Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. RONA. 1914. 53ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 10. Gemengde Zangiereeniging „Bolsward”. RONA Zondag 1 Februari. DAT IS DE CACAO Van Houten’s BINNENLAND. a- VOOR Afzonderlijke an straks het Friedrich de ster, het de rger- voor Chor in feuil- diep- hij ward. t het 100 tand. van den, pro ndel jaar. etui- zou ectie dde- reeft jas om «Doch horch, wie Vesperruf zutn Beten Von Syrien’s tausend Minareten Jetzt dutch die Lüfte hebt”. pp. over, ver ge- de d.S gen nter Dus eer den ver- vóór 200 de in kt. jke ch- wat iter: zou t? at lg n. n, jas, ieg, dan een n- ff: en is- tu- en nj en zal d. er er en in de )0 in n, ïft 2 ir n le id >e n en het piano- de heerlijkste ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 8 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar h 5 Cent. het komt voor en aan te kondigen, lucht, vroeger genietend de zaligheid van het hemelsch Paradijs, doch daaruit verbannen). Een Peri (Sopraan) wil gaarne weer worden opgenomen bij de hemelsche heerscharen. De Alt verhaalt dat een Peri staat voor Edens poort, beweenende haar verbanning. De Peri geeft die begeerte te kennen in een solo, in liedvorm geschreven, beschrijvende de heerlijkheid van het verloren Paradijs. De Solo-Tenor vertelt ons dat de engel, die de poorten des lichts bewaakt, medelijden krijgt met de ongelukkige. Die engel (Alt) legt haar dat haar schuld zal vergeven worden, de houtinstrumenten, wier aandeel weer wordt overgenomen door het strijkkwartet. Het koor neemt dit sluimerlied De Bas echter blijft onderwijl in den haaltrant. Dan zweeft zij over de Koningsgraven, verhaalt de Tenor, hoe heerlijk is dit land. Thans echter heerscht een doodsche stilte, de pest woedt en eischt veel offers. Eine stille, fürchterlich, liegt über diesen Himmelsfluren, es zieht dutch’s Land die Pest. Men lette in dit gedeelte op de begeleiding, die iets beklemmends poogt aan te duiden en wijst op de verschrikkingen der ziekte. De Peri weent, zingt de Tenor, (die in het werk als verhaler fungeert). Zij weent en Z/Von ihrer Thrane scheint rings klar die Luft". Een solo-kwartet bezingt den lof der tranen. //Denn in der Thriin' ist Zauber- macht, die solch’ ein Geist für Menschen weint”. Een jongeling, pestlijder, ligt, diep in het woud, eenzaam en stervende. Aandoénlijk mooi is dit gedeelte (no. 15, Peters, 2396) door de Alt voor te dragen. De lijder her haalt het motief en vraagt om water, was het een enkelen droppel. Iets is den arme gebleven; zijne bruid, vrijgebleven van de ziekte, komt door het struikgewas naar hem toe, een godin der gezondheid met rozen wangen gelijk. Karakteristiek is hier de behan deling van het orkest, echt Schumann. „Sie nimt im Arm den Freund, sie presst die rothe Wang’ an seine bleiche, sie netzt ihr wallend Haar im Teiche, dass es die Stirn ihm kühlend niisst”. De jongeling bidt haar heen te gaan, ein Hauch von mir bringt dir den Tod! Zijne bruid blijft. O, lass mich von der Luft durchdringen, der sel’gen Luft, gehaucht von dir. Mooie solo, vol uitdrukking, moeilijk voor de strijkers (fis dur). De arme jongeling sterft, doch ook zijne Bruid. Zij bracht zich zelve ten offer. Nu hooren we van de Peri dat heerlijke: „Schlaf’ nun und ruh’ in Traumen voll Lust, du, die treueste, liebendste Brust”. De bege leiding van deze Solo (no. 17) is een wonder mooie, vooral het begin (waldhoorns}, later het [slot is het hier één