Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. /VanHouten’s Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 95. 52ste Jaargang 1913. Herdenking van Neêrlands Onafhankelijkheid. .1 I Zondag 30 November. BINNENLAND. VOOR Afzonderlijke Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Oranje, ’t Is Oranje boven. aangename vrijheid ons Holland groeit weer Holland bloeit weer Hollands naam is weer hersteld Holland uit zijn stof verrezen. Zal opnieuw weer Holland wezen 1” ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent. ,/Mijn schilt en de betrouwen Sijt ghij, o Godt mijn Heer! Qp U so wil ick bouwen, Verlaet mij nimmermeer! Dat ick doch vroom mach blijven U dienaar ’t aller stont, Die tyranny verdrijven Die mg mijn hert doorwont”. j Oplichters. winkelierster te Lonneker vervoegde net gekleede juffrouw, die zou hebben met H. M. de Koningin met ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Donderdagavond was door het Comité der Christelijke winterlezingen een feestelijke bijeenkomst georganiseerd in z/de Doele”. De voor het Bestuur zeer bevredi- was geheel gevuld. Ook uit waren verscheidene personen dezen feestavond mee te maken, na gebed met Oranje boven I werd verspreid. De be weging sloeg naar andere steden over en weldra kon Oranje weer terugkeeren. Op 18 Jan. 1795 was prins Willem V door velen gesmaad vertrokken, op 30 Nov. ’13 kwam in diens Zoon Oranje weer terug, en alles was nu geestdrift. Op 2 Dec. ging de prins naar Amsterdam, 30 Maart 1814 werd hij uit geroepen tot Sou verein vorst. Had Bilderdijk reeds in 1811 gezongen raamte is, ontdaan van alle sieraad en franje, trok zeer de aandacht. De zaal was op een voudige wijze doch wel met smaak versierd, en de rede van den Spreker was er geheel op berekend het auditorium te boeien. Zijn helder sonoor geluid klonk duidelijk verstaanbaar, ook dan nog als hij zacht sprak. Door aardig heden en anecdoten in zijn betoog in te vlechten, door plotselinge wendingen en ver andering van toon wist hij op effectvolle wijze dikwerf een gullen lach of luide blijken van instemming uit te lokken en af te dwin gen. Ook door nu en dan een nationaal lied te doen aanheffen wist hij een afwisseling te brengen. Ds. Op ’t Holt bracht een kort doch harte lijk woord van hulde en dank aan den Spreker, waarop deze met gebed de vergadering sloot. zich gisteren een gaarne eenige dubbeltjes den beeldenaar van loshangend haar. De juffrouw, die vergezeld was van een chic heer, hielp ijverig meezoeken, doch van de gewenschte dubbeltjes was er geen te vinden. Toen de bezoekers eenigen tijd vertrokken waren, merkte de winkelierster, dat zij een bedrag van f 10 aan zilvergeld miste en deed daarvan onmiddellijk aangifte bij de politie. De recherche te Enschede slaagde er in beiden aan te houden. Arnh. Ct. Een curieus geval. Naar wij vernemen, schrijft het Haarl. Dagblad, werd aan een Haarlemmer, die hier bijna 8 jaar woont, nog een stemkaart thuis- gezonden voor de verkiezing in district III te Amsterdam. Vóór hij hier kwam, woonde hij daar. De zaak van W. vreezen, dat de Gemeente ruim f 3000 dat in de den opzichter een tekort een hooger Na de pauze gaf de Voorzitter, Ds. Op ’t Holt lecture van de proclamatie, waardoor de Maire van Bolsward op 9 Dec. 1813 aan de in gezetenen kennis gaf van het genomen raads besluit van 27 Nov. te voren. Deze proclamatie, onderteekend door den Maire L. Fockens bevatte tevens een oproep tot de jongelieden om als vrijwilliger dienst te nemen om ’t nieuwe Gemeenebest te beschermen en tevens aan allen om vrijwillige bijdragen. Spr. deelde mede, dat men van Bolsward had gehoopt een 50-tal vrijwilligers te bekomen, doch slechts 18 meldden zich aan. Niet dat er geen moed of goeden wil was, maar door de herhaalde conscriptie was ’t getal strijdbare krachten zoo gedund dat er niet meer jonge mannen waren. En wat de geldelijke offers betreft, hierdoor werd voor elk der 18 man f 30 bijeenverzameld, dus was er een bedrag van f 540 bijeengebracht. Tevens kon nog worden meegedeeld dat het St. Anthony- gasthuis voor de staatskas in die dagen f 1000 heeft beschikbaar gesteld. Proclamatie en mededeelingen werden met belangstelling gehoord, waarop Ds. Van Noort weer aanving met zijn feestrede. Wij leven vrij, wij leven blij! dat is de inzet van Sprekers betoog en ’t Is weer Oranje boven! dat was ’t doel waarover hij nu nog zal spreken. In 