Uieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Zondag 19 October.
Christelijke Winterlezing.
3
f
I
Als RONA
I
i
Verschijnt Donderdags en Zondags.
1913.
52ste Jaargang
No. 83.
g
RECLAME.
Stadsnieuws.
H
1
VOOR
hi
iii',itAv1
dus duidelijk op
KI
staangeld werd f 40,50
orgelconcert, welwillend
aan
BINNENKOMT
HUISGEZIN.
1
een bedrag
I
en zijn gezalfde zien
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Bet bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4
Ds. Op ’t Holt brengt een woord van
dank aan den Spreker, die de hoorders ge
sticht heeft en hen heeft doen genieten naar
geest en hart.
De Spreker sloot de vergadering met dank
gebed.
JUICHT HEEL HET
Woensdag werd in „De Doele” de eerste
winterlezing gehouden. De zaal was flink
bezet.
Ds. J. Op ’t Holt opende de vergadering
met gebed, sprak een woord van welkom, en
verheugde zich, dat het Comité, steunende op
de goede en talrijke belangstelling van vorige
jaren, weer voornemens was een viertal winter-
lezingen te doen houden, en er dan ook in
geslaagd was, bekwame sprekers te vinden.
Heden zal in deze eerste vergadering optreden
Dr. B. Wielenga van Amsterdam. In de keuze
van onderwerp is eenige verandering gekomen,
wat door den Spreker zelf nader zal worden
toegelicht.
De Spreker begon met de mededeeling, dat
toen hij de uitnoodiging om hier een lezing
te houden had aanvaard, hij een tweetal
onderwerpen ter keuze stelde, n.l. Goden
schemering en De wonderen van den Anti-
Christ. Het Comité liet de keuze vallen op
het eerste, doch na overleg is ’t beter geoor
deeld het tweede te nemen. Het eerste onder
werp van wijsgeerigen aard, behandelt bet
pessimisme en ’t optimisme op godsdienstig
gebied en is meer wetenschappelijk dan voor
het practische leven. Het tweede echter raakt
de groote geestelijke worsteling, en zal op een
vergadering als deze beter worden begrepen,
waarom dan ook nu de voorkeur is gegeven
aan De wonderen van den Anti-Christ.
Spreker is op dit onderwerp gekomen door
een boek van zekere Zweedsche Schrijfster,
welk boek bij eerste lezing een eenigszins
verbijsterenden indruk maakte. Uit de losse
stukken van zeer uiteenloopenden aard, komt
eerst na rijpe overweging het beeld te voor
schijn, dat de Schrijfster blijkbaar voor oogen
stond. De inleiding bestaat uit de vermelding
van een drietal legenden. De eerste heet
’t Visioen van den Keizer. Hierin wordt om
schreven hoe Keizer Augustus zich op een
duisteren nacht naar den heuvel van het
Capitool begaf, waar hij een tempel wilde
bouwen zichzelf ter eere. Een toovenares
(Sibilla) toonde op den heuvel een beestenstal,
waarin een kindje en sprak dat kind zal
hier worden aangebeden. Het gaat hier om
den Christ of den Anti-Christ. De Keizer
was door dit visioen bevreesd, bouwde geen
tempel, wel een kapel op dezen heuvel.
De tweede legende (Arat Celi) handelt er
over, hoe een aantal monniken een klooster
bouwden bij het Capitool om den heuvel te
bewaken en te zorgen dat daar alleen de
Christus werd aangebeden. Die monniken
hadden een fraai wonderdoend Christusbeeldje
van olijfhout uit Gethsemané, dat versierd was
met een gouden kroontje en schoentjes. Zestig
jaar later kwam er een Engelsche dame, die
dat beeldje voor veel geld wilde koopen, echter
’t was niet te koop. Door list wist die dame
het beeldje toch machtig te worden, en doordat
zij het met een kunstig nagemaakt beeldje
verwisselde, wisten de monniken er echter
niets van. Die verwisseling kwam uit door
dat later het echte beeldje weer aan de deur
klopte om binnen gelaten te worden. Toen
bleek dus dat op den heuvel nu toch ook
de valsche, de anti-Christ was aangebeden.
