lieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. Donderdag 23 October. I 1913. Verschijnt Donderdags en Zondags. 52ste Jaargang No. 84. BINNENLAND. ONZE BLIJDE JEUGD. Turndag ter gelegenheid van het eeuw feest te Bolsward op Woensdag 17 Sept. Ji VOOR Afzonderlijke Pr. Gr. H. 0. Th. W. Kok. het het en den turndag Op verzoek plaatsen wij onderstaand verslag voorkomende in Het Turnblad. ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. de jeugd wat meer vrij- Want vrijheid alleen geeft blijheid. l blijheid, aan levensblijheid, heeft het ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Meester Jochem, het type van den school monarch van voor 60, 70 jaren, ziehier, hoe Potgieter hem schildert. Statig wandelt hij op een snikheeten zomer dag door de lindelaan. Om hem heen fluiten en kwinkeleeren de vogels; de blaren wiegelen zachtkens op hun steel; de gulden zonne stralen zwieren door het loover, staan dralend stil bij knop en kelk en gaan eindelijk in het mosbed sluimeren. Maar onze wandelaar merkt het niet: in zich gekeerd, doof en blind voor ’t schoone om hem heen, vervolgt hij zijn weg. Zoo komt hij bij een heldere beek, overschaduwd door het gewelf van oude boomen. Maar hoe hij schrikt! De gansche oever galmt van' een rollend geschater; het blanke nat stuift dartel omhoog en als meester J-’chem uit zijn mijmering ontwaakt, wuiven hem blanke armpjes tegen en richten tal van kroeze kopjes zich, druipend van het water, naar zijn verbaasd gezicht. Die jonk heid, overvloeiend van levenslust, spelend in haar blijde schalkschheid, een uitgelezen schaar watergodjes, welk een weelde toch voor den schoonheidszin! Maar onze meester heeft daar geen oog voor. Een nieuwe ergernis wacht hem. Onder het looverdak van trotsche beuken hoort hij eensklaps een zoete melodie en ziet hij heele scharen dansende jongens en meisjes. Onschuld en vreugde zijn er ten rei gegaan; de vrede des harten schiet zijn stralen de oogen uit Bolsward is dit jaar de hekkensluiter geweest van de vele turndagen in het Noorder- gewest. Het heeft een waardig slot gegeven aan al deze betoogingen ter meerdere kennis making en verbreiding van onze goede zaak. ’s Avonds van te voren begon het feest reeds (wat het turngedeelte betreft) met een ontvangst van autoriteiten en genoodigden in de vergroote en vernieuwde gymnastiek- school van het weeshuis, ter viering van het 50-jarig bestaan van deze inrichting. Hier werd den man, die zooveel voor de gytnnastiek- beweging in Bolsward gedaan heeft, den heer Eisma, rentmeester van het weeshuis, een oud-turner, voor zijne bemoeiingen inzake de gymnastiek, door onzen bondsvoorzitter den beer Joh. Heijnen, namens het N. G. V. het eerespeldje aangeboden. ’s Anderen daags begonnen ’s morgens de verschillende wedstrijden, waarvoor zich voor een door den weekschen dag vrij veel vereenigingen hadden aangemeld. Over het algemeen werd er in den driekamp heeren, zoowel als in den tweekamp dames goed werk geleverd. Door de goede regeling van den hoofdleider, den heer Sutherland Royaards, had deze wedstrijd een zoo vlug verloop, dat er tijd genoeg overschoot voor koffiedrinken en er op het juiste uur begonnen kon worden aan de opstelling voor den optocht. Het gemeente-bestuur ontving de af gevaardigden der verschillende vereenigingen officieel op het mooie Bolswardsche raadhuis. De burgemeester, de heer M. Oberman, sprak hier warme woorden voor den bloei van de gymnastiek in het algemeen en voor het welslagen van de middaguitvoering in het bijzonder. Op het terrein hadden zich duizenden rondom de afrastering opgesteld om de be- tooging gade te slaan, zoodat daar helaas voor de nietwerkende turners(sters) en school kinderen geen plaats meer over was. De algemeene nummers, als vrije oefeningen mannen (pl.m. 140 m.) vrije oefeningen schoolkinderen (pl.m. 90 jongens en 60 meisjes) en stok-oefeningen dames (pl.m. 110 d.) konden ons het meest bekoren. De T. C. van het Noordergewest zouden wij aanraden, deze oefeningen voortaan niet meer op muziek te doen plaats hebben. O. i. zal er dan strammer gewerkt worden. Dat de zorg voor de opstelling van de