1813 heeft de Heer groote dingen aan ons gedaan, ’t Vreemde juk werd afgeworpen en inderdaad kan men zeggen dat de tijd der Fransche overheersching was een nare tijd. Door de leus vrijheid, gelijkheid en broederschap bedwelmd, heeft ons land zwaar moeten boeten voor dien zwijmel- roes. De tiërceering, de conscriptie, de censuur en nog meer deden de vrijheid verdwijnen, handel en welvaart verkwijnen en onze onaf hankelijkheid ging geheel verloren. Neêrland verdween van de kaart van Europa en men moest onder de dwinglandij nog voorzichtig zijn, want de speurhonden van den Keizer loerden overal. Door den volkerenslag bij Leipzig kwam er verluchtiging, en zoodra de mare van Napoleons nederlaag zich verspreidde, werd de lust om te beproeven het dwangjuk af te werpen te sterk. Op 17 Nov. werd ten huize van van Hogendorp in den Haag door het drie manschap G. K. van Hogendorp, Graaf van Limburg Stirum en Baron Van der Duin van Maasdam de Oranje-cocarde op den hoed gespeld en dit was het sein voor velen om .aanstonds hetzelfde te doen. Een jnblikatie Dat lied is aangeheven overal en steeds en onder allerlei omstandigheden en wij ver heugen ons, dat onze Vorstin Wilhelmina den naam christin niet schuwt en openlijk van hare gevoelens durft blijk te geven. Dat lied zegt Spr. behoort ook hier op deze vergadering te klinken en met enthou siasme zongen allen het daarop mee. Aan Oranje, zoo vervolgde Spr. hebben wij niet alleen onze protestantsche vrijheid maar ook onze nationale en constitutioneele vrijheid te danken. Was Willem de grondlegger onzer vrijheid, zijne zonen Maurits en Frederik Hendrik vol tooiden het gebouw. Van Willem II die op 24-jarigen leeftijd overleed, had men reeds veel verwachting. Willem III, echter de krachtige figuur, die in 1672 het rampjaar voor ons land, aan ’t bewind kwam, wist Lodewijk XIV en diens bondgenooten te weer staan en is in 1688 zelfs naar Engeland overgestoken om daar het Engelsche volk te helpen en daar de protestantsche vrijheid te verkrijgen. Bij zulke daden roept men onwillekeurig en vol geestdrift: ’t Is Oranje,’t blijft Oranje, ’t Is Oranje boven! Ook de constitutioneele vrijheid hebben wij te danken aan de Oranjevorsten. Onze grond wet is van onze Koningen en art 10. luidt: ,/De Kroon der Nederlanden blijft opgedragen aan den prins van Oranje”. Dat artikel zegt Spr. zal men wel ongewijzigd laten al wordt op wijziging der grondwet aangedrongen, want Oranje blijft ons Vorstenhuis. Wilhelmina blijft haar leven lang de oogappel der natie, want Oranje is de schoonste boom, de heer lijkste vrucht uit Hollands wondertuin. De proclamatie door H. M. gegeven ter herdenking van de honderdjarige onafhanke lijkheid getuigt dat Zij wil meewerken met Haar volk. Dat volk zal onder vertrouwen op God voor Haar pal staan, want’t is Oranje, ’t blijft (Applaus). dat was nu bewaarheid. Holland was weer vrij. Neêrland en Oranje waren weer één. De vrijheid was weer gekomen, doch een vrijheid zonder gezag is ondenkbaar, althans on bestaanbaar. Vrijheid zonder orde loopt uit op een Babel, en vrijheid zonder geloof leidt tot revolutie. Onze Koningin is een constitutioneele vorstin. De geschiedenis heeft geleerd dat steeds de regenten beproefd hebben het zonder Oranje te doen, doch in den nood bracht Oranje de redding. Wij moeten dankbaar zijn zegt Spr. dat God ons de vrijheid heeft gegeven. Onafhankelijk zijn we; ten Oosten is een volk van het zwaard, Duitschland, en nog verder het volk van den knoet, de Rus. In het zuiden ligt Frankrijk, eens het land van roem, later bijna een volk van schande, in ’t westen het volk van het goud, Enge land, maar wij zijn het volk van den Bijbel. Liefde toonen wij voor God en Oranje. De Nederl. leeuw staat daar als zinnebeeld van moed en strijd. Getuigt de pijlenbundel in den eenen klauw van eendracht Het zwaard in den anderen poot van het zwaard des geestes Draagt de Hollandsche Maagd nog fier den vrijheidshoed ’t Wil Spr. soms anders voorkomen. Daarom, vermaant hij, o tijdgenooten vergeet niet onze landshistorie God heeft Nederland geholpen. De Heer heeft Neêrland verlostWij leven in een tijd waarin de Christelijke historie wel eens wordt verknipt in een historie zonder God. Vereenigt daarom tegen de góden van den tijd. Het materéalisme, het socialisme en nog meer het anarchisme strooken niet met de Christelijke traditie. Laten wij zorgen het vaandel