De derde legende: Op de barrikades, han
delt over de revolutie te Parijs. De Engelsche
dame was weer in het bezit gekomen van
het weggeworpen valsche Christusbeeldje, en
daar haar koffers te Parijs geplunderd werden,
kwam ’t beeldje in handen van den aanvoerder.
Deze zag de spreuk in het kroontje gegrift
„Mijn Rijk is van deze wereld”. Dat ver
tolkte juist de idee van dien aanvoerder en
zijn partij. Hij wilde het geluk aan deze zijde
van het graf, in tegenstelling met de leer
van den waren Christus, die gezegd heeft
„Mijn Rijk is niet van deze wereld”. Het
was hier dus als de Christus tegen den anti-
Christ., het socialisme tegenover de christen
leer.
Na deze inleiding van dat boek, dat aan
spoort tot onderzoek, wil Spr. het onderwerp
verder behandelen. Er is in den strijd tegen
de christelijke leer wel beweerd dat de Paus
van Rome de anti-Christ was, echter meent
hij dat men hem meer moet zoeken in de
richting van het socialisme. Het probleem
van den anti-Christ mag wel overwogen worden.
De wederkomst van Christus zal eerst plaats
hebben als de anti-Christ er reeds is, maar
in alle banen van ontwikkeling en in de
Onaf hankelijkheidsfeest.
In de Donderdagavond gehouden vergade
ring is het volgend verslag door den Pen
ningmeester uitgebracht.
Mijne Beeren
„Nu de commissie aan het einde harer
werkzaamheden is gekomen, acht ik het niet
onnoodig nog even de verschillende posten van
inkomsten en uitgaven met U na te gaan.
Toen in October van het vorige jaar de
Oranjecommissie eene vergadering uitschreef
in „de Doele” ten einde het plan te bespreken
in 1913 een grootsch feest te vieren, bleek
zoowel uit de opkomst als uit de algemeene
instemming, dat men Nêerlands onafhankelijk
heid in Bolsward luisterrijk wilde herdenken.
En al was het bedanken van verschillende,
toen benoemde, commissieleden niet bemoe
digend; en al schoot men in den beginne
niet hard open al nam ten slotte ook nog
de benoemde penningmeester ontslag, het
einde was goed en dus alles goed.
De opbrengst der rondgezonden inschrij-
vingsbiljetten viel gelukkig niet tegen. De
gemeente werd in zeven wijken verdeeld en
elke wijk door twee heeren bewerkt, ’t Moet
gezegd worden, ieder deed zijn best. Allen
trotseerden de soms minder aangename be
handeling, welke giften inzamelen meebrengt
en men wedijverde om de hoogste lijst te
kunnen aanbieden.
Wijk III spande de kroon met
van f 167,55.
Een eeresaluut voor de milde gevers in
die wijk, vooral buiten de Sneekerpoort, waar
bijna de helft van de som geteekend werd.
Wanneer elke wijk in verhouding had bijge
dragen zouden de inkomsten belangrijk hooger
zijn geweest, doch we zijn dankbaar en
tevreden en ik wil niet nalaten allen te
danken, die de commissie steunden, voor
namelijk hen, die van het weinigje dat ze
hadden nog iets afzonderden.
In het geheel bracht de inzameling
f 767,671/2 °P-
Aan pacht en
geïnd, terwijl een
aangeboden door den heer Alt f 104,15
entree opleverde.
De gemeenteraad verleende f 350,subsi
die voor bestrijding der onkosten voor een
kinderfeest.
Aangezien de kas nret direct voor groote
bedragen behoefde aangesproken te worden,
werd een gedeelte der gelden uitgezet, waar
van f 3,81 rente werd gekweekt.
Wijl men twee dagen wenschte feest te
vieren, moest er iets gezocht worden, waardoor
kans zou bestaan vreemdelingen naar onze
veste te trekken en met het oog op de vele
ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden.
Franco per post 50 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar h 5 Cent.