verschillende nummers aan de jury overgelaten wordt, is een taktische fout van den hoofd leider. De T. C. moet dit doen in overleg met den leider. Ieder T. O. lid moet een onderdeel van het programma voor zijn rekening nemen, zoo, dat de een met zijn (haar) nummer kan beginnen, als de ander klaar is. De hoofdleider heeft geen enkel onderdeel te leiden, doch draagt de zorg voor het geheel. Waar was nu de leiding, toen de hoofdleider met z’n eigen clubs optrad, en persoonlijk aan één onderdeel van de uitvoering deelnam (hordenloop)? Over het houden van wedstrijden onder de uitvoering hebben wij het reeds in een vorig verslag gehad. Ze nemen o. i. te veel tijd van het programma in beslag. De hordenloop was interessant en een attractienummer bij uitnemendheid voor het publiek, doch een demonstratie van enkele der beste clubs zou beter geweest zijn. En de korfbalwedstrijd duurde ook veel te lang, door het nog eens tegen elkaar moeten spelen van de winnende clubs. Ook hierbij moet men zich bepalen tot het geven van eene demonstratie. De T. C. verkeert in de gelukkige omstandigheid, dat in dit gewest meer aan spel gedaan wordt, dan in het onze. Ook de spelen moeten steeds een onderdeel uitmaken van onze betoogingen en daar wordt in het N. wel de band aan gehouden. Doch laten onze uitvoeringen een demonstratief karakter behouden en zooveel mogelijk een zuiver beeld geven van het werken van onze vereenigingen. Ook ditmaal moesten wij bemerken, dat, hoewel in mindere mate dan in Sappemeer, het toestelnummer zoo schromelijk verwaarloosd werd. Wel jammer van die keurige toestellen, welke voor het grootste gedeelte niet gebruikt werden. Het terrein was uitstekend ingericht en al mochten wij al enkele op- en aanmerkingen gemaakt hebben in het belang van een beter verloop van de uitvoering, dan zijn ze niet zoozeer aan het adres van den hoofdleider, als we) tot de geheele T. O. gericht. De hoofdleider, de heer Sutherland Royaards, heeft voor dezen turndag een reuzenarbeid geleverd. Eerstens met de vergrooting, ver nieuwing en versiering van de gymnastiek- school. Ten tweede met de voorbereiding van het optreden van al zijn schoolkinderen en verschillende vereenigingen. Ten derde met alle werkzaamheden de inrichting van terrein betreffende, de wedstrijden en optreden der deelnemende vereenigingen ten vierde met de leiding van zelve. Dezen arbeid zal hij evenwel met lust gedaan hebben, omdat hij zich den steun verzekerd wist van zoovelen in Bolsward, in het bijzonder van heeren weesvoogden. Deze hebben hem een lokaal gegeven om van te watertanden en een speelterrein om jaloersch op te zijn. Als hij vraagt, dan krijgt hij. Dit maakt dat men En voldoening van meer gehad hebben. Zijn bereikt. Aan Bolsward en beeld gegeven van onze van heel dien stoet. Meester Jochem noch tans ergert zich. Hij wil zich verwijderen van de zondige plek, maar te laat: van weers zijden stroomt de jeugd op hem aan en danst in wijden kring een „Patertjen langs den kant.” Hoor, daar klinkt de oude deun: Pater, gij moet knielen gaan! Hoe vreeselijk voor den stijven stakker. En dan het aller- vreeselijkste, dat het slot is van elke rei: neen, geen der lieve kleinen is mans genoeg om van hem een nonnenzoentje los te krijgen. Hij rukt zich lös en gaat zuchtend verder. Wij laten hem in vrede trekken, dien censor uit een afgesloten tijdperk. Want het ras van deze Jochems is uitgestorven: de nieuwere paedagoog is er ten zeerste van overtuigd, dat hij zondigt tegen den aller- eersten eisch der opvoeding, wannneer hij den onschuldig blijden zin der jeugd, beur vreugd en heur vrijheid op ruwe wijze verstikt, in plaats van den lust geleidelijk te louteren tot deugd. Maar wij zelf, die geen schooltucht hebben te handhaven, wij, die geen opvoeders zijn van beroep en vaak al werks genoeg hebben om ons eigen kroost te brengen en te houden op den goeden weg: zijn er onder ons niet velen, in wie althans iets van den boozen geest is gevaren, dien de dichter zoo welver diend kastijdt? Wij durven het niet ontkennen. Hoe vaak ergeren wij ons aan de gedra gingen der jeugd! Wij noemen haar wild en onbeteugeld en