ongerept over te leveren aan het nageslacht. Vaderland en Oranje zijn door God bijgestaan, laten wij Hem danken door met een vast geloof Hem lief te hebben, die landen en volken, die vorsten en machten beheerscht. Spreker herinnert aan woorden van de dichters ten Kate en da Costa, en sluit met het schoone gedicht//Zij zullen het niet hebben, de Goden dezer eeuw.” Deze rede, waarvan bovenstaande een ge- opkomst was gend, de zaal de omstreken opgekomen om Ds. J. Op ’t Holt opende de bijeenkomst met een woord van welkom te richten tot den Spreker en diens auditorium, en wees er op, dat deze dag, 27 November, een gedenkwaardige datum is voor onze stad, omdat juist een eeuw geleden, op '27 Nov. 1813 des voormiddags te ll1^ unr de raad dezer gemeente vergaderde en het besluit nam om de Kozakken binnen de veste toe te laten, teneinde de orde te herstellen en dus het Fransche bewind op te heffen. Het doet den Voorzitter daarom genoegen zoovelen hier vereenigd te zien, om dit eeuw feest te vieren en tevens dat Ds, J. J. VAN NOORT van Amsterdam hier als feestredenaar wil optreden. Dezelfde Spreker heeft nu 12 jaren geleden ook te Bolsward gesproken over den Boerenoorlog in Transvaal, en wegens de gunstige herinnering van toen geeft hij met vreugde hem thans weder het woord. De Spreker stelt voor eerst het //Wien Nêerlands bloed” aan te heffen en begint dan met de feestgenooten eenige inlichtingen te geven over zijn onderwerp ft Is Oranje, ’t blijft Oranje, ’t is Oranje bovenwelk onderwerp door de commissie alhier is ge kozen uit de verschillende lezingen, die hij gereed had. Echter wilde men hier niet zoozeer een lezing, maar meer een feestrede hooren. Spr. zal trachten zijn onderwerp zoo te wijzigen, dat het aan den wensch eenigs- zins tegemoet komt. Gelijk van de Bergschotten wordt verhaald, dat zij door een bijzonder teeken werden op geroepen ten strijd als er gevaar dreigde, en allen zich vol geestdrift om den aanvoerder schaarden, zoo ook heeft ons volk zich in be narde tijden om het Stamhuis van Oranje ver eenigd, en door dat Oranjehuis heeft Neêr land de vrijheid verkregen. Thans is Koningin Wilhelmina de schilddraagster van dat Stamhuis, en onder hare regeering roept elk goed Nederlander: ’t Is Oranje, 't blijft Oranje, ’t is Oranje boven Oranje is nauw verwant met Neêrland en Neêrland met Oranje. Onder Oranje hebben wij onze protestantsche vrijheid verkregen. Vrijheid is ’t element waarvoor men is ge boren en waaronder een volk alleen tot ont wikkeling kan komen. Vrij als een vogel in de lucht en als een visch in ’t water zegt men wel, en inderdaad een volk kan slechts tieren onder vrijheid. Overheersching van vreemden werkt druk kend, en onder een dwangjuk kan men niet bloeien. Onze vaderen, de Geuzen, hebben niet gerust eer ze de verkregen. De geboorte-weeën van volk vallen samen met de Hervorming. Toen Luther den Bijbel hervond onder’t stof der middeleeuwen, ging de strijd onzer onaf hankelijkheid samen met den strijd om gods dienstvrijheid. De jaartallen uit dien tijd klinken nog steeds en de Heer der heirscharen heeft Oranje gebruikt als een goed instrument. Willem, de Vader des Vaderlands en diens broeders hebben geld en goed en leven veil gehad en opgeofferd voor ons land. Te Dillen burg in Nassau staat nog de oude linde, waaronder de Nederlandsche gezanten Willem verzochten om over te komen. En hij is ge komen en heeft zich geheel gegeven voor ons land en volk. Neêrland en Oranje zijn sedert één. ’t Wilhelmus van Nassauwen is eigenlijk ons echt volkslied en dat lied getuigt van opoffering en van vromen zin. den Haarlemschen plantsoenop- zichter. B. en W. van Haarlem hebben thans aan den Raad medegedeeld, dat de opzichter over Den Hout en de Plantsoenen, J. Baardse, de gemeente heeft verlaten >zonder orde te hebben gesteld op zijn zaken. B. en de schade voor zal bedragen. Het is gebleken administratie van kon ontstaan doordat elke week voorschot uit de gemeentekas ter betaling van arbeidsloonen en andere uitgaven werd gevraagd dan er te betalen was. Bij herhaling drongen B. en W. aan op afrekening van de voorschotten, laatstelijk stelden zij een termijn van 14 dagen om alsnog de afrekening te doen plaats hebben. De opzichter wachtte dien termijn niet af, doch verliet de gemeente^ Bolswardsche Courant Rp NA Cacao Bij een i

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1913 | | pagina 1