heerlijkheid van tonen. Gesunken war der gold’ne Ball. De zon was onder, maar ze knielden nog beiden, het kind en de man. Een der berouw-tranen van den woesten ruiter was gevallen op het door pest geteisterde land. Het was genezen. Want hem was genade verleend. En ziet, daar viel een laatste straal der ondergaande zonne, als nooit uit zon of sterren scheen, op die enkele traan. Und Hymnen durch des Himmel schweben Denn einer Seele ward vergeben. Door geen stervelijk oog misschien opge merkt, of wel aangemerkt als Meteor of Noorderlicht... maar de Peri wist het. der Schein, Es muss des Engels Liicheln sein, Womit er mild die Thrane grüsst, Die bald den Himmel ihr erschliest. De Peri is nu overtuigd dat zij het offer gevonden heeft, de tranen van een tot inkeer gekomen, berouwvol zondaar. Nu is de hemel poort niet meer voor haar gesloten. En ze barst uit in den juichtoon: Freud’, ewige Freude, mein Werk ist gethan, die Pforte geöffnet, zum Himmel hinan! En dat juicht en dat jubelt uit, boven het Willkommen”, dat de Zaligen haar toe zingen. Du hast gerungen, und nicht geruht, Nun hast du’s errungen, das köstliche Gut. Aufgenommen in Edens Garten, Wo liebende Seelen deiner warten, Dich ewige Wonne umfliesst Sei uns willkommen, sei uns gegrüsst. Ws. De knaap hoort dien roep en „Kniet nieder auf den blum’gen Grund, worauf mit reinem Engelsmund, er Gottes ew’gen Namen spricht”. We hooren hier weer het zoo pas genoemde motief, nu van de trompet, daar gebeurt iets met dien woesten man. Hij wordt tot in het diepst zijner ziel bewogen. Hij denkt aan zijn eigen jeugd, wat is nu? Schreiend uit hij zijne aandoeningen; Solo-kwartet en koor vereenigen zich nu in één geheel„O heiige Thranen”. (No. 24). Prachtig is de bewerking der nommers 25, 26, beide voor Solo met Koor. Van de eerste maat van 25 af, tot aan ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Hel bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. die wij zoo lekker vinden en waarvan Moeder zegt dat ze zoo voordeelig in het gebruik is. Gij moet bepaald dadelijk een bus gaan koopen. De naam is De tekst is oorspronkelijk Engelsch, van den dichter Thomas Moore. Een vriend van Schumann, Emil Flessing, werkte het geheel om, teneinde het pasklaar te maken voor muzikale behandeling. Hier werd iets weg gelaten, daar iets bijgevoegd. Een oratorium is het eigenlijk niet, Cantate kan het ook niet heeten. In vorm gelijkt het op oratoriums van Handel, ook op de //Jaargetijden”. Een biograaf zegthet heeft niets van objectieve grootschheid van Bach, ook niet van de subjectieve macht van den „Elia”, maar het schetst de werkelijkheid in ver heerlijkten vorm. Het draagt een rein menschelijk karakter, de zang der Peri herinnert meermalen aan z/Frauenliebe und Leben”, maar alles is overtogen met een romantisch waas, met een weelderige, Oostersche kleurenpracht» In de soli ligt het zwaartepuntmet het oog op het karakteristieke der Schumannsche begeleiding zal het duidelijk zijn dat een goede orkest-uitvoering zeer moeilijk is, zegt Mr.Trip. Bernard Vogel, een der eerste Duitsche muziekgeleerden, noemt de koren uit //Paradies und Peri” een heerlijk iets voor de zangers. Welche herrliche Aufgaben had der gemischte Chor in Paradies und Peri”. 