lienws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. w Van Houten s Verschijnt Donderdags en Zondags. 53ste Jaargang. 1914. No. 28. Zondag 5 April. DE KOOKLESSEN. Stadsnieuws. VOOR afzonderlijke aar zeg °P r wat het van te heel zij kreeg 1. 2. 3. 4. 6. 6. 7. ABONNEMENTSPRIJS: 40 Cents per 3 maanden. Franco per post 50 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent. ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad it telefonisch aangesloten onder No. 4. er nu maar niet op terug komen, ’t Blijkt dat het na een week in de kranten gewikkeld te zijn geweest, zeer afgekoeld is. En de laatste avond ving ik uit een gesprek op dat een dienstmeisje van haar Mevrouw geen boterham had gekregen dien avond, omdat ze in „de Doele” wel wat te eten zou vinden. Ik heb dus geleerd dat het ongeduld wel een grondige oorzaak kan gehad hebben. Allen, als ze het maar bekennen willen, hebben er goede wenken kunnen opvangen, die te pas komen. Van een der vrouwen vernam ik o.a. Die lapjes hangende aan een band, om de heete schotels aan te vatten vind ik wel mooi, dat is zindelijker dan de vuile vaatdoeken er voor te gebruiken, ik wil ze ook maken. Haar buurvrouw vond het aardig dat de ledige cacaobussen gebruikt kunnen worden om er een trommelkoek in te bakken. Het wordt dan geen „Jan in den zak” maar toch een „Jan in de bus”. Ja, deze cursus zal voor menigeen wel vruchtdragend worden, en aan de besturen die het hebben ondernomen, komt een woord van dank en hulde toe. ’k Wil besluiten met de mededeeling dat ik op dezen cursus het woord MENU heb leeren ontcijferen door er met een taalkundige vrijheid uit te lezen Menschen Eszt Nicht übermaszig of omgekeerd überladet Nicht Eueren Magen. De Verslaggever. De Controleur der Slaapwagens. Reciteercollege „Uitspanning door Inspan ning” te Pingjum. Van oudsher is het naburig dorp Pingjum eene plaats waar veel wordt gedaan aan de welzeggingskunst. Reeds jaren lang bestaat het Reciteercollege //Inspanning door Uit spanning”. De avonden, gewijd aan de be oefening der welsprekendheid, zijn altijd bij zonder ge- en bezocht geweest. Een gevolg van het doen aan reciteeren was, dat het jonge geslacht zich leerde be wegen op de planken, leerde hoe men spreekt in verschillend gezelschap. Dat er dus, naast het Reciteercollege, al spoedig eene tooneelvereeniging de attentie vroeg, behoeft niet te verwonderen. En ook deze rederijkerskamer mocht er wezen. In de dagen van meester Piekema speelde men, en bijzonder goed, „de Koopman van Antwerpen”. In onzen tijd kunnen we meepraten over „Weldoeners der menschheid”, »’t Goudvischje”, „Allerzielen”. Tot het Friesch toonee) gevoelden de Ping- jumers zich niet bijzonder aangetrokken. Zelden hoorde men Friesch spreken op hun tooneel. Ja, deze Rederijkerskamer heeft een tijd van grooten bloei gekend. Op het oogen- blik slaapt zij allerlei omstandigheden werkten daartoe mee. Maar wakker, ter dege wakker is nog het Reciteercollege „Uitspanning door Inspanning”. III. Alle goede dingen in drieën, dus ook de kooklessen, Woensdag j.l. was de laatste avond. Het bezoek was niet zoo groot als op de twee vorige „kookavonden”, misschien dat de schoonmaak bacil, die tegenwoordig epidemisch heerscht, hiervan voor een deel de schuld moet dragen. Allereerst moet ik even melden, dat door een vriendelijke attentie van een der Dames van het bestuur de perstafel een eenigszins feestelijk aanzien had. Met een wit kleed gedekt en met een bloemvaasje gesierd, zagen wij persmannen daarin een blijk van sympathie der dames en een onzer was daar bijzonder mee ingenomen. Mevrouw Beekhuis opende met een kort