Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. I g g m r Van Houten s zwwu /pittige wcooMnook aocdkoop Ui hd cpbiiUk. iBBBÜiil 1914. Verschijnt Donderdags en Zondags. 53ste Jaargang. No. 22. a r Zondag 15 Maart. RECLAME. VOLKSONDERWIJS BINNENLAND. VOOR afzonderlijke verdeelt, F de hulp En toch zij studie van te maken, studie ook kunnen, ook: Vele moeders lijkste bewijzen beelden over hebben zich ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar h 5 Cent. In het tweede deel der rede wil Spreker het hebben over den strijd tegen de openbare school. Vooraf wil hij nog even wijzen op het groot belang van schoolartsen, wijl de onderwijzers over vele zaken niet kunnen oordeelen, die ’t gebied van den medicus raken. De schoolstrijd dan heeft al jaren en jaren geduurd. Om en over de school is in de laatste 60 jaren heel wat strijd ge voerd. Men mag nu hopen, dat wij aan een toppunt zijn gekomen en er nu bevrediging om de groote verzoening tusschen bijzonder onderwijs tot stand te er voor de vereeniging Volks- grootsche taak zijn, n.l. schipbreuk, ofschoon opvatten. Het doel van opvoeding moet zijn, dat het kind zelfstandig kan optreden, dus de hulp van de opvoeders overbodig maakt. En toch zijn er ook zeer vele ouders, zonder ooit van pcedagogie eenige studie te hebben gemaakt, die toch hun kinderen een voorbeeldige opvoeding gaven. Vele ouders hebben trouwens ook geen gelegenheid er ’t Moet dus zonder Dr. Gunning zegt dan geven soms de voortreffe- van een rijke opvoedkundige zal tot stand komen. ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad it telefonisch aangesloten onder Na. 4. intensieve verbetering van Dat is een schoone taak, men inziet, dat dit een stede avond is geweest, geldt de opvoeding van Spreker het met zooveel warmte heeft bepleit. (Applaus). Sluiting der vergadering. De Voorzitter vraagt of iemand der aan wezigen met den Spreker van gedachten wenscht te wisselen, en daar niemand zich daarvoor opgeeft, brengt hij een hartelijk woord van dank aan den gevierden Spreker wiens woord opnieuw bezieling heeft gewekt en zeer leerzaam was. Waar men de hoop koestert, dat het 2e tiental jaren voor deze afdeeling belangrijker zal worden, dan is er reeds een lichtpunt geopend. Als de Staats commissie mag slagen, dan zullen er, gelijk de Spr. het uitdrukt, geen kleine kwesties meer gevoerd worden over openbaar- en bijzonder onderwijs, doch dan zal het streven zijnde het volksonderwijs, en dat maakt dat nuttige en welbe- Het onderwijs toch het kind, gelijk de Een smolckelgeschiedenis. Een landbouwer kocht in 1912 te den Hamert (gem. Bergen, L.), een boerderij, die echter niet rendeerde, zoodat zijn schuldeischers het hem zeer lastig maakten. Om nu, voor dat de zaak verkeerd ging, er nog zooveel mogelijk profijt van te trekken, verkocht hij twee paarden aan den paardenslachter Bongers te Geldern en een gedeelte van zijn landbouw werktuigen aan den landbouwer Vernich te Twisteden. Tot zoover ging alles goed, doch daar hij met zijn zoon de goederen Duitschland bin nen smokkelde en bovendien verzuimde de paar den door den Rijksveearts te laten onderzoeken, werden beiden, zoowel als de koopers (wegens medeplichtigheid) vervolgd. De strafkamer te Kleef eischte tegen Berkens 948 mark, tegen diens zoon August 185 mark, tegen Bongers 550 mark en tegen Vernich 218 mark boete. als er gegeven, reiden voor waarborgen voor In vroegere tijden stonden de scholen onder toezicht der katholieke geestelijken, na de hervorming werd de richting calvinistisch en werd er gebeden en deed men aan psalmge- gezang op school. Daar zijn toen de katho lieken tegen opgekomen en die eischten neu traal onderwijs. Toen werd in de wet gelegd het aankweekeu van Christelijke en maatschap pelijke deugden. Over die Christelijke deugden is ook al