1
gedaan worden, waar men gewoonweg niet bij
kan en 4o. het spiritisme, de belangrijkste
dezer rubrieken, en waar zeer velen zich mee
hebben opgehouden en waardoor men zelfs
geesten van afgestorvenen kan oproepen.
Wat hebben de Christenen te denken van
die geestvertooningen en voorzeggingen vraagt
Spreker. Alles te beschouwen als goochel
kunst en boerenbedrog is wel eenvoudig en
gemakkelijk, maar dat past niet aan bij de
werkelijkheid. Er zijn verschijnselen, die men
niet verklaren kan uit de bekende natuur
wetten. De spiritisten zelf beweren, dat de
menseb behalve lichaam en geest ook nog een
etisch omhulsel heeft, doch Gods woord zegt,
dat de mensch enkel uit lichaam en geest
bestaat, dus dat is uitgemaakt. Dat God de
geesten kan laten verschijnen weet men, doch
niet om aan onze nieuwsgierigheid te voldoen,
wel tot zijne verheerlijking, gelijk op den
berg Thabor met Mozes en Elias is geschied.
Om echter al de verschijnselen van het spi
ritisme te beschouwen als hallucinaties gaat
ook niet aan.
Toch zou Spr. boven al deze verschijnselen
willen zetten de spreuk van den anti-Christ,
mijn rijk is van deze wereld. Alle natuur
wetten zijn ons niet bekend, wij kennen de
krachten der natuur niet volkomen. In den
ouden tijd zou men een wagen die zonder
paard voortreed voor een onmogelijkheid
houden, in lateren tijd vermoedde men niet
dat men draadloos telegrafeeren kon, of dat
de radiumstralen door ondoorschijnende stoffen
zouden gaan. Men moet voorzichtig zijn met
iets als een wonder te beschouwen.
Een. schepsel kan niet iets bovennatuurlijks
doen, wel iets bovenmenschelijks.
Sprekers oordeel is dus, dat er wel bedrog
schuilt onder dergelijke vertooningen, doch
geheel weg te redeneeren is het niet, wat
Spr. door voorvallen verduidelijkt.
Helder komt evenwel uit, dat de beoefenaars
de leer aanhangen vanmijn rijk is van deze
wereld, en dat zij er op uit zijn hier alleen
hun genoegen te zoeken, vaak door geraffineerde
wellust.
Twee stroomingen zijn er
te merken in onzen tijd. Tegenover het
Christendom staat het streven van den anti-
Christ, een streven om te verwerpen het ware
Christendom.
Op de teekenen des tijds moet men letten
zegt Spr. Nu de Paus van Rome aan onze
zijde staat en een coalitie met ons sluit, is
dit wel een teeken dat er gewichtige ge
beurtenissen op handen zijn. Of wij het
beleven zullen weten we niet, maar onze kin
deren zeker, dat de strijd zal komen. Wij
Christenen moeten wakende zijn. Het boek
der historie leert, dat het noodig is de wapen
rusting Gods aan te gorden. Het is den
Christen voorzeker geoorloofd gepaste blijd
schap te zoeken in dit leven, maar toch steeds
moet als leuze in onze banier staanMijn
koninkrijk is niet van deze wereld, dat is
de getuigenis van Christus zelf.
God geve ons de aanschouwing der tijden,
waarin alle anti’s wegvallen.
(Benig applaus.}
vijandschap tegen God
velen den anti-Christ.
Trouwens geheel de historie door, wordt
gewezen op den anti-Christ. De broedermoord
van Kaïn, de strijd van Ezau tegen Jakob,
het gevecht tusschen David en Goliath worden
alle als teekenen van den strijd tusschen den
Christus en den anti-Christ beschouwd.
Behalve nog andere aanduidingen wordtin
de Schrift op een viertal plaatsen meer
bepaald gehandeld over den anti-Christ welke
plaatsen nader door Spr. worden toegelicht.
Keizer Nero werd in zijn tijd door de Christenen
aangezien voor den anti-Christ, later werden
als zoodanig beschouwd Mohamed, Napoleon
en meer personen die zich kenmerkten, door
wreedheid of feilen strijd tegen de kerk. Ook
beschouwden de protestanten den paus van
Rome als de anti-Christ.