woord; wat haar op ’t hart lag, zou na afloop der les openbaren. En zoo dan terstond Mej. Bennema het woord. Het menu voor heden luidt: Linzensoep. Gebakken lever met gebakken aardappelen. Tuinboonen met gebakken spek. Broeder met worst. Boonensla. Trommelkoek met stroopsaus. Rijst met citroen en apenootjes. De juffrouw gaf over een en ander weer eenige practische aanwijzingen, hoe 't moest bereid worden, voor dames meer interessant en belangrijk dan voor ons mannen. De linzen trokken ook mijne aandacht, want wetende dat in heel oude tijden reeds een schotel linzensoep een heel aantrekkelijk gerecht was, getuige dat er toen de vaderlijke erfenis werd verkocht voor zulk een heerlijk maal, was ik, evenals al de aanwezige dames nieuwsgierig hoe die er wel zouden uitzien, want het was voor Bolsward een onbekend product. Mej. B. verwonderde zich, dat ze in de winkels alhier niet te bekomen waren. Ze toonde toen een schaal met kleine platte zaadjes, die geweekt en gekookt zouden worden. Als monster heb ik een viertal zaadjes van den water- en vuurdoop gered, en hoop ze in mijn tuin aan te kweeken. Slaagt de oogst goed, dan zullen binnen korte jaren er wel voldoende van gegroeid zijn, om ze als proeven uit te deelen en ook dit product hier inheemsch te doen worden. Als onze kruideniers mij maar niet voor zijn, door ze van elders te betrekken, 't Zal bepaald wel aftrek vinden, want ze (te zeggen de linzen) smaken goed, ’t Heeft veel van erwtensoep, maar met een fijn bijsmaakje. Ook het gerecht rijst met apenootjes was voor velen vreemd, maar ook die proef is uitste kend bevallen, en de apenootjes, die dienen voor het maken van veevoeder waaruit dan de zoo goed bekende Delftsche slaolie-is geperst deden (deze pinda’s of grondnoten) voor de menschen meest dienst als snoepgoed voor de kinderen. Als er toch gesnoept moet worden, dan is deze snoeperij voor de jeugd althans beter dan de vele inferieure suiker werken en zoetigheden der snoepdischjes. In apenootjes zitten zeer voedzame bestand- deelen, dat leert ook reeds de tabel die voor komt in de op deze kooklessen uitgegeven boekjes. Niet om te pochen, maar uit een oogpunt van eerlijkheid dien ik even te zeggen, dat de juffrouw niet gesproken heeft over snoeperige pardon over snoepende kinderen, doch ik dat voor mijn rekening moet nemen, 't Liep mij uit de pen, toen de apenootjes in verband met snoepen voor mijn geest voorbij gingen. Een derde gerecht trok heden de aandacht door den vreemden naam. Die „broeder” met worst werd met belangstelling aangezien, maar als een oude bekende begroet. Dikkoek, strów, Jan in den zak, zijn allen „broertjes”. Terwijl de verschillende potjes te vuur gesteld waren, en ook nog als toegift bouillon van paardelappen en van kalfsvleesch werden gekookt om met elkaar te wedijveren, bleek het paard het „sterkst” te zijn. Geen wonder inderdaad. Een paard tegen een jong kalf dat is geen partuur. De paardebouillon won ’t in smakelijkheid en volgens verzekering van Mej. B. ook in kracht. Echter, dat werd aan degenen, die het nog niet wisten er bijge zegd, dat bouillon wel strekt om den eetlust te wekken, doch op zich zelf weinig of geen voedsel bevat. Het uitgekookte vleesch moet dan ook niet aan kant gedaan worden, want daar zit de „pit” nog in. Toen alles te vuur stond, vertelde Mej. ons een en ander over het alcoholgebruik. Zij wilde niet schetsen al de ellende, die de alcohol vaak in de gezinnen brengt, doch een woordje spreken over het alcoholgebruik in verband met de voeding. Voedsel moet dienen om ons lichaam warm te houden, en alcohol verwarmt ook, ja, maar er is toch geen voedende