door de inmiddels versterkte marechaussee. Dezen bleven in het dorp, terwijl de burge meester met den commandant der rijksveld- wacht per rijtuig de arrestanten overbracht naar Ter Neuzen, van waar zij hedenmorgen naar het huis van bewaring te Middelburg werden overgebracht. Alg. Hndbl. Een geschil. De heer K. ter Laan verzoekt aan Het Volk het volgende te plaatsen De Haagsche (soc.-dem.) Raadsfractie wees als haar candidaat voor de wethoudersvacature den heer Hoejenbos bij meerderheid van stemmen aan. De voorzitter, de heer K. ter Laan, deelde daarop aan de vergadering mede, dat hij na deze beslissing het voorzitterschap neerlegde, in verband met het feit, dat hij pas de vorige maand als candidaat van de fractie was aangewezen. De vooruitzichten van het Kabinet. Mr. H. P. Marchant wijdt in de Vragen des Tijds onder den titel //In dagen van crisis” een uitvoerige beschouwing aan de gebeurte nissen bij en na de verkiezingen van dezen zomer. Hij wijst er op, dat het bij de stembus in de eerste plaats ging tegen de voorgenomen tarief-verhooging en tegen de reactionaire wijziging der Grondwet, die beraamd was. Daarnevens ging het dan nog om het kies recht en pensioen, in hoofdzaak. Uitvoerig wordt het verloop van de crisis geschetst. Ten slotte constateert de heer Marchant, dat het kabinet-Coit van der Linden hoofdpunten van het concentratie-program heeft aanvaard, en eindigt aldus: Het Kabinet tijgt onder guns'tige omstan digheden aan het werk. Als ministerie van vrijzinnigen zal het aanvankelijk door de rechterzijde met gemengde gevoelens worden begroet. De stemming, door de nederlaag ge wekt, is hier nog niet uitgesleten. Maar men heeft, om zijn eigen huis te redderen, nog voor jaren arbeid genoeg. Vooreen oppositie, als het Kabinet- De Meester had te verduren, is hier geen levenskracht. Voor het herstel van anaemie is veel tijd noodig. Het ministerie-Van der Linden komt met veel, dat ook ter rechterzijde sympathie zal vinden, nu men van veel politieken ballast zich zal kunnen ontdoen en vrij er naar zal kunnen streven, zich zelf te zijn. En ter linkerzijde? Ondervinding is een goede leermeesteres. Zij leert, dat een minder heid nimmer kan bereiken wat haar ten deel zou vallen indien zij meerderheid ware. Zij leert, dat voor het bereiken van groote dingen ook onverbiddelijk grooteoffers moeten worden gebracht. Zij leert, dat geen groep, welke ook, zich zelf buiten de ongeschreven wetten van den parlementairen regeeringsvorm kan zetten, zich kan isoleeren als partij van lusten zonder lasten. Zij leert, dat wie zich dit ook mochten inbeelden altijd jworden gestraft door teruggang in plaats van beloond te worden met een verwachten rijker oogst. De linkerzijde heeft door den afloop der laatste verkiezingen ontzaglijke voordeelen behaald. Uit den druk van een concervatief-kerkelijk bewind heeft zij zich .losgewrongen. Zij kan herademen. De tariefwet, die de frissche na tuurlijke ontwikkeling van handel en nijverheid was komen bedreigen, is van de baan. Laat men in de nieuw ingetreden regeerings-periode eiken dag, elk uur gedachtig zijn aan hetgeen wij 12 jaren lang, met een korte tusschen- ruimte, hebben moeten doormaken. Dat thans dit besef levendig is, dat het gevoel van saamhoorigheid ons allen sterk vervult, mag met voldoening worden gecon stateerd. Dat dit zoo blijven moge! Nederland vraagt politieke rust, en het vraagt afgeleverd werk. Met zelfverloochening en met veel toe wijding is de verlangde bevrediging te geven. Moge het dan aan deze kwaliteiten onzen volksvertegenwoordigers niet ontbreken 1 Er is veel schade in te halen. Lijkverbranding. Het Weekblad voor de Vrijzinnige Hervorm den schrijft: z/Wij bemerken, dat men van orthodoxe zijde verbranden heidensch en begraven Christe lijk noemt, en op dien grond verbranden niet wenscht toe te laten, ook niet, wanneer