3 2 17 13 6 I 5 4 0 Met dit motief zet de eerste viool het werk in af en toe, soms in gewijzigden vorm, schijnt de komst der Peri (Peri’s geesten der genietend de zaligheid Inbraak. Naar de Nieuwe Zeeuwsche Courant meldt, is te St. Jansteen, terwijl de bewoners Zondag naar de vroegmis waren, iugebrqken in de woning van L. Verdurmen en een bedrag van ongeveer f 15.000 ontvreemd. De politie stelde een onderzoek in, tot heden echter zonder resultaat. Een voordeelige tijd. Voor de liefhebbers van schaatsenrijden is de ingevallen dooi een heele teleurstelling, doch voor de hardrijders niet minder en wel om financiëele redenen. Berekend kan worden, dat door de Friesche beroepsrijders reeds meer dan f 5000 aan prijzen gewonnen is. De Friesche hardrijder J. D. Baarda heeft in één week f 380 gewonnendan komen in aanmerking de Poepjes, Castelein, de Vries, Slager e.a. Ook voor den schaatsenhandelaar is het „ijsseizoen” niet onvoordeelig geweest. Men schat, dat er voor f 100.000 schaatsen door Friesland verkocht zijn. Da hardrijder S. Castelein te Tzummarum, die zich op de eerste hardrijderij te Joure bezeerde, door tegen een paal te rijden, in zijn rit tegen Baarda, is zoo goed als hersteld» „Es sei der Schuld der Peri bar, die bringt zu dieser ew’gen Pforte, des Himmels liebste Gabe dar”. Ga zoeken, Peri. Geh’, suche sie und werde rein Gern’ lass ich die Entsühnten ein. De begeleiding hoofdzakelijk door fluit, hobo, clarinet en fagot, geeft aan deze solo een wondere tint. „Wo find ich sie? Wo blüht, wo liegt die Gabe, die dem Himmel genügt”, vraagt de Peri, in een recitatief, (sehr lebhaft, Metro nome 120 op iederen slag,) welk recitatief een wondermooie enharmonische verwisseling aanbiedt. Zij laat al het schoone der wereld aan haar oog voorbijgaan, naar Indië. Vier solostemmen bezingen dat heerlijke oord. Doch dan komt het koor, ff, vertellen van krijg. Krachtige muziek kondigt de nadering aan van Gazna, den veroveraar. Overwinnaars en overwonnenen, orkest, schilderen ons den oorlog. Een enkele jongeman, gewond, houdt nog stand. Een pijl rest hem nog in den koker. Gazna (Bas-solo) heeft eerbied voor zijn moed en biedt hem de vrijheid als de strijder hem zal huldigen. De jongeling (Tenor) wijst dit af, doet den geweldenaar krachtige verwijten en schiet zijn laatsten pijl op hem af. Mis getroffen. Weeklagend zingt het koor: „Web’, Weh’, er fehlte das Ziel; es lebt der Tyrann, der Edle fiel”. De Peri vangt den laatsten bloeddruppel van den held op. Zou ze den hemel weer kunnen verwinnen, met deze kostelijke gave? Is niet het bloed, voor de vrijheid vergoten, heilig? In machtige akkoorden ondersteunen koor en orkest dezen wensch. In afwisseling zingen nu Peri, kwartet en koor den lof van het voor de vrijheid vergoten bloed. Ja, zoo klinkt het ten slotte „sei dies, dein Geschenk, wilkom men dotten an Eden’s Pforten”. Schitterend is dit slot van het eerste deel. Vol hope biedt de Peri hare gave aan hemelpoort aan. De Engel zegt haar dat d i t offer niet genoeg is, iets veel heiligers moet ze brengen. De arme bannelinge strijkt nu over de bergen en „sank im heissen Land auf Afrika’s Gebirge nieder”. Ze baadt haar gevederte in de bronnen van den Nijl. Hier heeft Schumann een koor van Nijlgeesten ingelascht, waarvan een sterke bekoring uit gaat. Daartusschendoor een klacht der Peri, op dezelfde melodie als zij in ’t begin zong, nu echter in vierkwarts maat. III. „DAS PARADIES UND DIE PERI”. Te Zwickau, in het huis van den Uitgevers- boekhandel der Gebrüder Schumann, Groote Markt No. 5, werd 8 Juni 1810 geboren Robert Alexander Schumann. Zijn vader (August Schumann), doordrukken werkkring verhinderd zich veel met de opvoeding van zijn kroost te bemoeien, liet deze zware taak grootendeels, tenminste in de eerste jaren, over aan de moeder (Johanna Christiana Schnabel). Aan haar invloed moeten worden toe geschreven de diepgevoelende, poëtische klanken van Schumann’s muze. Op zijn zevende jaar. begon het piano- onderricht, met zijn 10e jaar kwam hij op het Gymnasium, waar hij maar een middelmatig figuur maakte. 