heel wat stof opgewaaid, maar in den grond der zaak kan niemand iets tegen hebben op die deugden, want dat slaat niet op de godsdienstige richting maar op den levenswandel van den mensch. Gods dienstige opvoeding behoeft niet van kerkelijke leerstellingen af te hangen, want godsdienstige begrippen zijn iets heel anders dan kerkelijke leerstellingen. Het kind moet worden een mensch die zijn taak in de maatschappij goed weet te vervullen. Allen moeten dus leeren Hebt elkander lief 1 Naastenliefde en ver draagzaamheid moeten gekweekt worden. Dat men op de Christelijke scholen den Bijbel wil laten lezen, ’t zij zoo, maar de leden van volksonderwijs vinden dat geen kost en geen taal voor kinderen, en achten de onderwijzers ook onbevoegd om die zaken, waarover zelfs de grootste theologen het niet eens zijn, te verklaren. Dan is er nog een groot bezwaar tegen de bijzondere school. Vroeger waren toch in de algemeene school alle gezindten vereenigd, en nu wordt reeds bij het kind op de scheiding der religiën gewezen. De bijzondere school scheidt en verdeelt, en dat is zoo jammer. In elke godsdienstige richting treft men goeden en kwaden aan, doch nimmer mag men het belijden van zekere leerstellingen beschouwen als een waarborg van deugdzaam heid. Het geloof maakt iemand niet goed, op de daden komt het aan. De laatste tijden immers leerden voldoende, hoe een hoog staand persoon, die als verklaarder der schrift bekend was, toch diep is gevallen, en dat laat genoeg zien dat niet naar het ker kelijk geloof de waarde van den mensch kan worden bepaald. Op school moet liefde worden gewekt voor geboortegrond, vaderland, ouderhuis en of men dan is godsdienstloos, protestant, katho liek, jood of iets anders zegt Spr., geen kerkelijk leerstellig onderwijs kan als grond stelling dienen bij het onderwijs, als ’t gemoed den mensch niet geschikt maakt voor de samenleving. De gemoedsstemming openbaart zich niet in leerstellingen, maar wel in den gloed en den geest van den onderwijzer. Zijn verhouding ten opzichte der kinderen, is be slissend, geen regel of tekst, maar liefde en toewijding geven den doorslag. Mannen en vrouwen met een hoogstaand- hart, dat zijn de ware opvoeders der jeugd. Niet zij die zeggen, zoo moet gij gelooven, maar hen doen gevoelen: zoo moet gij doen. Als nu de Staatscommissie klaar mag komen met de oplossing van den schoolstrijd, dan komt voor „Volksonderwijs” eerst de taak aan, te werken aan de verbetering van het onderwijs van ons volk. Dan geen ruzie meer over die of die richting, maar dan toonen dat de geest van ons onderwijs geeft een liefde, een echt christelijke liefde die zich afspiegelt in daden, gelijk die voor 20 eeuwen voor het eerst is uitgesproken. (Applaus). De afdeeling Bolsward der vereeniging Volksonderwijs” hield j.l. Donderdagavond een openbare vergadering op de bovenzaal van ’t Hotel Huizenga. De opkomst was niet talrijk, ongeveer een 30 heeren en een tiental dames waren tegenwoordig. De Voorzitter, de heer H. Eisma opende met een woord van welkom te richten tot de aanwezigen en vooral ook tot den Spreker van dezen avond, den heer C. A. Zelvelder van Sneek, dezelfde Spreker op wiens bezielend woord voor 10 jaren geleden deze afdeeling is opgericht. Al moge de afdeeling in de 10 jaren van haar bestaan niet op veel belangrijks kunnen bogen, toch zijn de leden op de hoogte ge bleven van de zaak omtrent het volksonderwijs in ons land en ook zijn meermalen Sprekers hier opgetreden, alsmede werden dikwerf vergaderingen gehouden waar men met eigen krachten optrad. Ook heeft de afdeeling een waakzaam oog gehouden op de belangen van het onderwijs in onze gemeente, en heeft ook verder mee gedaan in den grooten strijd die er gevoerd werd. Wel heeft ook de afd. soms teleur stellingen ondervonden, o.a. dat 2 hoofden