iemand bij zijn leven uitdrukkelijk het verlangen heeft te kennen gegeven, dat men zijn lijk zoo behandelen zal. Het komt ons voor, dat die onderscheiding van Christelijk en heidensch volstrekt willekeurig is, en dat men geheel ten onrechte de godsdienstige overtuiging bij deze zaak te pas brengt. Wij kunnen niet inzien, waarom bf het een bf het andere met het Christendom in overeenstemming of in strijd zou zijn. De zaak ligt op normaal terrein. ^Overigens wij zijn er zóó diep van doordrongen, dat een lijk inderdaad niet meer is dan het //stoffelijk overschot” van een mensch, terwijl die mensch zelf zijn bestaan voortzet in anderen vorm, dat wij de vraag, op welke wijze men dat overschot verder aan de ontbinding prijs zal geven, niet zoo bijster belangrijk kunnen vinden. Wanneer iemand het ongeluk overkomt, dat hem een been moet worden afgezet, zal het hem waarschijnijk vrij koud laten, wat er met dat afgezette been wordt gedaan. Waarom zou hij het dan eenzaam daar buiten, nu en dan nog het koebeest, dat daar bij kans verkleumt in het doorsijpelde weiland, waar bijna geen grassprietje meer is te vinden. Doch gelukkig zet weldra de boer de stal deuren wijd open en niet lang meer duurt het, of alle dieren vinden warmte en beschut ting daarbinnen. Op den akker treedt zoo langer zoo meer de rusttijd in. ’s Zomers wanneer de zon reeds zoo vroeg aan den helderen hemel oprees, en pas laat in 't Westen neerzonk achter het bed van goudgetinte wolken dan was de arbeid zoo lang en zwaar. Maar nu wordt het werk vroegtijdig neergelegd, en nat en verkleumd dikwijls stapt de landman huiswaarts waar hem wacht warmte en gezelligheid in den huiselijken kring. Vroeg reeds ontsteken we ons kunstlicht, sluiten onze ramen warm en dicht toe, en maken van onze woonkamer een gezellig plekje, waar we zoo gaarne vertoeven. Ja we weten het nog van vroeger, reeds zeer veel jaren geleden, dat we als kind dat plekje, die gezellige huiskamer zoo heerlijk vonden. Helder brandde daar dan het vuurtje; vroolijk sloegen de vlammen op knappend spatten de vonken uiteen, zoodat we soms opsprongen van schrik. Geheimzinnig schijnsel wierp dat knappende vuur in de kamer, waar we zoo gezellig zaten te scheme ren, tot moeder de lamp opstak. Nog zie ik ons zitten, daar in dat vriendelijk hoekje, en de gezelligheid steeg ten top, als vader daar aan ons vertelde verhalen en geschiedenissen uit den ouden tijd, of wel, wanneer moeder een sprookje opdischte, dat we nu gelukkig nog niet zijn vergeten. Dan luisterden wij jongens met open mond, want wie ter wereld kon mooier vertellen dan vader, wie wist heerlijker sprookjes dan moeder? Ja die avondjes die gezellige tijden uit de zonnige jeugd, zij blijven ons bij, tot in de lengte van dagen. Zeer lang is het al geleden en in die lange jaren zijn de tijden veranderd, en we vragen ons af: vinden we die huiselijke gezel ligheid van vroeger nog in onze woningen terug Is de huiselijkheid één der karakter- sieraden van onze voorzaten, nog een kenmerk van ons hedendaagsch geslacht En... ’t spijt ons maar veel is er veranderd, niet in ’t voordeel lige huiselijk leven van weleer. Waar vindt men tegenwoordig nog die echt huiselijke tafereeltjes, waar in ’t schemerdonker, de kinderen luisteren naar vaders verhaal, of moeders vertellingen. Ge zult ze spaarzaam vinden lezer(es), die echt gezellige interieurtjes, 't Is of met het verdwijnen der haard ook de gezelligheid is gevlucht uit de woningen. zoo bijzonder gewichtig achten, als eens zijn geheele lichaam hem ontvalt, hoe men daarmee handelen zal? ,/Wij kunnen er evengoed inkomen, dat men aan begraven, als dat men aan verbranden de voorkeur geeft. In beide schijnt ons voor het gevoel èn iets bevredigends èn iets stuitends gelegen. Hoofdzaak achten wij zoowel van het één als van met eerbied wij, dat het de vrijheid, één schrijven, en