kracht in. Het prikkelt wel en bevordert den bloedsomloop, maar daardoor wordt ook de warmteuitstraling van ons lichaam verhoogd, en dus helpt het ons achteruit, want op actie volgt reactie. Om den eetlust op te wekken wordt dikwerf voor eten een „drupske” genomen, en het mag dan waar zijn dat de maag door het scherpe alcohol- vocht, eenigszins opgewekt wordt, het genees middel is dan erger dan de kwaal, ’t Gevoel van honger wordt door alcohol wel voor een oogenblik verdoofd, maar voedsel wordt er niet door aangebracht. Eten is geschikt om den honger te stillen, en daar vindt het lichaam baat bij. De eetlust vindt geen bevrediging bij een borrel. Als voedsel is alcohol niet geschikt, wel werkt het meest altoos schadelijk. De huisvrouw trachte dus door ’top tijd in orde hebben van de spijzen en door ze netjes voor te dienen, door een goed humeur den man aan huis te binden en kan daardoor vaak meewerken om de behoefte om troost in den borrel te zoeken, te voorkomen. Na dit borrel praatje, dat veel verschilt van het gewone borreldiscours, ging de juf frouw eens even de te vuur staande potjes inspecteeren. De varkenslever werd in de koekepan gebakken, daarna werden er gebakken aardappelen bijgevoegd, en bleek een goed, goedkoop en smakelijk voedsel te zijn. Ook andere potten maakten het goed, en daarom kregen we nog een beetje „theorie”, en wel over ziekenvoeding. Mej. B. wist daarover weer verschillende eenvoudige wenken te geven, die behartigenswaardig zijn in gevallen men zieken heeft op te passen en te bedienen. Bij de zorgvuldige verpleging bekleedt ook het toedienen van geschikt eten een belang rijk onderdeel. Het eten bijv, niet bereiden in de kamer waar de zieke ligt, hem of haar er als ’t ware mee verrassen, en geen te groote porties. Beter dat de zieke nog een bordje vraagt, dan dat hij van het verstrekte een deel overhoudt. En zoo voelde men aan ’t geheele betoog, dat èn de keuze der spijzen (ook soms in overleg met den geneesheer) èn de wijze van bereiden en toedienen lang niet onverschillig zijn. Dit laatste geldt trouwens ook voor het geheele gezin, en daarom viel er, voor wie het ernstig meende, veel te leeren, veel meer dan men in zoo’n kort verslag kan weergeven. Toen de Juffrouw ons zoo een en ander had meegedeeld, waren de gerechten gaar gekookt, gestoofd of gebakken en ving de algemeene proefkuur weer aan Net als altoos, voldeed het een weer beter dan het andere, maar het viel dezen laatsten avond naar wij meenden, over ’t algemeen beter in den smaak, dan de vorige malen. Er waren verschillende gerechten waarbij vaak dringend gevraagd werd om nog een proefje, doch de dames met ledige schotels stonden en moesten antwoorden’t Is op Toen de maaltijd geëindigd was, nam Mevr. Beekhuis nog eens ’t woord in de eerste plaats om op aardige en welgemeende wijze dank te brengen aan Mej. Bennema en hare helpster Mej. Ellens. Wordt in ’t maatschappelijk leven dikwerf een strijd aanschouwd tusschen theorie en praktijk, hier hebben die op harmonische wijze saamgewerkt, en daar moet het resultaat wel uitstekend zijn. „O, ik weet wel”, zoo liet Mevrouw zich uit, „dat enkele „vrouwen, gedreven door een dom vooroordeel „spreken van „ratjetoe”, „rommel” en met „meer dikke woorden blijk willen geven van „haar zoogenaamden durf maar in werkelijk heid zijn deze vrouwen zoo dapper niet. „Want waarmee worden haar op luiden toon „gevoerde gesprekken meestal besloten „Dat „zuud ik an mien man niet voorzette deure I” „Arme stumpers, hoe moedig zijn zeDe „meesten uwer zullen, naar ik vertrouw, dit „wèl durven en daarmee een aangename af wisseling brengen in de rij der