van scholen zich nooit op de vergaderingen vertoonden en geen lid werden, terwijl ook enkele onderwijzers zeer zelden verschenen. Toch heeft de voorzitter de verwachting dat de volgende periode meer resultaten zal opleveren zoo is o.a. ’t plan gevormd om te dezer stede een openbare leeszaal te openen, en zoo is er meer dat laat zien dat men een open oog heeft voor de belangen van het onderwijs. Gaarne geeft hij ’t woord aan den Spreker voor diens onderwerp Opvoeding en onderwijs. De beer Zelvelder herinnert zich nog heel goed hoe hij tien jaren geleden een zelfde onderwerp besprak, hij heeft toen eigenlijk niet bewerkt dat hier een nieuwe afdeeling werd opgericht, doch meer dat een oudere ingeslapen vereeniging weer wakker werd geschud. „Volksonderwijs” is in ons land in die 10 jaren enorm vooruitgegaan. Telde men toen in de geheele vereeniging pas een paar duizend leden in 39 afdeelingen, reeds in 1905 was ’t getal leden 9000 in' 130 af deelingen en thans zijn er ongeveer 23000 leden en wel 250 afdeelingen. In de 10 jaren is er dus wel veel bezieling gewekt voor ’t doel van Volksonderwijs, het behoud en den bloei der openbare school. Die opflikkering is geen stroovuurtje geweest, gelijk de heer de Savornin Lohman het aanduidde, maar ’t is een ver blijdend teeken voor allen die ’t openbaar onderwijs liefhebben. Nog telkens komen er afdeelingen bij ook in 't Zuiden des lands en daar zal dit jaar, namelijk in Breda, zelfs de algemeene vergadering worden gehouden. Hoe komt het, vraagt Spr. dat die liefde voor volksonderwijs leeft. Het vindt zijn oor zaak hierin, dat het betreft de opvoeding’ van het kind, en dat men dus inziet dat onderwijs en opvoeding moeten samengaan. Tal van mannen van naam hebben er hun denk- uitgesproken. Vele paelagogen er op gezet om aan te toonen wat eigenlijk opvoeden beteekent. Is het opvoe den een wetenschap? Voor menigeen is het dit wel, om aan te geven hoe de richting moet zijn en welke middelen daartoe moeten worden aangewend. Men heeft bij de opvoeding te doen met het levende organisme,' het kind. Verschillende oorzaken maken ook verschil lende middelen noodig. Dr. Ritter spreekt van opfokken, opkweeken en opvoeden, 't Eerste geldt voor dieren, ’t tweede voor planten, het derde voor menschen. Bij de beide eerste takken wordt een degelijke kennis en studie noodig geacht, en toch van de opvoeding schijnt iedereen verstand te hebben. Vele ouders echter lijden bij de opvoeding deerlijk schipbreuk, ofschoon ze hun taak toch ernstig opvoeding moet zijn, ervaring en dat komt omdat zij het eerst noodzakelijke bij de opvoedkunde bezitten, dat is de liefde. De liefde wijst den weg. Liefde, door verstand geleid, is de voornaamste factor bij de opvoedkunde. En de moeder liefde is zoo innig, aan de moeder is ook ’t eerste begin der opvoeding. Toch komt er een oogenblik in elk huis gezin dat de ouders zelf niet meer kunnen voldoen aan de eischen der opvoeding en anderen hen daarin moeten bijstaan. Al blijft het gezin een voorname plaats innemen, het kind moet naar school. De onderwijzers of onderwijzeressen nemen een deel over van de taak der ouders. Dat onderwijs moet dus ook de opvoedende kracht hebben, dat het kind later de leiding van ouders en onderwijzers kan missen. Is men in de laatste halve eeuw wel in de goede richting met de opvoeding? vraagt Spr. Er wordt getracht de kinderen zoo spoedig mogelijk zelfstandig te maken, dat ze zich zelf kunnen redden. Dit is niet het ware. De ouders dienden veel meer belang te stellen in de zaken van het onderwijs. Het kind moet daar zulk een groot deel van den dag doorbrengen, dat er dient wel degelijk gelet te worden of er aan de hygiënische eischen wordt voldaan. Het beste is niet te goed voor de kinderen, en veel is er reeds verbeterd. Er wordt toegezien op