heeft iemand bij zijn leven uitdrukkelijk het verlangen daarnaar uitgesproken.” De wintermaanden zijn wederom gekomen, en met hen de tijd der korte dagen en lange nachten. De blauwe luchten behooren tot het ver leden grauwe wolken jagen nu dagelijks onheilspellend langs het zwerk, en verbergen voor ons oog de schitterende zonneschijf. Als een rouwfloers hangt veelal een dichte nevel neer op de aarde, en belet de licht stralen er doorheen te dringen. Afscheid hebben ze genomen de meest ge vederde zangers, die nog kort geleden de lucht vervulden met blijden jubel. In groote vluchten zijn ze van ons heen gegaan, nu daar kwam het barre getij, en ze zochten op de warme landen waar geen herfst stormen woeden, en waar geen dichte nevels neerhangen op aarde. ’t Wordt stil en Naargeestig klinkt zoo bange geloei van een We drukken hierover onze spijt uit, want we weten, dat met het verdwijnen van gezellig heid aan den huiselijken haard, het levens geluk der menschen geenszins is vermeerderd. De kinderen zijn tegenwoordig veelal druk, ja sommige ouders vinden ze zelfs lastig, maar is het werkelijk zoo vreemd, als we zien, hoe weinig vader en moeder zich somtijds bemoeien met ’t opkomend geslacht, dat toch zoo graag leiding heeft Vader heeft het te druk met... of hij moet naar een vergadering, en moeder kan on mogelijk tijd vinden, want ’t huishouden neemt haar geheel in beslag. Geen tijd immer geen tijd dat is tegenwoordig het parool. O, zeker, aan speelgoed ontbreekt het de jeugd tegenwoordig niet. Winkels vol geven keus te over, en steeds mooier en grooter, en kostbare cadeaux worden aangekocht voor de kleinen, die steeds meer veeleischend worden, en die men in den tegenwoordigen tijd heusch niet meer met een kleinigheid kan blij maken, Cadeaux worden er aangekocht, meer dan genoeg, opdat de kinderen toch maar weer wat hebben te spelen zoo lang als het duurt want werkelijk, vader en moeder ontbreekt den tijd, om zich met ’t jonge volkje bezig te houden. Spoedig blijkt de aardigheid echter van speelgoed af. Men vindt het later vernield, of in ’t gunstigste geval netjes opgeborgen in de kast. Maar gespeeld door de jeugd wordt er zelden meer. Zoeken ze andere nuttige uitspanningen Zijn ze aan het knutselen, om met mes of figuurzaag iets te maken, dat al is het nog niet volmaakt toch zoo’n groote voldoening schenkt omdat het eigen werk is? In sommige gezinnen ziet men de jongens ’s winteravonds bezig met dergelijke nuttige ontspanning die het kind leert den tijd nuttig te gebruiken. En we vinden het gelukkig, dat men het knutselen meer ingang wil doen vinden bij de jongeren want, nietwaar, ledigheid is des duivels oorkussen. En als er eens een onschuldig spelletje wordt gespeeld, ’s avonds bij ’t gezellige lamplicht laten vader en moeder dan toch eens meedoen met de jongens en de zusjes. Werkelijk we herinneren ons nog uit onze jeugd hoe heerlijk we genoten op het ganzebord, of met //klok en hamerspel”. Maar steeg niet het genoegen ten top, als vader en moeder een spelletje met ons mee speelden De wintermaanden zijn weer gekomen, en daarmee de tijd der korte dagen en lange avonden. Laten niet alleen wij, maar ook de ouderen onder onze kinderen die uren nuttig gebruiken. En dat kunnen ze als wij maar leiding geven aan hun uitspanning, of in spanning. Probeer het eensde kinderen zullen er U later altijd dankbaar voor zijn. We leven in den tijd van stoom en electriciteitwe leven het //drukke bestaan”. Maar nu de lange avonden weer komen nu vroeg het lamplicht wordt' ontstoken en onze woonkamers zoo écht gezellig kunnen zijn nu is daar stellig nog wel tijd te vinden, die we kunnen gebruiken tot nuttige ontspanning van ons zelven, en niet minder tot nut van onze kinderen. De Nieuwe Ct. HENRI. Bolswardsche Courant n

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1913 | | pagina 1