woest. Haar spel mishaagt ons, haar guitenstreken kunnen ons niet be koren. Waar we haar op straat of plein ont moeten, wenden we het hoofd af en we ver wijderen ons zoo spoedig mogelijk. Wee onze jongens, als ze in den namiddag de huis kamer binnentreden met een buil of een schram in het beminde gelaat, of met een gehalveerden kiel en een gevierendeelde pet! Zoo iets achten wij schennis van onze eigen majesteit, een vreeslijk vergrijp, dat zware straffen wettigt. Met die straffen zijn we dan ook vaak niet karig. Dwaze menschjes, die we zijn? Wij leven geheel in het tegenwoordige, en we ver geten den tijd, die achter ons ligt, den tijd, toen we zelf nog jong waren. Wij gaan geheel op in onze bezigheden en onze zaken, en wij willen niet begrijpen, dat onze onbezorgde jongens nog alleen denken aan spel en vermaak. Des levensernst is over ons gekomen, te vroeg wellicht, en wij denken er niet aan, dat die levensernst niet behoort tot de dingen, die des kinds zijn. Wij gaan gebukt onder ’s levens leed en last, verdiend of niet verdiend en wij noemen ons kind koud en gevoelloos, als soms plotse ling zijn schaterlach weerklinkt in het midden van onze roerende klacht. Ja, wij zijn vaak zoo dwaas! Maar laten we mekaar goed verstaan, lezer. Onze dwaasheid is voor een groot deel een gevolg van onze liefde. We hebben onze kinderenlief, hartstochtelijk lief. Onze zorgvoor hen en hun geluk is groot. Angstvallig trachten we van hun levenspad te verwijderen ieder steentje, waarover ze zouden kunnen struikelen. Wij zien hen graag vroeg voorzichtig, vroeg omziende en vroeg wijs. En ziedaar de fout van onze liefde, het gebrek van onze deugd. Onze liefde bezondigt zich aan dekinderlijke natuur, door haar ontijdig aan banden te leggen. Die natuur wil zich uiten in spel en lust, in vrijheid en ongedwongen beweging, ’t Liefst zoekt ze de breede straat, de ruime weiden of het wijde veldmaar zij vergenoegt zich toch ook met de enge huiskamer of het bescheiden pleintje, mits ze vrij zijn zich op haar eigen wijze te uiten. Vrijheid is natuurlijk geen ongebondenheid en blijheid is geen woestheid. Ook voor de jeugd gelden tenslotte regel en wet. Straat en plein behooren haar niet alleen. Het vrije verkeer mag niet belemmerd, de goede orde niet verstoord. Dat zijn dingen, waarover we het allen eens zijn. Zij spreken voor zich zelf. Straatschenderij duldt niemand; kwaadaardige beleediging verdragen wij niet en den vreemdeling waarborgen we graag een rustige, ongestoorde wandeling door onze straten. Ja, zelfs hierin denken wij allen volmaakt eenstemmig, dat we den op beeter- daad betrapten straatboef gaarne zonder vorm van proces een behoorlijke dosis klappen zagen toegediend op het lichaamsdeel, dat daarvoor door de natuur als het meest geschikte is aangewezen. Maar daarnaast en daarboven vragen wij lust in zijn werk krijgt, zijn arbeid zal hij nog doel heeft hij omgeving is een gegeven van onze grootsche turn- beweging. En vooral de autoriteiten hebben er kennis mee kunnen maken. De burgemeester moest tot zijn schande in zijn eerste speech be tuigen, dat hij zelfnooitaanturnengedaanhaden bitter weinig van de gymnastiekbeweging af wist. Daarom was hij verlangend er mee kennis te maken. Den ganschen dag was hij op het veld en ’s avonds aan het diner sprak hij zijn groote bewondering uit over wat hij gezien had. Dat had hem enthousiast voor de turnzaak gemaakt en deed hem de verklaring afleggen, dat hij de lichamelijke opvoeding in zijn gemeente zou steunen. Deze belofte vond bij onzen bondsvoorzitter zoo’n goed oor, dat hij den burgemeester aan het N. G. V. verbond, door hem het eere speldje aan te bieden. Reeds eenigen tijd eerder had hij dit ook geschonken aan Dr. Beekhuis, voorzitter van de regelingscommissie. Waar in Bolsward zoo geijverd werd voor het welslagen van het turnfeest, kan men begrijpen, dat, toen de dag goed en wel ten einde was, de inwoners volksfeest vierden. De schitterende verlichting van den vorigen avond had ook nu weder plaats en hoe men in Bolsward de turners gehuldigd heeft, blijkt wel het beste uit het fraai versierde huis van den heer D. Terhenne, den