spijzen, „waardoor geen schade wordt gedaan aan de „beurs en dat de gezondheid stellig zeer ten „goede komt”. Vervolgens besprak Mevr, hoe de tijdelijke samenwerking van „Groene Kruis” en de En telken jare vergast het den Pingjumers op avonden van meer dan gewoon kunstgenot, die de aandacht vragen van dorpsgenoot en vreemdeling. Zoo had men in ’t nu weer afgeloopen speelseizoen opgevoerd „de Controleur der Slaapwagens”, blijspel in drie bedrijven, naar V. v. V. tol stand kwam. Goede voeding ligt voorzeker in de lijn der bemoeiingen van ’t „Groene Kruis”, en de Ver. voor Vr. Kies recht rekent het koken tot de plichten der vrouw en als men Mej. Bennema heeft hooren spreken, en zien werken zal men voorzeker oordeelen dat zij op een hoog standpunt van ontwikkeling staat, hooger dan menig man, maar het kiesrecht is haar als vrouw nog onthouden. Wie daarover nadenkt, zal inzien de onbillijkheid van de wetten des lands. Wie nadenkt zal ook over de gerechten en spijzen iff dezen cursus bereid wel tot andere gedachten komen. Ten slotte bracht Mevr, dank aan de Gas commissie voor de verleende medewerking en ook aan de pers, die zoo welwillend was geweest om dezen cursus bekend te maken en daardoor waren ook bereikt vele vrouwen, die zelf geen kijkje kwamen nemen. Wie meer van de Volksvoeding wil weten kan dat vinden in practische boekjes met nauwkeurige recepten en omschrijvingen en die bij den boekhandel zijn te bekomen 60 ct. En hiermede is dan mijn verslag en over zicht over den gehouden cursus afgeloopen. Een korte nabetrachting duide men mij niet euvel. Het doel dat de besturen met het houden van deze volksvoordrachten hadden was werkelijk goed. Een volksbelang werd hier inderdaad gediend, en ’t zal zijn nut ook stellig afwerpen. Maar waarom vonden dan vooral onder de vrouwen uit den werkenden stand de gekookte gerechten soms zoo weinig instemming en waarom werden ze dikwerf met een soort minachting of spot bejegend Het antwoord hierop is naar mijn inzien gelegen in twee tegenstrijdigheden in 's menschen karakter, namelijk gehechtheid aan het oude en een zucht tot navolging. Gelijk theorie en practijk strijd voeren, en toch op den duur harmo niseren, is het ook met het conservatisme en de zucht tot nadoen. Ik wil het met een voorbeeld uit de dameswereld ophelderen. Als de mode iets nieuws brengt in de kleeder- dracht, is de eerste uitroep gewoonlijk: Wat vreemd, ajakkes, dat neem ik niet hoor! en eenigen tijd later ziet men haast ieder er mee loopen. Welnu dat vreemde der spijzen, doet uitroepen: dat durf ik niet op tafel zetten, en als men zal hooren dat buurvrouw het doet en er zich goed bij bevindt, komt wel de navolging. Het dooreen mengen sommige spijzen is slechts gedaan om toonen, dat het kan, men kan in sommige huishoudingen zoo de restanten practisch gebruiken, doch het behoeft daarom geen regel te zijn. Er is getracht om de dames te laten zien hoe men met weinig of geen kosten toch een voedzaam maal kan bereiden. Want velen meenen bijv, dat een maal aard appelen meer voldoet dan een meelkost of iets anders. Wie echter de opgaaf van de voedingswaarde van spijzen vergelijkt, komt tot heel andere resultaten. Als men maar heeft leeren inzien dat er niet zoozeer op de hoeveelheid, maar op het gehalte der spijzen moet worden gelet, dan heeft deze cursus al een goede uitwerking. Ik had ook nog een potje te vuur voor de jongedames, die den voorlaatsten avond wat te ongeduldig schenen te zijn, en de beurt van de proefjes niet konden afwachten. Ik zal Bolswardsche Courant i RQNA cacao

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1914 | | pagina 1