Algemeen kan men zeggen, dat het geen
enkel persoon is, maar dat in de wereld
steeds een strijd is en dus strijders zijn tegen
het rijk van Christus en dus de anti-Christ
als een soortnaam is te beschouwen.
Vier hoofdtrekken zijn er in te ontdekken,
lo. de wereld en het wereldsche is de geest
van den anti-Christ, 2o. hij gelijkt op den
Christus, 3o. ’t is een afvallige uit eigen
kring en 4o. hij zal teekenen en wonderen doen.
Spreker wil deze trekken nagaan en ziet
deze niet in den paus van Rome, doch wel
in het socialisme belichaamd.
Na de pauze vervolgde Spr. dat in het
eerste gedeelte hij de uitspraken had aan
gegeven die te bestudeeren vielen, in het nu
volgende wilde hij letten op de teekenen des
tijds, zien of er geen verschijnselen vallen op
te merken, die wettigen de vraag, of de
komst van den anti-Christ niet nabij is, en
hij wil daarbij zien in de richting van het
socialisme, die groote geestesstrooming van
thans.
Over het liberalisme behoeft hij niet te
spreken, dat heeft zijn glorie gehad, ook niet
over het modernisme, dat is, zooals Dr.
Kuyper het uitdrukte, een fata morgana, doch
Spr. vestigt den blik op het socialisme met
zijn machtige idealen.
Hij bedoelt echter niet het socialisme in
engeren zin, dat betrekking heeft op
economische verbeteringen. Dat economisch
streven is goed, daar valt van te leeren,
maar hij bedoelt de diepe geestesstemming,
waarbij men alleen voor deze aarde leven
en den Schepper en den godsdienst wil
verdrijven. Dat socialisme lijkt wel wat op
het Christendom, het preekt evenals Jezus
voor den arme en ’t tast de rijkeren aan.
Ook worden allen er toe geroepen, evenals
Jezus allen noodigt aan Zijn disch en om
met Hem te drinken uit één beker.
Maar onder dat kleed van medelijden met
den arme en gelijkheid van allen verbergt
het neen komt te voorschijn het beeld
van den anti-Christ dat is de haat tegen
den Christus. In woord en geschrift, in rede
voeringen en brochures komt altoos uit, dat
er bij hen geen plaats is voor den Nazarener.
In scherpe taal en in daden zelfs komt
het uit hoe zij de kerk bespotten en God
door hen beschouwd wordt als iets waarvan
de wereld verlost moet worden.
Waarom kan dat socialisme zich niet de
volksgunst verwerven 1 Omdat het de eischen
en wenschen concentreert op de maag. De
mensch heeft echter ook een hart en dat
wordt niet verzadigd door stoffelijke zaken.
De nieuwe mystiek schijnt christelijk maar
is het niet. Spr. noemt schrijvers Louis
Couperus, Helene Swart, Willem Kloos,
die het wezen van ’t ongeloof vertolken, de
muziek, (Wagner en Strauss,) de schilderkunst,
alles wordt gestuurd ia een richting die er
op uit is, dat alle godsdienst maar ballast is.
De theosophie van heden is vermaagschapt
aan de magie (de tooverkunst) der ouden,
want het blijft maar waar zegt Spr. als het
geloof verbannen wordt, komt het bijgeloof.
De tegenwoordige wetenschap doet wonderen,
echter veel wat nog verborgen is en ons
wonderlijk voorkomt, is het misschien niet.
In het streven van de beoefenaars van dit
geheimzinnige is veelal de invloed van den
anti-Christ merkbaar. De leer van het opti
misme is samen te vatten in vier rubrieken
lo. het magnetisme, waarbij de clair-voyance
of helderziendheid en de magnetische slaap
2o. het hypnotisme, waarbij met mediums
wordt gewerkt, evenals bij 3o. het somna-
bulisme, waardoor vaak zaken gezegd en daden
'mi»*
Bolswardsche Courant
I
i
7'j
EH
r-ACA0||