volijverigen penningmeester der regelingscommissie, oud-voorzitter van Lycurgus. Ten slotte een woord van hulde aan de ziel van de gansche betooging, den heer Sutherland Royaards. Dat zijn ijverig werken rijpe vruchten moge afwerpen voor Bolsward en omgeving. Delft. Sneek, 21 Oct. Bij de herstemming op gisteren voor 6 Gemachtigden in ’t Kies college der Ned. Herv. Gem. werden 5 vrij zinnigen herkozen en een voor de tusschen- tijdsche verkiezing (vacature Van Heyningen Nanninga) gekozen, ’t Stemmenaantal op Linksche en Rechtsche candidaten verschilde slechts van 11 tot 17. Van de ruim 800 stemmen, die, meenen we, kunnen worden nitgebracht, kwamen 754 uit de bus. Of de uitslag voor Rechts een volgend jaar weer zoo gunstig zal zijn? (bij de eerste stemming werden, zoo men weet, 3 Rechtschen gekozen), met 't oog op ’t couloirstelsel, ’t welk dan zal worden ingevoerd, vreezen we van niet. ’t Geheele Kiescollege is thans samen gesteld uit 37 vrijzinnigen en 8 orthodoxen. 21 Oct. Een hoogst treurig ongeval had hier hedenmiddag plaats. Het vierjarig zoontje van den werkman Griek alhier bevond zich ruim 1 uur op de Jousterkade. Daar komt de petroleum- wagen van de firma Koek aanrijden, waarop een paar kennisjes van den kleinen Tijmen hadden plaats genomen. Terstond werden handen uitgestoken, om T. er op te hijschen. Maar den kleine kon men niet houden, hij valt en op ’t zelfde oogenblik gaat een der wielen van het zware voertuig hem over het hoofd. In een nabij zijnd pakhuis binnengedragen, konden een paar doctoren constateeren, dat de dood bij ’t kind onmiddellijk was ingetreden. Franeker, 18 Oct. Bij de afd. Franeker van den Bond van Staatspensionneering bestaat het plan om den dag der eerste uitkeering (9 Dec.), wanneer de oudjes hun f 2 van het postkantoor kunnen halen, eenigszins feestelijk te vieren en wel door een feestelijke vergadering op dien avond, waarbij al de oudjes vrijen toegang zullen hebben. Wonseradeel, 20 Oct. De aardappels willen maar niet prijzig worden. De verbouwers zetten daarom duizende hectoliters in den hoop, speculeerende op booger prijzen vroeg of laat. Er wordt hier dit jaar ook z/veel kool verkocht”. Echte kool en kanjers. We hebben reuzenkoolen gezien van meer dan 20 pond. Heyk. Nwsbl. v. Fr. voor onze lieve jeugd een behoorlijke mate van vrijheid. Wij moeten niet al te veel reglementeeren. En dat zullen wij niet, als wij een open oog houden voor de behoeften van het kind. Dan zijn we geneigd, veel door de vingers te zien. Dan kunnen we ’t vergoeilijken, als een jongen in de hitte van het spel eens een voet zet in een bloemperk, of als een voortgeworpen bal eens bij ongeluk in buurmans binnenkamer neer mocht komen. Wij moeten groot genoeg zijn en hoog genoeg staan om vergiffenis te schenken aan de on voorzichtigheid en de onvolmaaktheid. Eerst na vele mislukte proeven moet het kind komen tot de ontdekking van de waarheid, dat het kracht genoeg bezit om zich zelf te beheerschen. Niet te veel reglementeeren dus. Geen spionnage, waar geen verraad te duchten is. Geen lastig toezicht, waar gevaar is buiten gesloten. Geen straf ook, waar oprecht berouw volgt op de in Onvoorzichtigheid gepleegde daad. En vooral, vooral: doen we ons best om het kind zoo lang mogelijk te houden buiten tuchtschool en gevangenis en druk ken we niet onbedacht een brandmerk op de zwakke, maar daarom niet bedorven kinder ziel. Straf den verstokte, den booze, den gniepige, den laaghartige; maar stel ver trouwen in wie viel door zwakheid of door onvoorzichtigheid. Wij vragen voor heid. En aan kind, heeft heel de maatschappij behoefte. Levensblijheid bevordert den eerbied voor het leven: voor eigen leven en voor dat van anderen. Levensblijheid is noodzakelijk voor een gezonde levensbeschouwing; zij geeft moed om de onaangenaamheden des levens te dragen. Levensblijheid eindelijk maakt vatbaar voor des levens ernst. Eens komt ook voor het kind die ernst. Bereiden wij dien tijd voor, door het zoolang mogelijk te laten genieten van zijn vrije, blijde jeugd. Bolswardsche Courant i j

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1913 | | pagina 1