1828. Naar Leipzig, student in de rechten. Hier gevoelde hij zich niet thuis. Hij vond er niet wat hij zocht. Slechts de muziek kon hem boeien, waar die met ernst beoefend werd, vond men Schumann. Doch de juristerij kon hem maar niet behagen, zelfs niet na de overplaatsing naar de academie te Heidelberg. Eindelijk, door bemiddeling van Wieck, een groot muziekpseiagoog, werd hij „entlassen” en mocht hij weer naar Leipzig terug, om zich geheel te wijden aan de muziek. En deze Robert Alexander Schumann is geworden een der eersten, der allereersten in de rijen der kunstenaren. Talrijk zijn de voortbrengselen zijner muze. Het meest is hij bekend door zijn liederen composities. De liederen van Schumann vindt men schier overal. In 1843 verscheen een werk voor koor, soli en orkest„das Paradies und die Peri” (Opus 50). Deze toondichting kwintet Op. 44 zijn al mee scheppingen van den Meester. De Gem. Zangvereeniging zingt het als hoofdnommer op het concert van 4 Februari a.s. Den belangstellenden lezer zij ’t volgende ter kennismaking met dezen wonderschoonen arbeid aangeboden. Het derde deel vangt aan met een koor van Houri’s, de dienaressen der zaligen in Mahomed’s hemel. Het orkest heeft hier een interessante begeleiding te vervullen. De Peri komt aangevlogen. Vol hope brengt zij haaroffer, der reinsten Lieben Seufzer. Vergeefsch. Viel heil’ger muss die Gabe sein, die dich zum Thor des Lichts lasst ein. Eene herinnering aan het Peri-motief en dan: „Verstossen. Verschlossen auf’s neu das Goldportal I” Doch ich will nicht ruh’n, will ohne Rast von einem Pole zun andern schreiten”. Tot het diepste der aarde en der zee zal ze doordringen om de gave te vinden, die Edens poort voor haar ontsluit. De Bariton schetst in een mooien zang een heerlijken avond in de rozenvelden van Syrië. Weer echt Schumann, der Liederen-Vorst. Een koor van Peri’s (een der door Sch. in den tekst bijgevoegde nommers) bespot haar. „Peri, ist es wahr, dass du in den Himmel willst Geheel ontmoedigd vervolgt de Peri haar zwerftocht. Daar bespeurt zij „einen Sonnen- tempel”. Misschien is er hier hulp te vinden, in den vorm van een Amulet of een Salomons zegel. Wellicht ontcijferen die haar, waar te land of ter zee te vinden is het kleinood, dat zondige wezens den hemel ontsluit. In het dal van Balbek strijkt ze neer. Hier ontwaart ze een jongsken, spelende midden in de wilde rozen. In deze lange scène heeft het orkest eene partij van beteekenis. Schier elk instrument heeft trekjes te vervullen, die samen vormen één geheel van schildering en tinten. Een ruiter komt aangereden. Bij een bron stijgt hij af om zijn dorst te stillen. De Waldhoorns mengen zich met een eigenaardig motief in het ensemble, straks voegt zicjh daarbij de trompet. Dat wijst op iets gevaarlijks. Want die ruiter is een boos mensch. Nooit te voren had men een wilder uiterlijk kunnen zien. Op zijn voorhoofd stonden geschreven meineed, moord, bedrogen bruid (Tenor-Solo). 1- i. Bolswardsche Courant,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1914 | | pagina 1