betere en gezondere lokalen, goed licht en voldoende ventilatie, en toch er blijft nog zooveel te wenschen over, op vele plaatsen althans. Het is niet de natuur van het kind om daar zoo lang opgesloten te zitten. Het kind is beweeglijk, het speelt, het wil het hoe en ’t waarom der dingen weten, en daar moet bij de leerstof rekening mee worden gehouden. Het geldt in onze scholen nog te veel: wat weten onze kinderen, weten en kennen is het motto bij ons onderwijs. Veel meer moet het zijn: wat kunnen ze. De jeugdige hersenen moeten niet volgepropt worden met afgezaagde wetenschap pelijke kennis, er moet veel meer gelet worden op de natuur. De medici verklaren dat de vatbaarheid voor ziekten door het schoolgaan grooter wordt. De fout is dat op te jeugdigen leeftijd een bepaalde dosis kennis moet ver kregen zijn. Voor het 10e jaar moet alle onderwijs eigenlijk voorbereiding zijn. Door te jong te beginnen met het aanbrengen van veel kennis, wordt de lust en zelfs de geschikt heid voor het latere leeren verminderd. Uitvoerig behandelt Spr. dit onderwerp en toont in bijzonderheden aan, dat ons onder wijs niet practisch is ingekleed. Gelukkig wordt dat ook allengs meer en meer ingezien. De onderwijzers zijn dikwerf nog te conservatief om met het oude te breken, maar het wordt tijd dat in den geest en de richting van ons volksonderwijs verandering wordt gebracht. Op de natuur van het kind moet meer gelet worden. Spr. heeft in de 30 jaren van zijn werkkring heel wat onderwijzers leeren kennen en wil volmondig verklaren dat ze over ’t algemeen met groote liefde en toewijding hare taak vervullen. Een groote fout ziet Spr. er evenwel in, dat de jeugdige personen van 18 jaren reeds worden geroepen om de kinderen te onderwijzen. Zij mogen de noodige kennis hebben, de geschiktheid en ervaring moeten ze dan nog opdoen. De opleiding vooral die aan de normaalscholen is niet voldoende, en de vereeniging Volksonderwijs heeft dan ook heel andere eischen. Beter onderlegd en met een rijpe levenservaring mogen de onderwijzers eerst voor hun zeer moeielijke taak gesteld worden. Beter opleiding voor de onderwijzers, natuurlijker leerwijze voor het kind, dat moet de eisch zijn, en als de Staatscommissie er in moge slagen openbaar- en brengen, dan zal onderwijs nog een te bevorderen dat het onderwijs in zijn geheel verbeterd wordt. Treurige tijden heeft men in dien strijd beleefd, en het valt zeer in het oog dat de kerkelijke partijen die toen ze het volle hecht in handen hadden, dus de macht bezaten om verbeteringen aan te brengen, toch niets ge daan hebben om het intensieve van het onderwijs te verbeteren. Elke wet van dien kant was een bevrediging van meer geld. Volksonderwijs echter strijdt voor goed ontwikkelend onderwijs. De richting die het openbaar onderwijs neemt mag een deel des volks niet bevredigen, welnu men gunne dat deel z’n subsidie, en dezelfde verhoudingen bij gemeenten en bijzondere commissiën, maar dan ook bij gelijke rechten gelijke plichten. De overheid moge zich dan niet bemoeien met de strekking van het onderwijs, mag zich bijv, niet mengen in de wijze waarop het onderwijs in geschiedenis wordt gegeven, maar toch moet zij toezien, dat er geschiede nis onderwezen wordt. Zoo ook het reken onderwijs wil men in de kath. scholen daar wat bijbelsche sommen laten uitrekenen, goed, maar degelijk rekenonderwijs wordt Het onderwijs toch moet voorbe- het maatschappelijke leven, en degelijkheid mag men eischen. Bolswardsche Courant HONA Cacao f\0NA iH^ONA Cacao I^HCacao ^onaI ICacao iRONA ICacöO aoe»Ai I Cacao I RvriAli CACAolli RONA Cacao RQNA cacao tyNAll CacaoI RONA Cacao Ronk Cacao RONA CacaoI RoNaI CacaoI Rona Cacao RonaI Cacao 1’"* Cacao fcEEZZ/l II Cac< ij Rona Cacao

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1914 | | pagina 1